DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Nepal yarn
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 54.78€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Snow Princess

Gebreid DROPS vest met raglan, capuchon en bamboepatroon, van boven naar beneden gebreid van ”Nepal”. Maat: S - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 156-1

#snowprincessjacket

DROPS design: Model nr. ne-158
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
1100-1200-1350-1450-1600-1750 gr. kleur nr. 0100, naturel

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm, of 20 st in BAMBOEPATROON = 10 cm breed.
DROPS HOUTEN DUFFELKNOPEN NR. 520: 4 stuks voor alle maten.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 54.78€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

RIBBELST (in de rondte op breinld zonder knop):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

BAMBOEPATROON (heen en weer gebreid op de nld):
Nld 1 (= goede kant): * 1 omsl, 2 r, haak omsl over 2 r st *, herhaal van *-*.
Nld 2 (= verkeerde kant): brei alle st av.
Herhaal nld 1 en 2.

BAMBOEPATROON (in de rondte op breinld zonder knop):
Nld 1: * 1 omsl, 2 r, haal omsl over 2 r st *, herhaal van *-*.
Nld 2: brei alle st recht.
Herhaal nld 1 en 2.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 st voor de markeerder als volgt: brei tot er 2 st over zijn voor de markeerder, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
Minder 1 st na de markeerder als volgt: 2 r samen.

RAGLAN:
Meerder als volgt bij elke markeerder:
Brei tot er 1 st overblijft voor de markeerder, 1 omsl, 2 r, 1 omsl = 2 st gemeerderd. Herhaal bij de overgebleven markeerders in het werk = 8 st gemeerderd op de nld.
Brei in de volgende nld de omsl gedraaid (dus brei achter in de st in plaats van voor) om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid, van boven naar beneden op de rondbreinld/breinld zonder knop.

CAPUCHON:
Zet 116 st op voor alle maten (incl. 2 kant st in RIBBELST – zie uitleg boven - aan elke kant van het werk) met rondbreinld 5 mm en Nepal. Brei 1 ribbel in ribbelst. Brei dan BAMBOEPATROON heen en weer – zie uitleg boven, met 2 kant st in ribbelst aan elke kant (ga verder met de 2 kant st in ribbelst aan elke kant tot het werk klaar is). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei bij een hoogte van 38 cm als volgt aan de goede kant: brei in patroon als hiervoor over de eerste 30-32-36-40-44-48 st, ribbelst over de volgende 56-52-44-36-28-20 st en minder TEGELIJKERTIJD 12-11-10-6-4-0 st gelijkmatig en in patroon over de overgebleven 30-32-36-40-44-48 st = 104-105-106-110-112-116 st. Ga verder heen en weer tot er 3 ribbels zijn gebreid over de middelste st en meerder TEGELIJKERTIJD in de 2e nld aan de goede kant 4-8-14-19-25-32 st gelijkmatig over de st in ribbelst en meerder in de 3e nld aan de goede kant 4-7-13-18-25-31 st gelijkmatig over de st in ribbelst = 112-120-133-147-162-179 st.
Brei nu een ronding op het achterpand voor de hals in ribbelst als volgt aan de goede kant: brei tot er 30-32-36-40-44-48 st over zijn, keer, brei tot er 30-32-36-40-44-48 st over zijn, keer, brei tot er 40-42-46-50-55-58 st over zijn, keer, brei tot er 40-42-46-50-55-58 st over zijn, keer, brei tot er 50-52-56-60-65-68 st over zijn, keer, brei tot er 50-52-56-60-65-68 st over zijn, keer, brei tot er 55-57-61-65-70-73 st over zijn, keer, brei tot er 55-57-61-65-70-73 st over zijn, keer en brei de rest van de nld (in patroon over de laatste 30-32-36-40-44-48 st).

