DROPS Big Merino
DROPS Big Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Mermaid Shell

Gehaakte poncho trui in DROPS Big Merino. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt met kantpatroon. Maat: S - XXXL

DROPS 199-35
DROPS design: Patroon mb-056
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S/M – L/XL – XXL/XXXL

MATERIAAL:
DROPS BIG MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep C)
500-600-750 g kleur 06, vergeet-me-niet

STEKENVERHOUDING:
14 stokjes in de breedte en 8.5 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.

HAAKNAALD:
DROPS Haaknaald 5 mm
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm haak dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm haak dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Big Merino
DROPS Big Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Telpatroon A.1 laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen, en worden aanvullend op A.2 gehaakt.
Telpatroon A.3 laat zien hoe toeren beginnen en eindigen, en worden aanvullend op A.4 gehaakt.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, gebruik het totaal aantal van steken (dus 96 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 48) = 2. Dus in dit voorbeeld meerdert u door 2 stokjes in dezelfde steek te haken in ieder ander stokje.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

PONCHO TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Haak in de rondte van boven naar beneden. Haak de mouwen in de rondte, van boven naar beneden. Haak op het einde de halsrand in de rondte.

PAS:
Haak 112-119-126 lossen op haaknaald 5 mm met Big Merino en vorm een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Haak 3 lossen, 1 stokje in elk van de eerste 6 lossen, * sla 1 losse over, haak 1 stokje in elk van de volgende 6 lossen *, haak van *-* 15-16-17 keer in totaal, eindig met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer = 96-102-108 stokjes + 3 lossen.
Haak dan in patroon als volgt:
Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, haak A.2A 16-17-18 keer in totaal op de toer – meerder op de toer gemarkeerd met een pijl 48-54-60 stokjes verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 144-156-168 stokjes. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Herhaal dan A.2A 24-26-28 keer in de breedte.
Als A.2A klaar is, haak dan A.2B over A.2A – meerder op de toer gemarkeerd met een pijl 48-54-60 stokjes verdeeld = 192-210-228 stokjes.
Herhaal dan A.2B 32-35-38 keer in de breedte.
Als A.2B klaar is, haak dan de eerste 6 toeren in A.2A over A.2B – meerder op de toer gemarkeerd met een pijl 48-54-60 stokjes verdeeld = 240-264-288 stokjes.
Herhaal dan A.2A 40-44-48 keer in de breedte. Ga verder tot de 6e toer in A.2A (= de toer na de toer met een pijl) = 80-88-96 lossenlussen. Het werk meet ongeveer 32 cm in alle maten.
Voeg 4 markeerdraden in het werk als volgt (zonder te haken):
Voeg de eerste markeerdraad in na de eerste 13-15-16 lossenlussen (= helft van het achterpand), voeg de tweede markeerdraad in na de volgende 14-14-16 lossenlussen (= mouw), voeg de derde markeerdraad in na de volgende 26-30-32 lossenlussen (= voorpand), en voeg de vierde markeerdraad in na de volgende 14-14-16 lossenlussen (= mouw), er zijn 13-15-16 lossenlussen over op de toer na de laatste markeerdraad (= helft van het achterpand). Verdeel nu het lijf en de mouwen op de markeerdraden, en eindig elk deel apart. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 52-60-64 lossenlussen. Ga verder tot A.2A is gehaakt over deze steken Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste toer 24 stokjes verdeeld (herhaal dan A.2A 30-34-36 keer in de breedte) = 180-204-216 stokjes.
Als A.2A klaar is, haak dan A.2B over A.2A – meerder op de toer gemarkeerd met een pijl 36-42-48 stokjes verdeeld = 216-246-264 stokjes (herhaal dan A.2B 36-41-44 keer in de breedte).
Als A.2B klaar is, haak dan A.2C over A.2B 0-1-2 keer in totaal in de hoogte. Knip en hecht het garen af. Het lijf meet ongeveer 14-18-22 cm vanaf de scheiding.

