November Flowers#novemberflowerssweater |
|
![]() |
![]() |
Gebreide trui met raglan in 2 draden DROPS Delight. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid. Maten S - XXXL.
DROPS 206-40 |
|
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 76 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 4) = 19. In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na elke 19e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen VERHOGING (voor de achterkant van de hals): Sla dit deel over als u geen verhoging wilt. Begin aan de verkeerde kant en brei averecht tot u 7-7-8-8-9-9 steken voorbij de markeerdraad op het begin van de naald heeft gebreid, keer het werk, trek de draad aan en brei 14-14-16-16-18-18 steken recht terug. Keer het werk, trek de draad aan en brei 22-22-24-24-27-27 steken averecht, keer het werk, trek de draad aan en brei 29-29-32-32-36-36 steken recht terug. Keer het werk, trek de draad aan en brei 36-36-40-40-45-45 steken averecht, keer het werk, trek de draad aan en brei 43-43-48-48-54-54 steken recht terug. Keer het werk, trek de draad aan en brei averecht terug tot het begin van de naald. Verplaats de markeerdraad 14-14-15-17-18-20 steken naar rechts. Knip de draad af en brei de PAS zoals beschreven in de tekst. RAGLAN: Meerder voor de raglan in elke overgang tussen het lijf en de mouwen als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 4 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. Er worden in totaal 8 steken gemeerderd op elke meerdernaald. TIP VOOR HET AFKANTEN: Om te voorkomen dat de afkantrand te strak kunt u een naald in ½ maat groter gebruiken. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De hals, de pas en het lijf worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden. Na de hals kunt u een verhoging aan de achterkant van de hals breien voor een betere pasvorm en de hals ietwat hoger te maken aan de achterkant. Deze verhoging kunt u ook overslaan als u dat wenst; de hals wordt dan op de voor- en achterkant hetzelfde – zie beschrijving in de uitleg. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden. HALS: Zet 76-80-84-88-92-96 steken op met korte rondbreinaald 4 mm en 1 draad grijs en 1 draad beige/grijs/roze (= 2 draden). Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek in de rondte (= 2 recht/ 2 averecht) voor 2 cm. Brei 1 naald recht terwijl u 4-0-0-4-4-8 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 80-80-84-92-96-96-104 steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Voeg een markeerdraad in op het begin van de naald. U kunt nu een VERHOGING aan de achterkant van de hals breien – lees beschrijving hierboven of ga gelijk verder met de PAS. PAS: Voeg 4 markeerdraden in het werk zonder de steken te breien als volgt: De eerste markeerdraad wordt ingevoegd op het begin van de naald, de tweede na 28-28-30-34-36-40 steken (= achterpand), de derde na nog 12 steken (= mouw) en de vierde na nog 28-28-30-34-36-40 steken meer (= voorpand); er zijn 12 steken over tot de eerste markeerdraad (= mouw). Brei in tricotsteek in de rondte, begin TEGELIJKERTIJD op naald 2 met meerderen voor de raglan – lees beschrijving hierboven. Meerder zo iedere 2e naald in totaal 18-21-23-25-27-30 keer. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Na de laatste meerdering zijn er 224-248-268-292-312-344 steken op de naald. Brei verder zonder te meerderen tot het werk 19-21-23-25-27-29 cm meet vanaf de halsrand midden voor. Brei de volgende naald als volgt: Brei 65-71-77-85-92-102 steken recht (= achterpand), plaats de volgende 46-52-56-60-62-68 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), brei 66-72-78-86-94-104 steken recht (= voorpand), plaats de volgende 46-52-56-60-62-68 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 1-1-1-1-2-2 steken recht (= achterpand). Knip de draad af. Het lijf en de mouwen worden nu apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! LIJF: = 144-156-172-188-208-228 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant, in het midden van de 6-6-8-8-10-10 opgezette steken onder elke mouw. Neem beide markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden later gebruikt bij het meerderen. Begin de naald op een van de markeerdraad aan de goede kant van het werk (als de trui gedragen wordt) en ga verder met tricotsteek. Brei tot het werk 20-20-19-19-18-18 cm meet vanaf de scheiding. Brei de volgende naald als volgt: Brei 72-78-86-94-104-114 steken op het achterpand en 25-25-28-28-32-33 steken op het voorpand. Brei de volgende 22-28-30-38-40-48 steken en plaats ze dan op 1 hulpdraad (= midden voor). Er zijn 25-25-28-28-32-33 steken over tot het begin van de naald op het voorpand = 122-128-142-150-168-180 steken op de naald. Begin nu met de ronde voorkant; brei tricotsteek heen en weer als volgt: * Brei recht (goede kant) tot er 3 steken over zijn en plaats deze steken op dezelfde hulpdraad als de steken midden voor, keer het werk en brei averecht (verkeerde kant) tot er 3 steken over zijn en plaats deze steken op dezelfde hulpdraad, keer het werk *, brei van *-* in totaal 1-1-2-2-4-5 keer = 116-122-130-138-144-150 steken op de naald. * Brei recht (goede kant) tot er 2 steken over zijn en plaats deze 2 steken op dezelfde hulpdraad, keer het werk en brei averecht (verkeerde kant) tot er 2 steken over zijn en deze worden ook op dezelfde hulpdraad geplaatst als de steken midden voor, keer het werk *, brei van *-* in totaal 10-10-10-10-9-8 keer = 76-82-90-98-108-118 steken op de naald. Plaats de steken van de hulpdraad terug op dezelfde rondbreinaald = 144-156-172-188-208-228 steken. Ga verder in de rondte tot de gewenste lengte. Brei 1 naald recht terwijl u 36-36-40-44-52-56 steken verdeeld meerdert – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN = 180-192-212-232-260-284 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei boordsteek (= 2 recht/ 2 averecht). Als de boordsteek 2 cm meet, meerder dan 1 steek in elk averecht deel. Ga dan verder met de boordsteek als volgt: * 2 recht/ 3 averecht *, herhaal van *-* tot het einde van de naald. Als de hele boordsteek 6 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN. MOUW: Plaats de 46-52-56-60-62-68 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-10 opgezette steken onder de mouw = 52-58-64-68-72-78 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-10 steken onder de mouw en neem het mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het minderen midden onder de mouw. Ga verder met tricotsteek. Als het werk 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 5-3½-3-2-2-1½ cm in totaal 8-10-12-14-15-17 keer = 36-38-40-40-42-44 steken. Brei verder tot de mouw 40-38-37-35-33-32 cm meet vanaf de scheiding (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege een bredere hals en een langere pas). Brei 1 naald recht terwijl u 8-6-8-8-10-8 steken verdeeld = 44-44-48-48-52-52 steken meerdert. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei 6 cm boordsteek (= 2 recht/ 2 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. Brei de andere mouw op dezelfde manier. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #novemberflowerssweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 29 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 206-40
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.