DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Karisma yarn
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 1.84 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.76€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425
Markeer maat:
DROPS Extra 0-809

#nordicmidnightsweater

DROPS design: Model nr. U-650
Garengroep B
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS KARISMA van Garnstudio
Kleur nr. 37, donkerblauw/groen:
550-600-650-700-750-850 gr
Kleur nr. 01, naturel:
100-100-150-150-150-150 gr
Kleur nr. 55, lichtbruin/beige:
50-50-50-50-50-50 gr

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (40 en 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 en 40 cm) 3 mm - voor de boordsteek.
--------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 1.84 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.76€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen M.1 tot en met M.3 – De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Het hele patroon wordt in tricotst gebreid.
--------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet 210-228-246-270-306-330 st op met rondbreinld 3 mm en donkerblauw/groen Karisma. Brei 5 cm in boordsteek = 1 st r/1 st av. Ga verder met rondbreinld 4 mm en brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 36-38-40-44-52-56 st gelijkmatig = 174-190-206-226-254-274 st. Plaats een markeerder aan het begin van de nld en een markeerder na 87-95-103-113-127-137 st (om de zijkanten aan te geven). Ga verder in tricotst.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Meerder bij een hoogte van 15 cm 1 st aan iedere kant van beide markeerders. Herhaal dit meerderen bij een hoogte van 30 cm = 182-198-214-234-262-282 st. Plaats bij een hoogte van 41-43-45-46-48-50 cm 2 markeerders in het werk; 1 in de middelste st op het voorpand en 1 in de middelste st op het achterpand. Brei dan telpatroon M.1 – de st gemarkeerd met een pijl in het telpatroon is de st met de markeerder middenvoor/middenachter – tel vanaf hier naar de zijkanten voor de juiste plaatsing van het patroon, het patroon dient gelijk te zijn op het voorpand en het achterpand. Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 46-47-48-49-50-51 cm, 6-10-14-20-30-36 st af voor de armsgaten aan iedere kant (dus 3-5-7-10-15-18 st aan iedere kant van beide markeerders aan de zijkanten). Eindig het voorpand en achterpand apart, heen en weer gebreid op de nld.

VOORPAND:
= 85-89-93-97-101-105 st.
Brei telpatroon M.1, brei dan telpatroon M.2 en brei tot slot M.3, ga hierna verder met lichtbruin/beige tot het werk klaar is (de st gemarkeerd met een pijl in het telpatroon is de st met de markeerder middenvoor/middenachter – tel vanaf hier naar de zijkanten voor de juiste plaatsing van het patroon). Zet bij een hoogte van 58-60-62-64-66-68 cm de middelste 15-17-17-19-19-21 st op een hulpdraad voor de hals en eindig iedere schouder apart. Kant TEGELIJKERTIJD af aan het begin van iedere nld langs de hals: 3 keer 2 st en 3 keer 1 st = 26-27-29-30-32-33 st over op de schouder. Kant af bij een hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm.

ACHTERPAND:
= 85-89-93-97-101-105 st.
Brei als het voorpand maar kant niet af voor de hals tot het werk 64-66-68-70-72-74 cm meet. Kant nu de middelste 29-31-31-33-33-35 st af voor de hals en eindig iedere schouder apart – kant TEGELIJKERTIJD 2 st af in de volgende nld langs de hals = 26-27-29-30-32-33 st over op elke schouder. Kant af bij een hoogte van ongeveer 66-68-70-72-74-76 cm – kant af in dezelfde nld in patroon als op het voorpand.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop, ga verder met de kleine rondbreinld indien nodig.
Zet 62-64-66-66-68-68 st op met breinld zonder knop 3 mm en donkerblauw/groen. Brei 5 cm in boordsteek = 1 st r/1 st av. Ga verder met breinld zonder knop 4 mm en brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 11 st gelijkmatig = 51-53-55-55-57-57 st. Plaats een markeerder aan het begin van de nld (= midden onder de mouw) en ga verder in tricotst. Meerder bij een hoogte van 6 cm 1 st aan iedere kant van de markeerder. Herhaal dit meerderen in totaal 17-18-19-21-22-24 keer voor: Maat S: Elke 9e nld, Maat M: Afwisselend elke 8e en 9e nld, Maat L: Iedere 8e nld, Maat XL: Elke 7e nld, Maat XXL: Afwisselend elke 6e en 7e nld en Maat XXXL: Afwisselend elke 5e en 6e nld = 85-89-93-97-101-105 st. Brei TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 53 cm voor alle maten telpatroon M.1 (de st met de pijl in het telpatroon = midden boven op de mouw – tel vanaf hier naar de zijkanten voor de juiste plaatsing van het patroon). Ga na telpatroon M.1 verder met donkerblauw/groen tot het werk klaar is. Brei TEGELIJKERTIJD vanaf een hoogte van 61-60-59-58-56-54 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) het werk verder heen en weer op de nld vanaf midden onder de mouw. Zet 1 nieuwe st op aan iedere zijkant (= kant st voor de afwerking) en brei door tot de mouw 63 cm meet voor alle maten, kant alle st af.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen en naai de mouwen in de trui (het deel dat heen en weer is gebreid aan de bovenkant van de mouw komt in het afgekante deel van de armsgaten).

