DROPS Bomull-Lin
DROPS Bomull-Lin
53% katoen, 47% linnen
vanaf 3.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Amanda Cardigan

Gebreid DROPS vest met kantpatroon en raglan van "Bomull-Lin" of "Paris". Maat: S - XXXL.

DROPS 153-35
DROPS design: Model nr. l-127
Garengroep C
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BOMULL-LIN van Garnstudio
350-400-450-500-550-600 gr. kleur nr. 03, lichtbeige
Of: DROPS PARIS van Garnstudio
350-400-450-500-550-600 gr. kleur nr. 26, donkerbeige

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (40 en 80 cm) 5.5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 16 st x 20 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (60 cm) 4.5 mm - voor de rand in ribbelst.
DROPS HOUTEN KNOOP KOKOS, NR. 516: 5-5-6-6-6-6 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Bomull-Lin
DROPS Bomull-Lin
53% katoen, 47% linnen
vanaf 3.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

STRUCTUURPATROON:
* 1 st r, 1 st av *, herhaal van *-*.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte op rondbreinld):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

TIP VOOR HET MINDEREN 1:
Minder 1 st op het voorpand/achterpand en 1 st aan elke kant van de mouw als volgt:
Begin 5 st voor de 1e, 3e, 5e en 7e markeerder: 3 st r samen, 2 omsl, 2 st gedraaid r samen, (1e, 3e, 5e en 7e markeerder), 1 st r, (2e, 4e, 6e en 8e markeerder), 2 st r samen, 2 omsl, 3 st r samen.
Brei in de volgende nld de 2 omsl als volgt: brei de 1e omsl recht en brei de 2e omsl gedraaid recht (dus brei achter in de lus)

Minder 1 st op het voorpand/achterpand en 2 st aan elke kant van de mouw als volgt:
Begin 5 st voor de 1e en 5e markeerder: 3 st r samen, 2 omsl, 2 st gedraaid r samen, (1e en 5e markeerder), 1 st r, (2e en 6e markeerder), 2 st r samen, 2 omsl, 4 st r samen, brei dan als hiervoor tot er 6 st over voor zijn voor de 3e en 7e markeerder: 4 st r samen, 2 omsl, 2 st gedraaid r samen, (3e en 7e markeerder), 1 st r, (4e en 8e markeerder), 2 st r samen, 2 omsl, 3 st r samen.
Brei in de volgende nld de 2 omsl als volgt: brei de 1e omsl recht en brei de 2e omsl gedraaid recht (dus brei achter in de lus)

