Martine schreef:
Bonjour , je suis arrivée aux augmentations pour l'arrondi des manches .Je vais augmenter en tout 60 mailles pour chaque manches( Taille M ).Donc à la fin des augmentations j'aurai 96 mailles pour le devant , 96 mailles pour le dos , 61 mailles par manches à la fin du diagramme ( 122 mailles pour les 2 ) et 120 mailles pour l'arrondi des manches( 2 x 60 mailles ).Donc 434 mailles en tout .Et vous , vous notez Que lorsque toutes les augmentations sont finies on a 338 mailles ?
11.10.2020 - 07:40DROPS Design antwoorde:
Bonjour Martine, quand vous arrêtez les rangs raccourcis, vous avez 142 m, vous allez augmenter pour chaque demi-dos: 3x2 m + 7x1 m (= 17m par demi-dos x2 = 34 m pour le dos) et pour le devant: 7x2m+7x1m = 21 m x 2 = 42 m au total et pour les manches: 30 x2 m = 60 m par manche, vous aurez ainsi: 142+ 34+42+60+60= 338 m. Bon tricot!
12.10.2020 - 08:20
Jacqueline Chartier schreef:
Question - pouvez-vous me dire au niveau des augmentations épaules , comment savoir si j'augmente 2 mailles avant les marqueurs 1 et 3 ou augmenter 2mailles après les marqueurs 2 et 4 etc .... Je n'arrive pas à m'y retrouver ! Merci
18.09.2020 - 19:59DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Chartier, vous augmentez pour les épaules entre les marqueurs 4 et 1 (dos) soit entre les marqueurs 2 et 3 (= devant), autrement dit, vous augmentez après le marqueur-4 et avant le -1 pour le dos et après le marqueur-2 et avant le-3 pour le devant - cf ÉPAULES; Bon tricot!
21.09.2020 - 15:53
Pascale GUIBERT schreef:
Re Bonjour , Quand je repars après le rang 13 , je vais donc faire les jetés pour les augm sur un côté ( marqueurs 1 et 2 ) et tricoter les jetés précédents sur l'autre côté (marqueurs 3 et 4 ) ?? Si je comprends bien , les augmentations de l'arrondi des manches se situent entre la derniere maille avant le marqueur et la première de A2 ?
01.09.2020 - 17:05DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Guibert, vous augmentez pour les épaules de part et d'autre de A.2 = avant A.2 et après A.2 cf ÉPAULES (1 m avant/1 m après A.2) - celles de l'arrondi des manches se situent bien là, vous tricotez d'abord ces augmentations à l'endroit (= comme le jersey du devant/dos) puis à l'envers (comme les premières/dernières mailles de A.2). Bon tricot!
02.09.2020 - 08:21
Pascale GUIBERT schreef:
Bonjour, Au rang 13 je repart de 16 mailles avant le marqueur 3 , je fais les augm de 2 m pour les épaules sur le devant , puis les 13 mailles du dessin A.2, puis les 2 m augm épaule dos et je vais jusqu'au milieu ....jusque là OK . Pourquoi après vous me dites "continuer en POINT FANTAISIE ??si je vais au marqueur 2 je continue donc l'autre moitie de dos et je devrais la faire à l'endroit ...puis A2 sans augmentations après le milieu dos , et je coupe .
01.09.2020 - 16:50DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Guibert, continuez simplement le point fantaisie comme avant en suivant les diagrammes indiqués/en tricotant les mailles comme avant. Bon tricot!
01.09.2020 - 16:54
Pascale schreef:
Bonsoir , moi je commence mal , je ne comprends pas comment refermer mon cercle , lorsque je monte les 106 mailles + 1 pour ne pas avoir de décalage avec le cable 40 , ça ne se referme pas pourtant je suis passée au numero d'aiguilles au dessus après avoir fait l'échantillon ....
