Else Karin Hatlevik schreef:
Jeg trenger hjelp til hvordan det blir hull i arbeidet på benet. Litt rart forklart.
26.06.2023 - 22:49
Maija Heikkinen schreef:
Miten puserossa voi ottaa kaikki silmukat samalle puikolle tehtäessä kaarroketta, kun etu-ja takakappaleet on kuitenkin neulottu suljettuna neuleena,
08.05.2021 - 15:35DROPS Design antwoorde:
Hei, tämä onnistuu, koska kainaloiden kohdalta on päätetty silmukoita. Ensimmäiset kerrokset voivat kuitenkin olla hieman hankalia neuloa.
19.05.2021 - 17:31
Rebecka schreef:
Hej! Se min fråga 9/4 och Drops svar 26/4. Min ursprungliga fråga gäller EFTER varv 14 när man sytt ihop. Då ska natur och orange del på huvudet stickas runt - men rent tekniskt blir det ju då inget fäste i färgbytet, eftersom det sker på samma ställe varje gång? Finns alternativ att sticka natur och orange fortsatt för sig själva och sedan sy ihop med kantmaska, liksom första delen efter nosen i grått?
27.04.2021 - 09:38
Rebecka schreef:
Hej! När man sytt nosen och ska övergå i rundstickning resten av huvudet - hur får man gränsen mellan natur och orange att sitta ihop när man byter färg på garnet efter hälften, då blir det ju inte ihopstickat i gränsen? Finns ett rakt alternativ där man stickar vardera färg för sig och sedan syr ihop huvudet? MVH
09.04.2021 - 11:14DROPS Design antwoorde:
Hei Rebecka. Man strikker dele hver for seg, bortsett fra 1. omgang /snuten i farge grå. Når du har strikket 1. omgang av snuten, deles arbeidet slik at du strikker 1 del i natur for seg selv og 1 del i orangemelert for seg selv. Så når 1.-14. pinne i natur er ferdigstrikket og 1.-14. pinne i orangemelert er ferdig skal disse delene sys sammen innenfor 1 kantmaske rille på hver del med natur. Pass på at maskene det blir sydd innenfor (dvs, de 4 kantmaskene) blir festet godt. mvh DROPS design
26.04.2021 - 10:45
Kerstin Lademann schreef:
Hallo, wie bekommt man den Farbwechsel beim Stricken des Kopfes in Runden hin, also wie führt man den zweiten Faden mit? Vielen Dank für die Hilfe!
11.02.2021 - 20:57DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Lademan, es wird nicht in Runden mit 2 Farben gestrickt: nach der 1. Runde stricken Sie mit natur über nur 8 Maschen (bis 14. Runde), dann stricken Sie die 6 Maschen mit orange über 14 Maschen, dann stricken Sie alle Maschen in der Runde - später nähen Sie beide Teile zusammen. Viel Spaß beim stricken!
12.02.2021 - 07:47
Sigrid schreef:
Er der en fejl i snoningsdiagrammet og forklaringen? Jeg kan ikke få det til at passe. Maskerne skal vel ikke på snoningspinden foran i begge sider?
19.09.2020 - 22:36DROPS Design antwoorde:
Hei Sigrid. Ja, her var det en feil i den danske oversettelsen. Skal være bak på det siste ikonet. Takk for at du gjorde oss oppmerksom på dette, vi vil ordne det med engang. mvh DROPS design
21.09.2020 - 13:40
Frances Jones schreef:
Please can you make a you tube video of this fox being made, to go along with the written pattern? Thanks
18.08.2020 - 22:16DROPS Design antwoorde:
Dear Mrs Jones, we have added your wish on our todolist - a whole video for the entire fox might be way too long but we'll do our possible. Thank you!
20.08.2020 - 09:44
Beth Dacchille schreef:
Cast on 72 stitches with double-pointed needles size 3 mm and fog - what does fog mean the instructions? I am unfamiliar with this abbreviation. Thanks in advance. Beth
13.07.2020 - 09:29DROPS Design antwoorde:
Dear Beth, "fog" is the colour DROPS Alpaca (= color Nr 9021) listed under Materials. Happy knitting!
13.07.2020 - 10:04
Barbara schreef:
Wie "fixiere" ich denn die krausen Randmaschen für die Schnauze? Ich verstehe nicht, wie die letzte Endmasche sich nicht auftrennen soll. Bitte bitte Hilfe!
