DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 5 prachtige garens!
Product image DROPS Snow yarn
DROPS Snow
100% wol
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 114-31

#chocolatefudgeset

DROPS design: Model nr. EE-261.
--------------------------------------------------------
MUTS:
Maat: S/M – L/XL
Hoofdomtrek: ongeveer 54 - 58 cm
Materiaal: DROPS SNOW
150-150 gr. kleur nr. 23, beige

DROPS BREINLD 7 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 12 st x 24 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.

SCHOUDERWARMER:
Maat: S/M - L/XL - XXL/XXXL
Materiaal: DROPS SNOW
400-400-450 gr. kleur nr. 48m, beige mix

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 8 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 11 st x 22 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS BUFFELHOORNKNOOP nr. 536:
5 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 1.50 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

MUTS:
--------------------------------------------------------
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.
PATROON:
Zie telpatroon M.1. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------

MUTS: Wordt zijdelings heen en weer gebreid op de nld. Brei de eerste 2 st aan de goede kant met dubbele draad (om de rand steviger te maken) steeds in RIBBELST - zie boven.
Zet 38-42 st op de nld 7 mm en Snow en brei PATROON als volgt aan de goede kant: 2 ribbelst – zie boven - M.1 (= 14 st), 22-26 ribbelst. Ga zo verder in patroon en brei TEGELIJKERTIJD verkorte toeren, heen en weer op de nld, en start aan de goede kant als volgt: * 2 nld over alle st, 2 nld over 36-40 st, 2 nld over 34-38 st, 2 nld over 31-35 st *, herhaal van *-*. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga zo verder tot er 10-11 vertikale herhalingen van M.1 zijn, het werk meet ongeveer 50-55 cm op het langste deel. Kant losjes af in de laatste nld van de laatste patroonherhaling.

AFWERKING: Naai de opzetnld aan de rand waar afgekant is met de zijkanten tegen elkaar. Haal een draad door de st aan de bovenkant van de muts, trek stevig aan en zet vast.
--------------------------------------------------------

SCHOUDERWARMER:
--------------------------------------------------------
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.
PATROON: Zie telpatroon M.2. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer
KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten bij een hoogte van 2 cm als volgt aan de goede kant: Brei 7-7-7 st, kant 1 st af, * brei 8-9-10 st, kant 1 st af *, herhaal van *-* in totaal 4 keer, eindig met 3 st = 5 knoopsgaten. Zet nieuwe st op boven de afgekante st in de teruggaande naald.
--------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------

SCHOUDERWARMER: Wordt zijdelings heen en weer gebreid op de rondbreinld. Zet 47-51-55 st op met rondbreinld 8 mm en Snow. Brei RIBBELST – zie boven – brei TEGELIJKERTIJD steeds de eerste 2 st op elke nld aan de goede kant met dubbele draad. Maak TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 2 cm KNOOPSGATEN in de volgende nld aan de goede kant – zie boven! Meerder bij een hoogte van 4 cm als volgt over de nld aan de verkeerde kant: Brei ribbelst over de eerste 4 st, meerder 6 st gelijkmatig over de volgende 10 st, ribbelst over de volgende 17-21-25 st, meerder 6 st gelijkmatig over de volgende 10 st, brei de nld verder in ribbelst = 59-63-67 st.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Ga verder in patroon en verkorte toeren als volgt aan de goede kant: 2 ribbelst, 4 st av (r aan de verkeerde kant), M.2 (= 16 st), 2 st av (r aan de verkeerde kant), ribbelst over de volgende 15-19-23 st, M.2 (=16 st), 4 ribbelst – brei TEGELIJKERTIJD verkorte toeren als volgt: * 1 nld over alle st, 1 nld over 20 st, keer het werk, brei de teruggaande naald over 20 st, 1 nld over alle st, 2 nld over 37-41-45 st, 2 nld over 33-37-41 st, 2 nld over 29-33-37 st, 2 nld over alle st, 2 nld over 37-41-45 st, 2 nld over 33-37-41 st, 2 nld over 29-33-37 st *, herhaal van *-*. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga zo verder in patroon. Brei bij een hoogte van 128-148-168 cm gemeten langs de onderkant (pas zo aan dat het na een volledige herhaling van M.2 is) de volgende nld aan de goede kant als volgt: Brei ribbelst, minder TEGELIJKERTIJD 6 st gelijkmatig over alle kabels = 47-51-55 st. Ga verder in ribbelst over alle st. Kant af als de rand in ribbelst 4 cm meet. Naai de knopen aan.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 18.12.2020
Correctie: SCHOUDERWARMER:... Ga verder in patroon en verkorte toeren als volgt aan de goede kant: 2 ribbelst, 4 st av (r aan de verkeerde kant), M.2 (= 16 st), 2 st av (r aan de verkeerde kant)

