DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Silke Alpaca yarn
DROPS Silke Alpaca
20% zijde, 80% babyalpaca
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
Markeer maat:
DROPS 102-6
Maat: S - M/L - XL/XXL - XXXL

De DROPS Silke-Alpaca is helaas niet meer verkrijgbaar. Daarom stellen wij voor om het volgende te gebruiken:

Materialen: DROPS Air van Garnstudio
600-650-700-750 gr nr. 09 marineblauw

DROPS 2 stk Rondbreinaalden 4,5 mm (80 cm) - of de breinld, die u nodig heeft voor een steekverhouding van 17 st x 22 nld tricotst = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Silke Alpaca
DROPS Silke Alpaca
20% zijde, 80% babyalpaca
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Motief: Zie teltekening M.1. De teltekening geeft het motief weer op de goede kant. NB! Elke maat heeft zijn eigen teltekening!

Verkorte naalden: Brei verkorte nld om de cirkel te maken. Brei de verkorte nld als volgt:
1e/2e nld: Brei 102-112-124-140 st, keer het werk en brei terug.
3e/4e nld: Brei heen en weer over de eerste 18-16-20-20 st – lees Tips Breien.
Herhaal de 1e t/m 4e nld, maar brei in elke van de 1e/2e nld 10-10-12-12 x 2 st minder voor het keren, 6-9-8-12 x 4 st minder en 5-5-6-6 x 8 st minder totdat er nog 18-16-20-20 st aan het begin van de cirkel over zijn. Begin nu de cyclus weer vooraan met nld 1/2 over alle st.

Tips Breien: Haal steeds de 1e st r af bij het keren. Trek de draad na de afgeh st goed aan en brei terug. Op deze manier krijgt u geen gaatjes en een nette overgang in het breiwerk.

Tips Meten: Meet alleen dit breiwerk als het plat op bijvoorbeeld een tafel ligt. Meet niet overdwars. De afmetingen volgen de ronding bij de 63e-69e-73e-81e st.

Cirkel: Vanwege het grote aantal st wordt dit vest heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 102-112-124-140 st op met rondbreinld 4,5 mm en Air. Plaats 1 merkdraad na 63-69-73-81 st, en meet het werk vanaf deze merkdraad.
Brei volgens teltekening M.1 (gebruik de teltekening voor uw maat) van rechts naar links (dwz van de rand tot aan het midden van de cirkel) 1e nld = goede kant. Brei tegelijkertijd behallve M.1 ook de verkorte nld – lees de instructie hierboven – om de cirkel te maken. Kant bij een hoogte van 37-40-49-57 cm vanaf de merkdraad – lees Tips Meten – het armsgat.
Armsgat: Plaats de eerste 63-69-73-81 st op een extra rondbreinld 4,5 mm (vanwege het aantal st). Kant de volgende 2 st af (= armsgat). Houd de resterende st op de breinld. De 2 delen (de st voor en na het armsgat) worden afzonderlijk verder gebreid op afzonderlijke rondbreinld en met afzonderlijke bollen. Dit is bedoeld om de verkorte nld gelijk te krijgen aan weerskanten van het armsgat. Brei nu door volgens het motief en de verkorte nld.
Zet als het armsgat een hoogte van 18-21-23-25 cm heeft, 2 nieuwe st op boven het armsgat (dwz tussen de 2 delen). Brei nu door over alle st op dezelfde nld = 102-112-124-140 st. Plaats 1 merkdraad na 63-69-73-81 st. Meet het werk verder vanaf hier.
Brei door volgens teltekening M.1 en met verkorte nld over alle st. Brei door tot een hoogte van ca 15-17-19-21 cm, dat is ca ½ cirkel. Brei door tot een hoogte van ca 30-34-38-42 cm van de merkdraad – lees Tips Meten. Maak nu nog een armsgat op dezelfde manier. Plaats als alle st weer op 1 breinld staan nog 1 merkdraad na 63-69-73-81 st. Meet het werk vanaf hier. Brei door volgens teltekening M.1 met verkorte nld tot een hoogte van ca 37-40-49-57 cm van de merkdraad (na 1 complete herhaling van de verkorte nld – dwz na een nld 4). Kant losjes af.

