DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.09€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

The First Noel

Gebreide trappelzak voor baby en kinderen in DROPS Snow. Het werk wordt gebreid met capuchon en pompons. Maat 1 maand - 4 jaar. Thema: Kerst.

DROPS Extra 0-1052
DROPS design: Model nr. ee-020-by
Garengroep E of C en C
-----------------------------------------------------------
Maat: 1/3 – 6/9 – 12/18 maanden (2 – 3/4) jaar
Maat in cm: 50/56 - 62/68 - 74/80 (86/92 - 98/104)
Materiaal:
DROPS SNOW van Garnstudio
500-550-600 (650-750) gr. kleur nr. 56, kerstrood
50 gr voor alle maten in kleur nr. 01, naturel

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 8 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 11 st x 15 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS HARTJESKNOOP, NR. 553: 5-5-5 (5-6) stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.09€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

OPENING VOOR DE RIEM VAN HET AUTOSTOELTJE:
U kunt een opening maken aan de voor- en achterkant voor de riem van een autostoeltje.
Maak de eerste opening op het achterpand bij een hoogte van ongeveer 16-20-23 (28-33) cm (of de gewenste hoogte) en kant de middelste 4 st op de nld af.
Zet in de volgende nld 4 nieuwe st op boven de afgekante st en ga verder als hiervoor.
Herhaal op het voorpand bij een hoogte vanaf de schouder van 42-47-52 (58-59) cm.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies.
1 knoopsgat = kant de derde st vanaf middenvoor af en zet 1 nieuwe st op boven de afgekante st in de volgende nld.
Maak knoopsgaten als de voorbies meet:
MAAT 1/3 maanden: 1, 6, 10, 14 en 19 cm
MAAT 6/9 maanden: 1, 5, 10, 15 en 20 cm
MAAT 12/18 maanden: 1, 6, 11, 16 en 21 cm
MAAT 2 jaar: 1, 7, 12, 17 en 22 cm
MAAT 3/4 jaar: 1, 6, 10, 14, 18 en 23 cm.
----------------------------------------------------------

TRAPPELZAK:
Brei de zak uit een stuk – begin aan de onderkant van het achterpand, zet st op voor de mouw, minder voor de hals en eindig aan de onderkant van het voorpand. Brei heen en weer op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen. Indien gewenst kunt u een OPENING VOOR DE RIEM VAN HET AUTOSTOELTJE maken - zie uitleg boven.

ACHTERPAND:
Zet 36-40-44 (46-50) st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met rondbreinld 8 mm en kerstrood. Brei 3 ribbels in ribbelst - ZIE UITLEG BOVEN. Ga verder in tricotst tot het werk 37-45-52 (62-67) cm meet – minder TEGELIJKERTIJD in de laatste nld 4 st gelijkmatig = 32-36-40 (42-46) st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Brei 3 ribbels over alle st en ga dan verder in tricotst. Zet bij een hoogte van 46-54-61 (71-76) cm nieuwe st op aan elke kant voor de mouwen. Zet st op aan het einde van elke nld: 1 keer 4 st, 1-1-1 (2-2) keer 5 st en 1 keer 9-10-12 (12-16) st = 68-74-82 (94-106) st. Brei de nieuwe st in tricotst. LET OP! Brei als alle nieuwe st zijn opgezet de buitenste 3 st aan elke kant (= onderkant mouw) in ribbelst.
Ga bij een hoogte van 54-63-71 (82-88) cm verder als volgt: 3 st in ribbelst, 19-22-25 (31-37) st in tricotst, 24-24-26 (26-26) st in ribbelst (= hals op het achterpand), 19-22-25 (31-37) st in tricotst, 3 st in ribbelst. Brei tot er 3 ribbels zijn op de st voor de hals op het achterpand en kant dan de middelste 12-12-14 (14-14) st af. Brei elke kant apart verder. Zet de st van de rechterkant op een hulpdraad.

