DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Altair

Gebreid vest wordt in een vierkant gebreid met kantpatroon op het achterpand van DROPS BabyAlpaca Silk. Maat: S - XXXL

DROPS 177-32
DROPS design: Patroon bs-114
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio (hoort bij garengroep A)
500-550-600-650-700-750 gr. kleur 6347, blauwpaars

DROPS BREINAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40, 60 en 80 cm) 3 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden in tricotsteek = 10 cm breed en 10 cm hoog.
DROPS BREINAALDEN ZONDER KNOP en RONDBREINAALD (80 cm) 2,5 mm - voor de randen in ribbelsteek.
ACCESSOIRES: 2 veiligheidsspelden als stekenhouders.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBELSTEEK (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.7. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden: neem het totale aantal steken op de naald (bijv. 49 steken) en deel dit door het aantal te meerderen steken (bijv. 3) = 16,3. Dus meerder in dit voorbeeld na ongeveer elke 16e steek. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de midden onder de mouw):
Meerder aan elke kant van de 5 middelste steken onder de mouw als volgt: begin 1 steek voor A.7, maak 1 omslag, 1 recht, A.7, 1 recht, maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

LIJF:
Brei het vest als een vierkant vanuit middenachter op het achterpand naar buiten toe. Brei in de rondte op breinaalden zonder knop. Ga verder met de rondbreinaald indien nodig. Als het vierkant klaar is, brei dan het achterpand naar beneden en brei naar buiten toe aan elke zijkant voor de voorpanden. Eindig met een bies rondom het werk en brei tot slot de mouwen.

VIERKANT:
Zet 8 steken op 1 breinaald zonder knop 3 mm met BabyAlpaca Silk (houd een draadeinde van ongeveer 20 cm voor de afwerking).
NAALD 1 (= verkeerde kant): brei alle steken averecht.
NAALD 2 (= goede kant): * 1 gedraaid recht, maak 1 omslag, 1 recht, maak 1 omslag *, herhaal van *-* 4 keer in totaal = 16 steken.
Verdeel de steken over 4 breinaalden zonder knop 3 mm met 4 steken op elke breinaald (zonder de steken eerst te breien). Plaats 1 markeerdraad in de eerste steek op de eerste breinaald zonder knop (= markeerdraad A = begin van naald), plaats ook 1 markeerdraad in de eerste steek van elke van de 3 volgende breinaalden zonder knop (= markeerdraad B, markeerdraad C en markeerdraad D). Er is nu 1 markeerdraad in elke hoek – neem de markeerdraden gaandeweg mee in de hoogte.
Brei in de rondte als volgt: A.1 (= 4 steken), A.2 (= 4 steken), A.1 (= 4 steken) en A.2 (= 4 steken). Ga zo verder in patroon en meerder volgens de telpatronen. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.2 klaar is, brei dan als volgt over de steken tussen markeerdraad B en C en markeerdraad D en A. Brei A.3A (= 21 steken), A.3B (= 27 steken) en dan A.3C (= 20 steken). Als A.3 klaar is, dan is A.1 ook klaar in de hoogte en zijn er 308 steken op de naald in alle maten (67 steken tussen markeerdraad A en B en tussen markeerdraad C en D, 85 steken tussen markeerdraad B en C en tussen markeerdraad D en A en 4 hoeksteken).
Brei dan in de rondte in tricotsteek met A.4 alleen tussen markeerdraad B en C als volgt: brei hoeksteek gedraaid recht, meerder met 1 omslag, brei in tricotsteek tot markeerdraad B, meerder met 1 omslag, brei A.4A (= 42 steken – de meerdering na hoeksteek is te zien op het telpatroon), brei A.4B (= 44 steken –de meerdering voor de hoeksteek is te zien op het telpatroon), brei de hoeksteek gedraaid recht, meerder met 1 omslag, brei in tricotsteek tot markeerdraad D, meerder met 1 omslag, brei de hoeksteek gedraaid recht, meerder met 1 omslag, brei in tricotsteek tot markeerdraad A en meerder met 1 omslag = 316 steken op de naald voor alle maten. Ga verder en meerder bij de hoeksteken elke 2e naald tot er 2-4-6-8-10-12 naalden gebreid zijn in totaal in A.4 (brei alle gemeerderde steken in tricotsteek). Er zijn nu 316-324-332-340-348-356 steken op de naald.

