Sophie schreef:
Bonjour, lorsque le diagramme A2 s'élargit, faut il rajouter 2m envers à l'intérieur de A2 de chaque côté (soit une augmentation de 4m) en plus des augmentations à l'extérieur de A2 (1m de chaque côté ) soit une augmentation totale de 6m tous les 2 rangs ?
16.06.2019 - 23:55DROPS Design antwoorde:
Bonjour Sophie, pour l'arrondi des manches, on augmente 1 m avant et 1 m après chaque A.2, on va augmenter 4 m par tour pour l'arrondi des manches. En fonction de la taille, vous augmentez d'abord 1 à 6 fois tous les tours puis 25 à 38 fois tous les 2 tours. Quand A.2 va s'agrandir, on tricote comme dans le diagramme pour avoir toujours au moins 2 m env au début et à la fin de A.2. Bon tricot!
17.06.2019 - 08:49
Su schreef:
Hallo,bei der Zunahme für die Schultern schreiben Sie das zwischen 4u1 Markierer(Rückenteil) u 2u3 Markierer zugenommen werden soll. Wo denn genau? Ist damit gemeint,dass Maschen wie in der Schulter- Zunahme 1 Masche beschrieben, zugenommen werden sollen vor jedem Markierer? Dann soll danach 1 Maschen zugenommen werden pro seite (vorder-Hinterteil)wo nehme ich diese zu ?Ich hoffe sie verstehen meine Frage :)
16.04.2019 - 15:17DROPS Design antwoorde:
Liebe Su, es wird zugenommen, wie unter SCHULTER beschrieben, dh zuerst 2 M zwischen den 1. und 3. Markierer und zwischen den 2. und 4. Markierer (jeweils 4 M zugenommen) und dann 1 M zwischen den 1. und 3. Markierer und zwischen den 2. und 4. Markierer (jeweils 2 M zugenommen). Viel spaß beim stricken!
23.04.2019 - 10:36
Sylvana schreef:
Bon, entretemps, je crois avoir compris à quoi correspondent les 21 m. Ce sont les mailles de chaque côté de A3 qui doivent être tricotées à l'endroit et non à l'envers (comme indiqué dans le correctif). Ai-je bien compris ? Merci de votre réponse.
17.03.2019 - 13:19DROPS Design antwoorde:
Bonjour Sylvana, les augmentations pour l'arrondi des manches se fait de chaque côté de A.2 comme expliqué précédemment - (d'abord à l'endroit puis les suivantes à l'envers). Bon tricot!
18.03.2019 - 10:36
Sylvana schreef:
… et je ne comprends pas à quoi correspondent les "21 premières augmentations" à l'endroit et les mailles restantes à l'envers ? ARRONDI DES MANCHES: … tricoter les 21 premières augmentations à l'endroit, tricotez les mailles restantes à l'envers.
15.03.2019 - 18:29DROPS Design antwoorde:
Bonjour Sylvana, en fonction de la taille vous augmentez pour l'arrondi des manches 1-4-6-4-4-2 fois tous les tours et 25-26-28-32-34-38 fois tous les 2 tours, soit 26-30-34-36-38-40 fois au total, les 21 premières fois, vous tricoterez les augmentations à l'endroit, puis vous les tricoterez à l'envers jusqu'à ce qu'elles soient toutes faites. Bon tricot!
18.03.2019 - 08:35
Sylvana schreef:
Bonjour Les augmentations pour l'arrondi manche, vous les collez à A2 ou bien vous les placez à côté du marqueur ? Merci
15.03.2019 - 16:24DROPS Design antwoorde:
Bonjour Sylvana! Pour l'arrondie des manches, on augmente 1 maille de chaque côté de A.2 à chaque épaule/manche (= on augmente 4 mailles). Bon tricot!
18.03.2019 - 07:44
Claudine FAUQUE schreef:
Bonjour, Après en avoir bien bavé, je suis en train de terminer ce joli pull. Merci pour ce modèle. Il faudrait peut-être ajouter un commentaire : "Tricoter le dernier rang jersey avant les côtes mousse (bas du devant et du dos) en mailles TORSES endroit afin d'éviter que le bas ne roulotte. C'est beaucoup plus joli."
09.01.2019 - 18:10
Tribout Valérie schreef:
Bonjour quand on augmente les mailles dessous les manches on a 69 mailles mais sur A 3 il y 61 case j aimerais savoir comment fait pour continuer.j ai bien mis le marqueur au milieu .merci beaucoup
16.12.2018 - 21:57DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Tribout, les premières augmentations de l'arrondi des manches se tricotent à l'endroit, les suivantes se tricotent à l'envers. Bon tricot!