17.07.2020 - 23:06DROPS Design antwoorde:
Bonjour Pascale, avez-vous bien le bon échantillon? Avec les aiguilles les plus fines vous devez avoir 23 mailles = 10 cm de large (et 32 rangs pour 10 cm de hauteur) - vos 106 mailles vont ainsi mesurer 46 cm environ. Pensez à bien vérifier votre tension pour que les mesures du schéma soient correctes (plus d'infos ici - vous pouvez aussi tricoter en magic loop si c'est plus simple pour vous. Bon tricot!
20.07.2020 - 08:55
Camilla schreef:
Hej, när man har stickat 13 förkortade varv och A2 är klart en gång, ska man sen backa tillbaka maskorna på stickan till mitt bak? Om jag börjar det nya varvet där så har jag inte stickat ökningarna som gjordes före markör 3 och efter markör 4 på varv 13, eftersom jag inte ska sticka tillbaka dit innan jag börjar det nya varvet. För min del så kommer ju ökningarna att bli i otakt då. Är det riktigt?
29.05.2020 - 22:26DROPS Design antwoorde:
Hej Camilla, ja du kan göra ökningen när du kommer dit nästa gång, det gör inget att det blir otakt. Lycka till :)
05.06.2020 - 09:27
Madeleine schreef:
Jag har kommit till varv 4 och jag fattar inte. Jag ska sticka till markör 4 göra A2 sen är 3:e markören där? Vadå? Den har jag ju stickat förbi?
15.12.2019 - 20:59DROPS Design antwoorde:
Hej Madeleine, du har markör 1 i ena sidan bak i övergången mot ärmen, och du har markör 4 i andra sidan bak i övergången mot ärmen. Lycka till!
17.12.2019 - 11:44
Catherine Richard schreef:
Bonjour, Concernant le diagramme A2. Ne faut-il pas inverser le sens de lecture des rangs endroits entre l'épaule droite et l'épaule gauche, vu qu'il y a surjet d'un côté et maille glissée rabattue de l'autre ? Cordialement
31.10.2019 - 16:28DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Richard, ce point ajouré se fait bien ainsi, vous retrouvez le même motif en haut de A.2 - et de la même façon sur les 2 épaules/manches. Bon tricot!
04.11.2019 - 14:15
Lisa schreef:
Zu meiner gerade gestellten Frage: Bilder sind auf meiner ravel ry Seite lisaknitknit
29.08.2019 - 23:18
Myriam schreef:
Bonjour, Concernant le dos et le devant, il est mentionné de tricoter 3 mailles de bordures au point mousse. Faut- il donc tricoter les deux mailles ajoutées sous les manches plus 1 prise sur le devant et/ou le dos? Merci de votre réponse
26.07.2019 - 16:54DROPS Design antwoorde:
Bonjour Myriam, apres la separation de votre ouvrage, le devant et le dos sont travailles séparément, avec 3 mailles de chaque cote de chaque piece en point mousse (regardez la photo). Bon travail!
26.07.2019 - 23:41
Vanilla Kiss#vanillakisssweater |
||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
Gebreide trui met kantpatroon op de schouders en de mouwen, van boven naar beneden gebreid. Maten S - XXXL. Het werk wordt gebreid in DROPS Puna of DROPS Sky.
