DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

White Flower Pillow

Rond kussen met kantpatroon, in de rondte gebreid in DROPS Alpaca en DROPS Kid-Silk.

DROPS 178-39
DROPS Design: Patroon nr. z-792
Garengroep A + A of C
-----------------------------------------------------------
Afmetingen: Voor een rond kussen van 40 cm of meer in diameter.
Materiaal (voor het kussen met een diameter van 40 cm):
DROPS ALPACA van Garnstudio (behoort tot garengroep A)
200 g kleur 100, naturel
En gebruik:
DROPS KID-SILK van Garnstudio (behoort tot garengroep A)
75 g kleur 01, naturel

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (60 cm) MAAT 6 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 15 steken en 30 naalden ribbelsteek met 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden) is 10 cm breed en 10 cm hoog.

KUSSEN 40 cm in diameter – of gewenste maat.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELSTEEK (gebreid in de rondte):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1.
----------------------------------------------------------

KUSSEN:
Wordt gebreid in 2 gelijke delen welke aan het einde worden samen genaaid.
Het werk wordt in de rondte gebreid in een cirkel op breinaalden zonder knop. Ga eventueel verder met de rondbreinaald als er meer steken op de naald staan.

Zet 8 steken op met 2 draden Alpaca en 1 draad Kid-Silk (= 3 draden) en verdeel deze op 4 breinaalden zonder knop maat 6 mm (= 2 steken op elke naald). Ga verder met 1 draad van elk kwaliteit (= 2 draden). Brei het patroon volgens telpatroon A.1 (= 8 herhalingen van A.1 op de naald). Als de eerste 21 naalden van A.1 klaar zijn, verplaats dan het begin van de naald 1 steek naar links, eerst op iedere 2e naald, dan op iedere 4e naald – met andere woorden, het begin van de naald is altijd vlak voor de eerste omslag in het telpatroon zodat deze zo onzichtbaar mogelijk is. Het begin van de naald komt uiteindelijk in het midden van de eerste herhaling van A.1. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 één maal in de hoogte is gebreid, zijn er 208 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 34 cm in diameter.
Voeg 8 markeerdraden in het werk, voeg de 1e markeerdraad in de 1e steek op de naald, voeg dan 7 markeerdraden in met 25 steken ertussen, de markeerdraden zitten direct over de punten van elk blad. Brei RIBBELSTEEK – zie uitleg hierboven, Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 1 steek aan elke kant van de markeerdraden. Meerder met 1 omslag aan elke kant van de steek met de markeerdraad – op de volgende naald breit u de omslag recht zodat er gaatjes ontstaan = 16 steken gemeerderd per naald. Herhaal de meerderingen iedere 2e naald tot het werk 40 cm meet – of tot de gewenste lengte. Hecht af, gebruik een naald en rijg het gat dicht in het midden van het kussen.
Brei een ander deel op dezelfde manier – zorg ervoor dat u hetzelfde aantal steken hebt gemeerderd voordat u afkant.

AFWERKING:
Leg de 2 delen samen met de verkeerde kanten op elkaar en naai door beide lagen in de buitenste steek. Als u de helft van de kussenhoes hebt genaaid plaats dan het kussen in de kussenhoes voordat u de rest van de opening samen naait. Knip en hecht de draad af.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslag recht, zodat er gaatjes ontstaan
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht steek, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 2 steken recht samen
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 178-39

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (7)

country flag Claudia wrote:

Bin nun mit dem Kissen fertig und es ist superschön geworden :) Was mich allerdings ärgert, ist die Menge an Wolle, die ich nach Anleitung gekauft habe. 2 mal Alpaka und 2 mal Mohair Silk hätte vollkommen ausgereicht! Nun habe ich fast das doppelte bezahlt und habe total viel Wolle übrig, mit der ich eigentlich nichts mehr anfangen kann..

