DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Irish Dove

Gebreide DROPS trui met kantpatroon, raglan en kabels, wordt van boven naar beneden gebreid van ”Alpaca” en ”Kid-Silk”. Maat: S - XXXL.

DROPS 166-41
DROPS design: Model nr. z-721
Garengroep A en A of C
----------------------------------------------------------
Maat: S/M – L/XL – XXL/XXXL
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
250-250-300 gr. kleur nr. 7120, licht grijsgroen
En gebruik:
DROPS KID-SILK van Garnstudio
100-125-125 gr. kleur nr. 06, licht grijsgroen

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 en 80 cm) 5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst met 1 draad van elk garen (= 2 draden ) = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.11. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
Meerder voor de raglan aan elke kant van A.2/A.4.
Meerder op het lijf volgens patroon A.3 en A.5.
Meerder op de mouwen als volgt: meerder door een omsl te maken en brei de omsl r de volgende nld zodat gaatjes ontstaan.
Meerder om de nld 23-29-35 keer, maar brei 2 r samen na de omsl aan het begin van de mouw en voor de omsl aan het einde van de mouw 0-3-7 keer (ongeveer elke 0-10e-5e meerdering). In deze nld wordt er niet gemeerderd op de mouw maar gaat uw wel verder met de gaatjesrand als hiervoor, zodat deze mooi doorloopt. Meerder 23-26-28 st in totaal aan elke kant van elke mouw.

RIBBELST (in de rondte gebreid):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld, van boven naar beneden.

PAS:
LEES HET EERSTE DEEL HELEMAAL DOOR VOOR U VERDERGAAT!
Zet 86-86-86 st op met een korte rondbreinld 5 mm en een draad Alpaca en een draad Kid-Silk (= 2 draden). Brei A.1. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan als volgt – vanaf de linkerraglan op het achterpand:
Brei A.2 (= 12 st), A.3 (= 5 st), A.4 (= 12 st), (= achterpand), 1 omsl, brei 14 st in tricotst, 1 omsl (= mouw), A.2, A.3, A.4 (= voorpand), 1 omsl, brei 14 st in tricotst, 1 omsl (= mouw). Ga zo verder in patroon en meerder TEGELIJKERTIJD voor de RAGLAN op de mouwen om de nld - zie uitleg boven. De mouwen worden in tricotst gebreid. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.3 een keer in de hoogte is gebreid, ga verder als volgt: Brei A.2, A.5 A (= 13 st), A.5 B (= 12 st) en A.5 C (= 14 st) A.4, (= achterpand), brei de mouw, A.2, A.5 A, A.5 B. A.5 C, A.4, (= voorpand), brei de mouw. Brei A.5 1-2-3 keer in de hoogte in totaal. Elke keer dat A.5 in de hoogte is gebreid, brei 1 keer meer A.5 B tussen A.5 A en A.5 C. Brei tot er 1 nld overblijft in A.5 (= 75-87-99 st op het voorpand/achterpand en 60-66-70 st op elke mouw).
Brei de volgende nld als volgt (dit is laatste nld van A.5): brei 75-87-99 st (= achterpand), zet de volgende 60-66-70 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10 nieuwe st op, plaats 1 markeerder in het midden tussen de nieuwe st, brei 75-87-99 st (= voorpand), zet de volgende 60-66-70 st op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10 nieuwe st op, Plaats 1 markeerder het midden tussen de nieuwe st = 166-190-218 st. De pas meet ongeveer 21-26-32 cm.

LIJF:
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Brei als volgt: A.2, A.6 A (= 13 st), A.6 B over de volgende 24-36-48 st, A.6 C (= 14 st), A.4, brei A.7 over de nieuwe 8-8-10 st onder de mouw, A.2, A.6 A, A.6 B over de volgende 24-36-48 st, A.6 C, A.4, brei A.7 over de nieuwe 8-8-10 st onder de mouw.
Als A.6 een keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder als volgt: A.2, A.8 A (= 14 st), A.8 B over de volgende 24-36-38 st, A.8 C (= 15 st), A.4, 1 omsl, brei A.7 over de volgende 8-8-10 st, 1 omsl, A.2, A.8 A, A.8 B over de volgende 24-36-48 st, A.8 C (= 15 st), A.4, 1 omsl, brei A.7 over de volgende 8-8-10 st, 1 omsl. LET OP: Bij de eerste mindering in A.8 begint u 1 st voor A.8; minder dan als volgt: haal de laatste st in A.2 af, brei de eerste 2 st van A.8 A recht samen, afgeh st overh. Minder aan het einde van A.8 als volgt: 3 r samen (de laatste 2 st van A.8 en de eerste st van A.4). De laatste st van A.2 en de eerste st van A.4 zijn nu geminderd, ga verder met 11 st als hiervoor in A.2/ A.4 = 162-186-214 st. Meerder om de nld 1 st aan elke kant van A.7 met 1 omsl, brei de gemeerderde st in A.7 – minder TEGELIJKERTIJD in A.8 (minder volgens het telpatroon). Het totale aantal st is gelijk, maar er zijn meer st in A.7 en minder st in A.8.