TIP VOOR HET MINDEREN 2:
Minder naast 5 voorbies st aan elke kant. Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder na 5 voorbies st als volgt: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
Minder als volgt voor 5 voorbies st: 2 st r samen.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = Brei de tweede en derde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 3, 12, 21, 30 en 39 cm
MAAT M: 5, 14, 23, 32 en 41 cm
MAAT L: 7, 14, 21, 28, 35 en 42 cm.
MAAT XL: 9, 16, 23, 30, 37 en 44 cm.
MAAT XXL: 5, 13, 21, 29, 37 en 45 cm.
MAAT XXXL: 7, 15, 23, 31, 39 en 47 cm.
----------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 138-150-162-178-194-214 st op (incl. 5 voorbies st aan elke kant) op rondbreinld 4.5 mm met Bomull-Lin. Brei 3 cm in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 5.5 mm. Brei dan in tricotst met 5 st in ribbelst (= voorbies st) aan elke kant van het werk. DENK OM DE KNOOPSGATEN! Kant bij een hoogte van 38-37-37-38-39-40 cm af voor de armsgaten aan de goede kant als volgt: brei 5 voorbies st in ribbelst, 28-31-34-37-41-46 st in tricotst, kant de volgende 8-8-8-10-10-10 st af, tricotst over de volgende 56-62-68-74-82-92 st, kant de volgende 8-8-8-10-10-10 st af, tricotst over de volgende 28-31-34-37-41-46 st, eindig met 5 st in ribbelst (= voorbies) = 122-134-146-158-174-194 st over op de nld. Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet 85-87-91-93-97-101 st op met rondbreinld 4.5 mm en Bomull-Lin. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 5.5 mm. Ga dan verder en brei tot het werk klaar is als volgt: 1 nld in tricotst, 1 nld in STRUCTUURPATROON – zie uitleg boven; herhaal deze 2 nld tot het werk klaar is. Plaats bij een hoogte van 4 cm 1 markeerder aan het begin van de nld = midden onder de mouw. Kant in de volgende nld 8-8-8-10-10-10 st af midden onder de mouw (dus 4-4-4-5-5-5 st aan elke kant van de markeerder) = 77-79-83-83-87-91 st. Laat het werk rusten en brei nog een mouw.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het lijf waar afgekant is voor de armsgaten = 276-292-312-324-348-376 st. Plaats nu 8 markeerders in het werk aan de goede kant als volgt: brei 5 st in ribbelst (= voorbies), 27-30-33-36-40-45 st r, plaats 1e markeerder, 1 st r, plaats 2e markeerder, 77-79-83-83-87-91 st in structuurpatroon als hiervoor (= mouw), plaats 3e markeerder, 1 st r, plaats 4e markeerder, 54-60-66-72-80-90 st r, plaats 5e markeerder, 1 st r, plaats 6e markeerder, 77-79-83-83-87-91 st in structuurpatroon als hiervoor (= mouw), plaats 7e markeerder, 1 st r, plaats 8e markeerder, 27-30-33-36-40-45 st r en eindig met 5 st in ribbelst (= voorbies). Ga verder als hiervoor in ribbelst, tricotst en structuurpatroon en minder TEGELIJKERTIJD voor de raglan – lees TIP VOOR HET MINDEREN 1. Het minderen is verschillende op de mouwen en voorpanden en achterpand.
OP DE MOUW:
Minder aan elke kant van de mouw elke nld aan de goede kant 17-12-13-15-16-16 keer 1 st, dan 11-9-9-8-8-9 keer 2 st.
OP VOORPANDEN EN ACHTERPAND:
Minder elke nld aan de goede kant 18-21-22-23-24-25 keer 1 st. DENK OM DE KNOOPSGATEN!
Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 40-42-43-45-46-48 cm (pas zo aan dat er ongeveer 2 nld zijn gebreid na het laatste knoopsgat op de rechter voorbies) verkorte toeren over de voorbiezen als volgt (begin aan de goede kant): brei 5 voorbies st r, keer het werk, trek de draad aan en brei terug, keer het werk en brei als hiervoor over alle st, keer het werk, brei 5 voorbies st r, keer en brei de teruggaande nld, keer het werk. Brei dan heen en weer over alle st als hiervoor en minder TEGELIJKERTIJD in de 1e nld aan de goede kant 1 st aan elke kant middenvoor voor de V-hals – LEES TIP VOOR HET MINDEREN 2. Herhaal dit minderen elke nld aan de goede kant 12-12-14-14-15-15 keer (het is geen probleem als de minderingen voor de hals de minderingen voor de raglan overlappen). Als alle minderingen gedaan zijn, staan er nog ongeveer 64-64-72-80-94-110 st op de nld. Brei TEGELIJKERTIJD na de laatste nld met minderingen voor de raglan de volgende 2 nld als volgt (begin aan de verkeerde kant): brei 5 voorbies st als hiervoor, zet ze op een hulpdraad en brei de rest van de nld, keer het werk, brei 5 voorbies st als hiervoor, zet ze op een hulpdraad en brei de rest van de nld = ongeveer 54-54-62-70-84-100 st op de nld.
Brei 1 nld av aan de verkeerde kant en minder TEGELIJKERTIJD 6-6-10-18-30-46 st gelijkmatig = ongeveer 48-48-52-52-54-54 st over op de nld. Kant alle st af.