27.06.2020 - 00:29DROPS Design antwoorde:
Liebe Barbara, dieses Video zeigt, wie man eine unsichtbare Naht arbeitet, damit können Sie die beiden Teilen vom Kopf zusammennähen, damit die Randmaschen nicht mehr sichtbar sind. Viel Spaß beim stricken!
29.06.2020 - 07:39
Mister Fox#dropsmisterfox |
|||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||
Gebreide vos met broek, trui en strikband in DROPS Alpaca.
DROPS Baby 36-11 |
|||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- MAGISCHE CIRKEL: Om een gaatje in het midden te voorkomen gebruikt u de volgende techniek: Houd het draadeinde met uw linker hand vast en maak een lus om uw linker wijsvinger (van links naar rechts). Houd de lus tussen de linker duim en wijsvinger. Voeg de naald in door de lus, neem de draad op vanaf de bol (dus leg de draad 1 keer over de naald, van u af), haal de draad door de lus, maak 1 omslag op de naald (met de draad vanaf de achterkant naar u toe) en haal de omslag door de steek op de naald, * voeg de naald in door de lus, maak 1 omslag (met de draad vanaf de achterkant naar u toe), haal de omslag door de lus, maak nog 1 omslag (van achter naar u toe) en haal de omslag door de buitenste steek op de rechter naald (dus de laatst gebreide steek) *, herhaal van *-* tot er 7 steken op de naald zijn. Ga verder als beschreven in de tekst – trek TEGELIJKERTIJD het draadeinde aan zodat de lus gesloten wordt en het gaatje verdwijnt. RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 en A.2. RAGLAN: Alle minderingen worden gebreid aan de goede kant! Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen (= 1 steek geminderd), de markeerdraad is hier, 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd). Als er niet genoeg steken zijn om de kabel te breien, bei dan de kabelsteken recht tot alle steken geminderd zijn ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VOS – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt gebreid met breinaalden zonder knop. Het hoofd wordt heen en weer gebreid vanaf de muil in twee delen met meerderingen, naai dan beide delen samen, de rest van het hoofd wordt verder in de rondte gebreid tot midden achter. De oren worden in de rondte gebreid en op het hoofd genaaid. Het lijf wordt in de rondte gebreid, van boven naar beneden. De armen, benen en staart worden heen en weer gebreid voordat ze op het lijf worden genaaid. De trui wordt op het einde gebreid – het lijf wordt in de rondte gebreid en de mouwen en de pas worden heen en weer gebreid. De strikband wordt heen en weer gebreid. HOOFD: Maak een MAGISCHE CIRKEL met antraciet – lees beschrijving hierboven = 7 steken op de naald. Verdeel de steken over 3 breinaalden zonder knop maat 3 mm (brei met de 4e naald) en brei in de rondte als volgt: NAALD 1: * Maak 1 omslag, 1 recht *, brei van *-* tot het einde van de naald = 14 steken. Deel het werk in 2-en en plaats 6 steken op een naald voor het deel in roest en 8 steken op een andere naald voor het deel in naturel. Brei nu heen en weer over de 8 steken met naturel als volgt: LET OP: De omslagen worden altijd gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen. NAALD 1 (goede kant): 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 1 recht, maak 1 omslag *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 recht en 1 kantsteek in ribbelsteek = 13 steken. NAALD 2: Brei averecht terug met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. NAALDEN 3-4: Brei tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. NAALD 5: 3 recht, * 1 omslag, 2 recht *, brei van *-* tot het einde van de naald = 18 steken. NAALD 6: Brei averecht terug met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. NAALD 7: 3 recht, * 1 omslag, 3 recht *, brei van *-* tot het einde van de naald = 23 steken. NAALD 8: Brei averecht terug met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. NAALD 9: 3 recht, * 1 omslag, 4 recht *, brei van *-* tot het einde van de naald = 28 steken. NAALD 10: Brei averecht terug met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. NAALD 11: 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 omslag, 2 recht, * 1 omslag, 5 recht *, brei van *-* tot er 5 steken over zijn op de naald, 1 omslag, 4 recht, 1 omslag, 1 kantsteek in ribbelsteek = 35 steken. NAALD 12: Brei averecht terug