De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
Dit patroon is gecorrigeerd. Klik hier om de correcties te bekijken.
= recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant | |
= averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant | |
= 1 omslag | |
= 2 recht samen | |
= 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek | |
= 1 omslag, 1 recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken, 1 omslag | |
= M.6 = 16 st. = ca. 5 cm | |
= M.7 = 14 st. = ca. 4 cm |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Teint de Neige |
|||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||
Gebreide deken met kantpatroon in DROPS Alpaca. Thema: babydeken
DROPS Baby 14-22 |
|||||||||||||||||||||||||
Motief: zie de teltekeningen M.1, M.5, M.6 en M.7. De teltekeningen geven het motief weer op de heeng nld – NB: het dekentje is asymmetrisch. Dekentje: Vanwege het grote aantal st wordt het werk heen en weer gebreid op een rondbreinld. Leg de rondbreinld nr. 3 dubbel (of gebruik 2 rondbreinld van dezelfde dikte) en zet met Alpaca 169 st op op de 2 breinld (dit is bedoeld om de rand elastisch te maken). Trek de ene breinld uit het werk en brei 3 nld r (1e nld = terugg nld). Brei vervolgens door als volgt (1e nld = heeng nld): De eerste 8 st aan beide kanten op alle nld in ribbelst breien. Brei tegelijkertijd de overige st als volgt - NB: als er st moeten worden geminderd of gemeerderd zoals hieronder beschreven, minder/meerder dan niet tussen de 8 eerste st aan beide kanten: Brei volgens M.1. Brei vanaf een hoogte van ca 19 cm – na een volledige herhaling van het motief – volgens M.7 – en minder tegelijkertijd gelijkmatig in de eerste nld van M.7 26 st = 143 st op de breinld. Brei na M.7 door volgens M.5 op een heeng nld als volgt: M.5A (= 3 st), M.5B over de volgende 120 st en M.5C (= 4 st). Brei het motief op deze manier tot een hoogte van ca 29 cm – eindig na een volledige herhaling van het motief. Brei M.7 nog een keer en meerder tegelijkertijd in de laatste nld van M.7 gelijkmatig 3 st = 146 st op de breinld. Brei na M.7 volgens M.6. Brei vanaf een hoogte van ca 64 cm - na een volledige herhaling van het motief - M.7 nog een keer en minder tegelijkertijd in de laatste nld van M.7 gelijkmatig 3 st = 143 st. Brei na M.7 volgens M.5 op een heeng nld als volgt: M.5A (= 3 st), M.5B over de volgende 120 st en M.5C (= 4 st). Brei het motief op deze manier tot een hoogte van ca 84 cm - eindig na een volledige herhaling van het motief. Brei 2 nld r en kant vervolgens losjes r af op een terugg nld - NB: ga als volgt te werk om te voorkomen dat de afkantnld te strak wordt: maak na ca elke 8e st 1 omsl tegelijkertijd met het afkanten ( en kant ook de omsl af). |
|||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (103)
Marraine Caroline wrote:
Dans M.5, au 7e rag, on ne tient pas compte de A, B, C... Est-ce que j'ai bien compris ?
27.10.2013 - 18:16DROPS Design answered:
Bonjour Mme Marraine, au 7ème rang de M5, on continue à bien tricoter les diagrammes M5A sur les 3 premières m (=la dernière m de M5A se tricote avec la 1ère m de M5B), on répète ensuite M5B (la dernière m du dernier rapport de M5B se tricote avec la 1ère m de M5C) et on termine par M5C. Bon tricot!
29.10.2013 - 09:16Marraine Caroline wrote:
Merci de votre support... Je m'apprête à terminer le motif M.1 sur les 19 cm. Je me questionne sur la façon de faire ma diminution en même temps que le commencement de M.7. Que conseillez vous pour faire disparaître les 26 m ? Merci
24.10.2013 - 20:19DROPS Design answered:
Bonjour Mme Marraine, au 1er rang de M7, tricotez 26 fois 2 m ens à l'end à espace réguliers = 26 diminutions. Bon tricot!
24.10.2013 - 21:32Marraine Caroline wrote:
J'aime n'aime pas les choses simples... J'aimerais bien faire cette couverture, mais là je bloque à l'échantillon...si je dois monter 28 m, comment je peux faire le M.1 avec 17m au motif ? Autre question : échantillon 2... M.2-M.7. Nous n'avons pas ce diagramme. Pour lire le diagramme, je comprends de bas en haut, de droite à gauche... Mais sur le deuxième rang, je repart ma lecture à ma gauche ? On lis en zig zag alors ? Merci de m'aider !
21.10.2013 - 20:08DROPS Design answered:
Bonjour Mme Marraine, pour votre échantillon, montez 36 m (2 fois M1 + 1 m lis de chaque côté) et placez 2 marqueurs espacés de 28 m pour vérifier cet intervalle. Pour les diag. M.2-M.7, je reviens vers vous dès que possible. Dans chaque diag. on commence en bas à droite, de droite à gauche sur l'endroit et de gauche à droite sur l'envers. Bon tricot!