12.04.2019 - 21:06

country flag Claudia wrote:

Nun habe ich doch noch eine zusätzliche Frage. Muss ich in der Runde 28 dann mit einer oder zwei linken Maschen anfangen? Verschiebt sich auch hier der Rundenanfang entsprechend? Vielen Dank schonmal :)

14.03.2019 - 23:38

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, am besten immer die Runden ab 27. Runde nach der 1. Umschlag (die 1. Masche im 1. A.1 einfach abheben und dann die 2 nächsten M re zs stricken), am Ender der Runde enden Sie mit 1 M re (= 1. M im 1. A.1) und 1 Umschlag. Von jetzt an wird der Runde hier beginnen, dh immer nach dem Umschlag - am Anfang R 28 stricken Sie die M rechts wie im Diagram gezeigt und enden mit 2 M li (= die 2 ersten M im ersten A.1). Viel Spaß beim stricken!

15.03.2019 - 09:39

country flag Claudia wrote:

Vielen Dank :)

14.03.2019 - 10:03

country flag Claudia wrote:

Hallo, auch ich habe ein Problem ab der Verschuebung der Maschen und leider verstehe ich die französische Antwort nur zur Hälfte. Was ich allerdings verstanden habe, ist, dass man erst nach der Runde 27 (statt 21) damit anfangen muss. Mir ist nun auch nicht ganz klar, wie oft ich das in jeder zweiten, und wie oft in jeder vierten Runde tun soll? Und was mache ich mit der einen Masche davor? ich hoffe, Sie können mir helfen!

13.03.2019 - 22:39

DROPS Design answered:

Liebe Claudia, ab der 27. Runde beginnen Sie die Runden mit dem Umschlag, damiti die kraus rechts maschen immer schön aussehen (so ist der Übergang zwischen Runden schöner). Viel Spaß beim stricken!

14.03.2019 - 09:59

country flag Chris wrote:

Bonjour, merci pour votre réponse. Il n'est donc pas besoin de décaler tous les quatre tours ? (sinon le début du tour ne sera pas calé avec le premier jeté si j'ai bien compris ?) Cdt, Chris

09.04.2018 - 17:09

DROPS Design answered:

Bonjour Chris, effectivement, décalez simplement le début des tours juste avant le 1er jeté de A.1 jusqu'à la fin pour que le début des tours soit le plus invisible possible. Bon tricot!

10.04.2018 - 08:12

country flag Chris wrote:

Bonjour, pour le passage : "décaler le début du tour d'1 maille à gauche, d'abord ts les 2 tours, , [...] milieu du 1er motif de A.1" Pour décaler le début, on fait passer la première maille sans tricoter (pr qu'elle soit tricotée en dernier) ? A partir de quel tour faut-il décaler ts les 4 tours au lieu de ts les 2 tours ?Je ne comprends pas quand il est dit que le début du tour se fait avant le premier jeté (par ex au tour 22 le jeté est au milieu de la ligne de A1)

09.04.2018 - 15:58

DROPS Design answered:

Bonjour Chris, je pense qu'il faut décaler ici à partir du rang 27 et non du rang 21 (une vérification va être faite), c'est-à-dire lorsque vous tricotez le haut de la feuille, au début du 27ème rang, glissez la 1ère md e A.1 sans la tricoter, puis commencez le tour ici au niveau du jeté: 1 jeté, 1 diminution, etc... ainsi, les tours commencent juste au niveau du jeté de A.1. Bon tricot!

09.04.2018 - 16:13

country flag Claire wrote:

Bonjour, il est spécifié qu\'il faut 75g de kid silk et 200g d\'alpaca. Or, d\'après l\'explication, il semble que tout le long du travail il faudra utiliser au moins un fil kid et et un fil alpaca ensemble. Comment se fait-il alors que les quantités de laine ne soient pas les mêmes ? Cordialement, C

05.04.2018 - 16:17

DROPS Design answered:

Bonjour Claire, ces 2 laines ont un poids/métrage différent, soit 25 g/env. 200 m pour Kid-Silk et 50 g/167 m pour Alpaca, soit 75 g kid-silk= 600 m et 200 g Alpaca = 668 m. Il faudra donc plus de pelotes Alpaca pour avoir une quantité suffisante pour le métrage nécessaire. Bon tricot!

06.04.2018 - 08:17