ARMSGATEN:
Brei dan heen en weer op de rondbreinaald maar brei niet over de steken richting de hals (dus tussen markeerdraad D en A).
Begin aan de goede kant bij markeerdraad A (= linkerschouder achterpand), brei de hoeksteek gedraaid recht als hiervoor, kant losjes de volgende 46-48-50-52-56-58 steken af voor het armsgat, brei in tricotsteek tot markeerdraad B, meerder voor de hoeksteek als hiervoor, ga verder in A.4A en A.4B tussen markeerdraad B en C als hiervoor, brei de hoeksteek gedraaid recht, meerder na de hoeksteek als hiervoor, brei in tricotsteek tot er 46-48-50-52-56-58 steken over zijn voor de markeerdraad D, kant losjes de volgende 46-48-50-52-56-58 steken af voor het armsgat en brei de hoeksteek gedraaid recht als hiervoor.
De overgebleven 87-89-91-93-95-97 steken tussen markeerdraad D en markeerdraad A (=richting de hals) kunt u op de naald laten staan of op een hulpdraad zetten.
Knip de werkdraad af en zet dan de hoeksteken bij markeerdraad A en markeerdraad D elk op een veiligheidsspeld= 139-141-143-145-143-145 steken over op de naald.

Begin aan de verkeerde kant en brei heen en weer als hiervoor over deze steken in tricotsteek, A.4A en A.4B tussen markeerdraad B en C naar beneden op het achterpand en meerder aan elke kant van de 2 hoeksteken (elke naald aan de goede kant) tot er 7 naalden in totaal zijn gebreid na het afkanten voor de arsmgaten en brei de laatste naald aan de verkeerde kant, knip de draad af – LET OP: brei kantpatroon in A.4 volgens het telpatroon, en herhaal dit naar beneden op het achterpand tot het werk klaar is, dus het patroon zelf wordt steeds over hetzelfde aantal steken gebreid, maar er zijn meer en meer steken in tricotsteek aan elke kant richting de hoeksteken.
Zet de steek op de veiligheidsspeld bij markeerdraad A terug op de naald. Brei deze steek gedraaid recht, meerder na de hoeksteek als hiervoor, zet 46-48-50-52-56-58 nieuwe steken op de naald voor het armsgat, brei in tricotsteek tot markeerder B, meerder voor de hoeksteek als hiervoor, ga verder in A.4A en A.4B tussen markeerdraad B en C als hiervoor, meerder na de hoeksteek als hiervoor, brei in tricotsteek over de overgebleven steken, zet 46-48-50-52-56-58 nieuwe steken op voor het armsgat, meerder voor de hoeksteek als hiervoor, zet de steek op de laatste veiligheidsspeld terug op de naald en brei deze steek gedraaid recht = 251-257-263-269-275-281 steken op de naald. Brei aan de verkeerde kant en zet TEGELIJKERTIJD 1 nieuwe steek op aan elke kant (= kantsteek) = 253-259-265-271-277-283 steken op de naald.

VOORPAND EN ACHTERPAND:
Ga verder heen en weer op de rondbreinaald als hiervoor, dus brei de volgende naald als volgt van goede kant: 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – zie uitleg boven, brei de hoeksteek gedraaid recht, meerder na de hoeksteek, brei in tricotsteek tot de hoeksteek bij markeerdraad B, meerder voor de hoeksteek, ga verder in A.4A en A.4B tussen markeerdraad B en C (met meerderingen als hiervoor), meerder na de hoeksteek, brei in tricotsteek tot de hoeksteek bij markeerdraad D, meerder voor de hoeksteek, brei de hoeksteek gedraaid recht en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei averecht aan de verkeerde kant maar brei de kantsteek recht aan elke kant en brei de 4 hoeksteken gedraaid averecht als hiervoor.
Ga zo verder heen en weer tot het werk ongeveer 51-53-55-57-59-61 cm meet vanaf de hals naar beneden - eindig na 1 naald aan de verkeerde kant. Als de stekenverhouding klopt in de hoogte, zijn er nu 349-373-379-385-409-415 steken op de naald.

