DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.94€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 177-27
DROPS Design: Model ai-052
Garengroep C of A en A
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS AIR van Garnstudio (hoort bij garengroep C)
300-350-350-400-450-500 gr. kleur 18, lichtgrijs/groen

DROPS BREINAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALDEN (40en80 cm) 5 MM – of de naalden die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 steken en 22 naalden in tricotsteek is 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.
DROPS BREINAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 80 cm) 4 MM – voor de randen in ribbelsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.94€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELSTEEK (in de rondte):
1 ribbel = 2 naalden. *Brei 1 naald recht en 1 naald averecht*, herhaal van *-*.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.3. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Kies het telpatroon voor uw maat.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor midden onder de mouw):
Begin 2 steken voor de markeerder, 1 omslag, 4 recht (de markeerder staat in het midden van deze 4 steken), 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei in de volgende nld de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald tot de armsgaten. Brei dan het voorpand en achterpand apart verder, heen en weer op de rondbreinaald. De mouwen worden op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald gebreid.

LIJF:
Zet 168-180-196-216-236-256 steken op met rondbreinaald 5 mm en Air. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei 2 RIBBELS– zie uitleg boven. Wissel weer naar rondbreinaald 5 mm. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld en 1 markeerder na 84-90-98-108-118-128 steken (= de zijkanten). Brei 1 naald recht. Brei de volgende naald als volgt: 15-18-22-23-28-33 steken tricotsteek, A.1 (= 14-14-14-16-16-16 steken), A.2 (= 26-26-26-30-30-30 steken), A.3 (= 14-14-14-16-16-16 steken), brei de rest van de naald in tricotsteek. Ga verder in patroon op dezelfde manier en neem de markeerders mee in de hoogte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Kant bij een hoogte van 35-36-37-38-39-40 cm 6 steken af aan elke kant voor de armsgaten (3 steken aan elke kant van beide markeerders). Brei voorpand en achterpand apart verder.


ACHTERPAND:
= 78-84-92-102-112-122 steken.
Ga verder met tricotsteek en kant af voor de armsgat aan het begin van elke naald aan elke kant als volgt: 0-0-0-1-1-2 keer 3 steken, 2-2-3-2-3-3 keer 2 steken en 1-2-3-3-4-4 keer 1 steek = 68-72-74-82-86-90 steken. Ga verder tot een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm. Kant nu de middelste 28-28-30-30-32-32 steken af voor de hals en brei elke schouder apart verder. Ga verder in tricotsteek en kant 1 steek af op de volgende naald langs de hals = 19-21-21-25-26-28 steken over op de schouder. Ga verder tot een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm en kant dan alle st af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
= 78-84-92-102-112-122 steken.
Ga verder in patroon als hiervoor en kant af voor het armsgat aan het begin van elke naald aan elke kant op dezelfde manier als hiervoor het achterpand = 68-72-74-82-86-90 steken. Ga verder tot een hoogte van 48-50-52-52-54-56 cm. Nu plaats de middelste 22-22-22-22-20-20 steken op een hulpdraad voor de hals en brei elke schouder apart verder. Ga verder in patroon als hiervoor en kant af aan het begin van elke naald langs de hals als volgt: 1-1-1-1-2-2 keer 2 steken en 2-2-3-3-3-3 keer 1 steek = 19-21-21-25-26-28 steken over op de schouder. Ga verder tot een hoogte van 54-56-58-60-62-64 cm en kant dan alle st af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUWEN:
Zet 34-36-38-38-40-42 steken op met breinaalden zonder knop 5 mm en Air. Ga verder met breinaalden zonder knop 4 mm en brei 2 RIBBELS – zie uitleg boven. Wissel weer terug naar de breinaalden zonder knop 5 mm. Plaats 1 markeerder aan het begin van de naald = midden onder de mouw. Brei in tricotsteek in de rondte. Meerder bij een hoogte van 10-8-8-8-6-10 cm 2 steken midden onder de mouw – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo elke 3-3-2½-2-2-1½ cm in totaal 11-12-13-16-17-18 keer = 56-60-64-70-74-78 steken. Brei tot een hoogte van 44-43-42-41-40-39 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders) en kant dan de middelste 6 steken onder mouw af en brei mouwkop verder heen en weer op een korte rondbreinaald. Brei in tricotsteek en kant af aan het begin van elke naald aan elke kant als volgt: 2-3-3-3-3-3 keer 2 steken en 4-4-5-5-5-6 keer 1 steek. Ga verder en kant 2 steken af aan het begin van elke naald aan elke kant tot een hoogte van ongeveer 52-52-52-51-51-51 cm. Kant 1 keer 3 steken af aan elke kant en kant dan de overgebleven steken af. De mouw meet ongeveer 53-53-53-52-52-52 cm. Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen naast de afkantrand. Naai de mouwen in de trui.