DROPS 178-16 |
||||||||||||||||||||||
RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.3. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. SCHOUDER: LET OP: Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt! Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Meerder 2 steken als volgt: MEERDER 2 STEKEN VOOR MARKEERDRADEN 1 EN 3: Begin 3 steken voor de markeerdraad, 1 omslag, 2 recht, 1 omslag, 1 recht, (= 2 steken gemeerderd). MEERDER 2 STEKEN NA MARKEERDRADEN 2 EN 4: 1 recht, 1 omslag, 2 recht, 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Meerder 1 steek als volgt: MEERDER 1 STEEK VOOR MARKEERDRADEN 1 EN 3: Begin 1 steek voor de markeerdraad, 1 omslag, 1 recht (= 1 steek gemeerderd). MEERDER 1 STEEK NA MARKEERDRADEN 2 EN 4: 1 recht, 1 omslag (= 1 steek gemeerderd). MOUWKOP: Meerder 1 steek door 1 omslag te maken (zorg ervoor dat de omslag niet te los is). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen - brei de eerste 21 gemeerde steken recht, brei de overige steken averecht. TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de zijkanten van de voor- en achterpanden): Meerder aan de binnenkant van de 4 buitenste steken aan elke kant (dus 3 kantsteken in ribbelsteek + 1 steek in tricotsteek). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen (de gemeerderd steek wordt gebreid in tricotsteek). TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouw): Begin 3 steken voor de markeerdraad midden onder de mouw, 2 averecht samen, 2 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 2 steken), 2 averecht samen (= 2 steken geminderd). ---------------------------------------------------------- TRUI Het werk wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden, tot onder de mouwen. Dan worden de voor- en achterpanden apart heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid. De foto wijkt een beetje af van het patroon bij de meerderingen in de mouwkop (A.2) - de pasvorm is verbeterd. PAS: Zet 102-102-106-106-110-110 steken op met korte rondbreinaald 3 mm en Puna. De naald begint midden achter. Voeg hier een markeerdraad in welke u gaandeweg meeneemt tijdens het breien. Brei 2 RIBBELS in de rondte – zie uitleg hierboven. Voeg 4 nieuwe markeerdraden in het werk als volgt (zonder de steken te breien): Voeg markeerdraad 1 in na de eerste 19-19-20-20-21-21 steken (= ½ achterpand), markeerdraad 2 na de volgende 13 steken (= schouder/mouw), markeerdraad 3 na de volgende 38-38-40-40-42-42 steken (= voorpand), markeerdraad 4 na de volgende 13 steken (= schouder/mouw), er zijn nu 19-19-20-20-21-21 steken over na de laatste markeerdraad (= ½ achterpand). Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei nu verkorte toeren over de steken in de hals voor een betere pasvorm, terwijl u TEGELIJKERTIJD steken meerdert voor de schouder en in patroon breit op de schouders/mouwen (= 13 steken) als volgt: NAALD 1 (aan de goede kant): Brei recht tot 3 steken voor markeerdraad 1, meerder 2 steken voor de SCHOUDER – zie uitleg hierboven, brei A.1A (= 7 steken), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 2 (op de verkeerde kant): Brei A.1A, averecht tot markeerdraad 4, A.1B (= 7 steken – u leest het telpatroon van links naar rechts wanneer u aan de verkeerde kant breit), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 3: Brei A.1B, meerder 2 steken voor de schouder, brei recht tot 3 steken voor markeerdraad 1 en meerder 2 steken voor de schouder, brei A.2 (= 13 steken), markeerdraad 2 is hier, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 4: Brei A.2, averecht tot markeerdraad 4, brei A.2 – begin op naald 2 in het telpatroon, markeerdraad 3 is hier, keer het werk en trek de draad aan. NAALD 5: Brei A.2, meerder 2 steken voor de schouder, brei recht tot 3 steken voor markeerdraad 1, meerder 2 steken voor de schouder, ga verder met A.2 en meerder 2 steken voor de schouder op het voorpand, (dus u breit dan als volgt na markeerdraad 2: 1 recht, 1 omslag, 2 recht, 1 omslag), 1 recht, (= 4 steken + 2 omslagen op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 6: Brei averecht tot markeerdraad 2 (=6 steken averecht op het voorpand), ga verder met A.2, brei averecht tot markeerdraad 4, ga verder met A.2, 4 steken averecht op het voorpand (= 4 steken voorbij markeerdraad 3) keer het werk en trek de draad aan. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! NAALD 7: 1 recht, meerder 2 steken voor de schouder (= 4 steken + 2 omslagen op het voorpand), ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder, brei recht tot 3 steken voor markeerdraad 1, meerder 2 steken voor de schouder, ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder op het voorpand en brei recht over nog 2 steken meer dan op de vorige naald op het voorpand (= 8 steken + 2 omslagen op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 8: Brei averecht tot markeerdraad 2 (= 10 averechte steken op het voorpand), ga verder met A.2, brei averecht tot markeerdraad 4, ga verder met A.2 en brei averecht over nog 2 steken meer dan op de vorige naald op het voorpand (= 8 steken op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 9: Brei recht tot 3 steken voor de markeerdraad, meerder 2 steken voor de schouder (= 8 gebreide steken + 2 omslagen op het voorpand), ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder, brei recht tot 3 steken voor markeerdraad 1, meerder 2 steken voor de schouder, ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder op het voorpand, brei recht over nog 2 steken meer dan op de vorige naald op het voorpand (= 12 steken + 2 omslagen op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 10: Brei averecht tot markeerdraad 2 (= 14 averechte steken op het voorpand), ga verder met A.2, brei averecht tot markeerdraad 4, ga verder met A.2 en brei averecht over nog 2 steken meer dan op de vorige naald op het voorpand (= 12 steken op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 11: Brei recht tot 3 steken voor de markeerdraad, meerder 2 steken voor de schouder (= 12 gebreide steken + 2 omslagen op het voorpand), ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder, brei recht tot 3 steken voor markeerdraad 1, meerder 2 steken voor de schouder, ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder op het voorpand, brei recht over nog 2 steken meer dan op de vorige naald op het voorpand (= 16 steken + 2 omslagen op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 12: Brei averecht tot markeerdraad 2 (= 18 averechte steken op het voorpand), ga verder met A.2, brei averecht tot markeerdraad 4, ga verder met A.2 en averecht over nog 2 steken meer dan op de vorige naald op het voorpand (= 16 steken op het voorpand), keer het werk en trek de draad aan. NAALD 13: Brei recht tot 3 steken voor de markeerdraad, meerder 2 steken voor de schouder (= 18 steken voor de volgende markeerdraad), ga verder met A.2, meerder 2 steken voor de schouder, brei recht tot midden achter (= begin van de naald). Ga verder in patroon maar zonder te meerderen tot markeerdraad 2. U heeft nu 11 naalden van A.2 gebreid. Knip de draad af. U heeft nu 4 keer 2 steken voor de schouder gemeerderd aan elke kant van het voorpand en 6 keer 2 steken voor de schouder aan elke kant van het achterpand = 142-142-146-146-150-150 steken (= 54-54-56-56-58-58 steken op het voorpand en 62-62-64-64-66-66 steken op het achterpand) De verkorte toeren zijn nu klaar en u gaat verder in de rondte met de rondbreinaald. Begin bij de markeerdraad midden achter. Ga op de volgende naald verder met de meerderingen voor de schouder (= brei de gemeerderde steken op het voor- en achterpand in tricotsteek) en brei A.2 zoals hiervoor, TEGELIJKERTIJD op de naald met een pijl in A.2 (dus voordat de meerderingen voor de schouder klaar zijn) begint u met de meerderingen voor de mouwkop (= brei de gemeerderde steken averecht en brei ze dan in A.2 als het patroon naar buiten toe groter wordt). Als A.2 klaar is in de hoogte, herhaal dan A.3 over A.2 tot de gewenste lengte. Meerder voor de schouder en voor de mouwkop zoals beschreven hieronder: MEERDER VOOR DE SCHOUDER ALS VOLGT: LET OP: U meerdert verschillend op de voor- en achterpanden en op de naalden na de meerderingen, worden de omslagen gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen - Denk om SCHOUDER! MEERDER OP HET ACHTERPAND (= tussen markeerdraden 4 en 1): Meerder 2 steken iedere 2e naald in totaal 2-3-5-7-8-10 keer, meerder dan 1 steek iedere 2e naald in totaal 9-11-12-14-16-18 keer. MEERDER OP HET VOORPAND (= tussen markeerdraden 2 en 3): Meerder 2 steken iedere 2e naald in totaal 6-7-9-11-12-14 keer, meerder dan 1 steek iedere 2e naald in totaal 5-7-8-10-12-14 keer. Na alle meerderingen voor de schouder zijn er 88-96-108-120-130-142 steken op zowel de voor- als de achterpanden. MEERDER VOOR DE MOUWKOP ALS VOLGT: Begin op de naald met een pijl in telpatroon A.2 met meerderen voor de MOUWKOP – zie uitleg hierboven. Meerder 1 steek op elke kant van A.2 op iedere schouder/mouw (= 4 steken gemeerderd op de naald). Meerder op deze manier iedere naald in totaal 1-4-6-4-4-2 keer en dan iedere 2e naald in totaal 25-26-28-32-34-38 keer. Er moeten op zijn minst altijd 2 averechte steken zijn op elke kant van het kantpatroon A.2 op de mouwen. Als alle meerderingen voor de mouwkop klaar zijn, zijn er 65-73-81-85-89-93 steken op elke mouw. Na alle meerderingen voor de schouder en de mouwkop zijn er 306-338-378-410-438-470 steken op de naald en meet het werk 31-33-35-37-38-41 cm (gemeten vanaf de schouder naar beneden). Er zijn nu 4-8-12-14-16-18 averechte steken aan elke kant van het kantpatroon (inclusief de 2 steken aan elke kant van A.2). Brei de volgende naald als volgt: Brei 44-48-54-60-65-71 steken tricotsteek (= ½ achterpand), plaats de volgende 65-73-81-85-89-93 steken op 1 hulpdraad (= mouw), zet 4 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), brei 88-96-108-120-130-142 steken tricotsteek (= voorpand), plaats de volgende 65-73-81-85-89-93 steken op 1 hulpdraad (= mouw), zet 4 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 44-48-54-60-65-71 steken in tricotsteek (= ½ achterpand). LIJF: = 184-200-224-248-268-292 steken. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! Verdeel nu het werk in het midden van de 4 nieuwe steken onder elke mouw en de voor- en achterpanden worden apart heen en weer verder gebreid op de rondbreinaald tot de gewenste lengte. ACHTERPAND: = 92-100-112-124-134-146 steken. Brei tricotsteek met 3 kantsteken in RIBBELSTEEK – zie uitleg hierboven, aan elke kant. Meerder bij een hoogte van 3 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 2 steken gemeerderd). Meerder op deze manier iedere 14e-14e-14e-14e-14e-14e naald in totaal 4 keer aan elke kant = 100-108-120-132-142-154 steken. Ga bij een hoogte van 24-24-24-24-25-24 cm vanaf de scheiding, verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 3 ribbels, ga weer verder met rondbreinaald 4 mm en kant dan losjes af. De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de bovenkant van de schouder naar beneden. VOORPAND: = 92-100-112-124-134-146 steken. Brei op dezelfde manier als het achterpand. MOUW: Plaats de 65-73-81-85-89-93 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 4 opgezette steken onder de mouw = 69-77-85-89-93-97 steken op de naald. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 4 nieuwe steken midden onder de mouw en neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien. Ga verder met A.3 zoals hiervoor, brei 1 steek recht aan elke kant van de markeerdraad midden onder de mouw en brei de overgebleven steken op de naald averecht. Bij een hoogte van 3 cm vanaf de scheiding, mindert u 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal het minderen bij een hoogte van 8-8-7-7-6-6 cm = 65-73-81-85-89-93 steken. Brei verder tot het werk 14-12-11-11-11-12 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei 3 ribbels over alle steken, ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en kant af. Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de zijnaden in de buitenste lus van de buitenste steek zodat de naad plat is, maar stop als er 6 cm over is aan elke kant (= split). |
||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #vanillakisssweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 33 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 178-16
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.