Zet de steken tussen markeerdraad B en C (inclusief hoeksteken) op een hulpdraad (= ongeveer 129-139-141-143-151-153 steken langs onderkant van vest). Zet de overgebleven steken tussen markeerdraad C en tot en met markeerdraad D op nog een hulpdraad (= ongeveer 110-117-119-121-129-131 steken voor rechtervoorpand).

LINKERVOORPAND:
Plaats 1 markeerder, MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Brei als volgt vanaf (inclusief) de steek met markeerdraad A tot en met de steek met markeerdraad B (eerste naald = goede kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, brei de hoeksteek gedraaid recht, meerder na de hoeksteek als hiervoor, brei in tricotsteek tot er 1 steek overblijft op de naald, keer het werk, trek de draad aan en brei in tricotsteek aan de verkeerde kant, brei de hoeksteek gedraaid recht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Keer het werk, brei als hiervoor tot er 2 steken over zijn op de naald, keer het werk, trek de draad aan en brei aan verkeerde kant als hiervoor. Ga zo verder en brei 1 steek minder richting markeerdraad B elke keer tot het werk ongeveer 37-41-45-49-53-57 cm meet vanaf de markeerder (eindig na 1 naald aan verkeerde kant). Zet alle steken van linkervoorpand op een hulpdraad.

RECHTERVOORPAND:
Zet de steken van de hulpdraad tussen markeerdraad C en D terug op de rondbreinaald 3 mm. Plaats 1 markeerder - MEET NU HET WERK VANAF HIER en brei als volgt (eerste naald = goede kant). Brei in tricotsteek tot de hoeksteek, meerder voor de hoeksteek als hiervoor, brei de hoeksteek gedraaid recht en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Keer het werk, brei aan de verkeerde kant met 1 kantsteek in ribbelsteek, brei de hoeksteek gedraaid recht en brei in tricotsteek tot er 1 steek over is op de naald, keer het werk, trek de draad aan en brei aan de goede kant in tricotsteek, meerder voor de hoeksteek, brei de hoeksteek gedraaid recht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Keer, brei aan de verkeerde kant tot er 2 steken over zijn op de naald, keer het werk, trek de draad aan en brei aan de goede kant als hiervoor. Ga zo verder en brei 1 steek minder richting markeerdraad C elke keer tot het werk ongeveer 37-41-45-49-53-57 cm meet vanaf de markeerder (eindig na 1 naald aan de verkeerde kant).

RAND IN RIBBELSTEEK:
Zet de steken van rechtervoorpand, onderkant en linkervoorpand op dezelfde rondbreinaald 2,5 mm = ongeveer 467-505-523-541-579-597 steken. Brei 2 ribbels heen en weer over alle steken. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en kant af maar zorg dat de afkantrand niet te strak wordt: maak 1 omslag na elke 6e steek en kant af (kant de omslagen af als gewone steken).

HALSRAND EN VOORBIEZEN:
Brei een rand aan de bovenkant van het vest langs het rechtervoorpand, over de steken op het achterpand voor de hals en naar beneden langs het linkervoorpand als volgt: neem aan de goede kant naast de kantsteek in ribbelsteek ongeveer 307-331-355-379-403-427 steken op met rondbreinaald 3 mm (als u meer of minder steken opneemt pas dit aantal dan op de eerste naald aan naar het juiste aantal). Brei 3 naalden recht, heen en weer. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei A.5A tot er 2 steken over zijn op de naald, brei A.5B (= 1 steek) en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Als A.5 klaar is in de hoogte, brei dan de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, A.6A (= 5 steken), herhaal A.6B tot er 5 steken over zijn op de naald (= 37-40-43-46-49-52 patroonherhalingen van 8 steken), brei A.6C (= 4 steken) en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga zo verder in patroon tot de hele rand ongeveer 18-18-18-22-22-22 cm meet, eindig na een hele herhaling in de hoogte. Brei 1 ribbel heen en weer over alle steken en kant af maar voorkom een strakke afkantrand: maak 1 omslag na elke 4e steek en kant af (kant de omslagen af als gewone steken).

