DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Baby 11-10
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 - 24 mnd
Maat in cm: 50/56 - 62/68 - 74/80 - 86/92
Materialen: DROPS Muskat van Garnstudio
Vestje:
150-200-200-250 gr nr. 01, lichtblauw/paars.
Het hele setje:
250-300-300-350 gr nr. 01, lichtblauw/paars.

Vestje:
DROPS Rond- en sokkenbreinld 3 mm en 4 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
DROPS knopen nr. 620 (wit): 5 stk.
Mutsje en sokken:
DROPS Breinld 3 mm en 3,5 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
Zijdebandje: Ca 180 cm blauwpaars.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Steekverhouding:
Vestje: 21 st x 28 nld breinld 4 mm in tricotst = 10 x 10 cm.
Mutsje en sokken: 22 st x 30 nld op breinld 3.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en weer op de nld): 1e nld: r breien, 2e nld: r breien.

Motief: zie de teltekeningen M.1 t.o.m M.3

VESTJE:

Tips minderen (voor de raglanmouwen):
Er moeten 3 tricotst zitten tussen de minderingen voor de raglanmouwen, 1 van deze st is van het achter- of voorpand, en 2 van deze st zijn van de mouw. Alle minderingen komen op de goede kant (buitenkant).
Kant af na de 3 tricotst als volgt: 2 st r sam.br.
Kant af voor de 3 tricotst als volgt: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

Knoopsgat: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter knoopbies. 1 knoopsgat = kant de 3e st vanaf de kant af en maak 1 omsl boven deze afgekante st in de volgende nld. LET OP: maak ook 1 knoopsgat in de halsbies.
Kant af voor de knoopsgaten bij:
Maat 1/3 mnd: 4, 9, 14 en 19 cm.
Maat 6/9 mnd: 5, 10, 15 en 20 cm.
Maat 12/18 mnd: 5, 11, 16 en 22 cm.
Maat 24 mnd: 6, 12, 18 en 24 cm.

Achter- en voorpand: het vestje wordt heen en weer op de rondbreinld gebreid vanaf het middenvoor naar het middenvoor. Zet met rondbreinld 3 mm en Muskat 137-151-165-179 st op (incl. 4 kantst aan weerskanten). Brei teltekening M.1 met 4 kantst in ribbelst aan weerskanten. Denk aan de knoopsgaten! Wissel bij een hoogte van 3 cm naar breinld 4 mm, brei 1 nld r en minder in deze nld alle 4 av naar 3 av = 119-131-143-155 st. Brei teltekening M.2 zorg dat de r en av st van het patroon aansluiten (brei de kantst steeds in ribbelst). Brei bij een hoogte van 15-16-18-20 cm de volgende nld op de goede kant als volgt: 29-32-35-38 st = rechter voorpand, kant 6 st af voor het armsgat, brei 49-55-61-67 st = achterpand, kant 6 st af voor het armsgat, brei 29-32-35-38 st = linker voorpand. Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouwen: zet met breinld 3 mm en Muskat 38-38-44-44 st op en brei boordst als volgt: 1 kantst, 1 av, *3 r, 3 av*, herhaal steeds *-*, en sluit af met 3 r, 2 av en 1 kantst. Wissel bij 3 cm naar breinld 4 mm en brei door volgens teltekening M.2. Zorg ervoor dat r en av st op elkaar aansluiten. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 4 cm 3-5-4-5 x 1 st aan weerskanten in elke 10e-7e-10e-11e nld = 44-48-52-54 st – brei de gemeerderde st av. Kant bij een hoogte van 16-17-19-23 cm 4 st af aan weerskanten voor het armsgat = 36-40-44-46 st over op de nld. Leg het werk terzijde en brei nog 1 mouw.