HALS:
Neem aan de goede kant ongeveer 82 tot 98 st op langs de hals (incl de st op de hulpdraad aan het voorpand) met een korte rondbreinld 3 mm en donkerblauw/groen. Brei 1 nld av, brei dan 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig tot 102-108-110-116-118-122 st. Brei dan 7 cm in boordsteek = 1 st r/1 st av, kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Vouw de boord dubbel naar de verkeerde kant en zet vast aan de binnenkant van de hals met nette, kleine st.


Telpatroon

donkerblauw/groen<br />
= donkerblauw/groen
naturel<br />
= naturel
lichtbruin/beige<br />
= lichtbruin/beige
Diagram for DROPS Extra 0-809
Diagram for DROPS Extra 0-809

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS Extra 0-809

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (122)

country flag Stella schreef:

Buonasera, vorrei realizzare questo maglione ma, confrontandolo con uno già esistente che prenderei come campione, le maniche anche nelle taglie più grandi sono troppo corte, dato che il ragazzo che lo deve portare è molto alto. Io avrei bisogno che la manica a partire dalla cucitura della spalla fosse circa 10 cm più lunga: come posso risolvere il problema? Posso distanziare di più gli aumenti sino all'arrotondamento della spalla? Grazie mille

29.10.2015 - 00:17

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Stella. Sì, può distanziare di più gli aumenti oppure aumentare come indicato e portare la manica alla lunghezza desiderata fino allo scalfo. Buon lavoro!

29.10.2015 - 13:38

country flag Michi schreef:

Ok! Ora mi è più chiaro! Quindi il motivo va realizzato sempre sul dritto del lavoro? O il motivo di una stessa riga va ripetuto sia sul dritto che sul rovescio? Grazie mille!

08.09.2015 - 13:10

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Michi. Nel diagramma, ogni riga rappresenta un ferro. Quindi, quando lavora avanti e indietro, sul diritto lavorerà una riga del diagramma leggendola da destra verso sinistra, al ferro successivo, sul rovescio, lavorerà la riga successiva del diagramma leggendola da sinistra verso destra. Ci riscriva se ancora in difficoltà. Buon lavoro!

08.09.2015 - 14:21

country flag Michi schreef:

Ciao! Sto realizzando il mio primo maglione con i ferri circolari: Sono arrivata a 48 cm di lavorazione del davanti/dietro e ora dovrei iniziare a lavorare separatamente le due parti, ma non mi è molto chiaro come: continuo il lavoro sui ferri circolari, ma come faccio? Utilizzo sempre lo stesso gomitolo sia per il davanti che per il dietro? In questo modo, però, non mi rimane sempre il filo sospeso nel punto in cui dovrò poi montare le maniche?

08.09.2015 - 12:13

DROPS Design antwoorde:

Buongiorno Michi. Deve proseguire lavorando prima solo sulle m del davanti e poi solo sulle m del dietro. Usa i ferri circolari come fossero ferri dritti, lavorando avanti e indietro e non in tondo. Buon lavoro!

08.09.2015 - 12:57

country flag Mona schreef:

Hallo, mir ist nicht ganz klar wie die Ärmel am Ende gestrickt werden. "Gleichzeitig nach 61...cm die Arbeit von der Markierung her hin und zurück stricken und auf beiden Seiten je 1 neue Masche anschlagen (=Randm.)". Heißt das, dass am Schluss nicht mehr in Runden gestrickt wird oder was bedeutet "hin und zurück stricken"?

04.09.2015 - 23:21

DROPS Design antwoorde:

Genau, das soll bedeuten, dass Sie nicht mehr in Runden, sondern in Hin- und Rück-R weiterstricken, also jeweils wenden. So erhalten Sie einen Schlitz. Das ist nötig, damit sich die Passform unter dem Arm ergibt und Sie den Ärmel in den Armausschnitt einnähen können.

08.09.2015 - 14:19

country flag Rech schreef:

Bonjour, Après la manche, j'arrive au devant et dos. Est-ce que mon calcul est bon pour centrer le motif M1 ? Sur 182 m, la 91ème maille tricotée = 2ème de M1 je commence par les 4 dernières mailles ? + 14 fois le diagramme (84m) + 6 centrées + 84 + 4 premières mailles ? Si je rabats ensuite 3 mailles de chaque côté je vais obtenir 170 mailles à répartir en 2*85 mailles. Est-ce que je suis ensuite les conseils que vous m'aviez donnés avec les calculs de la manche ? Merci beaucoup

21.05.2015 - 17:11

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Rech, sur 91 m (dos & devant), la 46ème m (= m centrale) doit être la 2ème m de M1, soit: *depuis le marqueur côté: 2 dernières m de M1, 7 fois M.1, 1 fois M.1 (la 2ème m = m centrale avec le marqueur), 6 fois M.1, 5 premières m de M.1* - pour les emmanchures rabattez ensuite 3 m de chaque côté du marqueur soit 6 m au total de chaque côté et continuez le motif comme avant avec les mailles en moins (=rabattues) sur les côtés. Bon tricot!