PAS:
Brei nu in patroon als hiervoor over de eerste 30-32-36-40-44-48 st, 1 st in tricotst, plaats 1e markeerder hier, tricotst over de volgende 15 st, plaats 2e markeerder hier, tricotst over de volgende 20-24-29-35-42-51 st, plaats 3e markeerder hier, tricotst over de volgende 15 st, plaats 4e markeerder hier, 1 st in tricotst, patroon als hiervoor over de overgebleven 30-32-36-40-44-48 st. Begin nu met meerderen voor de RAGLAN – zie uitleg boven! Herhaal dit meerderen elke nld 1-1-4-6-8-10 keer (dus aan de goede kant en de verkeerde kant) en elke nld aan de goede kant 21-22-20-19-18-17 keer = 288-304-325-347-370-395 st.
LET OP: Brei de nieuwe gemeerderde st op het achterpand en de mouwen in tricotst en brei de eerste 8 nieuwe gemeerderde st op het voorpand in bamboepatroon (dus meerder 2 st voordat er genoeg st zijn om in bamboepatroon te breien) en brei dan de overige gemeerderde st in tricotst.
Het werk meet nu 20-21-22-23-24-25 cm (meet vanaf de 1e nld na de rand in ribbelst op het achterpand). Brei nu de volgende nld als volgt: brei de eerste 52-55-60-65-70-75 st, zet de volgende 61-63-65-67-69-71 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 10 nieuwe st op onder de mouw (plaats een markeerder in het midden tussen de nieuwe st), brei de volgende 62-68-75-83-92-103 st, zet de volgende 61-63-65-67-69-71 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 10 nieuwe st op onder de mouw (plaats een markeerder in het midden tussen de nieuwe st), brei de overgebleven 52-55-60-65-70-75 st. Er zijn nu 186-198-215-233-252-273 st voor het lijf. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
Ga verder heen en weer in patroon als hiervoor. Brei de nieuwe st onder de mouw in tricotst. Meerder bij een hoogte van 4 cm vanaf de markeerder onder de mouwen 1 st aan elke kant van elke markeerder als volgt: brei tot 1 st voor de eerste markeerder, 1 omsl, 2 st in tricotst, 1 omsl, herhaal bij de andere markeerder = 190-202-219-237-256-277 st. Herhaal dit meerderen elke 3½-3½-3½-4-4½-6 cm nog 11-12-12-12-11-8 keer = 234-250-267-285-300-309 st. Brei bij een hoogte van 46-48-50-52-54-55 cm vanaf de markeerder onder de mouwen 3 ribbels. Kant losjes alle st af.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop. Zet de st van de hulpdraad terug op de breinld zonder knop 5 mm. Brei 1 nld aan de goede kant en zet 10 nieuwe st op onder de mouw (plaats een markeerder in het midden tussen de nieuwe st) = 71-73-75-77-79-81 st. MEET NU HET WERK VANAF HIER.
Begin bij een hoogte van 4 cm met minderen aan elke kant van de markeerder - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen op elke 2-2-2-1½-1½-1½ cm nog 12-13-13-14-14-15 keer = 45-45-47-47-49-49 st. Meerder bij een hoogte van 32-32-32-32-31-31 cm 3 st gelijkmatig in alle maten = 48-48-50-50-52-52 st. Brei nu BAMBOEPATROON in de rondte op breinld zonder knop - zie uitleg boven. Minder bij een hoogte van 47-47-47-47-48-48 cm 4 st voor alle maten = 44-44-46-46-48-48 st. Brei 3 ribbels in RIBBELST in de rondte op breinld zonder knop - zie uitleg boven. Kant alle st af.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de capuchon dicht – naai de st van de opzetrand aan elkaar. Naai de knopen aan op een deel met bamboepatroon op het linkervoorpand als volgt: naai 1 knoop ongeveer 2 cm vanaf de kant en 43-45-47-49-51-53 cm vanaf de afkantrand en 1 knoop 47-49-51-53-55-57 cm vanaf de afkantrand. Herhaal aan de andere kant van het deel in bamboepatroon. Knoop dicht door een opening in het bamboepatroon.

Telpatroon

Diagram measurements for DROPS 156-1

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 156-1

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (189)

country flag Zwuck schreef:

Ich habe die Strickjacke mit der alternativ Wolle Alaska gestrickt. Jetzt habe ich das Problem das mein Rückenteil kürzer ist als der Teil der im Bambus Muster gestrickt ist. Hängt sich das aus? Es sind bestimmt 10 cm.

17.12.2014 - 09:34

DROPS Design antwoorde:

Das ist recht viel... Sie können versuchen, das Rückenteil zu spannen, indem Sie es anfeuchten, auf das passende Maß ziehen, feststecken und trocknen lassen. Zumindest müsste sich damit der Unterschied deutlich verkleinern lassen.

21.12.2014 - 23:01

country flag Kashkaani schreef:

HELP I cant figure this out.... I dont know what pieces I am making first... Is it one piece hood and the front pieces? A better outline drawing would be VERY NICE Thank you

03.12.2014 - 03:02

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Kashkaani, the jacket is worked from top down starting with hood (middle on top of head = cast on edge = black line in hood in the chart) - then you will inc for raglan (sleeves, front & back pieces) - see video below to vizualize how a jumper is worked top down. Happy knitting!

03.12.2014 - 11:24

country flag Annelies Houtenbos schreef:

Is het mogelijk de mouwen met een rondbreinaald te breien? Ik lukt mijn namelijk niet om met 4 naalden zonder knop te breien.

29.11.2014 - 18:56

DROPS Design antwoorde:

Hoi Annelies. Je kan breien met een kleine rondbreinaald (40 cm) of gebruik de magic loop techniek:

01.12.2014 - 14:51

country flag Esther Seyfried schreef:

Leider scheitere ich schon ganz am Anfang... Ich habe nach der ersten Krausrippe der Kapuze hin und zurück im Bambusmuster gestrickt. Nun steht da, dass in den folgenden 6 Reihen in der ersten Hinreihe zugenommen, in der zweiten und dritten Hinreihe abgenommen wird. Aber wie und wieviel Maschen insgesamt? Und wird dann bis zu einer Gesamtlänge von 38 cm weiter im Bambusmuster (ohne Zu- und Abnahmen) gestrickt?

