DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Madrid

Gebreide trui met raglan, kabels, kantpatroon en split in de zijkanten, van boven naar beneden gebreid. Maten S - XXXL. Het werk wordt gebreid in DROPS Cotton Light.

DROPS 188-19
DROPS Design: Patroon nr. cl-089
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON LIGHT van garnstudio (behoort tot garengroep B)
500-550-600-650-700-800 g kleur 21, lichtbeige

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep B)" – zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (80 + 40 cm) MAAT 4 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 steken en 28 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (80 + 40 cm) MAAT 3.5 MM voor de boordsteek – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 22 steken en 30 naalden tricotsteek op 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte

DROPS KABELNAALD - voor de kabels
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.39 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

RAGLAN:
Meerder 1 steek aan elke kant van elke herhaling van A.1/A.2 (= 8 steken gemeerderd op de naald). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen recht gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 110 steken), en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 4) = 27.5. In dit voorbeeld, meerdert u afwisselend na iedere 27e en 28e steek.
Meerder met een omslag na de steek en brei de omslag gedraaid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen.


TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 4 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen recht gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 steken recht samen, (de markeerdraad zit hier), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over.

----------------------------------------------------------

TRUI:
Het werk wordt in de rondte gebreid met rondbreinaald, van boven naar beneden tot de split op de onderkant van het lijf. Dan worden de voor- en achterpanden apart heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/ korte rondbreinaald.

HALS:
Zet 110-115-120-125-135-145 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en Cotton Light. Brei 1 naald recht. Brei dan 4 cm boordsteek (3 recht / 2 averecht). Brei 1 RIBBEL – zie uitleg hierboven, terwijl u op de eerste naald 4-7-10-9-11-17 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld) = 114-122-130-134-146-162 steken.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Voeg hier een markeerdraad in. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Brei in patroon als volgt: 8-10-12-13-16-20 steken recht (= helft van het achterpand), maak 1 omslag, A.1 (= 20 steken), 1 omslag, 1 recht (= mouw), 1 omslag, A.2 (= 20 steken), 1 omslag, 16-20-24-26-32-40 steken recht (= voorpand), 1 omslag, A.1, 1 omslag, 1 recht (= mouw), 1 omslag, A.2, 1 omslag, 8-10-12-13-16-20 steken recht (= helft van het achterpand).
De eerste meerderingen voor de raglan – zie uitleg hierboven, zijn nu klaar. Ga zo verder in patroon en meerder iedere 2e naald in totaal 24-27-30-33-36-39 keer = 306-338-370-398-434-474 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. Als alle meerderingen voor de raglan klaar zijn, meet het werk 17-19-21-24-26-28 cm. Ga verder in patroon zonder te meerderen tot het werk 19-21-23-24-26-29 cm meet. Brei de volgende naald als volgt:
32-37-42-46-52-59 steken recht, brei de volgende 6 steken in patroon zoals hiervoor, 2 averecht, 2 recht (= helft van het achterpand), plaats de volgende 69-75-81-87-93-99 steken op een draad (= mouw), zet 8 nieuwe steken op de naald (= zijkant onder de mouw), 2 recht, 2 averecht, brei de volgende 6 steken in patroon zoals hiervoor, 64-74-84-92-104-118 steken recht, brei de volgende 6 steken in patroon zoals hiervoor, 2 averecht, 2 recht (= voorpand), plaats de volgende 69-75-81-87-93-99 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8 nieuwe steken op de naald (= zijkant onder de mouw), 2 recht, 2 averecht, brei de volgende 6 steken in patroon zoals hiervoor, 32-37-42-46-52-59 steken recht (= helft van het achterpand). HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
= 184-204-224-240-264-292 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant, in het midden van de nieuw opgezette steken. Ga verder in de rondte met recht en A.3 (= 28 steken) over de 8 nieuw opgezette steken onder de mouwen + 10 steken aan elke kant van deze steken (dus 14 steken aan elke kant van de markeerdraad aan elke kant). Als A.3 klaar is in de hoogte, meet het werk 9 cm. Ga verder in de rondte met recht en meerder op de volgende naald 1 steek aan elke kant van de markeerdraad aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten)! Meerder zo iedere 3 cm in totaal 3 keer = 196-216-236-252-276-304 steken. Ga verder met recht tot het werk 16-16-16-17-17-16 cm meet. Verdeel nu het werk voor het voor- en achterpand, welke apart heen en weer verder worden gebreid. Plaats de ene set van 98-108-118-126-138-152 steken tussen de markeerdraden op een hulpdraad voor het voorpand en brei het achterpand als volgt:

ACHTERPAND:
= 98-108-118-126-138-152 steken. Brei tricotsteek met 5 steken ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 23-23-23-24-24-23 cm meet, meerder dan 30-30-30-37-40-41 steken verdeeld op de naald (maar niet over de steken in ribbelsteek) = 128-138-148-163-178-193 steken. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei 1 ribbel. Brei boordsteek aan de goede kant als volgt: 5 steken in ribbelsteek, (3 recht / 2 averecht) tot er 8 steken over zijn op de naald, 3 recht, 5 steken in ribbelsteek. Ga zo verder tot de boordsteek 5 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u een omslag maken na ongeveer iedere 5e steek. De omslag wordt als een normale steek afgekant. Het werk meet in totaal 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden.