met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. NAALD 13: 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 omslag, 3 recht, * 1 omslag, 6 recht *, brei van *-* tot er 1 steek over is op de naald, 1 omslag, 1 kantsteek in ribbelsteek = 42 steken. NAALD 14: Brei averecht terug met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Plaats de steken op 1 hulpdraad. Brei nu de 6 steken met roest als volgt: LET OP: De omslagen worden altijd gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen. NAALD 1: 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 omslag, brei recht tot er 1 steek over is, 1 omslag, 1 kantsteek in ribbelsteek = 8 steken. NAALD 2: Brei averecht met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. NAALDEN 3-6: Brei zoals voor naalden 1-2 = 12 steken. Ga verder heen en weer gebreid met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot u 14 naalden met roest heeft gebreid. Naai de naturel en roest delen samen aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek met naturel. Zorg ervoor dat de steken waarin u naait (dus de 4 kantsteken) goed vastgemaakt worden. Ze tellen niet meer mee met het aantal steken. Ga nu verder met roest als volgt: Zet de 10 roeststeken en de 40 naturelsteken terug op de naald = 50 steken. NAALD 1: * 1 omslag, 4 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn op de naald, 1 omslag en 2 recht = 63 steken. NAALDEN 2-4: Brei recht (De omslagen worden altijd gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen). NAALD 5: * 5 recht, 2 recht samen *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 9 steken geminderd) = 54 steken. NAALD 6: Brei recht. NAALD 7: * 4 recht, 2 recht samen *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 9 steken geminderd) = 45 steken. NAALD 8: Brei recht. Ga zo verder met minderen iedere 2e naald (dus brei 1 steek minder voordat u 2 recht samen breit op elke mindernaald = 9 steken geminderd op elke naald) tot er 9 steken over zijn op de naald. Knip de draad af en haal het door de overgebleven steken (zonder aan te trekken). Borduur ogen, mond en neus met antraciet, vul het hoofd met vulling, trek de steken aan en hecht de draad af (= midden achter van het hoofd). OREN: Zet 16 steken op met roest en verdeel de steken over 2 breinaalden zonder knop (brei met de derde naald). NAALDEN 1-2: Brei recht. NAALD 3: * 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), 4 recht, 2 recht samen (= 1 steek geminderd) *, brei van *-* 1 keer = 12 steken. NAALD 4: Brei recht. NAALD 5: * 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), 2 recht, 2 recht samen (= 1 steek geminderd) *, brei van *-* 1 keer = 8 steken. NAALD 6: Brei recht. NAALD 7: * 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), 2 recht samen (= 1 steek geminderd) *, brei van *-* 1 keer = 4 steken. Brei de steken 2 aan 2 recht samen = 2 steken over. Knip de draad af, haal het door de overgebleven steken en hecht goed af. Naai de onderkant samen met een aantal steken en hecht het oor aan het hoofd. Brei nog 1 oor en hecht aan het hoofd. LIJF: Zet 16 steken op met roest – verdeel de steken over 4 breinaalden zonder knop (brei met de 5e naald). NAALDEN 1-2: Brei recht. NAALD 3: * 2 recht, 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald = 24 steken. NAALD 4: Brei recht (De omslagen worden altijd gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen). NAALD 5: * 2 recht, 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald = 36 steken. NAALD 6: Brei recht. NAALD 7: * 3 recht, 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald = 48 steken. Ga verder in de rondte met tricotsteek tot het werk 5½ cm meet. Ga verder met turkoois/blauw en brei 1 naald recht en 1 naald averecht. Brei dan 8 naalden met tricotsteek en turkoois/blauw. Ga verder met minderen als volgt: NAALD 1: * Brei 6 recht, 2 recht samen *, brei van *-* tot het einde van de naald = 42 steken. NAALD 2: Brei recht. NAALD 3: * 5 recht, 2 recht samen *, brei van *-* tot het einde van de naald = 36 steken. NAALD 4: Recht. Ga zo verder met minderen iedere 2e naald (dus op elke mindernaald breit u 1 steek minder voordat u 2 recht samen breit = 6 steken geminderd op elke mindernaald) tot er 12 steken over zijn. Knip de draad af en haal het door de overgebleven steken (zonder aan te trekken). Vul het lijf met vulling, trek de