-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant | |
= recht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant | |
= recht aan de verkeerde kant | |
= maak 2 omslagen tussen 2 steken; brei op de volgende naald de eerste omslag en laat de volgende vallen | |
= maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen | |
= 2 recht samen | |
= haal 1 steek recht af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek | |
= geen steek (sla dit vierkant over) |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
High Tide |
|||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||
Gebreide omslagdoek met kant- en golfpatroon. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in DROPS Lace.
DROPS 186-26 |
|||||||||||||||||||||||||
INFORMATIE VOOR HET PATROON: RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.7. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET AFKANTEN Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u omslagen maken terwijl u tegelijkertijd afkant. Maak omslagen boven alle omslagen van de vorige naald met omslagen; de omslagen worden als normale steken afgekant. Zorg ervoor dat u niet aan de draad trekt. Als de afkantrand nog steeds te strak is, kunt u een naald in een grotere maat nemen voor het afkanten. VORMEN: als u een ander garen uit garengroep A kiest, dan hoeft u het werk niet op te spannen. Was het werk dan, rek het op in de juiste vorm en laat liggend drogen. Herhaal elke keer dat u het breiwerk wast. ---------------------------------------------------------- OMSLAGDOEK: Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, zodat er genoeg ruimte is voor alle steken. Het wordt van boven naar beneden gebreid. Zet 5 steken op met rondbreinaald 3 mm en Lace. Brei nu de volgende 2 naalden als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei 1 kantsteek in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven, 1 omslag, 1 steek in tricotsteek, 1 omslag, 1 steek in tricotsteek, 1 omslag, 1 steek in tricotsteek, 1 omslag en 1 kantsteek in ribbelsteek. NAALD 2 (= verkeerde kant): 2 kantsteken in ribbelsteek, brei averecht tot er 2 steken over zijn en 2 kantsteken in ribbelsteek = 9 steken op de naald. Brei dan volgens telpatronen A.1 en A.2 als volgt: Brei telpatroon A.1 over de eerste 4 steken, 1 steek in tricotsteek (= mid-steek - deze wordt in tricotsteek gebreid door het hele werk), brei A.2 over de laatste 4 steken. Brei zo verder volgens A.1 en A.2 tot de telpatronen 1 keer in de hoogte zijn gebreid = 81 steken op de naald. LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT! U breit nu verder in patroon en meerderingen op dezelfde manier als in A1 en A.2. U meerdert 2 steken op het begin en einde van de naald en u meerdert aan elke kant van de mid-steek. De naald met gaatjes wordt gebreid op dezelfde manier; het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de naalden van gaatjes boven elkaar komen (zoals hiervoor) en dat er op zijn minst 5 steken tricotsteek aan elke kant van de mid-steek zijn. Brei zo verder tot u in totaal 54 keer heeft gemeerderd en er 333 steken op de naald zijn (= 166 steken aan elke kant van de mid-steek). Ga nu verder als volgt op de volgende naald aan de goede kant: Brei telpatroon A.3 over 4 steken, herhaal telpatroon A.4 over de volgende 156 steken (= 12 herhalingen in de breedte), brei A.5 over 6 steken, 1 steek in tricotsteek (= mid-steek), A.6 over 6 steken, herhaal telpatroon A.4 over de volgende 156 steken (= 12 herhalingen in de breedte), brei A.7 over de laatste 4 steken. Brei de telpatronen zo 1 keer in de hoogte = 555 steken op de naald. Brei 2 ribbels. LEES TIP VOOR HET AFKANTEN en kant af met recht op de volgende naald. Knip en hecht de draad af. OPSPANNEN: Laat de omslagdoek weken in handwarm water tot hij door en door nat is. Knijp voorzichtig het overtollige water uit de omslagdoek – niet wringen – en rol hem voorzichtig in een handdoek. De omslagdoek is nu nog vochtig maar niet meer kletsnat. Als u een ander garen van groep A gebruikt, kijk dan bij VORMEN hierboven. Leg de omslagdoek op een matras of tapijt – rek op tot de juiste maat. Plaats spelden langs de bovenrand en steek ook 1 speld in elke punt langs de afkantrand zodat de puntjes meer opvallen. Laat de omslagdoek drogen. Herhaal dit proces elke keer als u de omslagdoek wast. |
|||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (42)
Rita wrote:
Nel diagramma, nessuna maglia vuol dire passata a dritto? Come altrimenti salto il quadrato? Grazie
08.02.2019 - 15:46DROPS Design answered:
Buongiorno Rita. Deve lavorare la maglia successiva sul ferro come indicato nel primo quadrato non nero (dopo quelli neri) nel diagramma. P.es: se dopo il quadrato nero trova un quadrato bianco e sta lavorando sul diritto del lavoro, lavora la maglia successiva a diritto. Buon lavoro!
08.02.2019 - 16:17Rita wrote:
Grazie, adesso ho capito!!!
31.01.2019 - 13:26Rita wrote:
Ho cominciato questo scialle dalla foto bellissimo a mi sembra che la spiegazione non corrisponda!! Viene cominciato dalla punta centrale giusto....