VOORBIES en HALSRAND:
Zet de 5 voorbies st van de hulpdraad op de rechtervoorbies terug op de nld 5.5 mm. Ga verder in ribbelst heen en weer over deze 5 st. Brei tot de halsrand ongeveer 9-11 cm meet vanaf waar de st terug op de nld zijn gezet (leg de halsrand langs de hals tot middenachter op het vest, kijk of de rand lang genoeg is terwijl u hem licht uitrekt) en kant dan alle st af. Herhaal langs de linkervoorbies. Naai de naad van de biezen aan elkaar middenachter naast de afkantrand (zorg dat de naad aan de verkeerde kant van het vest komt). Naai de halsrand langs de hals naast de kant st op het achterpand zodat de rand netjes tegen de hals aanligt.
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen aan.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 153-35

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (41)

country flag Ewa Johansson wrote:

Förstår inte Minskningstips 1. Det finns ju två varianter. Hur ska man använda de? Kommer inte vidare.

14.04.2024 - 09:26

DROPS Design answered:

Hei Ewa. Det er forklart i oppskriften når og hvor Minskningstips skal brukes. Det andre under Minskningstips-1 finner du midt i avsnittet under OK (PÅ ÄRMEN: Minska i varje sida av ärmen på varje v från rätsidan 1 m 7-12-13-15-16-16 ggr, sedan 2 m 11-9-9-8-8-9 ggr.). mvh DROPS Design

15.04.2024 - 13:55

country flag Lieve Verbeeck wrote:

Kan ik de mouwen apart breien? en ze niet samen op de rondbreinaald zetten van het lijf? Dat lijkt me makkelijker?

11.04.2024 - 14:31

DROPS Design answered:

Dag Lieve,

Dan zou je de mouwen en de panden bij de raglanlijn aan elkaar moeten zetten en achteraf de biezen eraan moeten breien. Het is denk ik makkelijker om ze in een keer te breien, dan heb je ook geen naden bij de raglanlijnen.

11.04.2024 - 20:24

country flag Inés Arenas wrote:

Me estoy encontrando con problemas para saber como debo hacer el canes y el menguado. No entiendo la explicación, creo que no está bien explicado y además como no hay foto de la espalda no se si también tengo que menguar. Sería muy aclaratorio tener la foto de la espalda y especificar más el inicio de los menguado. Me resulta bast1nte incomprensible. Me pueden ayudar en todo esto?. Muchas gracias por su atención. Soy una asidua de su web que me encanta.

01.06.2023 - 12:27

DROPS Design answered:

Hola Inés, no tenemos más fotos que las que están online. Para las disminuciones del canesú, ten en cuenta el TIP-1 PARA LAS DISMINUCIONES. Las disminuciones se trabajan tanto en la espalda como en el delantero a no ser que se indique que sólo se trabaja en el centro del delantero. El TIP-1 te indica dónde se sitúan las disminuciones, tanto cuando disminuyes 1 pt en cada pieza como cuando disminuyes 1 pt en la espalda y el delantero y 2 pts en las mangas. Posteriormente usarás el TIP-2 PARA LAS DISMINUCIONES para disminuir en el escote del delantero.

04.06.2023 - 19:35

country flag Marguerite wrote:

After the last buttonhole plus two rows, the pattern calls for knitting short rows. Instructions for the next two rows: first row (RS) work short row and then work to end of piece then turn piece and on this row (WS) work second short row then work to end of row. Is this a correct interpretation of how to work the short rows and is this the end of doing short rows? Thank you.

13.06.2022 - 05:14

DROPS Design answered:

Dear Marguerite, correct, the short rows will be worked that way on both sides of the jacket, and this will be worked only one time, ie don't repeat these short rows. Happy knitting!