22.05.2015 - 09:32

country flag Marco schreef:

Eerder schreef ik: In het patroon staat: Brei tegelijkertijd vanaf een hoogte van 54 cm het werk verder heen en weer op de nld vanaf midden onder de mouw. Moet je dan niet eerst een paar steken afkanten? Hoe bedoelt U heen en weer op de naald? Bedankt voor uw antwoord, echter de vraag gaat over de mouw zelf. Het voor -en achterpand heb ik reeds klaar.

10.04.2015 - 17:14

DROPS Design antwoorde:

Hoi Marco. Je breit eerst de mouw in de rondte. Bij 54 cm brei je heen en weer vanaf het begin van de nld (middenonder de mouw), dus als j de nld hebt gebreid, keer je het werk en breit av terug tot aan het begin van de nld, keer, brei r enzovoort. Je gaat dus niet meer verder in de rondte. De mouwkop is recht voor deze model, je hoeft hier geen st af te kanten.

13.04.2015 - 14:42

country flag Marco schreef:

Hallo, erg leuk patroon. Ik ben momenteel met de mouwen bezig. Ik begrijp alleen niet goed hoe ik verder moet, na telpatroon M1? Ik brei het in het rond op de rondbreinaald. In het patroon staat: Brei tegelijkertijd vanaf een hoogte van 54 cm het werk verder heen en weer op de nld vanaf midden onder de mouw. Moet je dan niet eerst een paar steken afkanten? Hoe bedoelt U heen en weer op de naald? (eerste keer dat ik een trui brei). ;) groeten.

10.04.2015 - 13:50

DROPS Design antwoorde:

Hoi Marco, je begint al met afkanten voor de armsgaten als M.1 nog niet klaar is, dat staat hier: Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 46-47-48-49-50-51 cm, 6-10-14-20-30-36 st af voor de armsgaten aan iedere kant... Als je dit gedaan hebt, heb je dus twee sets steken op de naald (voor- en achterpand) met openingen ertussen - het begin van de armsgaten. Als je het werk verdeeld hebt in twee panden, brei je die heen en weer. Hierna staat hoe en ook hoe je verder moet breien na M.1, bijvoorbeeld voor het voorpand: VOORPAND: = 85-89-93-97-101-105 st. Brei telpatroon M.1, brei dan telpatroon M.2 en brei tot slot M.3, ga hierna verder... Succes!

10.04.2015 - 16:04

country flag Rech schreef:

Bonjour. A 53 cm de haut, j'ai fait toutes mes augmentations, j'ai donc 85 m. Si je fais coïncider le début du tour avec la flèche, le début du tour est aussi pour moi la flèche du diagramme. Dois-je faire 1 m de couleur 5 m de blanc et de nouveau 1m couleur 5m blancs ? Si je fais cela, il me reste une maille. Je ne comprends pas votre phrase "comptez pour savoir à quel niveau commencer le diagramme. Désolée, pouvez-vous essayer de m'expliquer autrement svp ? Merci de votre patience !

24.03.2015 - 14:30

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Rech, avec 28 rangs pour 10 cm, les augmentations ne devraient pas être terminées à 53 cm. Il faut centrer le motif M1 de sorte que la 2ème m du diagramme soit celle au milieu de la manche et revenir en arrière ensuite en comptant les mailles pour savoir à quel niveau commencer. Sur 85 m, la 43ème tricotée = 2ème de M1, commencez par le tour par les 2 dernières m + 6 x le diag + le motif centré (de la 42e à la 47e m), puis 6 x le diag + les 5 premières m du diag). Bon tricot!

24.03.2015 - 15:30

country flag Rech schreef:

Bonjour, Je suis le diagramme M1 pour une taille S sur la manche. J'ai 85 mailles mais le diagramme fonctionne toutes les 6 mailles (ex 3 blancs - 3 bleus, 1 blanc - 5 bleus) et 85 n'est pas divisible par 6 ce qui fait qu'il me reste une maille, celle avant le marqueur, dont je ne sais pas quoi faire. Elle va en plus se voir car au milieu sur le devant de la manche. Me suis-je trompée qq part ? Merci beaucoup de vos conseils et de vos explications.

22.03.2015 - 14:51

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Rech, quand on tricote M1 sur la manche, la maille avec la flèche (=2ème m de M1) doit être la maille au milieu de la manche (dessus de la manche). Comptez jusqu'à la 1ère m du début du tour pour savoir à quel niveau commencer le diagramme en fonction du nombre de mailles que vous avez à 53 cm. Bon tricot!

23.03.2015 - 10:11

country flag Pillan schreef:

Hej!! När axlarna stickas på bakstycket, ska hela M3 mönstret vara färdigstickat då? Jag har mätt att nu är jag på 70 cm och jag har 8 varv kvar enligt mönstret kvar? Strl:L

10.03.2015 - 22:55

DROPS Design antwoorde:

Hej Pillan, Ja du bör varar färdig med M3 men bara du ser till at avsluta på samma varv på fram och bakstk så kan du avsluta med ett varv ljus brunmel. Lycka till!

21.05.2015 - 12:23