29.01.2019 - 23:08DROPS Design answered:
Buongiorno Rita. Lo scialle ha inizio dalla parte centrale, in alto. Si inizia quindi con la parte lavorata a maglia rasata con i buchi (diag. A1 e A2) e si procede verso la punta in basso seguendo gli altri diagrammi come indicato. Buon lavoro!
30.01.2019 - 06:44Lena wrote:
Hej! Är rättelserna gjorda på mönstersidan efter insändaren om fel från den 7.12.2018? Sjalen är ju så fin och den behöver jag sticka NU.... ✊🏻
13.01.2019 - 23:04DROPS Design answered:
Hei Lena. Ja diagrammene ble oppdatert 7.12.2018. God fornøyelse
16.01.2019 - 15:03Kajsa wrote:
Hej! Jag har problem med diagram A3 och A7, nämligen följande: Varv 11 startar med tolv maskor, sedan ökas fyra med omslag och minskas 1, vilket gör att efter varv 11 finns 15 maskor på stickan. Varv 12 börjar dock med 16 maskor. Hur hänger det ihop? Tacksam för snabbt svar! /Kajsa
07.12.2018 - 08:35DROPS Design answered:
Hei Kajsa. Du har helt rett i at dette ikke går opp. Her mangler det 1 kast. Det skal altså være 3 kast etter hverandre, sånn som på rad 17. Omgang 11 av A.3 strikkes slik: 1 vrang, 1 kast, 1 rett, 1 sort kast, 4 rett, 1 kast, 1 rett, 1 kast, 1 rett, 1 kast, 2 rett, 2 rett sammen. A.7 strikkes likt, men motsatt rekkefølge. Vi skal få rettet dette i diagrammet snarest. Takk for beskjed og god fornøyelse
07.12.2018 - 09:40Katerina wrote:
Could i find instructions about this pattern in greek? unfortunately my mum doesn't understand english. Thank you in advance.
23.10.2018 - 19:49DROPS Design answered:
Hi Katerina, Unfortunately we have not translated this pattern into Greek. Hopefully we will be able to do so in the not too distant future. Kind regards.
24.10.2018 - 07:57Melanie wrote:
Hallo, ich bin gerade dabei dieses Tuch zu stricken, nur leider verwirrt mich ein Teil der Anleitung. Ich habe bereits Diagramm A.1 und A.2 gestrickt, habe also nun genau 81 Maschen auf der Rundnadel. Der nächste Absatz ist mir unklar; könnt ihr das nochmal einfacher erklären? Oder muss ich einfach nur nochmal A.1 und A.2 stricken? Ich bin leider ratlos ohne Diagramm. Liebe Grüße und danke
15.07.2018 - 14:07DROPS Design answered:
Liebe Melanie, nachdem Sie A.1 und A.2 einmal in der Höhe gestrickt haben, stricken Sie weiter wie in A.1 und A.2 (= mit den Zunahmen am Anfang bzw am Ende A.1/A.2, dh am Anfang und am Ende der Reihe sowie auf beiden Seiten der mittleren Maschen und das Lochmuster wie zuvor wiederholen) bis Sie 333 M (= 166 M auf beiden Seiten der mittleren M) auf der Nadel haben. Viel Spaß beim stricken!
16.07.2018 - 09:11Angela Dijsselbloem wrote:
Hallo, ik heb deze sjaal gebreid op nld 3 met Katia jaipur. Precies het patroon gevolgd, maar in de golven zie je bijna de gaten niet en de gaatjes daarboven zijn ook veel compacter. Hier lijkt het begin horizon taal te lopen, bij mij blijft het een punt. Heel jammer, want nu heeft het niet de uitstraling die ik ervan verwacht had. Ik heb het patroon voorgelegd aan dames die veel kennis hebben en ook zij zeggen dat ik het patroon goed uitgevoerd heb maar niet overeen komt met de foto.
11.07.2018 - 12:26Emma wrote:
Hei! Puuttuukohan piirroksista A.3 ja A.7 riviltä 11 yhdet lisäykset? En saa silmukkamäärä täsmäämään.
05.07.2018 - 20:51Mireille wrote:
Bonjour , je ne comprends pas bien le début du tricot je m explique le patron A1et A2 se font à partir des 4 mailles, cela je le comprends. Ce sont les augmentations (54) donc 2augmentations de chaque côté deA1 et A2 donc les augmentations se font sur l endroit donc sur 12 rangs donc on a ajouter 48 mailles dans A1et A2 et il faut ajouter 5 mailles de chaque côté de la mailles central je n arrive pas dans le décompte des 54 augmentations . Merci de m idée
21.05.2018 - 15:45DROPS Design answered:
Bonjour Mireille, on augmente tous les 2 rangs: 2 m au début de A.1 et 2 m au début de A.2 (= 2 x 12 m x 2 diagrammes = 48 augmentations au total) et 1 m à la fin de A.1 et 1 m à la fin de A.2 (= 1 m de chaque côté de la m centrale soit 2 x 12 m = 24 augmentations au total). On avait 9 m + 48 + 24 = 81 m. Bon tricot!
22.05.2018 - 09:39