LINKERVOORPAND:
= 28-31-34 (40-46) st.
Ga verder in tricotst met 6 st in ribbelst langs de hals en 3 st in ribbelst aan de onderkant van de mouw. Plaats bij een hoogte van 58-67-75 (86-92) cm 1 markeerder = bovenkant van de schouder - MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Brei als hiervoor. Meerder bij een hoogte van 1-1-2 (2-2) cm 1 st langs de hals in de volgende nld aan de goede kant naast 6 st in ribbelst - zie TIP VOOR HET MEERDEREN. Brei 1 nld aan de verkeerde kant en herhaal dit meerderen in de volgende nld aan de goede kant. Brei 1 nld aan de verkeerde kant en zet aan het einde van deze nld 7-7-8 (8-8) nieuwe st op middenvoor = 37-40-44 (50-56) st. Brei 1 ribbel in ribbelst over de 7-7-8 (8-8) nieuwe st, brei de andere st als hiervoor. Brei dan in tricotst met 6 st in ribbelst middenvoor (= voorbies) en 3 st in ribbelst aan de onderkant van de mouw. Kant bij een hoogte van 8-9-10 (11-12) cm de mouw st af aan het begin van elke naald aan elke kant als volgt: 1 keer 9-10-12 (12-16) st, 1-1-1 (2-2) keer 5 st en 1 keer 4 st = 19-21-23 (24-26) st. Ga verder in tricotst met 6 voorbies st tot het werk ongeveer 18-19-20 (21-22) cm meet (vouw het werk dubbel bij de markeerder op de schouder en zorg dat er evenveel nld in tricotst zijn gebreid op achterpand en voorpand) – pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is. Brei 3 ribbels in ribbelst over alle st. Brei 2 nld en ga verder in tricotst met de voorbies st in ribbelst – meerder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld 2 st gelijkmatig (meerder niet over de voorbies) = 21-23-25 (26-28) st. Zet de st op een hulpdraad.

RECHTERVOORPAND:
Zet de st van de hulpdraad terug op de nld (= 28-31-34 (40-46) st) en brei als het linkervoorpand maar in spiegelbeeld.
Zet dan de st van het linkervoorpand op dezelfde nld = 42-46-50 (52-56) st. Brei in de volgende nld (= goede kant) de voorbies st samen als volgt: Brei in tricotst over de eerste 15-17-19 (20-22) st, zet 6 voorbies st van het rechtervoorpand op een kabelnld en houd deze voor het werk, * brei 1 st van de kabelnld r samen met 1 st van de linkervoorbies *, herhaal van *-* 6 keer = 6 st geminderd, brei dan in tricotst de rest van de nld = 36-40-44 (46-50) st. Ga verder in tricotst over alle st. Brei tot een hoogte van ongeveer 55-64-72 (83-89) cm (vouw het werk dubbel bij de markeerder op de schouder en zorg voorpand en achterpand even lang zijn, zonder de 3 onderste ribbels op het achterpand). Brei 3 ribbels over alle st. Kant losjes alle st af.

AFWERKING:
Vouw het werk dubbel bij de schouder en naai de zijnaden en de onderarmnaden samen naast de kantsteken. Naai de opzetrand van het achterpand aan de afkantrand van het voorpand – naai met de zijkanten tegen elkaar om een dikke naad te voorkomen. Naai de knopen op het linkervoorpand.

CAPUCHON:
Neem 37-39-41 (45-47) st op met Kerstrood en rondbreinld 8 mm langs de hals (begin middenvoor en neem st op in de buitenste lusjes van de kant st aan de goede kant). Brei in ribbelst heen en weer op de nld tot de capuchon 18-20-22 (24-26) cm meet. Kant losjes alle st af.
Naai de capuchon samen met de zijkanten tegen elkaar aan de bovenkant.

POMPONS EN STRIKBAND:
Maak 2 kleine pompons in naturel met een diameter van ongeveer 6 cm en 1 grote pompon met een diameter van 8 cm. Maak de pompons niet te compact. Knip 1 draad van ongeveer 1 m, vouw dubbel en draai tot een koordje. Naai deze strikband aan een kleine pompon en naai het andere uiteinde aan de voorbies, maar rijg het uiteinde eerst door een paar st. Maak op dezelfde manier nog een koord en naai dit met pompon aan de andere voorbies. Naai de grote pompon aan de bovenkant van de capuchon.

Vouw de mouwen om indien nodig.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-1052

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (32)

country flag Grace wrote:

Jet holder på å strikker oppskriften som pose til bilsete, men klarer ikke å forstå om det skal lages hull til setebeltet på begge forstykkene eller bare på høyre side.? Så forstår jeg heller ikke hvordan jeg evt skal måle 47 cm fra skulderen for å lage hullet til beltet. Dette må jo måles fra venstre side som jeg allerede har strikket ferdig, eller måljeger rekke opp igjen .? Dette burde vært bedre beskrevet i oppskriften syns jeg.

03.04.2020 - 23:52

DROPS Design answered:

Du strikker kjøreposen i et stykke. Du starter med bakstykket, fell av til det første hullet til setebelte på bakstykket når arbeidet måler ca 16-20-23 (28-33) cm. Nå strikkes det videre oppover, det legges ut til ermene, erme strikkes ferdig, det felles til ermene, strikk til riktig mål og fell til hals, nå settes maskene i høyre side på 1 tråd og venstre forstykke strikkes. Her settes det et merke du skal måle fra når du skal lage hull til setebelte på forstykket. Det 2. hullet til setebeltet lages når venstre og høyre forstykket er satt sammen og arbeidet målt fra skulderen er 42-47-52 (58-59) cm. God Fornøyelsen!