HALS:
Neem aan de goede kant breiend ongeveer 80 tot 92 steken op langs de hals (inclusief de steken van de hulpdraad op het voorpand) met een korte rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald averecht, 1 naald recht en 1 naald averecht. Ga verder met de korte rondbreinaald 5 mm en kant af met rechte steken op de goede kant.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 177-27

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (15)

country flag Eva wrote:

I am knitted up to the armhole and about to continue the back piece. The instruction says that "Continue with stocking stitch and cast off for the armhole" and Not continue with pattern as stated for the the front piece? is the back piece from the armhole knitted just plain sticking stitch???

20.02.2021 - 16:59

DROPS Design answered:

Dear Eva, the pattern and diagrams A.1, A.2 and A.3 are only worked on the front piece from the beginning, this means back piece is entirely worked with stocking stitch. Hope this helps. Happy knitting!

22.02.2021 - 08:10

country flag Jo Moïse wrote:

En ce temps de confinement j'ai de la laine en stock.Le modèle Rivage 199/22 me plaît. Comment adapter les motifs ajourés? L'échantillon 24m32r est converti en 28m38r. Merci de votre réponse

21.04.2020 - 18:29

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Moïse, nous ne sommes malheureusement pas en mesure de pouvoir adapter chacun de nos modèles à chaque demande individuelle. Vous pouvez vous adresser au votre magasin où vous avez acheté votre laine (certains sont restés disponibles), ou bien sur un forum tricot. Merci pour votre compréhension. Bon tricot!

22.04.2020 - 08:24

country flag Kathi wrote:

Danke für die schnelle Antwort. Aber was ist mit „am Anfang jeder Reihe gemeint?“ Nehme ich die 9 Maschen mit einem Mal ab oder teile ich die Abnahmen über mehrere Reihen auf, bis ich insgesamt 9 M abgenommen habe? LG

17.01.2019 - 14:56

DROPS Design answered:

Liebe Kathi, es wird insgesamt 9 Maschen aber auf beiden Seiten: 2 M 3 Mal und 1 M 3 mal: am Anfang der nächste Hinreihe ketten Sie 2 M, am Anfang der nächste Rückreihe ketten Sie 2 M ab = es wurden 2 M auf beiden Seiten abgekettet, dh am Anfang der 2 nächsten Reihen haben Sie 2 Maschen abgekettet. Diese beide Reihe noch 2 weitere Mal wiederholen = jetzt haben Sie 2 M 3x auf beiden Seiten abgekettet. Viel Spaß beim stricken!

17.01.2019 - 15:21

country flag Kathi wrote:

Hallo, wie ist das mit den Abnahmen für die Armausschnitte am Rückenteil gemeint: 3 Maschen 0-0-0-1-1-2 x, 2 M 2-2-3-2-3-3 x und 1 Masche 1-2-3-3-4-4 x = 68-72-74-82-86-90 Maschen. Ich stricke L und verstehe wie viele Maschen jeweils beidseitig abgenommen werden müssen. LG

17.01.2019 - 09:01

DROPS Design answered:

Liebe Kathi, Sie sollen für die Armausschnitte auf beiden Seiten (am Anfang jeder Reihe) so abketten: 2 M 3 x und 1 Masche 3 x =12+6 M. Sie hatten 92 M - 18 M = 74 M. bleiben (= 9 M werden auf beiden Seiten abgekettet). Viel Spaß beim stricken!

17.01.2019 - 09:40

country flag Kathi wrote:

Vielen Dank für die schnelle Antwort. Aber woher weiß ich, ob ich in der Hinrunde oder Rückrunde bin? Bei mir stellen sich die rechten Masche, die man auf der Vorderseite sehen müsste, als linke Maschen da.

