DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.28€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS Baby 11-17
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 - 24 mnd
Maat in cm: 50/56 - 62/68 - 74/80 - 86/92
Materialen: DROPS Safran van Garnstudio
Vestje:
150-150-200-200 gr nr. 18, naturel.
DROPS parelmoeren knopen, nr. 521: 5 stk.
Het hele setje:
200-250-250-300 gr nr. 18, naturel.

DROPS Rond- en sokkenbreinld 2.5 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
Mutsje + Sokken: zijdebandje: ca 180 cm naturel.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.28€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Stekenverhouding: LET OP! De breinld nr. is een advies!
25 st x 34 nld op breinld 2.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer): alle naalden recht breien.
Ribbelst (in het rond): 1 nld r, 1 nld av.

Motief: zie de teltekeningen M.1 en M.2. De teltekeningen geven het motief weer op de goede kant (buitenkant). 1 herhaling van M.1 = ca 3 cm hoog.

Knoopsgat: kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies. 1 knoopsgat = kant de 3e en 4e st vanaf de kant af. Zet in de volgende nld hierboven 2 nieuwe st op.
Kant af voor de knoopsgaten bij:
NB: Kant af voor het laatste knoopsgat als er nog 2 nld ribbelst gebreid moeten worden.
Maat 1/3 mnd: 5, 10, 15, 20 en 25 cm.
Maat 6/9 mnd: 6, 11, 16, 21 en 26 cm.
Maat 12/18 mnd: 6, 12, 18, 24 en 30 cm.
Maat 24 mnd: 6, 13, 20, 27 en 34 cm.

VESTJE:

Achter- en voorpand: Het vestje wordt heen en weer gebreid met de rondbreinld vanaf het middenvoor naar middenvoor. Zet met rondbreinld 2.5 mm en 2 draden Safran 131-143-167-179 st op (incl. 5 kantst aan weerskanten). Haal de ene draad weg en brei teltekening M.1 (1e nld = goede kant), en blijf de 5 kantst voor de knoopbies steeds in ribbelst breien. Vergeet niet de knoopsgaten in de rechter knoopbies te maken – zie beschrijving hierboven. Brei bij een hoogte van ca 15-15-18-21 cm – d.w.z. na 1 volledige herhaling van teltekening M.1 – de volgende goede kant als volgt: 30-33-39-42 st = rechter voorpand, kant 8 st af voor het armsgat, brei 55-61-73-79 st = achterpand, kant 8 st af voor het armsgat brei 30-33-39-42 st = linker voorpand. Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouwen: zet met breinld 2.5 mm en 1 draad Safran 38-50-50-50 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten). Brei 8 nld ribbelst (1e nld = goede kant), en brei vervolgens door volgens teltekening M.1. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 4 cm 6-3-5-6 x 1 st aan weerskanten in elke 7e-15e-10e-11e nld = 50-56-60-62 st – brei de gemeerderde st in ribbelst in de 4 eerste nld van teltekening M.1, en brei ze vervolgens in tricotst in de volgende 8 nld van de teltekening. Kant bij een hoogte van ca 16-16-19-22 cm – d.w.z. na 1 volledige herhaling van teltekening M.1 -5 st af voor de armsgaten aan weerskanten = 40-46-50-52 st over op de nld. Leg het werk terzijde en brei nog een mouw.

Pas: zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het achter- en de voorpanden, boven de afgekante st voor de armsgaten = in totaal 195-219-251-267 st. Brei teltekening M.2 – en minder tegelijkertijd in de 1e nld, gelijkmatig verdeeld 19 st. LET OP: minder niet tussen de st van de knoopbiezen = 176-200-232-248 st. Minder tegelijkertijd in de 9e nld van teltekening M.2, gelijkmatig verdeeld 12-14-18-22 st = 164-186-214-226 st. Vergeet niet het knoopsgat in de knoopbies! Brei na teltekening M.2 door in ribbelst – en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 8-9-10-11 x 11-11-12-12 st in elke 4e nld = 76-87-94-94 st resteren op de breinld. Minder bij een hoogte van 25-26-30-34 cm, gelijkmatig verdeeld 18-19-24-16 st = 58-68-70-78 st.