Als A.8 een keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder als volgt: A.2 (= 11 st), A.9 A (13 st), A.9 B over de volgende 12-24-36 st, A.9 C (= 14 st), A.4 (= 11 st), 1 omsl, brei A.7 over de volgende 20-20-22 st, 1 omsl, A.2, A.9 A, A.9 B over de volgende 12-24-36 st, A.9 C, A.4, 1 omsl, brei A.7 over de volgende 20-20-22 st, 1 omsl. Brei A.9 1-2-3 keer in de hoogte, brei dan als volgt: A.2 (= 11 st), A.10 (= 27 st), A.4 (= 11 st), 1 omsl, brei A.7 over de volgende 32-44-58 st, 1 omsl, A.2, A.10, A.4, 1 omsl, brei A.7 over de volgende 32-44-58 st, 1 omsl. Als A.10 klaar is, zijn er 5 st over in A.10 en 54-66-80 st in elke A.7. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven – en minder TEGELIJKERTIJD 4 st over elke A.2/A.4, en minder 2-2-6 st gelijkmatig verdeeld over de nld = 144-168-192 st. Brei A.11 over alle st 1 keer in de hoogte. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Het werk meet ongeveer 58-68-80 cm vanaf de schouder.

MOUW:
Brei mouwen in de rondte op breinld zonder knop.
Zet de 60-66-70 st van de hulpdraad terug op breinld zonder knop 5 mm. Plaats 1 markeerder in het werk, MEET NU HET WERK VANAF HIER. Zet 8-8-10 nieuwe st op onder de mouw, plaats 1 markeerder in het midden tussen deze 8-8-10 st = 68-74-80 st. Brei in tricotst. Minder bij een hoogte van 3 cm 1 st aan elke kant van de markeerder. Herhaal dit minderen elke 2-1½-1½ cm nog 15-16-17 keer = 36-40-44 st. Ga verder tot een totale hoogte van 38-35-31 cm. Brei 2 ribbels, meerder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 4-0-4 st gelijkmatig = 40-40-48 st. Brei A.11 over alle st 1 keer in de hoogte. Kant alle st af. Het werk meet ongeveer 44-41-37 cm. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Telpatroon

symbols = r
symbols = av
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 3 r, 3 r van de kabelnld
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 3 r, 3 r van de kabelnld
symbols = 3 r samen
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 166-41

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (18)

country flag Nadège wrote:

Bonjour je commence la section A8. Quand on diminue A2 avec A8 et A8 avec A4 doit-on le faire sur les deux sections du premier tour ou seulement sur le premier panneau ?

21.03.2020 - 10:59

DROPS Design answered:

Bonjour Nadège, la première diminution de A.8A et A.8C se fait sur le devant et sur le dos de la même façon. Vous diminuez ensuite comme indiqué dans les diagrammes (et augmentez comme indiqué dans le texte). Bon tricot!

23.03.2020 - 09:17

country flag Nadège wrote:

Bonsoir je viens de terminer a2-a3-a4 (premier paragraphe). Mais maintenant que A2 et A4 sont terminés, comment dois-je faire ? A3 n'est pas terminé pour que je passe au deuxième paragraphe. merci

12.03.2020 - 21:24

DROPS Design answered:

Bonjour Nadège, répétez A.2 et A.4 en hauteur tout en continuant A.3 jusqu'à ce que A.3 soit terminé. Veillez bien à avoir toujours le même nombre de tours entre chaque torsade de A.2 et A.4. Continuez également les augmentations des manches comme avant. Bon tricot!

13.03.2020 - 08:38

country flag Nadège wrote:

Je relis votre explication mais je ne comprends pas comment on peut avoir 16m au 3e rang. On a déjà 14m au 1er rang +2 jetés donc au 2e rang on arrive déjà à 16m +2 jetés. Donc au 3e rang je serai à 18m + 2 jetés.

11.03.2020 - 13:25

DROPS Design answered:

au 1er rang vous avez pour les manches: 1 jeté, 14 m end, 1 jeté - ces jetés sont les augmentations des manches (= au 2ème rang, vous tricotez 16 m end pour la manche (= on n'augmente que tous les 2 tours)); au 3ème rang (= 2ème rang d'augmentations vous avez donc: 1 jeté, 16 m end, 1 jeté soit 18 m au total). Bon tricot!

11.03.2020 - 14:03

country flag Nadege wrote:

Re moi, donc en fait les explication de l'empiècement on a déjà les 4 jetés d'augmentation des manches ? je suis désolée car je ne m'y retrouve pas...

