DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Sky yarn
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Blue Nostalgia Cardigan

Gebreid vest met raglan in DROPS Sky. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon op de mouwen. Maten S – XXXL.

Markeer maat:
DROPS 199-4

#bluenostalgiacardigan

DROPS Design: Patroon nr. sk-027
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS SKY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
250-250-300-300-350-400 g kleur 13, licht denimblauw

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: lengte 40 cm en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: lengte 80 cm voor de randen in ribbelsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOPEN, Gebogen (wit) NR 521: 6-6-6-7-7-7 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET WERK:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = 2 naalden recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 110 steken), minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 10) = 10.
In dit voorbeeld, meerdert door 1 omslag te maken na elke 10e steek. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Meerder niet op de biezen.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6. Vind uw maat in de telpatronen (geldt voor A.3 tot A.5). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

KNOOPSGATEN:
Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, brei de volgende 2 steken recht samen en brei de laatste steek recht. Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt gebreid als het werk ongeveer 1½-2 cm meet vanaf de opzetrand. Brei dan de andere 5-5-5-6-6-6 knoopsgaten met ongeveer 9-9-9-8½-8½-8½ cm tussen elk.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten van het lijf en de mouwen):
Alle minderingen worden aan de goede kant gebreid!
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in midden van deze steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel in de hoogte = 2 naalden; dus brei 1 naald recht en 1 naald averecht

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De pas en lijf worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald vanaf midden voor, van boven naar beneden. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