VOORPAND:
= 98-108-118-126-138-152 steken. Plaats de andere set van steken terug op rondbreinaald 4 mm en brei op dezelfde manier als voor het achterpand.

MOUW:
Plaats de 69-75-81-87-93-99 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 4 mm en neem daarnaast 1 nieuwe steek op in elk van de 8 opgezette steken onder de mouw = 77-83-89-95-101-107 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken (= 4 nieuwe steken aan elke kant van de markeerdraad). Brei A.4 (= 28 steken) midden onder de mouw zodat er 14 steken van A.4 aan elke kant van de markeerdraad midden onder de mouw zijn. De overgebleven steken op de naald worden recht gebreid. Als A.4 helemaal in de hoogte is gebreid heeft u 18 steken geminderd = 59-65-71-77-83-89 steken. Ga verder met minderen van 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN! Minder zo iedere 10e-7e-6e-5e-4e-3e naald in totaal 7-9-11-13-15-17 keer = 45-47-49-51-53-55 steken. Ga verder met recht tot de mouw 37-35-34-33-32-29 cm meet. Meerder nu 5-8-6-9-7-10 steken verdeeld op de naald = 50-55-55-60-60-65 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei 1 ribbel. Brei dan boordsteek (3 recht / 2 averecht) tot de mouw 42-40-39-38-37-34 cm meet vanaf de scheiding. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u een omslag maken na ongeveer iedere 5e steek. De omslag wordt afgekant als een normale steek. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslag recht gedraaid om een gaatje te voorkomen.
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = als het telpatroon klaar is in de hoogte, herhaal dan het patroon vanaf de naald gemarkeerd met een pijl
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 188-19

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (57)

country flag Kari Holth wrote:

Hei, jeg anser meg for å være en meget erfaren strikker. Men her har det dukket opp et mysterium i A3. De to midterste maskene under ermet skal jo tas sammen hver sin vei. Hvordan kan de på rad 2 bli til 4 masker igjen? Mvh Kari Holth

17.04.2019 - 14:36

DROPS Design answered:

Hei Kari. Det økes på yttersiden av vrangmaskene - de sorte ovalene. Derfor forblir maskeantallet det samme. Disse kastene tilsvarer altså de fellingene du gjør midt i diagrammet. God fornøyelse

25.04.2019 - 11:47

country flag M. Santina wrote:

Lavorato tutto lo sprone ok. Sospeso le maniche, avviato 8 m. Sottomanica sto x lavorare il corpo col diagramma n 3....al secondo giro non mi trovo più. Sono andata in tilt o c è un qualcosa che non va.... Mi potete aiutare grazie... È così bello lo sprone... Mi dispiace non proseguire. Grazie

25.02.2019 - 19:33

DROPS Design answered:

Buongiorno M. Santina. Il diagramma si lavora su 28 m. Il numero delle maglie non cambia; ogni diminuzione è compensata da una maglia gettata. I pallini neri sono gettate che al giro successivo lavora ritorte per evitare il buco; i pallini vuoti sono gettate che lavora a diritto per formare un buco. Può esserle utile inserire un segnapunti per individuarle meglio le 28 maglie del motivo. Segua poi le indicazioni riportate nella legenda per creare correttamente il motivo. Ci riscriva se ancora in difficoltà. Buon lavoro!

26.02.2019 - 09:17

country flag Lara wrote:

Buongiorno, nello SPRONE verso la metà dite "...lavorare le 6 maglie successive con il motivo come prima..", non capisco a quale motivo fa rifermento. Nel CORPO invece, quando inizio con lo schema A3,? Grazie in anticipo!

11.02.2019 - 09:00

DROPS Design answered:

Buongiorno Lara. Deve lavorare le 6 m come le ha lavorate in precedenza, seguendo il diagramma (limitatamente alle 6 m). Lavora il diagramma A3 a partire dal giro successivo a quello in cui ha messo in attesa sui fermamaglie le maglie delle maniche. Buon lavoro!

11.02.2019 - 09:24

country flag Lara wrote:

Buongiorno, è la prima volta che eseguo un vostro diagramma e non capisco bene quanti ferri devo fare nei diagrammi A1/2 dove sono indicati 16 f., inoltre devo fare 1 aumento ogni 2 giri x 24 volte, quindi in totale per finire il diagramma quanti giri devo fare? Grazie!