Afwerken: Halsbies: brei de bies over alle st – incl. de kantst – . Brei 3 nld tricotst, en brei vervolgens de volgende nld op de goede kant als volgt : *2 st r sam.br, 1 omsl*, herhaal steeds *-* en sluit af met 2 r. Brei hierna nog 3 nld tricotst en kant vervolgens alle st af. Vouw de bies om naar binnen en zet hem vast.
Sluit de mouwnaden en de openingen onder de mouwen. Naai de knopen op de linker voorbies.




SOKKEN:

Voetlengte: 10-11-12-14 cm.

Sok: de sok wordt heen en weer gebreid vanaf het middenachter. Zet met breinld 2.5 mm 50-52-54-56 st op met 2 draden Safran. Neem de ene draad weg en brei teltekening M.1 (1e nld = goede kant) met 1-2-3-4 st tricotst aan weerskanten. Brei teltekening M.1 2 keer in de hoogte (= ca 6 cm). Brei door in tricotst en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 16-14-16-14 st in deze nld = 34-38-38-42 st. Brei de volgende nld op de goede kant als volgt: 1 r, *2 st r sam.br, 1 omsl*, herhaal steeds *-*, en sluit af met 1 r. Brei daarna 1 nld av op de verkeerde kant. Zet de 12-13-13-15 st aan weerskanten op 1 draad (of st houder) en brei 4 - 4,5 - 5,5 - 6,5 cm ribbelst op de middelste 10-12-12-12 st. Zet vervolgens de st van de draad terug op de breinld en neem vervolgens 10-11-13-16 st op aan weerskanten van het middenstukje = 54-60-64-74 st op de breinld. Brei 3-4-5-5 cm ribbelst over alle st en kant tegelijkertijd na 1,5-2-2,5-3 cm af in elke 2e nld als volgt tot de sok helemaal af is: kant 1 st af aan het begin en aan het eind van de nld, en brei tegelijkertijd 2 st r samen aan weerskanten van de 2 middelste st. Kant de overige st af en sluit de naad onder de voet en op het middenachter in de buitenste st, zodat de naad niet te dik wordt. Rijg 1 satijnlintje met een lengte van ca 50 cm door de gaatjes in de sok.




MUTSJE:

Hoofdomtrek: ca 41-44-47-50 cm.

Mutsje: zet met breinld 2.5 mm en 1 draad Safran 72-78-86-92 st op en brei ribbelst. Kant bij een hoogte van 10-11-12-13 cm 24-26-28-30 st af aan weerskanten. Brei door in ribbelst over de middelste 24-26-30-32 st tot een hoogte van 20-22-24-26 cm, kant vervolgens de st af. Naai het middenstukje vast aan de zijstukken. Neem dan 72-78-86-92 st op (op de verkeerde kant) langs de voorkant van het mutsje: Brei teltekening M.1 (met 1 kantst aan weerskanten in ribbelst) zodat de goede kant op de buitenkant komt als dit stukje naar buiten wordt omgeslagen. Meerder/minder tegelijkertijd in de 1e nld naar 75-75-87-99 st. Brei na 2 herhalingen van teltekening M.1, 4 nld ribbelst en kant dan af met 2 draden. Vouw het kantje over het mutsje naar buiten en zet het vast aan de onderkant met mooie kleine steken. Neem vervolgens met breinld 2.5 mm ca 74 tot 98 st op (op de goede kant) aan de onderkant van het mutsje ( deelbaar door 4+2). Brei 1 nld av op verkeerde kant en brei vervolgens teltekening M.2 met 2 kantst in ribbelst aan weerskanten, brei de gaatjesrand (= 7e nld van teltekening M.2) als volgt: 2 ribbelst, *2 st r sam.br, 1 omsl, 2 r*, herhaal steeds *-*, en sluit af met 2 st r sam.br, 1 omsl en 2 ribbelst. Kant na teltekening M.2 de st af. Rijg 1 satijnlintje met een lengte van ca 80 cm door de gaatjes in het mutsje.

