DROPS Big Delight
DROPS Big Delight
100% wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Pacific Best

Gehaakt vierkant vest met kantpatroon. Maten S - XXXL. Het werk wordt gehaakt in DROPS Big Delight.

DROPS 186-36
DROPS Design: Patroon nr. db-091
Garengroep C of A + A
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BIG DELIGHT van garnstudio (behoort tot garengroep C)
500-550-600-700-750-800 g kleur 04, marina

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep C)" – zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van (1 stokje + 3 lossen) 4 keer in de breedte en 6 toeren is 10 cm breed en 10 cm hoog.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Big Delight
DROPS Big Delight
100% wol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN (geldt voor A.4)
Het eerste stokje op het begin van de toer wordt vervangen door 3 lossen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouw):
Minder 1 herhaling (= 1 stokje + 3 lossen) door 2 stokjes in 1 stokje te haken als volgt: Haak 1 stokje om de eerste lossenlus, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling, haak 1 stokje om de volgende lossenlus en haal de laatste omslag door alle 3 lussen op de haaknaald, haak 3 lossen.
----------------------------------------------------------

VEST:
Het werk wordt in de rondte gehaakt vanaf midden achter en naar buiten in een vierkant. Haak in de rondte in een spiraal, vanaf toer 2 tot de gewenste lengte van het vierkant. Haak dan heen en weer op de voorpanden. De mouwen worden in de rondte gehaakt vanaf het lijf.

LIJF:
Het werk wordt in de rondte gehaakt in een vierkant, beginnend vanaf het midden van het vierkant.
Begin met haaknaald 5 mm en Big Delight en haak in patroon volgens telpatroon A.1 - LET OP: Zoals te zien is in het telpatroon, alleen toer 1 wordt samengehaakt aan het einde van de toer, de andere toeren worden in een spiraal gehaakt. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het telpatroon klaar is, zijn er 9 lossenlussen langs elk van de eerste 3 kanten en 11 lossenlussen over de vierde kant (= onderrand van het vest).
Ga verder met het herhalen van de 3 laatste toeren, dus meerder 1 stokje + 1 lossenlus van hoek tot hoek (= in totaal 4 meerderingen op de toer) voor elke toer van lossenlussen. Ga zo verder met het patroon tot het werk 36-38-40-42-44-46 x 36-38-40-42-44-46 cm meet - pas zo aan dat u eindigt na de laatste van de 3 toeren.
Haak nu de armsgaten als volgt: Haak zoals hiervoor tot het midden van de eerste kant, haak dan lossen tot de eerste hoek als volgt: haak 1 losse voor elke losse/ stokje die u overslaat, haak 1 dubbel stokje + 3 lossen + 1 dubbel stokje om de hoek, ga verder in patroon zoals hiervoor over de volgende kant en haak 1 dubbel stokje + 3 lossen + 1 dubbel stokje om de hoek, haak lossen tot het midden van de volgende kant als volgt: haak 1 losse voor elke losse/stokje die u overslaat, ga verder in patroon op de laatste helft van deze kant en tot het einde van de toer.
Haak dan 2 toeren op dezelfde manier zoals de eerste van deze 3 toeren in deze herhaling (dus toeren van lossenlussen) - haak ook om de lossen voor het armsgat. Haak dan 1 toer op dezelfde manier als de tweede van deze 3 toeren in deze herhaling (dus een toer van stokjesgroepen).
Haak dan in de rondte (met meerderingen zoals hiervoor) volgens telpatroon A.2 in totaal 1 keer in de hoogte, haak dan in de rondte (met meerderingen zoals hiervoor) volgens telpatroon A.3. Herhaal A.3 in de hoogte tot de gewenste lengte.
Ga verder op deze manier tot het vierkant ongeveer 84-86-88-90-92-94 cm x 84-86-88-90-92-94 cm meet - pas zo aan dat u eindigt na een toer van lossenlussen (dus ongeveer 24 cm in alle maten vanaf het armsgat). Knip en hecht de draad af.

VOORPAND:
De voorpanden worden apart heen en weer gehaakt zonder meerderingen. Voeg 1 markeerdraad in op de laatst gehaakt toer - HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Begin op het kruis in de ene hoek - zie tekening, en haak dan als volgt: Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN. Haak A.4a om de hoek, herhaal A.4b tot er 1 lossenlus over is voor de volgende hoek, haak A.4c. Herhaal A.4 in de hoogte tot het werk ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm meet - pas zo aan dat u eindigt na een toer van lossenlussen. Knip en hecht de draad af. Haak het andere voorpand op dezelfde manier.

RAND:
Haak een rand om het hele vest als volgt: Haak 1 stokje + 4 lossen + 1 stokje om de hoek, * 4 lossen, 1 vaste om de lossenlus *, haak van *-* over het hele werk - maar haak in de hoeken 1 stokje + 4 lossen + 1 stokje. Knip en hecht de draad af.

MOUW:
De mouw wordt in de rondte gehaakt, van boven naar beneden vanaf het armsgat, startend midden onder de mouw, aan de goede kant. De eerste toer wordt verdeeld om het armsgat gehaakt als volgt: Haak A.5b in totaal 17-18-19-20-21-22 keer - A.5a laat zien hoe de toeren beginnen en eindigen. A.5 wordt in totaal 2 keer in de hoogte gehaakt, haak dan A.6 tot de gewenste lengte – minder TEGELIJKERTIJD 1 herhaling op het begin van de 5e toer door 2 stokjes samen te haken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo ongeveer iedere 5e-5e-4e-3e-3e-3e toer (pas zo aan dat u niet mindert op een toer van stokjesgroepen) in totaal 4-4-5-6-6-7 keer = 13-14-14-14-15-15 stokjes/lossenlussen op de toer. Ga verder met de toeren zonder te minderen tot de mouw 44 cm meet in alle maten - pas zo aan dat u eindigt na een toer van lossenlussen. Haak dan een afwerkende toer als volgt: * 1 vaste om de eerste/volgende lossenlus, 4 lossen *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de eerste vaste. Knip en hecht de draad af. Haak de andere mouw op dezelfde manier.