MOUW:
= 14-14-16 lossenlussen. Begin midden onder de mouw en haak dan als volgt: Denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN, ga verder met de 7e toer in A.2A over deze steken (= 7-7-8 keer in de breedte), en haak tot de 8e toer.
Herhaal dan toeren 6 tot 8 0-0-1 keer. Knip en hecht het garen af. De mouw meet ongeveer 3-3-7 cm vanaf de scheiding.
Haak de andere mouw op dezelfde wijze.

HALSRAND:
Haak rondom de hals als volgt - LET OP: Haak in de lossen waar stokjes gehaakt zijn, maar haak niet in de lossen die overgeslagen zijn: Begin midden achter, hecht de draad aan het werk met 1 halve vaste in een stokje, haak 1 losse, 1 vaste in het volgende stokje, 3 lossen, sla 3-1-3 stokjes over, 1 vaste in het volgende stokje, * 3 lossen, sla 3 stokjes over, 1 vaste in het volgende stokje *, haak van *-* 22-24-25 keer in totaal, haak 3 lossen, sla 3 stokjes over en eindig met 1 halve vaste in de 1ed losse op het begin van de toer = 24-26-27 lossenlussen. Haak dan A.4 in de rondte – denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN. Als A.4 klaar is, hecht dan af.

Telpatroon

symbols = toer is reeds gehaakt. Begin op de volgende toer.
symbols = losse
symbols = vaste in de steek
symbols = vaste tussen 2 stokjesgroepen
symbols = vaste om de lossenlus
symbols = stokje in de steek
symbols = stokje om losse/lossenlus
symbols = stokje tussen 2 stokjesgroepen
symbols = toer begint met 1 losse en eindigt met 1 halve vaste in de 1e losse op het begin van de toer
symbols = toer begint met 3 lossen en eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer
symbols = meerdertoer
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 199-35

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (32)

country flag Jensine wrote:

Eller kan jeg ændre størrelsen på hæklenålen?

09.09.2023 - 21:43

DROPS Design answered:

Hej igen, ja, hvis du har for mange masker på 10 cm (i forhold til hæklefastheden som står i opskriften), så vælger du en tykkere hæklenål :)

14.09.2023 - 10:46

country flag Jensine wrote:

Ser fantastisk ud, lige en jeg kan bruge. Men hals hullet er for lille til mit hoved og ærmeåbningerne er desværre også for små. Øv kan jeg ligge 7 luftmasker til i starten så hullet blev større, kan se det er forskellen på de forskellige størrelser. Og så kun tage 54 masker ud.

09.09.2023 - 21:30

DROPS Design answered:

Hej Jensine, det er vigtigt at du overholder hæklefastheden som står i opskriften for at få de mål som du finder i måleskitsen nederst i opskriften :)

14.09.2023 - 10:45

country flag Darlene Huber wrote:

Why do your instructions state ‘repeat’ A2B and ‘repeat ‘A2A ? It sounds like we are to go back to the initial round in each of these sections and start, or repeat them from there. It would make much more sense and be far less confusion if the wording read ‘continue’ with the rounds rather than ‘repeat’. Or am I completely off in my understanding?

10.05.2023 - 23:00

DROPS Design answered:

Dear Mrs Huber, you have to repeat first A.2A in width, this means you work the 6 sts in the diagram a total of 16-17-18 times in the round. Then you work A.2B the same way - in the round. So that you have to repeat the diagram a totall of 16-17-18 times all the round. This lesson will explain you how to read diagrams. Happy crocheting!

11.05.2023 - 07:50

country flag Vasileia wrote:

Oh dear! Below i see the number 16, probably this is the correct one...

17.03.2023 - 13:45

country flag Vasileia wrote:

Hello from sunny Athens! Very nice pattern, indeed! Size SMALL •112 chain stitches •3 chain stitches and *6 double crochets +1 skip chain stitch * 15 times repeated from * to *. How is this possible? Please explain. Many thanks in advance.