Telpatroon

Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant<br />
= Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant<br />
= Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
Zet 4 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 4 st recht, 4 st recht van de kabelnld<br />
= Zet 4 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 4 st recht, 4 st recht van de kabelnld
Zet 4 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 4 st recht, 4 st recht van de kabelnld<br />
= Zet 4 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 4 st recht, 4 st recht van de kabelnld
Diagram for DROPS 114-31
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #chocolatefudgeset of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 114-31

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (205)

country flag Babeth schreef:

Bonjour, Pour la 1ère Torsade de M1, c'est à dire celle qui a les M glissées devant, quand on commence les rangs raccourcis, ceux-ci se font-ils sur les 4 1ères M ou les dernières de la Torsade, c'est à dire quand on arrive à la neuvième maille avant la dernière maille tricotée sur l'envers Merci

05.10.2018 - 15:50

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Babeth, on va tricoter les mailles de la torsade (M.1) tous les rangs car elle fait partie des mailles à tricoter sur les rangs raccourcis. Tricotez le nombre de mailles indiqué pour les rangs raccourcis (= nbe de mailles total à tricoter, diagramme inclus), et croisez les mailles de M.1 tous les 4 rangs tricotés sur M.1 comme indiqué dans le diagramme. Bon tricot!

05.10.2018 - 15:57

country flag Elena schreef:

Quand il est ecrit tricoter les 2 1ères mailles sur l'endroit, il s'agit bien de mailles et non de rang ? D'autre part, tricote t-on la Torsade dès les 1ères mailles et ensuite le reste au poing mousse ou le contraire?

04.10.2018 - 18:12

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Elena, tout à fait, on tricote les 2 premières m en début de rang sur l'endroit avec 2 fils - voir technique en vidéo. Et on tricote dès le 1er rang (= sur l'endroit): 2 m point mousse, M.1 (= 1 m env, 12 m end, 1 m env), 22-26 m point mousse, on tricote le rang retour sur l'envers et au rang suivant on va tricoter 2 rangs (= 1 aller + 1 retour) sur 36-40 mailles seulement et ainsi de suite. Bon tricot!

05.10.2018 - 07:26

country flag Elena schreef:

Bonjour, J'ai oublié de vous préciser que ma question concernait encore le bonnet ! Merci

04.10.2018 - 11:14

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Elena, ça sera le même principe pour le bonnet: quand vous tricotez 36-40 m, vous tricotez les 36-40 premières mailles comme elles se présentent: point mousse et M.1 et ainsi de suite, le nombre de mailles indiqué correspond au nombre de mailles total à tricoter. Bon tricot!

04.10.2018 - 13:11

country flag Elena schreef:

Bonjour, Pour les rangs raccourcis, doit on les commencer dès que l'on a tricoté les 8 M de la Torsade, ou les faire après les 14 M de M1. Et les mailles en attente des rangs raccourcis se tricotent elles toutes en même temps quand on a retourné l'ouvrage, ou bien 2M, encore 2M etc...... Merci

03.10.2018 - 15:22

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Elena, pour les rangs raccourcis du chauffe-épaules, tricotez bien le nombre de mailles indiqué (= comme indiqué précédemment: point mousse, envers sur l'endroit (= end sur l'env) et torsades soit: 1 rang sur toutes les mailles, 1 rang sur 20 mailles = 4 m point mousse, 16 m de M.2, le rang retour sur ces 20 mailles, et ainsi de suite. Les croisements des torsades M.1 et M.2 ne se feront pas en même temps à cause des rangs raccourcis, mais ils doivent bien se faire tous les 4 rangs tricotés sur ces mailles. Bon tricot!