= 1 losse
= 3 lossen
= stokje in de steek
= stokje om de lossenlus/lossenring
= 2 stokjes om de lossenlus, (3 lossen, 1 stokje in de eerste van de 3 lossen) en 2 stokjes om dezelfde lossenlus
= 1 dubbel stokje + 3 lossen + 1 dubbel stokje om de lossenlus
= De toer begint met 3 lossen en eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer
= De toer begint met 3 lossen (de toer eindigt NIET - u haakt verder in een spiraal vanaf het einde van de toer en door het telpatroon)
= 6 lossen, vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse
- zie punt op de cirkel, de toer begint en eindigt hier

Telpatroon

symbols = 1 losse
symbols = 3 lossen
symbols = stokje in de steek
symbols = stokje om de lossenlus/lossenring
symbols = 2 stokjes om de lossenlus, (3 lossen, 1 stokje in de eerste van de 3 lossen) en 2 stokjes om dezelfde lossenlus
symbols = 1 dubbel stokje + 3 lossen + 1 dubbel stokje om de lossenlus
symbols = De toer begint met 3 lossen en eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer
symbols = De toer begint met 3 lossen (de toer eindigt NIET - u haakt verder in een spiraal vanaf het einde van de toer en door het telpatroon)
symbols = 6 lossen, vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse
- zie punt op de cirkel, de toer begint en eindigt hier
symbols = laat de vorige toer zien, begin op de volgende toer!
symbols = als u het voorpand haakt, begint u hier
symbols = stokje om de lossenlus, maar als A.4 herhaald wordt in de hoogte haak het stokje dan in de steek.
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 186-36

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (7)

country flag Elena wrote:

Buongiorno, volevo sapere quante catenelle ci vogliono per fare l'anello in questo cardigan? Esiste un video che spiega passo per passo come fare il cardigan? Grazie

09.03.2022 - 21:38

DROPS Design answered:

Buonasera Elena, deve partire con 6 catenelle come indicato nel diagramma. Non abbiamo un tutorial per l'intero cardigan ma ci sono diversi video per le tecniche utilizzate. Buon lavoro!

10.03.2022 - 23:12

country flag Rochelle wrote:

I'm confused by the A4 section. I looked for a tutorial; none. I'm not even sure how to explain how I'm trying to read the diagram at this point. Is there anyone that can explain? Preferably with pictures(I'm a visual learner) Trying to finish to give to my daughter. Thank you so much for any help, Rochelle

28.09.2019 - 02:04

DROPS Design answered:

Dear Rochelle, you work A.4 over the front pieces only (= the parts with a x in chart). The row with a star is the last row on square and you will work from one corner to the next corner starting from RS with A.4A, then repeat A.4B and finish with A.4C to the end of the row (to next corner). read more about diagrams here. Happy crocheting!

30.09.2019 - 08:27

country flag An wrote:

Ik heb toch even een vraag over het ruggedeelte. Als ik de vest aantrek dan blijft het onderste deel van de rug golven, is niet mooi vierkantig, onderste deel van vierkant is breder en dus golvend !!!?????

04.03.2018 - 20:11

DROPS Design answered:

Hallo Ann, Dit is helaas een beetje inherent aan het patroon. De bovenkant blijft goed zitten, omdat die om je schouders zit en aan de onderkant gaat het altijd wat golven door dat de voorpanden los hangen en in verhouding langer zijn.

05.03.2018 - 19:45

country flag Yvonne wrote:

Ich hab eine Frage zu den Zunahmen beim Rückenteil. Es heißt zum Schluss „gemäß Diagramm A.3 häkeln mit Zunahmen wie zuvor“. Ich habe das so verstanden dass in jeder Luftmaschenrunde die einer Luftmaschenreihe folgt eine Zunahme gemacht wird. Allerdings ist meine Arbeit jetzt nicht mehr gleichmäßig viereckig sondern eher an den Ecken Zipfelförmig nach links. Ist das mit den Zunahmen jetzt so richtig oder eher nur eine Zunahme pro Diagramm? LG Yvonne

24.02.2018 - 15:13

DROPS Design answered:

Liebe Yvonne, beim A.3 weiterhäkeln werden Sie wie zuvor zunehmen, Sie sollen immer die gleichen LmBogen/Stb in jeder der 3 Seiten und beim letzten Seiten 2 mehr haben. Viel Spaß beim häkeln!

26.02.2018 - 08:02

country flag Sarah wrote:

What does this mean in the pattern? I have completed the first diagram part and I am having a hard time understanding where I need to increase. From pattern: Continue by repeating the 3 last rounds, i.e. increase 1 double crochet + 1 chain-space from corner to corner (= a total of 4 increases on the round) for each round of chain-spaces.

09.02.2018 - 21:49

DROPS Design answered:

Dear Sara, the last three rows of the diagram shows you how to increase in the corners to teh piece will be a growing square. (in each roner you increase 1 dc + 1 ch-sp - in the whole round all together four times). Continue to repeat these last rows until you reach the necessary size.

11.02.2018 - 09:36

Custom Jewelry Colorado wrote:

Definitely, what a magnificent site and educative posts, I definitely will bookmark your blog.Best Regards!

25.01.2018 - 08:33

country flag Ebon wrote:

I love this one as well. It's a great way to use yarn left overs and very casual

16.01.2018 - 14:26