17.03.2023 - 13:34

DROPS Design answered:

Dear Vasileia, work as follows: 3 ch, 1 dc in each of the next 6 chains (= 6 dc / 7 chains), then *skip 1 chain, 1 dc in each of the next 6 ch* (= 6 dc / 7 ch) repeat from *-* a total of 15 times (= 90 dc / 105 chains) = 6+90= 96 chains worked over 7 + 105= 112 chains. Happy crocheting!

17.03.2023 - 15:05

country flag Masson wrote:

Je ne comprends pas comment il faut faire pour les augmentations

22.09.2021 - 00:02

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Masson, cette leçon explique comment répartir des augmentations sur un rang, autrement dit, à la 1ère flèche dans A.2A, vous crochèterez 3 brides dans chaque arceau comme indiqué, mais à intervalles réguliers, vous en crochèterez 4 au lieu de 3. Bon crochet!

22.09.2021 - 07:40

country flag Alexandra wrote:

Hallo, \r\nnachdem ich A2B gehäkelt habe, kommen die ersten 6 Runden von A2A drüber, inklusive Zunahmen. Dann kommen nochmals 6Runden A2A bis zum Pfeil. Da verstehe ich nicht ganz, welche Reihe ich da nun häkeln muss. Im Diagramm A2A bis Ende dann ist da aber kein Pfeil mehr oder wieder die ersten 6Reihen von A2A? Oder das Diagramm zu Ende häkeln plus die ersten 6 Reihen?\r\nVielen Dank

01.09.2021 - 12:56

DROPS Design answered:

Liebe Alexandra, nach A.2B häkeln Sie die 6 eresten Reihen A.2, dh genauso wie die ersten 6 die Sie gehäkelt haben, nun bei der 5. Reihe = Reihe mit dem Pfeil, nehmen Sie regelmäßig verteilt zu, dann häkeln Sie noch die nächste und 6. Reihe. Und dann häkeln Sie A.2B (A.2A wird dieses Mal nicht bis zur Ende gehäkelt). Viel Spaß beim häkeln!

01.09.2021 - 13:06

country flag Antonella wrote:

Cosa è una maglia alta tra due gruppi di.maglie alte?

17.03.2021 - 18:56

DROPS Design answered:

Buonasera Antonella, deve semplicemente lavorare 1 maglia alta. Buon lavoro!

24.03.2021 - 19:50

country flag Chiara wrote:

Ciao, ma quando dice "Poi ripetere A.2A 24-26-28 volte in larghezza." vuol dire che devo ricominciare il modello A.2A dal primo giro o che dopo gli aumenti semplicemente avro, nel mio caso, 24 ripetizioni da fare? Grazie

01.02.2021 - 00:43

DROPS Design answered:

Buonasera Chiara, deve continuare con A.2A fino alla fine del diagramma ma dopo gli aumenti, il diagramma si ripeterà più volte sul giro rispetto all'inizio. Buon lavoro!

01.02.2021 - 19:17

country flag Sessa wrote:

Hej! Nybörjare och har fastnat på A2 rad tre. A1 börjar med tre luftmaskor och sedan på A2 rad tre ser det ut som två luftmaskor, sedan är det två kryss(fastmaska i maskan)ovanpå ett upp-och ner v och sedan två luftmaskor och avslut med stolpe i maskan. Jag förstår inte vad jag ska göra på varvet. HJÄLP. Tack på förhand!

19.06.2020 - 20:32

DROPS Design answered:

Hei Sessa. Du er nå på 2. rad (raden med sort stjerne er allerede heklet og telles ikke med i diagrammet). Du starter med A.1 (3 luftmasker), så hekles A.2 slik: 2 luftmasker, 1 fastmaske i toppen på staven fra forrige omgang, 2 luftmasker, 1 fastmaske i samme stav som den andre fastmasken, 2 luftmasker og 1 stav i fastmaske fra forrige omgang, så gjentar du A.2 omgangen ut og avslutter med 1 kjedemaske i den 3. luftmasken på starten av omgangen. God Fornøyelse!

22.06.2020 - 11:28