17.12.2018 - 10:18
Tribout Valérie schreef:
Bonjour comment augmenter les 4 mailles en dessous la manche ?merci
26.11.2018 - 15:46DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Tribout, montez les 4 m comme le montre cette vidéo, tricotez les mailles du devant, montez les 4 m du dessous de l'autre manche de la même façon et tricotez à suivre les mailles du dos jusqu'au début du tour. Cette vidéo montre comment on tricote un pull de haut en bas, on y voit également cette partie des explications (à la fin du raglan). Bon tricot!
26.11.2018 - 16:00
Tribout schreef:
Bonjour quand je suis à la flèche s dans a2 .est ce que je continue le diagramme ou je saute des rangs pour faire la taille s. J ai pas compris le diagramme .merci de votre aide
15.11.2018 - 22:57DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Tribout, quand vous arrivez au tour avec la flèche dans A.2, continuez le diagramme tel qu'il est, en revanche, à partir de ce rang, vous commencez à augmenter pour l'arrondi des manches comme indiqué dans les explications. Bon tricot!
16.11.2018 - 09:36
Melanie C schreef:
Bonjour, je suis perdue entre les augmentations et les augmentations arrondis des manches, ce n'est pas très clair. J'ai l'impression de devoir augmenter au même endroit, soit une maille avant A2. A combien de maille de A2 doit-on augmenter pour les arrondis des manches ? Car le résultat d'un jeté juste avant les 2 mailles envers n'est pas terrible, ça forme un trou même en le tricotant torse. Merci !
17.10.2018 - 13:08DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mélanie C., en fonction de la taille, vous allez augmenter 1 m de chaque côté de A.2: 1-4-6-4-4-2 fois au total tous les tours et 25-26-28-32-34-38 fois tous les 2 tours et 65-73-81-85-89-93 mailles pour chaque manche quand les augmentations sont terminées. Essayez de serrer un peu le jeté si besoin, ou bien augmentez avec une autre technique si vous préférez. Bon tricot!
17.10.2018 - 14:44
Vanilla Kiss#vanillakisssweater |
||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
Gebreide trui met kantpatroon op de schouders en de mouwen, van boven naar beneden gebreid. Maten S - XXXL. Het werk wordt gebreid in DROPS Puna of DROPS Sky.
DROPS 178-16 |
||||||||||||||||||||||
RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.3. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. SCHOUDER: LET OP: Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt! Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Meerder 2 steken als volgt: MEERDER 2 STEKEN VOOR MARKEERDRADEN 1 EN 3: Begin 3 steken voor de markeerdraad, 1 omslag, 2 recht, 1 omslag, 1 recht, (= 2 steken gemeerderd). MEERDER 2 STEKEN NA MARKEERDRADEN 2 EN 4: 1 recht, 1 omslag, 2 recht, 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Meerder 1 steek als volgt: MEERDER 1 STEEK VOOR MARKEERDRADEN 1 EN 3: Begin 1 steek voor de markeerdraad, 1 omslag, 1 recht (= 1 steek gemeerderd). MEERDER 1 STEEK NA MARKEERDRADEN 2 EN 4: 1 recht, 1 omslag (= 1 steek gemeerderd). MOUWKOP: Meerder 1 steek door 1 omslag te maken (zorg ervoor dat de omslag niet te los is). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen - brei de eerste 21 gemeerde steken recht, brei de overige steken averecht. TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de zijkanten van de voor- en achterpanden): Meerder aan de binnenkant van de 4 buitenste steken aan elke kant (dus 3 kantsteken in ribbelsteek + 1 steek in tricotsteek). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen (de gemeerderd steek wordt gebreid in tricotsteek). TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouw): Begin 3 steken voor de markeerdraad midden onder de mouw, 2 averecht samen, 2 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 2 steken), 2 averecht samen (= 2 steken geminderd). ---------------------------------------------------------- TRUI Het werk wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden, tot onder de mouwen. Dan worden de voor- en achterpanden apart heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid. De foto wijkt een beetje af van het patroon bij de meerderingen in de mouwkop (A.2) - de pasvorm is verbeterd. PAS: Zet 102-102-106-106-110-110 steken op met korte rondbreinaald 3 mm en Puna. De naald begint midden achter. Voeg hier een markeerdraad in welke u gaandeweg meeneemt tijdens het breien. Brei 2 RIBBELS in de rondte – zie uitleg hierboven. Voeg 4 nieuwe markeerdraden in het werk als volgt (zonder de steken te breien): Voeg markeerdraad 1 in na de eerste 19-19-20-20-21-21 steken (= ½ achterpand), markeerdraad 2 na de volgende 13 steken (= schouder/mouw), markeerdraad 3 na de volgende 38-38-40-40-42-42 steken (= voorpand), markeerdraad 4 na de volgende 13 steken (= schouder/mouw), er zijn nu 19-19-20-20-21-21 steken over na de laatste markeerdraad (= ½ achterpand). Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei nu verkorte toeren over de steken in de hals voor een betere pasvorm, terwijl u TEGELIJKERTIJD steken meerdert voor de schouder en in patroon breit op de schouders/mouwen (= 13 steken) als volgt: NAALD 1 (aan de goede kant): Brei recht tot 3 steken voor markeerdraad 1, meerder 2 steken voor de SCHOUDER – zie uitleg hierboven, brei A.1A (= 7 steken), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 2 (op de verkeerde kant): Brei A.1A, averecht tot markeerdraad 4, A.1B (= 7 steken – u leest het telpatroon van links naar rechts wanneer u aan de verkeerde kant breit), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 3: Brei A.1B, meerder 2 steken voor de schouder, brei recht tot 3 steken voor markeerdraad 1 en meerder 2 steken voor de schouder, brei A.2 (= 13 steken), markeerdraad 2 is hier, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 4: Brei A.2, averecht tot markeerdraad 4, brei A.2 – begin op naald 2 in het telpatroon, markeerdraad 3 is hier, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 5: Brei A.2, meerder 2 steken voor de schouder, brei recht tot 3 steken voor markeerdraad 1, meerder 2 steken voor de schouder, ga verder met A.2 en meerder 2 steken voor de schouder op het voorpand, (dus u breit dan als volgt na markeerdraad 2: 1 recht, 1 omslag, 2 recht, 1 omslag), 1 recht, (= 4 steken + 2 omslagen op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 6: Brei averecht tot markeerdraad 2 (=6 steken averecht op het voorpand), ga verder met A.2, brei averecht tot markeerdraad 4, ga verder met A.2, 4 steken averecht op het voorpand (= 4 steken voorbij markeerdraad 3) keer het werk en trek de draad aan. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! NAALD 7: 1 recht, meerder 2 steken voor de schouder (= 4 steken + 2 omslagen op het voorpand), ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder, brei recht tot 3 steken voor markeerdraad 1, meerder 2 steken voor de schouder, ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder op het voorpand en brei recht over nog 2 steken meer dan op de vorige naald op het voorpand (= 8 steken + 2 omslagen op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 8: Brei averecht tot markeerdraad 2 (= 10 averechte steken op het voorpand), ga verder met A.2, brei averecht tot markeerdraad 4, ga verder met A.2 en brei averecht over nog 2 steken meer dan op de vorige naald op het voorpand (= 8 steken op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 9: Brei recht tot 3 steken voor de markeerdraad, meerder 2 steken voor de schouder (= 8 gebreide steken + 2 omslagen op het voorpand), ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder, brei recht tot 3 steken voor markeerdraad 1, meerder 2 steken voor de schouder, ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder op het voorpand, brei recht over nog 2 steken meer dan op de vorige naald op het voorpand (= 12 steken + 2 omslagen op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 10: Brei averecht tot markeerdraad 2 (= 14 averechte steken op het voorpand), ga verder met A.2, brei averecht tot markeerdraad 4, ga verder met A.2 en brei averecht over nog 2 steken meer dan op de vorige naald op het voorpand (= 12 steken op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 11: Brei recht tot 3 steken voor de markeerdraad, meerder 2 steken voor de schouder (= 12 gebreide steken + 2 omslagen op het voorpand), ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder, brei recht tot 3 steken voor markeerdraad 1, meerder 2 steken voor de schouder, ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder op het voorpand, brei recht over nog 2 steken meer dan op de vorige naald op het voorpand (= 16 steken + 2 omslagen op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 12: Brei averecht tot markeerdraad 2 (= 18 averechte steken op het voorpand), ga verder met A.2, brei averecht tot markeerdraad 4, ga verder met A.2 en averecht over nog 2 steken meer dan op de vorige naald op het voorpand (= 16 steken op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 13: Brei recht tot 3 steken voor de markeerdraad, meerder 2 steken voor de schouder (= 18 steken voor de volgende markeerdraad), ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder, brei recht tot midden achter (= begin van de naald). Ga verder in patroon maar zonder te meerderen tot markeerdraad 2. U heeft nu 11 naalden van A.2 gebreid. Knip de draad af. U heeft nu 4 keer 2 steken voor de schouder gemeerderd aan elke kant van het voorpand en 6 keer 2 steken voor de schouder aan elke kant van het achterpand = 142-142-146-146-150-150 steken (= 54-54-56-56-58-58 steken op het voorpand en 62-62-64-64-66-66 steken op het achterpand) De verkorte toeren zijn nu klaar en u gaat verder in de rondte met de rondbreinaald. Begin bij de markeerdraad midden achter. Ga op de volgende naald verder met de meerderingen