04.10.2018 - 09:18

country flag Elena schreef:

Bonjour, Pour le bonnet, il est ecrit : 36-40, 34-38 mailles. S'agit-il de mailles intermediaires suivant le nombre de mailles que l'on a monté, ou est-ce à chaque fois 4 M à faire pour les rangs raccourcis Merci de votre reponse

02.10.2018 - 15:43

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Elena, le nombre de mailles diffère selon la taille, par ex en taille S/M, vous tricoterez *2 rangs sur toutes les mailles, 2 rangs sur 36 mailles, 2 rangs sur 34 mailles, 2 rangs sur 31 mailles * et en taille L/XL: *2 rangs sur toutes les mailles, 2 rangs sur 40 mailles, 2 rangs sur 38 mailles, 2 rangs sur 35 mailles *. Bon tricot!

02.10.2018 - 16:07

country flag Iliana schreef:

Boa Noite gostaria de saber quantos novelos de lã para fazer esse modelo?

06.06.2018 - 02:35

country flag Anna schreef:

Bom dia, fiz o gorro e a capa, ficaram lindos, porém os dois primeiros pontos em ponto jarreteira (com dois fios) não ficaram como na foto. Algum vídeo que possa me esclarecer?\r\nObrigada!

25.04.2018 - 14:49

country flag Marinette schreef:

Bonjour, Commencent-on les Rangs Raccourcis juste après M1, ou alors ceux-ci se font-ils en bout de rang (Bout des 40 M). D'autre part attend-on d'avoir tricoté M1 pour tricoter ces rangs raccourcis sur 2 rangs complets, ce qui laisserait 2 Rang à la fin de M1?

13.03.2018 - 13:05

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Marinette, tricotez ainsi dès le 1er rang (les rangs raccourcis commencent dès le début): *R1 (endroit): 2 m point mousse, rang 1 de M.1, 26 m point mousse(=42 m). R2 (envers): 26 m point mousse, rang 2 de M.1, 2 m point mousse. R3: 2 m point mousse, rang 3 de M.1, 24 m point mousse (= 40 m). R4: 24 m point mousse, rang 4 de M.1, 2 m point mousse. R5: 2 m point mousse, rang 5 de M.1, 22 m point mousse (= 38 m). R6: 22 m point mousse, rang 6 de M.1, 2 m point mousse. R7: 2 m point mousse, rang 7 de M.1, 19 m point mousse (= 35 m). R8: 19 m point mousse, rang 8 de M.1, 2 m point mousse*. M.1 a été tricoté 1 fois en hauteur, répétez de *-* jusqu'à la fin. Bon tricot!

13.03.2018 - 13:23

country flag Marinette schreef:

Bonsoir, Quand vous dites 2 M Point Mousse dans les Explications, s'agit-il de 2 Mailles ou de 2 Rangs, cela m'embrouille pour réaliser le Bonnet. Répondez exactement, rangs et mailles ne veulent pas dire la même chose. Merci

12.03.2018 - 21:06

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Marinette, nous sommes d'accord, rangs et mailles sont 2 choses différentes, quand vous lisez 2 m (ou un autre nombre avec un "m") dans les explications ce sont 2 (ou le nombre indiqué de ) mailles. Le bonnet se commence bien sur l'endroit par 2 mailles point mousse avant M.1. Bon tricot!

13.03.2018 - 09:28

country flag Lilly schreef:

Bonjour, Ci Dessous dans une explication, vous mettez : Rang 3 : 2 M Point Mousse, M1, 24 M point mousse. Pour les 2 1ères, s'agit-il de 2 mailles ou 2 rangs, ça prête à confusion. Je pensais que la torsade etait en tout début de rang, hors, là il faudrait tricoter 2 mailles point mousse avant ?

12.03.2018 - 13:57

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Lilly, on commence sur l'endroit par 2 mailles au point mousse puis on tricote la torsade (= les 14 mailles de M.1) puis les 22-26 dernières mailles vont se tricoter au point mousse. Toutes ces mailles ne seront pas tricotées tous les rangs car on va faire en même temps des rangs raccourcis, mais sur l'endroit, on commence toujours par 2 mailles au point mousse et les 14 m de M.1. Bon tricot!

12.03.2018 - 16:11