PAS:
Zet 110-116-120-126-130-136 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) met rondbreinaald 3.5 mm en Sky. Brei 2 RIBBELS – lees beschrijving hierboven. Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 10-8-8-10-10-8 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 120-124-128-136-140-144 steken. Ga verder met rondbreinaald 4mm. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, tricotsteek over de volgende 15-16-17-19-20-21 steken (= voorpand), 1 omslag, 2 steken tricotsteek, A.1 over 21 steken (= mouw), 2 steken tricotsteek, 1 omslag, 30-32-34-38-40-42 steken tricotsteek (= achterpand), 1 omslag, 2 steken tricotsteek, A.1 over 21 steken (= mouw), 2 steken tricotsteek, 1 omslag, tricotsteek over de volgende 15-16-17-19-20-21 steken en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek (= voorpand). Er zijn nu 128-132-136-144-148-152 steken op de naald.
Ga zo verder met dit patroon. Met andere woorden, meerder op de mouwen aan elke kant zoals te zien is in A.1. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag averecht op de mouwen (= gaatjes) en de gemeerderde steken worden in het patroon gebreid zoals te zien is in A.1. Op de voor- en achterpanden, meerdert u met een omslag voor/na de 2 steken in tricotsteek (er zijn 2 steken in tricotsteek tussen elke raglanmeerdering). Brei op de volgende naald (verkeerde kant) deze omslagen gedraaid averecht (= geen gaatjes) en de gemeerderde steken worden dan in tricotsteek gebreid. Meerder zo iedere 2e naald (dus elke naald aan de goede kant). U meerdert in totaal 8 steken op elke meerdernaald (= 4 omslagen + 4 omslagen gemeerderd in A.1). DENK OM DE STEKENVERHOUDING en denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven. Als A.1 1 keer in de hoogte is gebreid zijn er 240-244-248-256-260-264 steken op de naald.
Ga verder met dit patroon, dus de patroonherhalingen zoals te zien is in A.1. Elke keer dat u 20 naalden in de hoogte heeft gebreid, is er ruimte voor nog 1 herhaling met kantpatroon in de breedte op elke mouw.
Als u in totaal 24-27-29-32-34-38 keer aan elke kant van A.1 heeft gemeerderd, zijn er 312-340-360-392-412-448 steken op de naald en meet het werk ongeveer 18-20-22-24-25-28 cm vanaf de opzetrand midden voor.
Ga verder met voorbiessteken in ribbelsteek, tricotsteek en patroon zoals hiervoor, maar zonder te meerderen. Met andere woorden over de 69-75-79-85-89-97 steken in A.1 brei dan als volgt: Brei A.2 (= 2 steken), 2-0-2-0-2-1 steken tricotsteek, begin op de naald gemarkeerd met een pijl in uw maat en brei A.3 (= 10 steken), A.4 over de volgende 40-50-50-60-60-70 steken (= 4-5-5-6-6-7 herhalingen van 10 steken), A.5 (= 11 steken), 2-0-2-0-2-1 steken tricotsteek en A.6 (= 2 steken).
Brei verder tot het werk 23-25-26-28-30-32 cm meet vanaf de opzetrand midden voor.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de verkeerde kant: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, 41-45-49-54-59-65 steken tricotsteek (= voorpand), plaats de volgende 69-75-77-83-83-89 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-14 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), 82-90-98-108-118-130 steken in tricotsteek (= achterpand), plaats de volgende 69-75-77-83-83-89 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-14 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), 41-45-49-54-59-65 steken tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek (= voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
= 194-210-230-250-274-298 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant, in het midden van de 10-10-12-12-14-14 opgezette steken onder elke mouw. Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden later gebruikt bij het meerderen/minderen. Brei tricotsteek, met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant van het werk. Als het werk 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MINDEREN = 4 steken geminderd. Minder zo iedere 3 cm in totaal 4 keer = 178-194-214-234-258-282 steken. Ga verder tot het werk 14 cm meet vanaf de scheiding. Meerder nu 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 = 4 steken gemeerderd. Meerder zo iedere 2 cm in totaal 7 keer = 206-222-242-262-286-310 steken. Ga verder tot het werk 30-30-31-31-31-31 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei 2 ribbels heen en weer gebreid over alle steken. Kant dan losjes af met recht, maar om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt, kunt u afkanten met naald 4 mm. Het vest meet ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Plaats de 69-75-77-83-83-89 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 10-10-12-12-14-14 opgezette steken onder de mouw = 79-85-89-95-97-103 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-10-12-12-14-14 steken onder de mouw en neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt later gebruikt bij het minderen. Begin de naald bij de markeerdraad. Begin op de juiste naald in de telpatronen zodat het patroon verder gaat vanaf de pas en brei dan als volgt: Brei 4-2-4-2-3-1 steken tricotsteek, A.3 (= 10 steken), A.4 over de volgende 50-60-60-70-70-80 steken (= 5-6-6-7-7-8 herhalingen van 10 steken), A.5 (= 11 steken) en 4-2-4-2-3-1 steken tricotsteek. Ga verder met dit patroon. Als het werk 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken midden onder de mouw – denk om TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3e-3e-3e-2e-2e-2e naald in totaal 14-15-15-16-15-16 keer = 51-55-59-63-67-71 steken. De steken die niet in het patroon passen door het minderen worden in tricotsteek gebreid, maar zorg ervoor dat als u mindert in het patroon u ook 1 omslag maakt. Ga verder tot het werk 21-19-19-17-15-14 cm meet vanaf de scheiding (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege een langere pas). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei 2 RIBBELS in de rondte – lees beschrijving hierboven. Kant dan losjes af met recht, maar om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met naald 4 mm. De mouw meet ongeveer 22-20-20-18-16-15 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag averecht zodat er een gaatje ontstaat = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag averecht zodat er een gaatje ontstaat
2 recht samen = 2 recht samen
1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
laat 1 herhaling in de hoogte zien en hoe het kantpatroon boven elkaar gepositioneerd wordt = laat 1 herhaling in de hoogte zien en hoe het kantpatroon boven elkaar gepositioneerd wordt
geen steek in dit vierkant, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon = geen steek in dit vierkant, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
Diagram for DROPS 199-4
Diagram for DROPS 199-4
Diagram for DROPS 199-4

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 199-4

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (53)

country flag Shellie Achtman schreef:

I am on the first row of the lace sleeve, A.1, of this pattern . According to the diagram there should be 21 stitches. We are coming up with 27 stitches. Please explain what we are doing wrong. Up to this point my stitch count and the pattern stitch count are the same. I really love this sweater so I hope I can understand what needs to be done. If possible, can you please write out the sleeve instructions for me. That might make it easier to follow. Thank you!

08.07.2021 - 21:15

DROPS Design antwoorde:

Dear Shellie, we use the diagrams (instead of the written out instructions) because we believe they show not only the very next step, but also how stitches and rows relate to each other en large. Please understand that we cannot provide written out or modified instructions for each individual requests. Since we don't see your knitting it is hard to say, what you are doing wrong, but, for example, it can be, that you do not have to do extra yarnovers at the raglan lines, as for the sleeves they are included in the diagrams. Happy Stitching!