draad aan en hecht goed af. Naai het hoofd aan het lijf– het turkoois/blauwe deel moet naar beneden zitten (= broek). POOT: Zet 18 steken op met breinaalden zonder knop maat 3 mm en roest. Brei tricotsteek heen en weer met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant voor 3 cm. Brei dan als volgt: NAALD 1 (= goede kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, 5 recht, brei de volgende 6 steken 2 aan 2 recht samen, 5 recht, 1 kantsteek in ribbelsteek = 15 steken. NAALD 2 (= verkeerde kant): 1 kantsteek in ribbelsteek, 5 averecht, kant de volgende 3 steken af, 5 averecht, 1 kantsteek in ribbelsteek = 6 steken aan elke kant. NAALD 3 (= goede kant): Brei de eerste 6 steken en dan de volgende 6 steken op de naald (de 3 afgekante steken zijn nu een gaatje in het midden van het werk). Ga verder met tricotsteek heen en weer gebreid en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant over de 12 steken tot de poot 8 cm meet. Ga verder met turkoois/blauw, brei 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald recht aan de verkeerde kant. Brei dan als volgt: NAALD 1 (= goede kant): * 1 recht, 1 omslag *, brei van *-* tot er 1 steek over is en brei 1 recht = 23 steken. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen). NAALD 3: * 2 recht, 1 omslag *, brei van *-* tot er 1 steek over is, 1 recht = 34 steken. Ga verder met tricotsteek heen en weer gebreid en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot de poot 11 cm meet, kant af. Naai de opening op het midden van de bovenkant van de voet dicht. Naai de voet aan de onderkant samen en ga verder naar boven de achterkant van de poot – naai aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek. Vul de poot met vulling. Rijg een draad op en neer door de afkantrand op de bovenkant van de poot. Trek aan zodat het nog een beetje slap is. Brei nog 1 poot op dezelfde manier. Naai beide benen aan het lijf. STAART: Zet 10 steken op met roest en breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als u 6 naalden heeft gebreid, brei dan de volgende naald aan de goede kant als volgt: NAALD 7: 1 kantsteek in ribbelsteek, * 1 omslag, 2 recht *, brei van *-* tot er 1 steek over is, 1 kantsteek in ribbelsteek = 14 steken. NAALD 8: Brei averecht met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant (de omslagen worden altijd gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen). NAALD 9: 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 recht, * 1 omslag, 3 recht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 1 omslag, 2 recht, 1 kantsteek in ribbelsteek = 18 steken. Ga verder heen en weer gebreid tot de staart 4½ cm meet – pas aan zodat de volgende naald aan de goede kant wordt gebreid: Brei nu in patroon heen en weer gebreid als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, A.1 over de volgende 16 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek. Als A.1 klaar is in de hoogte, ga dan verder met naturel als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, 4 recht, * 2 recht samen, voeg hier een markeerdraad in, 1 omslag, 2 recht *, brei van *-* tot er 1 steek over is, 1 kantsteek in ribbelsteek. Er zijn 3 markeerdraden in het werk en u heeft 3 steken gemeerderd en 3 steken geminderd op de naald = 18 steken. Ga verder heen en weer gebreid met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant, brei TEGELIJKERTIJD op elke naald aan de goede kant, de 2 laatste steken voor elke markeerdraad recht samen (= 3 steken geminderd) 3 keer = 9 steken over. Brei 1 naald terug aan de verkeerde kant. Brei dan de laatste naald als volgt: Brei alle steken 2 aan 2 recht samen tot er 1 steek over is, 1 recht = 5 steken. Knip de draad af, laat een draadeinde over om de staart samen te naaien. Rijg de draad door de overgebleven steken en trek aan, naai dan de staart samen aan de binnenkant van de 1 kantsteek tot het deel met roest, vul de staart met vulling en eindig door de staart dicht te naaien met roest. Hecht de staart aan het midden van het turkoois/blauwe deel op de achterkant van de vos. ARM: Zet 10 steken op met roest en breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei tricotsteek heen en weer gebreid met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot de arm 11½ cm meet. Knip de draad af (laat genoeg draadeinde over om de arm