11.03.2020 - 13:09

DROPS Design answered:

Bonjour Nadège, oui tout à fait, autrement dit: A.2 (= 12 m), A.3 (= 1 jeté = augmentation ; 5 m end, 1 jeté = augmentation), A.4 (= 12 m), (= dos), 1 jeté, tricoter 14 m jersey, 1 jeté (= 16 m pour la manche), A.2, A.3 (= 1 jeté = augmentation ; 5 m end, 1 jeté = augmentation, A.4 (= devant), 1 jeté, 14 m jersey, 1 jeté (= 16 m pour la manche). Les jetés au début et à la fin de A.3 vont augmenter le devant/dos et on augmente pour les manches au début/à la fin de la manche. Est-ce plus clair ainsi?

11.03.2020 - 14:01

country flag Nadège wrote:

Bonjour je commence le modèle et j'ai un problème pour le raglan. Premier tour avec motif ok mais le deuxième tour on doit augmenter une maille de chaque côté de l'ensemble a2-a4. Ça veut dire qu'on fait 4 jetés en plus des 4 déjà mentionnés dans l'explication ? Merci d'avance

11.03.2020 - 08:33

DROPS Design answered:

Bonjour Nadège, vous augmentez dans A.3 (puis A.5) et pour le dos et le devant, et, pour les manches, vous augmentez de part et d'autre des mailles des manches = après A.4 du dos + avant A.2 du devant pour la 1ère manche et après A.4 du devant + avant A.2 du dos pour la 2ème manche. Autrement dit, au 3ème tour vous avez 1 jeté, 16 m, 1 jeté, au 5ème tour 1 jeté, 18 m, 1 jeté et ainsi de suite. Bon tricot!

11.03.2020 - 08:51

country flag Sandrine wrote:

Bonjour, J'aurais souhaité avoir une précision sur ce modèle, lorsque vous dites "À chaque fois que l'on répète A.5 en hauteur, on tricote A.5 B encore 1 fois entre A.5 A et A.5 C". Je tricote la taille L/XL. Je dois répéter A.5 2 fois en hauteur. Est-ce que cela veut dire que je tricote A.5 A à A.5 C, une première fois comme indiqué sur le diagramme et une deuxième fois en tricotant A.5 A, A.5 B, A.5 B, A.5 C ? Merci pour votre réponse

23.01.2020 - 08:38

DROPS Design answered:

Bonjour Sandrine, quand on a tricoté 1 fois A.5 en hauteur, on a suffisamment de mailles entre A.5A et A.5C pour tricoter 1 motif de A.5B en plus entre le A et le C. Autrement dit, quand vous avez tricoté 1 fois les diagrammes en hauteur vous avez fait 1 x A.5B, vous les recommencez de la même façon, mais cette fois, vous aurez 2 x A.5B entre A.5A et A.5C. Bon tricot!

23.01.2020 - 10:06

country flag Carla M Zamperetti wrote:

Salve,vorrei una conferma se ho capito bene: dopo aver lavorato il diagramma 1 si iniziano gli aumenti per i raglan,vorrei sapere quante m si aumentano ogni due ferri:4 oppure 8? e il diagramma 1 è su 12 m,e dice di montare 86 m,ma non dovrebbero essere 84?

12.01.2017 - 09:30

DROPS Design answered:

Buongiorno Carla. Gli aumenti sulle maniche sono in tutto 4 ad ogni giro. Gli aumenti sul davanti/dietro sono compresi nella lavorazione del diagramma A3. Le chiediamo di leggere con attenzione il paragrafo RAGLAN: a seconda della taglia su alcuni giri si inseriscono i gettati, ma si lavorano due maglie insieme a diritto. Il numero delle maglie iniziale è corretto. Buon lavoro!

12.01.2017 - 09:49

country flag Carla M Zamperetti wrote:

La spiegazione dice di cominciare montando 86 m,poi di lavorare il diagramma 1 che è di 12 m,quindi le m dovrebbero essere 84...

12.01.2017 - 09:20

DROPS Design answered:

Buongiorno Carla. Il numero di maglie indicato è corretto. Il diagramma A1 di fatto si lavora su un numero di maglie multiplo di 2. Inoltre con 86 maglie, si imposta correttamente la successiva lavorazione dei diagrammi A.2, A.3 e A.4. Buon lavoro!

12.01.2017 - 09:29

country flag Dana Denney wrote:

Are the charts worked from the bottom up or top down? Thanks! Dana

04.01.2016 - 23:57

DROPS Design answered:

Dear Mrs Denney, start reading diagrams at the bottom corner on the right side towards the left from RS and from the left towards the right from WS. Read more about diagrams here. Happy knitting!

05.01.2016 - 09:15

country flag Evelyne wrote:

Bonjour, je voudrais utiliser la laine alpaga en double. Pouvez-vous me dire combien il me faudra de laine et avec quelles aiguilles. MErci

20.10.2015 - 19:10

DROPS Design answered:

Bonjour Evelyne, 2 fils groupe A = 1 fil groupe C, vous pouvez donc tricoter avec 2 fils Alpaca et les mêmes aiguilles pour obtenir le bon échantillon (ajustez si nécessaire). Vous trouverez ici les informations nécessaires sur les alternatives et les calculs. Bon tricot!

21.10.2015 - 09:20