22.10.2013 - 11:32Ghislaine wrote:
Rg3. 5m end, 2mens, 1 jeté, 1mend, 1 jeté, 1 surjet simple. il n'y a que 2 m. ens, mais pourtant 2 jetés. 1 surjet simple, prend 2m. non? je vois toujours 1 jeté de trop
25.08.2013 - 22:21DROPS Design answered:
Bonjour Ghislaine, au rang 3, on a effectivement : 5 m end, puis 2 m ens à l'end, 1 jeté (= on diminue 1 m, on fait 1 jeté pour compenser), puis 1 m end, 1 jeté, 1 surjet simple (= on fait d'abord 1 jeté puis on diminue 1 m grâce au surjet). 1 surj simple= glisser 1 m, 1 m end, passer la m glissée par-dessus la m tricotée - cf onglet vidéos pour visualisez le surjet simple (dim d'1m) et le surjet double (dim de 2 m). Bon tricot!
26.08.2013 - 16:33Ghislaine wrote:
Ok. Rg3, 5m end, 2mens, j, 1m, j, 1 surj simpl (1 dim., mais 2 jetées). même chose pour les rgs 11 et 13. Il y a une maille de trop qq part dans les 3 rngs?
22.08.2013 - 18:21DROPS Design answered:
Bonjour Ghislaine, vous avez à chaque fois soit: 2 m ens à l'end, 1 jeté, soit 1 jeté, 1 surjet simple, soit 1 jeté, 1 surj. dble, 1 jeté, chaque diminution d'1 m est compensée par 1 jeté, et le surj double qui diminue 2 m est compensé par 1 jeté avant et 1 autre après. Ainsi, le nbe de m reste toujours le même. Bon tricot!
23.08.2013 - 16:14Ghislaine wrote:
Dans votre explication: Au rang 3, par ex. on a : 5 m end, 2 m ens à l'end, 1 jeté, 1 m end, glisser 1m, 1 m end, passer la m glissée par-dessus la m tricotée. Entre la m. end et le surjet simple, il y a une jetée sur le diag. Je ne la fais pas?
21.08.2013 - 17:01DROPS Design answered:
Bonjour Ghislaine, vous avez raison, il faut faire au rang 3 : 5 m end, 2 m ens à l'end, 1 jeté, 1 m end, 1 jeté, glisser 1m, 1 m end, passer la m glissée par-dessus la m tricotée. Désolée pour cet oubli. Chaque diminution doit toujours être compensée par 1 jeté pour conserver le bon nombre de mailles. Quand on fait 1 surjet double (rang 5 par ex), on fait 1 jeté avant et 1 autre après car on diminue 2 m. Bon tricot!
22.08.2013 - 12:58Ghislaine wrote:
Bonjour. Ce qui veut dire que dans les 3 rgs, je ne fais pas la 2ième jetée?
21.08.2013 - 14:13DROPS Design answered:
Bonjour Ghislaine, les jetés sont représentés dans le diagramme par des 0 et précèdent ou suivent une diminution. Lorsque vous avez des lignes avec des cases toutes blanches, ces mailles/rangs se tricotent en jersey : à l'end sur l'end, à l'env sur l'env. Bon tricot!
21.08.2013 - 16:07Ghislaine wrote:
Bonjour. M6 rgs 3, 11 et 13 donnent un compte de 11m et non 10m. où dois-je faire la transition ou la dernière et première mailles doivent être jumelées? merci
21.08.2013 - 04:15DROPS Design answered:
Bonjour Ghislaine, dans M.6, chaque diminution est compensée par 1 jeté, vous devez toujours avoir le même nombre de mailles. Au rang 3, par ex. on a : 5 m end, 2 m ens à l'end, 1 jeté, 1 m end, glisser 1m, 1 m end, passer la m glissée par-dessus la m tricotée. Bon tricot!
21.08.2013 - 12:58Ghislaine wrote:
Merci beaucoup! je viens de m'apercevoir pourquoi on ne se comprenait pas à propos des numéros de rangs! Je partais du haut en bas, mais à ce que je peux voir, le 1er rang se lit à partir du bas!merci de votre patience.
26.07.2013 - 02:55DROPS Design answered:
Je vous en prie ! N'hésitez pas à revenir si vous avez une autre question, bon tricot !
26.07.2013 - 09:29DROPS Design wrote:
Au rang 5, vous allez procéder ainsi : 1 m end, 1 jeté, 1 surjet simple (M.5A), *1 m end, 1 surjet simple, 1 jeté, 1 m end, 1 jeté, 2 m ens à l'end* (M.5B à répéter), et terminez par 1 m end, 2 m ens à l'end, 1 jeté, 1 m end (M.5C). Bon tricot !
25.07.2013 - 18:15