Pas: zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de achter- en voorpanden, boven de afgekante st voor de armsgaten = in totaal 179-199-219-235 st. Plaats 1 merkdraad in elke overgang tussen de achter- en voorpanden en de mouwen = 4 merkdraden. Brei door in tricotst en 4 kantst in ribbelst aan weerskanten. Denk aan de knoopsgaten in het voorpand.
Raglan: 8 keer minderen per nld, en er moeten 3 st zitten tussen de minderingen – zie tips minderen! Minder 14-15-17-18 x 1 st in elke 2e nld – er worden dus in totaal 112-120-136-144 st geminderd. Zet tegelijkertijd bij een hoogte van 23-25-27-30 cm 9-10-11-12 st aan weerskanten op 1 hulpdraad (of st houder) voor de hals. Kant hierna af aan weersakanten van de halszijde in elke 2e nld: 1 x 2 st en 2 x 1 st. Als het minderen/afkanten voor de raglanmouwen en de hals voltooid zijn, resteren er in totaal 41-51-53-59 st op de breinld. Brei 1 nld tricotst en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 10-16-16-20 st in deze nld (niet tussen de 3 raglanst minderen) = 31-35-37-39 st. Het werk heeft nu een totale hoogte van ca 27-29-32-35 cm.

Afwerken: Halskant: zet de st rondom de hals op breinld 3 mm en neem verder ca 14 tot 18 st op aan weerskanten van de voorpanden (incl. de st op de hulpdraad) = 59 tot 75 st. Brei 6 nld ribbelst – en kant tegelijkertijd na de 2e nld ribbelst af voor 1 knoopsgat in het rechter voorpand. Kant de st af. Sluit de mouwnaden en de openingen onder de mouwen met mooie losse steken, zodat de naad elastisch wordt. Naai de knopen op het linker voorpand.




MUTSJE:

Voor hoofdomtrek: 41-44-47-50 cm.

Mutsje: zet met breinld 3 mm en Muskat 64-68-76-84 st op en brei boordst als volgt: 1 ribbelst, *2 r, 2 av*, herhaal steeds *-*, en sluit af met 2 r en 1 ribbelst. Wissel bij een hoogte van 6 cm naar breinld 3.5 mm en brei door in ribbelst. Kant bij een hoogte van 14-15-16-17 cm 18-19-21-24 st af aan weerskanten. Brei door in ribbelst over de middelste 28-30-34-36 st, en kant tegelijkertijd 4 x 1 st af aan weerskanten in elke 2e nld = 20-22-26-28 st. Brei door in ribbelst tot een totale hoogte van 22-24-26-28 cm, kant de st af. Naai het middenstukje vast aan de zijstukken. Vouw 3 cm van de boordst aan de voorkant om naar buiten, en zet deze omslag vast aan de onderkant van beide zijkanten. Neem vervolgens met breinld 3 mm ca 70 tot 88 st op (moet deelbaar door 6 + 5 zijn) langs de onderrand van het mutsje (neem ook st van bij de dubbele laag boordst). Brei teltekening M.3 met 2 ribbelst aan weerskanten – kant de st af. Rijg 1 satijnlintje (met een lengte van ca 80 cm) door de gaatjes aan de onderkant van het mutsje.




SOKKEN:

Voetlengte: 10-11-12-14 cm.

Sok: de sok wordt vanaf het middenachter heen en weer gebreid. Zet met breinld 3 mm en Muskat 36-40-44-48 st op. Brei boordst als volgt: 1 av, *2 r, 2 av*, herhaal steeds *-*, en sluit af met 2 r en 1 av. Wissel bij een hoogte van 6-7-8-8 cm naar breinld 3.5 mm en brei 1 nld av op de verkeerde kant en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 2-2-6-6 st in deze nld = 34-38-38-42 st. Brei de volgende nld op de goede kant als volgt: 1 r, *2 r sam.br, 1 omsl*, herhaal steeds *-*, en sluit af met 1 r. Brei vervolgens 1 nld tricotst en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 4-6-4-4 st in deze nld = 30-32-34-38 st. Zet de 11-11-12-13 st aan weerskanten op 1 hulpdraad (of st houder) en brei vervolgens 4-4,5-5-6 cm ribbelst over de middelste 8-10-10-12 st. Zet de st van de hulpdraad terug op de breinld en neem tegelijkertijd 9-10-11-13 st op aan weerskanten van het middenstukje = 48-52-56-64 st op de nld. Brei 3-4-5-5 cm ribbelst over alle st, en kant tegelijkertijd na 1,5-2-2,5-3 cm af in elke 2e nld tot de sok af is: 1 st af aan het begin en eind van de nld, en brei tegelijkertijd 2 st r samen aan weerskanten van de 2 middelste st. Kant de st af en sluit de naad onder de voet en langs het midden achter in de buitenste st, zodat de naad niet te dik wordt. Rijg 1 satijnlintje (met een lengte van ca 50 cm) door de gaatjes in de sok.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 15.05.2008
Voorpand: fout in het patroon. Moet zijn: \\\\\\\"Brei bij een hoogte van 2 cm 2 nld ribbelst\\\\\\\".