10.01.2019 - 13:03

DROPS Design answered:

Liebe Kathi, das Rumpfteil wird in der Runde gestrickt, dann stricken Sie z.B. A.1 mit 2 li M, dann Löchermuster mit rechten Maschen - siehe Grösse - und mit 3 li M enden (= 14-16 M je nach der Grösse). Die li Maschen (= schwarze Punkte) werden immer links in der Runde gestrickt und die leere Kästchen werden immer rechts in der Runde gestrickt. Wenn Sie dann Vorder und Rückenteil separat stricken, lesen Sie die Löcherreihen = Hinreihen rechts nach links und die anderen (gerade) Reihen links nach rechts. Viel Spaß beim stricken!

10.01.2019 - 13:13

country flag Kathi wrote:

Hallo, ich verstehe die Diagramm-Abfolge nicht. Woran erkenne ich, wann ich eine Hin- oder eine Rückreihe stricken muss? Man fängt doch bei A1 unten rechts an, und strickt weiter mit A2 und A3 oder? Da das Rumpfteil in Runden gestrickt werden soll, stricke ich doch nur von rechts nach links, oder nicht? Bitte dringend um Hilfe. Vielen Dank, liebe Grüße. Kathi

10.01.2019 - 08:57

DROPS Design answered:

Liebe Kathi, ja genau, Diagramme lesen Sie von der unteren Ecke an der rechten Seite, rechts nach links bei jeder Runde - wenn Sie dann später hin und zurück stricken, lesen Sie die Rückreihen links nach rechts. Viel Spaß beim stricken!

10.01.2019 - 10:10

country flag Dilou wrote:

Bjr , Mon pull est fini et je constate que sur les motifs des côtés, les lignes ajourées descendent au lieu de monter . Sur la ligne centrale par contre tout est correct. Cela n est pas grave en soi mais ça me chiffonne , car si je veux progresser il faut que je comprenne mon erreur ! Pouvez vous m'aider? Merci pour vos précieux conseils et vos superbes modéles

14.04.2018 - 15:09

DROPS Design answered:

Bonjour Dilou, avez-vous bien suivi les diagrammes comme il faut? soit A.1 (= les jours partent vers la droite), A.2, et A.3 (= les jours partent vers la gauche)? N'hésitez pas à montrer votre ouvrage (même en photo et par mail) à votre magasin DROPS, on pourra fort probablement vous aider. Bon tricot!

16.04.2018 - 08:59

country flag Dilou wrote:

Bonjour , je viens de terminer ce modèle très joli,mais j ai un petit problème :le bas du pull s enroule.Y-a - il une raison à cela, ?aurais je dû faire plus de côtes?Y a t i lun moyen de corrriger ça ? Avez vous un conseil pour eviter que ça se reproduise car j ai déjà eu ce problème.Merci

28.03.2018 - 10:04

DROPS Design answered:

Bonjour Dilou, vous pouvez le bloquer: l'humidifier et le faire sécher à plat (avec des épingles si nécessaire). Bon tricot!

28.03.2018 - 15:53

country flag Martine wrote:

På den norske versjonen av summer sky mangler symbolene i forklaringen. Altså, jeg vet ikke hvilket symbol som betyr hva. Hvem av strekene er to rett sammen og hvem av strekene er ta en maske løst av?

15.02.2018 - 17:42

DROPS Design answered:

Hei Martine. Usikker på hvorfor du ikke ser dem, alt er fint når jeg sjekker. Om du ikke får lastet alt ned, kommer iallefall diagramteksten her: Blank rute = rett fra retten, vrang fra vrangen. Sort sirkel = vrang fra retten, rett fra vrangen. 2 blanke ruter med en oval sirkel med strekk midt på = mellom 2 masker lages det 1 kast om pinnen. To ruter med strekk fra øvre høyre hjørne og ned til venstre hjørne = strikk 2 rett sammen.To ruter med strekk fra øvre venstre hjørene og ned til høyre hjørne = ta 1 maske løs av pinnen som om den skulle strikkes rett, strikk 1 rett, løft den løse masken over masken som ble strikket. God Fornøyelse.

16.02.2018 - 08:27

country flag Dilou wrote:

Pouvez vous me dire si on peut tricoter les manches avec des aiguilles circulaires plutot que des aiguilles double pointe et si oui quelle dimension de fil faut il prendre ?merci , grâce à vous j avance bien mon modèle ?

08.02.2018 - 16:19

DROPS Design answered:

Bonjour Dilou, tout à fait, vous pouvez tricoter les manches en rond avec une aiguille circulaire de 80 cm avec la technique du magic loop. Happy knitting!

08.02.2018 - 17:21