DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Espuma

DROPS Kleine bolero met pauwsteek van ”Vivaldi” of "Brushed Alpaca Silk". Maat XS t/m L.

DROPS 94-13
Maat: XS/S - M/L
Materialen: DROPS Vivaldi van Garnstudio
100-100 gr nr. 06, natuur
en gebruik: DROPS Cotton Viscose van Garnstudio
50 - 50 gr nr. 02, natuur (voor de gehaakte rand)

Of gebruik:
DROPS Brushed Alpaca Silk van Garnstudio
100 - 100 gr kleur nr. 01, naturel
en gebruik: DROPS Cotton Viscose van Garnstudio
50 - 50 gr kleur nr. 02, natuur (voor de gehaakte rand)

DROPS Rond- en sokkenbreinld nr. 5,5 – Of de breinld die u nodig heeft voor deze stekenverhouding: 17 st x 19 nld in het Golfjesmotief = 10 x 10 cm.
DROPS Haaknld nr. 3 (voor de rand).

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Golfjesmotief: volgens teltekeningen M.1 en M.2. De teltekening geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

Rug- en voorpand: het werk wordt heen en weer op de rondbreinld vanaf het midden voorin gebreid. Leg de rondbreinld nr. 5,5 dubbel (gebruik eventueel 2 rondbreinld) en zet 148-184 st op met de 2 nld en Vivaldi of Brushed Alpaca Silk (incl. 5 kantst aan beide kanten) (dit wordt gedaan om de rand elastisch te maken). Trek de ene breinld uit het werk en brei 2 nld r (1e nld = heeng nld/goede kant). Brei vervolgens de teltekening M.1 met 5 kantst aan beide kanten, deze st worden r op alle nld gebreid – kijk naar de teltekening voor de juiste maat. Zet 1 merkdraad na de 40.-49. st vanaf beide kanten = 68-86 st tussen de merkdraden op het rugpand – voer de draden mee naar boven d.w.z. leg ze steeds tussen de 40ste en 41ste steek vanaf de voorkanten. Kant bij een hoogte van ca 22-23 cm – de volgende nld moet de laatste nld van teltekening M.1 zijn - 11-15 st af aan beide kanten voor de armsgaten (dus aan weerszijden van de merkdraad + 5-7 st ) = 34-41 st voor beide voorpanden en 58-72 st voor het rugpand. Leg het werk terzijde en brei de mouwen.
Mouwen: De mouw kan in 2 verschillende lengtes gebreid worden, kijk op de schematekening. Het model op deze foto heeft de korte mouwen.
Zet met Vivaldi 46-58 st op met 2 breinld nr. 5,5. Trek de ene breinld uit het werk en verdeel de st over de 4 sokkenbreinld en brei de mouw rond. Zet 1 merkdraad aan het begin van de toer = midden onder de mouw. Brei 1 nld r en 1 nld av. Brei verder volgens teltekening M.1 – LET OP! Kijk op de teltekening voor de juiste maat. Kant bij een hoogte van ca 5 of 15 cm – de volgende nld moet de laatste nld van teltekening M.1 zijn - 12-14 st af in het midden van de onder mouw = 34-44 st op de breinld. Leg het werk terzijde en brei nog 1 mouw.
Bovenstukje: zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de rug- en voorpanden, zodat ze tussen de armsgaten zitten = 194-242 st. Brei en st minderen volgens teltekening M.2 maar de 5 kantst aan beide kanten recht breien als beschreven – 1e nld = heeng nld/goede kant. Als het diagram M.2 1 keer is gebreid staan er 98-130 st op de breinld. Brei door volgens de 4 laatste nld van teltekening M.2 tot een hoogte van 19-21 cm vanaf en zet de st van de rug-, voorpanden en mouwen op dezelfde nld. Brei nu 1 nld r op de heeng nld en minder tegelijkertijd het aantal st gelijkmatig naar een totaal van 84-100 st (niet tussen de 5 kantst aan beide kanten minderen). Brei 1 nld r op de terugg nld (verkeerde kant), en kant vervolgens los af in r op de heeng nld – omdat deze rand niet te strak mag zijn, maak je 1 omsl na ca elke 6e st tegelijk met het afkanten (kant ook de omsl af).
Afwerken: sluit de openingen onder de mouwen. Haak vervolgens met haaknld nr. 3 en Cotton Viscose een rand aan de onderkant van beide mouwen en langs de hele buitenrand van de bolero (dus rondom de halslijn, langs beide voorkanten en langs de hele onderkant) op de volgende wijze: haak 1 v in de eerste st, * 3 l, 1 st overslaan, 1 v in de volgende st *, herhaal steeds *-* op de hele tr en sluit af met 3 l en 1 hv in de 1e v van het begin van de tr. De bolero wordt met een broche of iets dergelijks gesloten.