Mouwen: Zet 56-59-65-68 st (incl. 1 kantst aan weerskanten) op met breinld 4,5 mm en Air. Brei 1 nld av (1e nld = verkeerde kant). Brei door met Boordst 2 r/1 av met 1 kantst aan weerskanten. Brei bij een hoogte van 14 cm 1 nld r op de verkeerde kant en minder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 10-11-13-14 st in deze nld = 46-48-52-54 st. Brei vervolgens door in averechte tricotst (dwz av op de goede kant en r op de verkeerde kant) tot de vereiste afmetingen. Meerder vanaf een hoogte van 16 cm 5-9-11-13 x 1 st aan weerskanten op elke 9-4½-3½-3 cm = 56-66-74-80 st. Kant bij een hoogte van 56 cm af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 1-2-2-2 x 4 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van ca 61-62-62-63 cm. Kant dan nog 1 x 4 st af aan weerskanten. De mouw heeft nu een hoogte van ca 62-65-65-68 cm. Kant de resterende st af.

Afwerken: Sluit de naad van de cirkel met de randen op elkaar = opzetnld aan de afkantnld. Sluit de mouwnaden. Naai de mouwen in het vest zodat de mouwnaad samenvalt met de merkdraad onderin het armsgat en het midden van de bovenmouw met de merkdraad aan de bovenkant van het armsgat.

Telpatroon

recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst) = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst)
averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
rand van de cirkel<br />
= rand van de cirkel
midden van de cirkel = midden van de cirkel
de merkdraad zit hier = de merkdraad zit hier
Diagram for DROPS 102-6
Diagram for DROPS 102-6
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 102-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (237)

country flag Judy schreef:

So the pattern shows two rows of right side?

09.09.2014 - 23:06

DROPS Design antwoorde:

Dear Judy, in diagrams, 1 square = 1 st x 1 row, so that you see the 4 first rows over the first 16-20 sts + 2 rows (1 row from RS + 1 row from WS) over the last sts. Happy knitting!

10.09.2014 - 09:32

country flag Judy schreef:

Can't get started. Does the printed pattern show two rows? Which end do I decrease at.

09.09.2014 - 03:13

DROPS Design antwoorde:

Dear Judy, start the pattern on the bottom corner on the right side from RS (with the 18-16-20-20 sts for edge) towards the left side (towards middle of circle), and from WS work from the mid of circle towards the outer edge. Pattern is a 4 rows repeat on the first sts from RS, and a 2 rows repeat on the other sts. Reduce the number of sts worked every time you work row 1 (from RS). Happy knitting!

09.09.2014 - 09:06

country flag Hanne Korsbæk schreef:

Når man vender for 24.gang (svare til 2 pind i jeres forklaring) på pind nr.94 få jeg en vending efter 16 masker. Skal jeg da skrikke pind 95 og 96 som 3.og 4. pind jf. jeres forklaring? Da får jeg jo 2 vendinger i samme mellemrum og huldet bliver stort. Kan dette passe?

05.09.2014 - 20:53

country flag Tina schreef:

Teil 2 d. Frage: Bedeutet das, dass ich nun keine verkürzten Reihen mehr stricken soll? Also geradeaus in kompletten Reihen nach oben? Aber dann würde es sicher kein Kreis, oder? Ab wann soll ich dann wieder verkürzte Reihen stricken? Beginne ich wieder genau von vorn, also wieder 2 M kürzer (10 mal), 4 M weniger (9 mal) usw.? Vielen Dank schon mal!

01.09.2014 - 21:54

DROPS Design antwoorde:

Genau, wenn Sie die verkürzten R 1x wie beschrieben gestrickt haben und nur noch 16 M ganz außen übrig sind, beginnen Sie mit den verkürzten R wieder von vorn, d.h. Sie wiederholen wie zuvor die 1.-4. R. wie beschrieben. Beachten Sie, wenn Sie wieder über alle M stricken, den Stricktipp 2.