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinaalden zonder knop. Ga verder met een korte rondbreinaald indien nodig.
Zet 49-49-49-57-57-57 steken op met breinaalden zonder knop 2,5 mm en BabyAlpaca Silk. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK in de rondte - zie uitleg boven. Ga verder met breinaalden zonder knop 3 mm en brei als volgt: A.6A (= 5 steken), herhaal A.6B over de volgende 40-40-40-48-48-48 steken (= 5-5-5-6-6-6 patroonherhalingen van 8 steken) en eindig met A.6C (= 4 steken). Ga zo verder in patroon. Brei tot een hoogte van ongeveer 12 cm, pas zo aan dat het na een hele herhaling in de hoogte is, brei 1 naald recht en meerder 3-5-7-1-3-5 steken gelijkmatig - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 52-54-56-58-60-62 steken op de naald. Ga verder met breinaalden zonder knop 2,5 mm en brei 2 ribbels in de rondte. Brei dan A.5A in de rondte. Als A.5 klaar is, ga dan verder met breinaalden zonder knop 3 mm. Brei de volgende naald als volgt: brei A.7 (= 3 steken), 23-24-25-26-27-28 steken in tricotsteek, A.7 (= 3 steken) en 23-24-25-26-27-28 steken in tricotsteek. Ga zo verder in patroon met tricotsteek en A.7 midden op de bovenkant en midden onder de mouw. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 16 cm 2 steken midden onder de mouw - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder 17-19-20-20-22-23 keer in totaal in maat S: elke 2 cm, in maat M, L en XL: afwisselend elke 2 en 1½ cm en in maat XXL en XXXL: elke 1½ cm = 86-92-96-98-104-108 steken op de naald. Brei tot een hoogte van 50-51-52-51-52-52 cm, brei dan de mouwkop heen en weer op een korte rondbreinaald en kant TEGELIJKERTIJD af aan het begin van elke naald aan elke kant als volgt: 1 keer 3 steken, 1 keer 2 steken en 2 keer 1 steek. Kant dan 2 steken af aan elke kant tot het werk 53-54-55-55-56-56 cm meet, kant dan 1 keer 3 steken af aan elke kant. Kant de overgebleven steken af, de mouw meet ongeveer 54-55-56-56-57-57 cm. Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de mouwen in het vest.
Gebruik het draadeinde van het begin, rijg het door de steken van de opzetrand, trek de draad aan en sluit zo het gaatje in het midden. Zet de draad vast.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 09.03.2017
Telpatroon A.1 aangepast
Gewijzigd online: 16.06.2023
HALSRAND EN VOORBIEZEN:...Als A.5 klaar is in de hoogte, brei dan de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, A.6A (= 5 steken), herhaal A.6B tot er 5 steken over zijn op de naald (= 37-40-43-46-49-52 patroonherhalingen van 8 steken)...

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = gedraaid recht aan de goede kant, gedraaid averecht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, Brei de omslag recht aan de goede kant/averecht aan de verkeerde kant zodat een gaatje ontstaat
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei de omslag gedraaid recht aan de goede kant om een gaatje te voorkomen
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal afgehaalde steek over gebreide steek
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 steken recht samen, haal afgehaalde steek over samengebreide steken
symbols = toont 1 herhaling in de hoogte
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 177-32

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (41)

country flag Elfriede wrote:

Ich hätte bitte eine Frage zum Vorderteil stricken. Was bedeutet bis nur mehr eine Masche in der Reihe ist und dann wenden,ohne dass ein Loch entsteht. Wird bei jeder Hinreihe eine Masche weniger gestrickt bis die Länge erreicht ist? Vielen Dank

25.02.2024 - 11:30

DROPS Design answered:

Liebe Elfriede, hier wird man verkürzten Reihen stricken, dh stricken Sie bis 1 Masche übrig ist, dann wenden und weiterstricken; die Technik für die verkürzte Reihe wird hier wie bei dieser Technik 26.02.2024 - 09:23

country flag Marlene Markussen wrote:

Hej igen . Jeg forstår ikke jeres skifte er det armgab den tegning og er mellem A og b?