mee samen te naaien), haal de draad door de steken (= aan de onderkant van de arm), trek aan en naai dan samen aan de binnenkant van de 1 kantsteek aan elke kant. Vul de arm met vulling en hecht het aan de bovenkant van het lijf bij de hals (onder het hoofd). Brei nog 1 arm op dezelfde manier en hecht aan de andere kant. TRUI: Het lijf wordt in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop tot de armsgaten. De mouwen worden heen en weer gebreid tot de armsgaten, dan op dezelfde naald geplaatst als het lijf, waar steken afgekant zijn voor de armsgaten. De pas wordt heen en weer gebreid vanaf midden achter, laat een opening op de achterkant van de trui. LIJF: Zet 72 steken op met breinaalden zonder knop maat 3 mm en mist. Brei boordsteek (= 2 recht / 2 averecht) in de rondte. Als u 4 naalden boordsteek heeft gebreid, brei dan 1 recht en voeg hier een markeerdraad in (tussen de 2 rechte steken = in zijkant van lijf; dit is het begin van de naald). Brei patroon als volgt: * 3 recht, A.2 (= 30 steken), 3 recht *, brei van *-* 1 keer op de naald. Ga zo verder in de rondte tot het werk 8 cm meet – pas aan zodat u eindigt na naald 1 in A.2. Brei de volgende naald als volgt: Kant de eerste 2 steken af, brei de volgende 32 steken zoals hiervoor (= voorpand), kant de volgende 4 steken af, brei de volgende 32 steken zoals hiervoor (= achterpand), kant de laatste 2 steken af. Laat het werk rusten en brei de mouwen. MOUW: Zet 22 steken op met breinaalden zonder knop maat 3 mm en mist en laat een draadeinde over van ongeveer 15 cm om de mouwnaad mee vast te naaien. Brei boordsteek als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, (2 recht / 2 averecht) over de volgende 20 steken, 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder heen en weer gebreid voor 4 naalden. Brei nu tricotsteek heen en weer gebreid met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als de mouw 5 cm meet, kant dan af als volgt: Kant de eerste 3 steken af, brei de volgende 16 steken, kant de laatste 3 steken af. Knip de draad af en brei de andere mouw op dezelfde manier. PAS: Plaats de mouwen op dezelfde naald als het lijf, waar steken afgekant zijn voor de armsgaten = 96 steken. Plaats een markeerdraad in elke overgang tussen het lijf en de mouwen. Begin de naald midden achter, dus tussen de middelste 2 averechte steken in A.2. Brei dan heen en weer gebreid als volgt: Brei patroon op de voor- en achterpanden zoals hiervoor (met 1 kantsteek in ribbelsteek in plaats van averecht over de eerste en laatste steken = richting midden achter), brei tricotsteek op de mouwen, Minder tegelijkertijd voor de raglan – lees beschrijving hierboven, iedere 2e naald 4 keer = 64 steken. Brei dan als volgt: NAALD 1 (goede kant): * Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 3 recht samen (= 2 steken geminderd), de markeerdraad is hier, 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd), brei recht tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen (= 1 steek geminderd), markeerdraad is hier, 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken (= 2 steken geminderd) *, brei van *-* 1 keer= 52 steken. NAALD 2: Recht over recht, averecht over averecht aan de verkeerde kant. NAALD 3: Brei op dezelfde manier als naald 1 (= 12 steken geminderd) = 40 steken. NAALD 4: Brei recht en zet aan het einde van de naald 15 steken op. NAALD 5: Kant de eerste 15 steken af met averecht (aan de goede kant), brei de volgende 40 steken recht, zet 15 steken op aan het einde van de naald. NAALD 6: Kant de eerste 15 steken af met recht (aan de verkeerde kant), kant dan de overgebleven 40 steken af met recht (aan de verkeerde kant). Knip de draad af. Naai de mouwnaden dicht en hecht alle draden af. STRIKBAND: Zet 5 steken op met breinaalden zonder knop maat 3 mm en turkoois/blauw. Brei ribbelsteek heen en weer gebreid voor 8 cm, kant af. Naai de korte kanten samen in de buitenste lus van de buitenste steek, zodat u een ring vormt. Knip en hecht de draad af. Neem een nieuwe wikkel het een aantal keren om de strikband. Naai de strikband aan de trui. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #dropsmisterfox of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 27 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 36-11
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.