01.09.2014 - 22:57

country flag Tina schreef:

Hallo! Ich bin jetzt soweit, dass ich die verkürzten Reihen soweit gestrickt habe "bis aussen am Kreis nur noch 16 M. übrig sind. Jetzt wieder über alle M. stricken." Teil 2 d. Frage folgt

01.09.2014 - 21:52

country flag Lilou schreef:

J'ai acheté ma laine chez Kalidou. de la drops mérinos extra fine. J'aurais aimé réalisé le modele 102-6 avec ce produit mais le magasin n'a pas été en mesure de me faire la conversion pour cette laine ... Pourriez-vous me fournir les explications avec cette grosseur de laine ?? Par avance merci et bravo pour tous vos modèles !!

18.02.2014 - 09:55

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Lilou, ce modèle se tricote en Silke Alpaca (groupe C), Merino Extra Fine appartient au groupe B. Un échantillon peut vous aider à calculez les modifications nécessaires pour l'adapter à votre échantillon, ou bien choisissez une laine du groupe C pour ce modèle et conservez votre Merino Extra Fine pour un autre projet. Bon tricot!

18.02.2014 - 11:48

Michelle schreef:

Yes, this part I can totally understand. The problem happened when I was making the last st reduce by 8 stitches ( starting the 45th row), I was turning at the outmost 18 sts, where I just made a turn for last 3rd/ 4th rows. And if I do make a turn here, knit back the remained 18 sts (the 46th row), and knit 47th & 48th (3&4 on M.1) rows to finish this last round of short rows, the hole between st 18th and 19th would be quite big. How can I fix it?

20.01.2014 - 17:09

DROPS Design antwoorde:

Dear Michelle, after reducing number of sts to the outermost 18 sts, just work 2 rows on these and start again short rows over all sts from beg. Happy knitting!

21.01.2014 - 08:55

Michelle schreef:

Hi, I'm at the end of making the first piece of circle, and I found that when I made the 5th 8st-reduce turning, I was actually turning at the 18 outermost st of circle, where I just made a 3rd/ 4th turning last round. And if I continued to work with chart M.1, I was actually making 3 consecutive turns here and it's becoming a really huge hole. Was I counting incorrectly? How do I do to prevent from a huge hole here?

20.01.2014 - 05:24

DROPS Design antwoorde:

Dear Michelle, you work M.1 at the same time as short rows, so after first 4 rows, repeat rows 1 & 2 with 2 sts less, then repeat rows 3 & 4 on 18 sts, ie rows 5&6 are worked on 100 sts, and 7&8 on 18 sts, and so on. Happy knitting!

20.01.2014 - 10:48

country flag Lilou schreef:

Je voulais réaliser ce modèle avec Mérinos extra fine ... Est-ce possible d'avoir les explications avec ce groupe de fil ?? Par avance merci

14.01.2014 - 08:49

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Lilou, nous ne sommes malheureusement pas en mesure de répondre aux demandes individuelles. Vous pouvez toutefois essayer de recalculer en fonction de votre échantillon. Votre magasin DROPS pourra probablement vous aider. Ou bien rechercher dans les modèles du groupe B ou avec votre tension. Bon tricot !

14.01.2014 - 10:34

country flag Angelique schreef:

Het is mij niet duidelijk hoe ik na de afkanting van het armsgat verder moet breien. Moet ik de verkorte toeren voortzetten zoals Hiervoor of moet ik anders doorbreien voordatik verder ga met de verkorte toeren? Gr Angelique

04.11.2013 - 10:54

DROPS Design antwoorde:

Hoi Angelique. Je breit de twee delen afzonderlijk verder, met elke deel een eigen breinaald + bol. Je gaat nu door met de verkorte naalden + motief zoals eerder en volg verder de beschrijving voor elke deel. Ik denk dat het makkelijkste is dat je breit eerst 1 nld van deel 1, dan 1 nld van deel 2 om de hele tijd gelijk te blijven (of zien hoe jij het prettigst vindt). Veel plezier verder.

08.11.2013 - 16:38