voor de schouder (= brei de gemeerderde steken op het voor- en achterpand in tricotsteek) en brei A.2 zoals hiervoor, TEGELIJKERTIJD op de naald met een pijl in A.2 (dus voordat de meerderingen voor de schouder klaar zijn) begint u met de meerderingen voor de mouwkop (= brei de gemeerderde steken averecht en brei ze dan in A.2 als het patroon naar buiten toe groter wordt). Als A.2 klaar is in de hoogte, herhaal dan A.3 over A.2 tot de gewenste lengte. Meerder voor de schouder en voor de mouwkop zoals beschreven hieronder: MEERDER VOOR DE SCHOUDER ALS VOLGT: LET OP: U meerdert verschillend op de voor- en achterpanden en op de naalden na de meerderingen, worden de omslagen gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen - Denk om SCHOUDER! MEERDER OP HET ACHTERPAND (= tussen markeerdraden 4 en 1): Meerder 2 steken iedere 2e naald in totaal 2-3-5-7-8-10 keer, meerder dan 1 steek iedere 2e naald in totaal 9-11-12-14-16-18 keer. MEERDER OP HET VOORPAND (= tussen markeerdraden 2 en 3): Meerder 2 steken iedere 2e naald in totaal 6-7-9-11-12-14 keer, meerder dan 1 steek iedere 2e naald in totaal 5-7-8-10-12-14 keer. Na alle meerderingen voor de schouder zijn er 88-96-108-120-130-142 steken op zowel de voor- als de achterpanden. MEERDER VOOR DE MOUWKOP ALS VOLGT: Begin op de naald met een pijl in telpatroon A.2 met meerderen voor de MOUWKOP – zie uitleg hierboven. Meerder 1 steek op elke kant van A.2 op iedere schouder/mouw (= 4 steken gemeerderd op de naald). Meerder op deze manier iedere naald in totaal 1-4-6-4-4-2 keer en dan iedere 2e naald in totaal 25-26-28-32-34-38 keer. Er moeten op zijn minst altijd 2 averechte steken zijn op elke kant van het kantpatroon A.2 op de mouwen. Als alle meerderingen voor de mouwkop klaar zijn, zijn er 65-73-81-85-89-93 steken op elke mouw. Na alle meerderingen voor de schouder en de mouwkop zijn er 306-338-378-410-438-470 steken op de naald en meet het werk 31-33-35-37-38-41 cm (gemeten vanaf de schouder naar beneden). Er zijn nu 4-8-12-14-16-18 averechte steken aan elke kant van het kantpatroon (inclusief de 2 steken aan elke kant van A.2). Brei de volgende naald als volgt: Brei 44-48-54-60-65-71 steken tricotsteek (= ½ achterpand), plaats de volgende 65-73-81-85-89-93 steken op 1 hulpdraad (= mouw), zet 4 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), brei 88-96-108-120-130-142 steken tricotsteek (= voorpand), plaats de volgende 65-73-81-85-89-93 steken op 1 hulpdraad (= mouw), zet 4 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 44-48-54-60-65-71 steken in tricotsteek (= ½ achterpand). LIJF: = 184-200-224-248-268-292 steken. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Verdeel nu het werk in het midden van de 4 nieuwe steken onder elke mouw en de voor- en achterpanden worden apart heen en weer verder gebreid op de rondbreinaald tot de gewenste lengte. ACHTERPAND: = 92-100-112-124-134-146 steken. Brei tricotsteek met 3 kantsteken in RIBBELSTEEK – zie uitleg hierboven, aan elke kant. Meerder bij een hoogte van 3 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 2 steken gemeerderd). Meerder op deze manier iedere 14e-14e-14e-14e-14e-14e naald in totaal 4 keer aan elke kant = 100-108-120-132-142-154 steken. Ga bij een hoogte van 24-24-24-24-25-24 cm vanaf de scheiding, verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 3 ribbels, ga weer verder met rondbreinaald 4 mm en kant dan losjes af. De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de bovenkant van de schouder naar beneden. VOORPAND: = 92-100-112-124-134-146 steken. Brei op dezelfde manier als het achterpand. MOUW: Plaats de 65-73-81-85-89-93 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 4 opgezette steken onder de mouw = 69-77-85-89-93-97 steken op de naald. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 4 nieuwe steken midden onder de mouw en neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien. Ga verder met A.3 zoals hiervoor, brei 1 steek recht aan elke kant van de markeerdraad midden onder de mouw en brei de overgebleven steken op de naald averecht. Bij een hoogte van 3 cm vanaf de scheiding, mindert u 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal het minderen bij een hoogte van 8-8-7-7-6-6 cm = 65-73-81-85-89-93 steken. Brei verder tot het werk 14-12-11-11-11-12 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei 3 ribbels over alle steken, ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en kant af. Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de zijnaden in de buitenste lus van de buitenste steek zodat de naad plat is, maar stop als er 6 cm over is aan elke kant (= split). |
||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #vanillakisssweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 33 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 178-16
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.