Telpatroon

symbols = r van de goede kant, av van de verkeerde kant
symbols = av van de goede kant, r van de verkeerde kant
symbols = 1 omslag
symbols = 1 st r afhalen, 2 st r samen, haal de afgeh st daarover
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 11-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (10)

country flag Christina Karlsson wrote:

Vad menas "i tillägg" i beskrivningen på sockorna

23.02.2022 - 21:18

DROPS Design answered:

Hej Christina Vi menar att du, förutom de minskningarna på varje sida, även ska göra minskningarna på varje sida av mittmaskorna. Mvh DROPS Design

24.02.2022 - 11:03

country flag Kirsten Thora Ydstebø wrote:

Skal stolpemaskene på jakken være 2 rette og 2 vrange

19.10.2021 - 17:30

DROPS Design answered:

Hei Kirsten, Stolpemaskene skal være i rille (strikket rett på alle pinnene). God fornøyelse!

20.10.2021 - 09:08

country flag Annemette Ottesen wrote:

Hvorfor deleligt med 6+5 i kysen?

05.09.2021 - 21:08

DROPS Design answered:

Hej Annemette, det burde være + 4 (2 m retstrik i hver side) Tak for info :)

08.09.2021 - 15:53

country flag Renu wrote:

Thank you so much , So easy to understand now , !

18.04.2021 - 13:05

country flag Renu wrote:

I am unable to understand the following part ‘ At the same time when piece measures 23-25-27-30 cm put 9-10-11-12 sts mid front on thread for neck and dec to shape the neckline on every other row:‘ What is mid front . ? Unable to get from where I need to put the stitches on thread.

18.04.2021 - 11:37

DROPS Design answered:

Dear Renu, the mid front is where the two sides meet at the middle of the front. Since the body of this cardigan is knitted in one, the first few and last few stitches on the needle, later, when the stitches are divided to front and back, it is the edge, where you knitted the band. Happy Knitting!

18.04.2021 - 11:53

country flag Dorthe wrote:

En fråga vart är M1 mönstret

17.07.2018 - 11:04

DROPS Design answered:

Hei Dorthe. M.1 er rett under M.2 på diagrammet i bunnen av siden. Altså, de første 6 omgangene av diagrammet = M.1. God fornøyelse.

19.07.2018 - 15:01

country flag Linda Fogel wrote:

Hej! Jag hittar ingen DROPS geleknapp nr 620 någonstans! Har den utgått? Har ni förslag på vad man kan ersätta den med? Har stickat tre tröjor i detta mönstret!

09.08.2017 - 22:08

DROPS Design answered:

Hei Linda- Drops Geleknapp er utgått fra vårt sortiment. Men ta en titt på alle våre andre knapper under "Stickor med mer" og "Knappar". God Fornøyelse!

14.08.2017 - 16:24

country flag Christelle wrote:

Il manque les explications pour les 3 cm de côtes des devants et du dos ainsi que le point utilisé pour les bordures des devants. Merci

06.06.2012 - 23:01

DROPS Design answered:

Ces explications ont été ajoutées, merci. Bon tricot !

07.06.2012 - 12:02

country flag Syosticka.se wrote:

Dear Lisa, In the Swedish pattern triangle means k3tog (or rather slip 1 st, k2tog, psso). That makes more sense so I guess there's a mistake in the English version. /Lotta

12.01.2009 - 17:55

country flag Lisa Smith wrote:

According to the chart, circle = yo, triangle = k2tog , there is circle,triangle,circle in one row which will result in an inc for each pattern repeat. According to the directions there is no inc. What is the correct pattern?

12.01.2009 - 13:33