17.04.2020 - 12:06

country flag Sarah wrote:

När rändern med rätstickning är gjorda på framstyckena så ska båda framstyckena sättas på samma sticka. Innebär det att man stickar ihop dessa stycken från och med där? Jag har ju bara hunnit göra 3 knapphål fram till dess och det blir ju väldigt kort öppning eftersom arbetet endast mäter ca 22 cm. Ska man sticka slätstickning på varje framstycke, var för sig tills alla knapphål är gjorda? Detta framgår inte i beskrivningen.

22.04.2019 - 22:22

DROPS Design answered:

Hej, jo höger och vänster framst stickas ihop, men du hinner göra alla knapphål innan dess (sista knapphål görs då framkanten mäter 19-20-21-22-23 cm.

23.04.2019 - 14:28

country flag Marie-Josée Bédard wrote:

J'aimerais trouver un nid d'ange facile à faire et le patron gratuit

11.02.2019 - 00:55

DROPS Design answered:

Chere Marie-Josee, cliquez sur ce lien: https://www.garnstudio.com/search.php?action=search&w=nid+d%27ange&mt=0&c=0&k=0&y=0&yg=0&lang=fr. Bon tricot!

11.02.2019 - 06:53

country flag Jackie Weatherall wrote:

Do you add the 7 stitches at the end of rowr or after the band

31.05.2018 - 19:18

DROPS Design answered:

Dear Mrs Weatherall, on left front piece, you cast on 7 sts at the end of a row from WS (= towards mid front) = after the 6 sts in garter st. Happy knitting!

01.06.2018 - 09:08

country flag Loredana wrote:

Buongiorno, che tecnica posso utilizzare per cucire i fianchi? Grazie Loredana

06.10.2017 - 10:25

DROPS Design answered:

Buongiorno Loredana. Può cucire i fianchi seguendo le indicazioni del video che le alleghiamo. Buon lavoro!

06.10.2017 - 10:41

country flag Loredana wrote:

Buongiorno! Vorrei realizzare questo modello....l'unico dubbio mi viene dal filato utilizzato. Non rilascia troppi peletti? Eventualmente come sostituirlo? Grazie Loredana

16.08.2017 - 10:43

DROPS Design answered:

Buongiorno Loredana. Può usare un altro filato del gruppo filato E oppure un filato del gruppo filato C messo doppio. Può per esempio valutare di usare Big Merino messa doppia. Verifichi sempre di ottenere lo stesso campione indicato nel modello. Buon lavoro!

16.08.2017 - 11:18

country flag Nancy wrote:

Beste, Bij de linkervoorpand worden 8 nieuwe steken opgezet. Worden die steken later als de 6 ribbelsteken van de voorbies gebreid

22.12.2016 - 10:53

DROPS Design answered:

Hoi Nancy. Ja, klopt.

22.12.2016 - 14:25

country flag Judy wrote:

When picking up the 37 stitches for the hood do you pick up the the stitches along the two front bands? Or start picking them after the band and include the stitches on the other band? Or don't pick up stitches on any of the two front bands?

26.11.2016 - 04:41

DROPS Design answered:

Dear Judy, sts for hood are picked up over the front band sts on each side + around whole neckline. Happy knitting!

28.11.2016 - 09:04

country flag Miriam wrote:

Dobry den, prosim Vas, nerozumiem navodu v casti lavy predny diel. A to od "upleteme rubovou radu a pak nahodime na konci rady (smerem k okraji predniho dilu) 7 novych ok = 37 ok. Nad temito 7 novymi oky upleteme 1 vroubek, ostatni oka plezeme jako dosud. Pokracujeme licovym zerzejem pricemz 6 ok legy a 3 oka lemu rukavu pleteme stale vroubkem." - mozete mi vysvetlit na ktoru stranu pleteniny pridam 7 ok a ako tych 7 ok dalej pletiem - akym vzorom? Nejak mi to nesedi. :-)

12.10.2016 - 18:32

Henriette Sørensen wrote:

Hi, I'm going to knit this model in a few days, and I'm curios as to how the baby actually gets into the suit. The drawning doesn't seem to show it. Where and how do the baby enter?

31.05.2016 - 14:07

DROPS Design answered:

Dear Mrs Sørensen, there are front band edges on each front pieces with buttons/buttonholes to close the bunting bag. Happy knnitting!

31.05.2016 - 15:10