Telpatroon

symbols = r aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
symbols = av aan de goede kant, r aan de verkeerde kant
symbols = 1 omslag
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 11-17

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (25)

country flag Gabriele Weigang wrote:

Ich verstehe den Anschlag nicht bitte genauer . Ist neu für mich .Kann mir das bildlich nicht vorstellen von der mitte aus LG G.Weigang

29.01.2015 - 21:54

DROPS Design answered:

"von der Mitte vorne" bedeutet ab dem vorderen Rand, also ab dem Vorderteil. Die Reihe beginnt unten am rechten Vorderteil und endet am linken Vorderteil. Sie nehmen für den Anschlag 2 Fäden, d.h. Sie nehmen den Faden doppelt, dann schneiden Sie nach dem Anschlag den einen Faden ab und stricken nur noch normal einfädig weiter. Der Anschlag wird mit doppeltem Faden gemacht, damit der Anschlagrand etwas fester wird. Wenn Sie weitere Fragen haben, melden Sie sich einfach.

30.01.2015 - 08:28

country flag Inez Huizinga wrote:

Sorry voor de vorige vraag. Antwoord al gevonden!

11.01.2015 - 20:44

country flag Inez Huizinga wrote:

Hallo, Bij het telpatroon staat de uitleg in het Noors/Zweeds? Zou u dit kunnen vertalen?

11.01.2015 - 11:11

country flag Kate Holm wrote:

I str 3 mdr

26.03.2014 - 08:43

country flag Kate Holm wrote:

Der er enten 1 maske for meget eller fejl i diagrammet

26.03.2014 - 08:37

DROPS Design answered:

Hej Kate. Du tager 19 m ind i den förste pind = 176 masker. Du strikker M.2 over 166 masker (exclusief stolpemaskerne), dvs, du strikker 13 hele gentagelser af M.2 (= 156 m) og slutter af med 10 masker af M.2 - du strikker altsaa ikke de sidste to masker. De samme gaelder senere naar du tager ind igen (154 m = 12 hele gentagelser + 10 m af 13e gentagelse). God fornöjelse.

26.03.2014 - 12:23

country flag Tine wrote:

M1 løber over 12 m. Det stemmer ikke med maskeantallet. I øvrigt er det påfuglemønster/feather&fan, der normalt løber over et ulige antal (11-17-23). Den ene r imellem udtagningerne plejer man vist ikke at have, vel?

28.04.2012 - 11:22

DROPS Design answered:

M1 er 12 m, det ska vara sån. Du strikker 5 kantm og så gentar M1 til 6 m gjenstår på p, då strikker du 1.m i M.1 (så det blir likt i hver side mot stolpene), og avsluter med 5 kantm.

01.05.2012 - 00:42

country flag GARBACIAK wrote:

Bonjour, il est indiqué pour l'empiècement que lorsque M2 est terminé, il convient de continuer en jersey alors que sur la photo, on dirait du point mousse. Pouvez-vous m'indiquer ce qu'il en est ? D'avance merci! CG

13.04.2012 - 09:35

DROPS Design answered:

Bonjour Garbaciak, effectivement, on continue au point mousse, la correction a été faite, merci. Bon tricot !

13.04.2012 - 09:42

country flag Astrid Herrlin wrote:

Mönsterförklaring till diagrammet på BabyDROPS 11-17 Kofta . På svenska står det X= am på avigsidan, rm på avigsidan . Detta är väl inte rätt ?

19.03.2012 - 14:30

DROPS Design answered:

Hej, Då ligger det rätt text på diagrammet! Tack så mycket för hjälpen!

21.03.2012 - 14:10

country flag Drops Design wrote:

Hver gang du strikker diagrammet har du 4 indtagninger og 4 udtagninger: 1r, 2r sm, 2r sm, oms, r, oms, r, oms, r, oms, tag 1 løs af og løft over, tag 1 løs af og løft over.

23.01.2012 - 09:15

country flag Birgitte Frederiksen wrote:

Jeg kan ikke finde ud af mønsteret. Kommer der ikke hele tiden 2 masker ekstra på, når diagrammet følges? Jeg gør følgende: 1 r, 2 r sammen, slå om, 1 r, slå om, 1 r, slå om, 1 r, slå om, 1 r løs af, 1 r og den løse r over.

21.01.2012 - 09:52