13.06.2022 - 11:33

country flag Paola wrote:

Non riesco a capire le spiegazioni riguardanti il SUGGERIMENTO PER LE DIMINUZIONI 1: quando devo seguire le indicazioni: “Diminuire 1 m sul davanti/dietro e 1 m a ogni lato della manica come segue: Iniziare 5 m prima del 1°, 3°, 5° e 7° segnapunti: ..... e quando devo seguire le indicazioni: “Diminuire 1 m sul davanti/dietro e 2 m a ogni lato della manica come segue: Iniziare 5 m prima del 1° e 5° segnapunti: …. Non riesco a capire questa differenza

07.09.2021 - 15:59

DROPS Design answered:

Buonasera Paola, nel testo è indicato quando diminuire 1 maglia a ogni lato della manica e quando diminuire 2 maglie. Buon lavoro!

11.09.2021 - 00:30

country flag Suzy wrote:

Bonjour et merci pour ce modèle sympathique pour l'été. Par contre je ne comprends pas l'explication du point structuré, 1m endroit 1m envers ça donne des côtes et ce n'est pas ce que montre le modèle. J'ai oublié une boutonnière, l'avant dernière, avez-vous une astuce pour ne pas défaire plusieurs rangs ?

08.07.2021 - 10:07

DROPS Design answered:

Bonjour Suzy, vous pouvez essayer de défaire juste ces quelques mailles sur le nombre de rangs concernés et ne retricoter ainsi que les mailles de la bordure devant. Le point texturé consiste en des côtes 1 maille jersey, 1 maille point mousse (tricoté en rond, au début des manches, vous allez tricoter: 1 tour endroit (= jersey), 1 tour en alternant 1 m end/1 m env.). Bon tricot!

08.07.2021 - 13:33

country flag Lena wrote:

Jag har börjat på oket och läser att jag följa Minskningstips 1. Där är det två stycken med två olika minskninstips. Hur gör jag här? Följer jag det första stycket och sen det andra...och sen? Eller hur gör jag? Sen funderar jag på varvet efter minskningen. Jag gör miskningar på rätsidan och sen stickas omslagen i rätstickning på avigsidan. Har jag förstått det rätt.

18.02.2021 - 18:18

country flag Gail Gomez wrote:

I'm getting ready to knit the Yoke. The body finished on the RS. Should I just P to bound off region and slip the sleeve on that area? Then?? Do I K(in pattern) around the sleeve at this time and then on the next row across insert the markers? I've already taken this apart once. Thanks in advance.

21.01.2021 - 23:10

DROPS Design answered:

Hi Gail, You place the sleeves on the same needle as the body, without working the stitches - where you cast off stitches for the armholes. Then you begin the first row from the right side and insert the markers, in the transitions between the sleeves and the body as you go. You are working both stocking stitch and textured pattern as before on this row. Hope this helps and happy knitting!

22.01.2021 - 07:58

country flag Bibiana Benvenuto wrote:

I would like to knit this pattern, instead of short sleeve I like to finish it with long sleeves . Could you help me? I’m using Bomuli yarn. Thank you.

20.01.2021 - 23:48

DROPS Design answered:

Dear Mrs Benvenuto, you can take inspiration from our pattern for raglan and long sleeves with the same tension. Happy knitting!

21.01.2021 - 08:07

country flag Christine wrote:

Hej! Jag kan inte lista ut hur jag ska sätta markeringarna på oket:\r\nSticka 5rm och sedan 27m markera och sticka 1r\r\nVilken ska markeras och vilken ska stickas rät varvet ut?

16.08.2018 - 15:44

DROPS Design answered:

Hej, du ska sticka så här: 5 maskor rätstickning, 27 maskor slätstickning, sedan sätter du märket mellan 2 maskor, stickar 1 rät maska och sätter följande märke mellan 2 maskor, osv.

20.08.2018 - 17:53