DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 210-5
DROPS design: Patroon ai-248
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
300-350-350-400-450-500 g kleur 03, parelgrijs

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 mm
DROPS RONDBREINAALD 5.5 mm: Lengte 40 en 60 of 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 mm
DROPS RONDBREINAALD 4.5 mm: Lengte 80 cm voor de boordsteek.

De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 89 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen (dus 12) = 7.4.
In dit voorbeeld mindert u door ongeveer iedere 6e en 7e steek recht samen te breien.

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor de halsminderingen op het voorpand)
Minder aan de binnenkant van de 3 steken, ga verder met deze 3 steken in tricotsteek langs de halsrand. Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Minder als volgt voor de steken die op een hulpdraad zijn gezet voor de hals (linkerschouder).
Brei tot er 5 steken op de naald zijn (richting de steken die op een hulpdraad zijn gezet), 2 recht samen, brei de laatste 3 steken op de naald in tricotsteek.

Minder als volgt na de steken die op een hulpdraad zijn gezet voor de hals (rechterschouder).
Brei 3 steken in tricotsteek, haal de volgende steek recht af, brei de volgende steek recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, brei de rest van de naald.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de mouwen):
Begin 1 steek voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 steken (markeerdraad is in het midden van deze steken), maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei de trui heen en weer in 2 delen die op het einde samengenaaid worden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop.

ACHTERPAND:
Zet 89-97-103-113-125-137 steken op rondbreinaald 4.5 mm met Air. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant, brei dan als volgt aan de goede kant: 2 kantsteken in RIBBELSTEEK – zie uitleg hierboven, * 1 recht/1 averecht *, herhaal van *-* tot er 3 steken over zijn, 1 recht en 2 steken in ribbelsteek. Ga zo verder tot het werk 8 cm meet. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Brei 1 naald recht aan de goede kant en minder 12-14-14-16-18-20 steken verdeeld - LEES TIP VOOR HET MINDEREN-1 = 77-83-89-97-107-117 steken. Brei A.1 met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Kant bij een hoogte van 43-44-45-46-47-48 cm, af voor de armsgaten aan elke kant. Kant steken af op het begin van iedere naald aan elke kant: Kant 1-1-1-1-1-1 keer 3 steken af, 1-1-1-1-1-1 keer 2 steken en 1-1-2-2-2-3 keer 1 steek = 65-71-75-83-93-101 steken. Ga verder in A.1 tot het werk 60-62-64-66-68-70 cm meet. Kant dan de middelste 27-27-29-31-33-35 steken af voor de hals en eindig elke schouder apart. Minder dan aan het begin van de volgende naald richting de hals als volgt: 1 keer 1 steek = 18-21-22-25-29-32 steken over voor de schouder. Ga verder tot het werk 62-64-66-68-70-72 cm meet, en kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Zet op en brei zoals op het achterpand tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet. Zet nu de middelste 17-17-19-21-23-25 steken op 1 hulpdraad voor de hals, en eindig elk schouder apart. Minder dan op iedere naald aan de goede kant als volgt: 6 keer 1 steek - LEES TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor de hals) = 18-21-22-25-29-32 steken over voor de schouder. Ga verder tot het werk 62-64-66-68-70-72 cm meet, en kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUW:
Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/ rondbreinaald, van onder naar boven. Verdeel het werk voor het minderen van de mouwkop en brei heen en weer op de naald.

Zet 46-48-50-52-52-56 steken op breinaalden zonder knop maat 4.5 mm met Air. Brei 1 naald recht, brei dan boordsteek, 1 recht/1 averecht. Bij een hoogte van 8 cm, breit u verder met breinaalden zonder knop maat 5.5 mm, en brei in tricotsteek. Minder op de eerste naald in tricotsteek 8-8-8-8-8-10 steken verdeeld = 38-40-42-44-44-46 steken. Voeg een markeerdraad in op het begin van de naald = midden onder de mouw. Ga verder in tricotsteek. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 10-10-10-10-12-12 cm, 1 steek aan elke kant van markeerdraad - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN. Brei de omslagen gedraaid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen. Meerder iedere 3½-3½-3-3-2-2 cm 11-12-13-13-15-15 keer in totaal = 60-64-68-70-74-76 steken. Kant bij een hoogte van 50-49-49-48-45-44 cm, 3 steken af aan elke kant van de markeerdraad (= 6 steken afgekant midden onder de mouw), brei dan de mouw heen en weer. Kant af voor de mouwkop op het begin van iedere naald aan elke kant als volgt: 1 keer 2 steken, 1 keer 3 steken, kant dan de overgebleven steken af. Brei een andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen in de trui. Naai de zijnaden aan de binnenkant van de 1 kantsteek tot er 8 cm over is = split.