08.07.2021 - 21:45

country flag Silje schreef:

Det blir riktig å strikke 7 m glattstrikk før og etter mønsteret, og ikke 2 ettersom maskene som er plukket opp under armen må telles med.

07.07.2021 - 09:18

country flag Silje schreef:

Jeg er ferdig med bolen og begynner på ermene, størrelse M. Det stemmer ikke om omg begynner med 2 r og så mønster A3, A4 og A5. Maskene som telles opp blir 75 m og ikke 85, som er riktig maskeantall om man teller med 10 m under ermet.

06.07.2021 - 20:08

DROPS Design antwoorde:

Hej Silje, du har 75 masker fra tråden, strikker 1 maske i hver af de 10 under ærmet = 85 masker. Mønsteret skal stemme hvis du strikker 2r+A3=10m+A4=60m+A5=11m+2r God fornøjelse!

14.07.2021 - 10:34

country flag Lene Jochumsen schreef:

Ordet "inklusiv" betyder +. Hvad I mente at skrive er "dette maskeantal inkludere 5 masker i start og slut til kant ", går jeg ud fra???

16.05.2021 - 12:07

country flag Monica Sørensen schreef:

Hei,i str xl står det at man først skal strikke 19 masker, og avslutte runden med 19,men gjelder det kun første runde,eller alle rundene til man er ferdig med mønsterdelen? Jeg starter med 19, men på slutten av runden øker det med 4 rettmasker for hver runde🙄

15.04.2021 - 16:17

DROPS Design antwoorde:

Hej Monica, efterhånden som du tager ud i hver raglanovergang vil der også blive flere glatstrikkede masker på for og bagstykket. God fornøjelse!

28.04.2021 - 14:51

country flag Barbara Cardinali schreef:

Grazie mille!

13.04.2021 - 11:23

country flag Barbara Cardinali schreef:

Salve! Ho eseguito il diagramma A1 fino ad avere 360 maglie per la taglia L.Poi ho proseguito ma senza aumentare, seguendo i diagrammi A2, A3, A 4, A5 e A6 per la taglia L. Però ho constatato che avrei bisogno di allungare il lavoro di un paio di centimetri, prima di dividere le maniche dal dietro e dal davanti. Mi chiedevo come posso fare...da quale diagramma riprendere? Grazie!

10.04.2021 - 14:56

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Barbara, il suo campione iniziale corrispondeva a quello indicato? E la misura del lavoro alla fine dei diagrammi era corretta? In ogni caso potrebbe continuare riprendendo i diagrammi e ricordandosi su quale ferro iniziare il lavoro sulle maniche. Buon lavoro!

11.04.2021 - 12:06

country flag Barbara Cardinali schreef:

Salve ! Sto eseguendo la misura L ed ho già fatto il diagramma A1 e gli altri, però ho scoperto che avrei bisogno di un paio di cm in più di lunghezza prima di mettere in sospeso le maniche. Come posso fare per proseguire il disegno?Grazie!

08.04.2021 - 09:14

DROPS Design antwoorde:

Buonasera Barbara, ci può indicare esattamente a quale punto del modello sta facendo riferimento? Buon lavoro!

09.04.2021 - 23:24

country flag Hélène schreef:

C'est reparti. Merci beaucoup pour vos explications très claires. Bonne fin de journée.

09.02.2021 - 16:30

country flag Jaillet schreef:

Bonjour Je tricote le modèle taille M. J'ai bien fait les 27 augmentations. J'ai obtenu 340 mailles . J'ai bien effectué A2 sur les deux mailles jersey, puis 0 maille, puis reprise au niveau de la flèche soit 3 mailles endroit, mais je n'arrive pas à faire correspondre avec le motif précédent . J'ai deux mailles en trop . Merci de votre aide. Hélène.

09.02.2021 - 11:56

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Hélène, en augmentant 27 fois en taille M, votre dernière augmentation correspond à un rang comme le 2ème dans A.1, autrement dit, vous avez 7 mailles endroit avant la 1ère m envers au début de la manche, tricotez: A.2 (= 2 m), puis A.3 en commençant par 3 m end, 1 jeté, 1 dim (= les 5 m endroit restant jusqu'à la 1ère m env). En espérant que ceci puisse vous aider. Bon tricot!

09.02.2021 - 14:58