11.01.2024 - 17:01

DROPS Design answered:

Hej Marlene, ja det er selve ærmegabet :)

16.01.2024 - 11:34

country flag Marlene wrote:

De 48 masker man slår op på pinde efter ærmegab skal man så vende efter de 48 m så de bliver stikket med frem og tilbage på b og c .

08.01.2024 - 16:51

country flag Marlene Markussen wrote:

Hej jeg kan ikke det med at sætte marketråd A på også slå 48m op for så bliver det som en pose? Er det rigtigt model 177-32 Mvh Marlene

08.01.2024 - 15:18

DROPS Design answered:

Hej Marlene, du ser i måleskitsen nederst i opskriften hvordan det skal se ud :)

11.01.2024 - 15:14

country flag Chassefaire wrote:

\'est une vraie catastrophe ce modèle, en tous cas la version française, est bourrée de fautes! les 2 demi devant se retrouvent le haut en bas, donc le décolleté en V sur le bas du ventre! ensuite vous faites reprendre les mailles du haut du dos et du devant sans faire coudre les épaules, ça ne correspond à rien! pareil pour le bas!en plus les photos de face ne sont pas sur la version pour le téléphone, il faut toujours défaire !

29.05.2023 - 17:23

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Chassefaire, nous sommes désolés que vous ayez trouvé des fautes dans la version française, n'hésitez pas à nous les partager pour que les corrections puissent être faites. Il n'y a pas de couture d'épaules dans ce modèle, on tricote le carré en rond, puis en allers et retours le long de 3 des côtés de ce carrés, puis chaque côté séparément pour le dos et les devants, puis le col pour terminer. Si vous avez des questions sur ce modèle un peu technique, n'hésitez pas à les poser ici dans la rubrique correspondante pour que l'on puisse vous aider. Toutes les photos devraient être visibles, quel navigateur utilisez-vous? Bon tricot!

30.05.2023 - 11:44

country flag Margit wrote:

Ich habe eine Frage zur Strickschrift A.3: In der zweitletzten Reihe sind jeweils zwischen den Teilen A, B und C zwei Umschläge. Wie stricke ich die Maschen daraus? Sollen diese verschränkt werden? Oder wie werden da 2 Maschen draus, ohne dass es ein großes Loch gibt?

03.05.2022 - 13:40

country flag Vera Van Houten wrote:

In patroon 177/32 moet kantpatroon A4 gebreid worden. De telling van dit patroon ontbreekt in de afbeeldingen. Kantpatroon A4a en A4b staan duidelijk aangegeven, maar A4 dus niet. Ik zou graag de telling van A4 ontvangen zodat ik verder kan. Met vriendelijke groeten, Vera van Houten. Terneuzen, 26 december 2021. Verder vind ik de patronen en beschrijvingen heel erg duidelijk.

26.12.2021 - 17:38

country flag Simone wrote:

Hi - In row 17 (last row of pattern before final knit row) of A3, there appears to be a yarn over at the end of A3A and another yarn over at the start of A3B. This double yarn over happens again between A3B and A3C. What are we supposed to do with the 2 yarn overs? They are shown as open yarn overs to make a hole but this makes a really big hole that doesn't appear in the photos?? Should I knot twisted into the yarn overs in the next row to avoid a hole?? thanks, Simone

10.06.2020 - 15:11

DROPS Design answered:

Hi Simone, there are mistakes in 17-th row of diagram A.3B. At the beginning of row it should be: knit 1, 1 yarn over, (slip 1 stitch knitwise, knit 1, pass slipped stitch over stitch worked). At the end of row it should be: knit 2 together, 1 yarn over, knit 1. Happy knitting!

15.12.2020 - 08:39

country flag Asta Istola wrote:

Mycket rolig och intressant mönster :) 👍🏽

29.01.2019 - 23:44

country flag Asta Istola wrote:

Mycket rolig och intressant mönster :) 👍🏽

29.01.2019 - 23:43