29.11.2014 - 17:26

DROPS Design antwoorde:

Liebe Esther, die Anleitung war an dieser Stelle nicht korrekt, der Passus mit den Abnahmen und Zunahmen wurde nun gestrichen, jetzt sollte die Anleitung klar sein. Wenn Sie noch Fragen haben, melden Sie sich gerne wieder! Gutes Gelingen und viel Spaß beim Stricken!

01.12.2014 - 13:19

country flag Cerruti Sylvie schreef:

Modele snow princess 156 1, je suis arrivée au niveau ou l'on doit tricoter 55 m puis mettre en attente 63 mailles pour les manches , tricoter 68 mailles, remettre en attente 63 mailles pour la deuxieme manche, tricoter 55 mailles . je me trouve avec plus de mailles en tout, lorsque vous dites tricoter les 55 premieres mailles , est ce les 55 mailles jersey apres la bordure point de bambou ?

28.11.2014 - 09:50

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Cerruti, ce rang correspond au moment où on met les mailles des manches en attente pour tricoter le dos et les devants, tricotez les 55 premières m (y compris la bordure), mettez les 63 m suivantes en attente (1ère manche), montez 10 m sous la manche et tricotez les 68 m suiv (dos), mettez les 53 m suiv en attente (2e manche), montez 10 m (emmanchure), et tricotez les 55 dernières m pour le 2ème devant = il vous reste 198 m sur l'aiguille et 2 x 63 m en attente pour les manches. Bon tricot!

28.11.2014 - 11:13

Ans schreef:

Ik heb de pas bijna af en lees: Brei nu de naald als volgt: brei de eerste ....st. Blijf ik in patroon breien? Met vriendelijke groet Ans

16.11.2014 - 09:06

DROPS Design antwoorde:

Hoi Ans. Je breit de st zoals eerst, dus zoals je de hele tijd hebt gebreid

19.11.2014 - 15:17

country flag Silvana Riveros schreef:

Salve, vorrei capire cos'e un'alzata? Grazie

12.11.2014 - 16:12

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Silvana. Un’alzata consiste nel lavorare alcuni ferri solo sulle maglie centrali dello scollo, sul dietro del lavoro. Questo serve per ottenere una migliore vestibilità del capo. Buon lavoro!

12.11.2014 - 17:31

country flag Maria Saggese schreef:

Ringraziandovi per la vostra risposta sono ancora in difficolta non riesco a capire dopo aver finito gli aumenti dello scalfo la divisione e il conteggio per proseguire il cappotto perche 52-61-62-61-52 piu le 20 messe a nuovo non mi trovo con le maglie della spiegazione 186 in attesa della vostra risposta vi ringrazio

06.11.2014 - 07:58

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Maria. Dopo tutti gli aumenti, nella taglia S, dovrebbe avere 288 m. Adesso lavori le prime 52 m, metta su un ferma maglie / filo di scarto le 61 m successive per la manica, avvii 10 nuove m, lavori le 62 m successive, metta in attesa su un altro ferma maglie le 61 m successive, avvii 10 nuove m e lavori le ultime 52 m. Le maglie in tutto sono (non deve contare le m messe in attesa): 52 +10 + 62 + 10+ 52 = 186 m. Ci riscriva se ancora in difficoltà. Buon lavoro!

06.11.2014 - 09:40

country flag Maria Saggese schreef:

Buonasera sono una appassionata dei vostri modelli e sto cercando di realizzare il cappotto bianco n.156 ma non tirso a capire gli aumenti prima delle maniche gentilmente potrebbe spiegarmelo grazie

03.11.2014 - 19:30

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Maria. Per il raglan deve aumentare inizialmente sia sul diritto che sul rovescio per il n° di volte indicato per la sua taglia. Poi aumenta solo nel corso dei ferri sul diritto. Le m aumentate sul dietro e sulle maniche vanno lavorate a maglia rasata; le prime 8 m aumentate sul davanti vanno inserite nel punto bamboo; quelle successive vanno lavorate a maglia rasata. Successivamente, per le maniche, deve riprendere le m messe in attesa, le lavora a dir, avvia 10 nuove m e procede in tondo. Metta un segno tra la 5a e la 6a nuova m. Servirà per le diminuzioni. Ci riscriva se ancora in difficoltà. Buon lavoro!

04.11.2014 - 16:53

country flag Marylene Molteaux schreef:

Bonjour, je ne comprends pas bien les explication et le diagramme de la réalisation de la veste Snow Princess. Et pourquoi travaillé dur aiguille circulaire... Je n'ai pas encore la maitrise de cette pratique Merci de votre réponse

03.11.2014 - 11:33

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Madame Molteaux, la veste se tricote de haut en bas en commençant par le haut de la capuche (ligne noire dans le schéma), on augmente ensuite pour le raglan, on mets les mailles des manches en attente, on termine le dos et les devants, et on reprend ensuite chaque manche séparément. On tricote ici en aller et retours sur aiguille circulaire pour avoir suffisamment de place pour y loger toutes les mailles. Bon tricot!

03.11.2014 - 14:04