Telpatroon

symbols = r op de goede kant, av op de verkeerde kant
symbols = avop de goede kant, r op de verkeerde kant
symbols = 1 omslag
symbols = 2 st r samenbreien
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 94-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (36)

country flag Lorraine Green wrote:

When binding off stitches on sleeve, do i bind off 7 at each end of row. 7 stitches each side of centre marker.

24.04.2024 - 11:56

DROPS Design answered:

Dear Mrs Green, cast off the first 7 sts at the beg of the round + the last 7 sts at the end of the row, so that the pattern will work on yoke. Happy knitting!

24.04.2024 - 13:00

country flag Elin-Beathe Gjertsen wrote:

Strikker Espuma bolero, skal begynne felling på bærestykket, og får ikke maskene til å stemme med mønster og felling. Etter min str skal jeg ha 242m på pinnen , når jeg har strikket første pinne så har jeg bare 125 men det står at jeg skal ha 130? Og på neste pinne fra vrangen skal det jo felles o hver ende av rapporten lurer på hva jeg gjør galt

04.10.2023 - 13:08

DROPS Design answered:

Hei Elin-Beathe. I str M/L skal du ha 242 masker og nå skal det felles / strikkes etter M.2, bortsett fra de 5+5 ytterste maskene i hver side. Altså du har 242 masker - 5+5 ytterstemasker = 432 masker som du skal strikke M.2 over. Du strikker 8 rapporter av M.2 (1 rapport = 29 masker x 8 rapporter = 232 masker). Når du har strikket M.2 1 gang i høyden består 1 rapport av M.2 av 15 masker (8 rapporter x 15 masker = 120 masker + 5+5 ytterste masker i hver side = 130 masker. mvh DROPS Design

16.10.2023 - 12:04

country flag Lilian Nafula wrote:

Hello ,i find this Bolero beautiful but i need a larger size XL and am thinking i can just increase the nr. of the stitches by the diffrence of the 2 sizes and just work that through the whole Bolero maxbe i can get a few tips Thanxx

31.03.2022 - 20:57

DROPS Design answered:

Dear Mrs Nafula, we are unfortunately not able to adjust every pattern to every single request, but you will find more sizes for boleros with wave patterns here or also jackets worked bottom up with wave patterns here. Happy knitting!

01.04.2022 - 07:56

country flag Anna wrote:

Scusate, mi sono resa conto che la prima domanda del quesito precedente è inopportuna in quanto, trattandosi di un cardigan, la lavorazione in tondo non si può fare. Rimane in piedi solo la seconda domanda sull'uso dei ferri circolari per la lavorazione delle maniche. Grazie.

10.05.2020 - 13:42

DROPS Design answered:

Buongiorno Anna. Può lavorare le maniche sui ferri dritti; avvia il numero delle maglie indicate e aggiunge 1 m vivagno da ciascun lato per la cucitura. Anche queste maglie andranno chiuse quando intreccia per gli scalfi. Buon lavoro!

10.05.2020 - 14:37

country flag Anna wrote:

Buonasera, sono una principiante dei ferri circolari. Vorrei sapere se il davanti/dietro va lavorato avanti e indietro o in tondo e se le maniche possono essere lavorate su ferri circolari anzichè su ferri a doppia punta. Grazie.

09.05.2020 - 23:45

country flag Benedetta wrote:

Grazie!

16.03.2017 - 12:36

country flag Benedetta wrote:

Buongiorno,,quando devo intrecciare x gli scalfi?nell'ultimo ferro del diagramma A 1 o nel precedente?

16.03.2017 - 11:35

DROPS Design answered:

Buongiorno Benedetta, deve intrecciare per gli scalfi sull'ultimo ferro del diagramma. Buon lavoro!

16.03.2017 - 12:00

country flag Benedetta wrote:

Grazie mille!Preziose, come sempre!

12.03.2017 - 16:18

country flag Benedetta wrote:

Buongiorno, scusate ma il diagramma M1 è composto da 4 ferri,quindi si ripetono sempre questi ferri e poi si lavora M2 per il carré?

12.03.2017 - 14:56

DROPS Design answered:

Buongiorno Benedetta. Sì esatto, lavora i quattro ferri del diagramma M1 fino agli scalfi e poi sul carré segue il diagramma M2. Buon lavoro!

12.03.2017 - 15:51

country flag Loaec Francoise wrote:

Suite à ma question précédente : le corps et l empiècement se tricote en aller retour mais pas les manches qui se tricote en rond. D ou ma question sur la façon d àdapter le point dentelle a un tricotage en rond

02.10.2016 - 10:45

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Loac, quand vous rabattez les m sous la manche, rabattez les 6-7 premières m du tour et les 6-7 dernières m du tour. Ainsi, le motif pourra s'intercaler entre les mailles du dos et de chaque devant: les premières m de la manche se tricoteront à la suite des dernières m du motif du devant et idem pour la 2ème manche. Bon tricot!

03.10.2016 - 09:44