HALSRAND:
Neem ongeveer 92-106 steken op rondom de hals met rondbreinaald 4,5 mm. (inclusief de steken op de hulpdraad pas aan zodat het aantal steken deelbaar is door 2). Brei 9 cm boordsteek met 1 recht/1 averecht. Kant af. Vouw de boordsteek op de bovenkant van hals naar beneden aan de binnenkant van het kledingstuk. Hecht de boordsteek aan met een vouwrand. Om een strakke halsrand te voorkomen en om te voorkomen dat de rand naar buiten gaat staan, is het belangrijk om de naad elastisch te maken.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 16.04.2020
Correctie: De lengte afmetingen zijn aangepast tot het armsgat en de hals op het voor- en achterpand.
Gewijzigd online: 16.03.2021
VOORPAND:... Minder dan op iedere naald aan de goede kant als volgt:...

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 210-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (106)

country flag Salla wrote:

If there are so many questions about the instructions, isn't it a failure? Next time, please make sure that at least 10 people test the knitting instructions before publishing it. This way you will make sure everything is written precisely as it should be. ;) Oh well, better get back and try to figure out what was meant to be done. Not fun!

30.04.2023 - 18:02

country flag Lia wrote:

Oh ja dan snap ik het. Ik brei gewoon met 2 naalden. Kant ik wel aan het begin van de naalden af! Dank voor de reactie 😃

06.04.2023 - 21:33

country flag Lia Roelofs wrote:

Ik begrijp het minderen van de 3 steken aan elke kant van de markeerdraad niet. Is dat gewoon 3x2 steken samenbreien?

29.03.2023 - 21:00

DROPS Design answered:

Dag Lia,

Je breit de mouw in de rondte en de markeerdraad zit midden onder de mouw. Ter hoogte van de oksel kant je 3 steken aan beide kanten van de markeerdraad af en daarna brei je verder heen en weer. Je kant af door steeds de een na laatste steek over de laatste steek heen te halen. (Het is dus echt afkanten en niet samenbreien.)

01.04.2023 - 19:26

country flag Franca wrote:

Habe für Größe L 400 Gramm Air gebraucht statt 350 Gramm

27.03.2023 - 11:44

country flag Lone Kramer wrote:

Jeg har stille et spørgsmål 15/10 ang indtagning til ærmer jeg strikker str s

25.10.2022 - 18:07

DROPS Design answered:

Hej Lone, du starter med 89 masker, tager 12 masker ind efter ribben, lukker 3, 2, 1 masker af i hver side og har 65 masker tilbage :)

26.10.2022 - 08:14

country flag Duthoit Bénédicte wrote:

Bonjour, Dans le patron vous parlez d'un diagramme A1 mais je ne le vois pas. Est-ce que quelqu'un peut m'aider ? Merci d'avance.

18.10.2022 - 21:03

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Duthoit, vous trouverez le diagramme A.1 à droite du schéma des mesures, sous la manche, c'est un diagramme de 2 mailles x 8 rangs. Bon tricot!

19.10.2022 - 09:27

country flag Lone Kramer wrote:

Jeg kan ikke få indtagning til ærmer til at passe jeg har 89 m og der skal ifølge opskriften lukkes 3m1 gang , 2 m 1 gang , 1 maske 1 gang dette får jeg til 12 m med der skal ifølge opskriften være 65 m tilbage så der mangler beskrivelse af hvordan de sidste 12 m skal lukkes af ?

15.10.2022 - 14:46

DROPS Design answered:

Hei Lone. Vi skal hjelpe deg så godt vi kan, men kan du opplyse hvilken str du strikker? mvh DROPS Design

24.10.2022 - 11:53

country flag Kerstin Lindh wrote:

Var hittar jag diagram 1 ? Tacksam för svar

22.09.2022 - 20:38

DROPS Design answered:

Hej Kerstin. Du hittar diagrammet längst ner på mönstret, till höger om måttskissen. Mvh DROPS Design

23.09.2022 - 10:15

country flag Marina Tortorella wrote:

Non riesco a capire il punto da eseguire. potreste spiegare meglio il punto legaccio e lo schema come si alternano? sembra un punto a coste dalla foto. grazie

09.09.2022 - 23:18

DROPS Design answered:

Buonasera Marina, in quale punto del modello trova difficoltà? La maglia legaccio si lavora sulle maglie di vivagno, per il resto segue le altre indicazioni. Buon lavoro!

12.09.2022 - 21:46

country flag Anna wrote:

Hittade diagrammet! Svårhittat...

30.08.2022 - 14:16