08.02.2019 - 17:18

DROPS Design answered:

Buonasera Lara, il motivo deve continuarlo fino a quando il lavoro misura 19-21-23-24-26-29 cm, scegliendo la misura che corrisponde alla taglia che sta lavorando, e durante la lavorare del motivo lavorerà anche gli aumenti per il raglan ogni 2 giri come indicato. Buon lavoro!

08.02.2019 - 23:05

country flag Sandra wrote:

Hallo ich bin bei Muster A 3 angekommen und komme damit überhaupt nicht zurecht. Wenn ich doch in der Mitte 2 Maschen abnehme dann können doch in der nächsten Reihe nicht die gleichen Maschen wieder da sein, wenn ich an dieser Stelle nicht zugenommen habe, die Zunahmen an den Seiten haben doch nichts mit der Mitte zutun. Bin echt am verzweifeln und finde es so schade dass ich nicht nach der Anleitung weiterstricken kann weil es ein wirklich sehr schönes Modell ist. Ich bitte um Hilfe!! Danke

04.01.2019 - 08:44

DROPS Design answered:

Liebe Sandra, in A.3 nehmen Sie eine Masche zu vor und nach dem Muster (= 4. Symbol), und gleichzeitig nehmen Sie 2 Maschen in der Mitte vom Diagram ab = die Maschenanzahl bleibt gleich aber das Muster verschiebt sich in de Mitte und wird nach und nach "verschwinden". Viel Spaß beim stricken!

04.01.2019 - 12:40

country flag Rikke LJ wrote:

DETTE ER DET RIGTIGE SPØRGSMÅL (kom til at henvise til det forkerte diagram før....) Jeg er i tvivl om gentagelsespilen i diagrammerne A.2 og A.1. Betyder det at række 5 (den med pilen) skal gentages èn gang , når man har strikket række nr. 16 (og altså hele mønsteret igennem)?

24.10.2018 - 11:40

DROPS Design answered:

Hej Rikke, jo når du har strikket A.1 og A.2 starter du ved pilen igen og gentager diagrammet fra pilen og op, da vil du få 5 pinde imellem hver af de snoninger som går over 4 masker. God fornøjelse!

30.10.2018 - 10:00

country flag Yvonne wrote:

Ik denk dat ik het heb gevonden. Gewoon recht boven recht en averecht boven averecht blijven breien. En niet verspringen zoals ik het schema lijkt ,

04.09.2018 - 07:50

country flag Yvonne wrote:

Hallo, Kun je me helpen? Ik zit enorm te klungelen met de A3. Er worden om de twee pennentwee steken samen gebreid, maar in de volgende lijn moeten er 4 gebreid worden.ik kom er niet aan uit, en ben kennelijk niet de enige. Ik zag een Engelse dame die ook hulp vroeg, maar ik ken de Engelse "breitechnologie" niet. Dus hulp in het Nederlands graag. Dank en fijn WE

01.09.2018 - 18:35

DROPS Design answered:

Dag Yvonne, Op de oneven naalden minder je in totaal 4 steken in A.3 maar deze worden gecompenseerd met 4 omslagen, waardoor het totaal aantal steken gelijk blijft. Door de minderingen (samenbreien en steek over gebreide steek halen) verschuift het patroon in een punt. Je kunt precies het patroon blijven volgen, dus gewoon per naald kijken welke steken je moet breien. Als de minderingen in het midden mooi boven elkaar zitten, komt het met de rest ook wel goed.

06.09.2018 - 11:56

country flag Grażyna wrote:

Dzień dobry. Chyba brakuje mi wyobraźni i nie mogę zrozumieć, co w opisie karczka znaczy " 6 następnych oczek jak wcześniej". Pewnie w trakcie robótki sprawa by się wyjaśniła. Proszę o wyjaśnienie.Pozdrawiam

09.08.2018 - 10:12

DROPS Design answered:

Witamy! 6 następnych oczek jak wcześniej, oznacza, że należy przerobić je tak jak schodzą z drutu (prawe na prawo, a lewe na lewo). Życzę powodzenia i proszę koniecznie pokazać gotowy sweterek w naszej grupie DROPS Workshop na facebooku. Pozdrawiamy

10.08.2018 - 20:40

Snezhanna wrote:

Hello! I have a question about side increases on the pattern A.3: it says I should make side increases 4sts prior to the middle. When I've done so, I could see that I've got the extra stitch on the pattern A3, row( round) 9. How should it fit the pattern? I'm confused

18.07.2018 - 03:13

DROPS Design answered:

Dear Snezhanna, make sure you always have 28 sts in A.3 and that you dec in the middle of repeat with K2 tog, marker, slip 1 as if to K, K1, psso every other round/row. Number of sts will remain constant, just lace pattern will dec to a tip while number of sts worked in stocking stitch will increase on each side of the lace pattern/marker. Happy knitting!

18.07.2018 - 09:15