Budding Romance |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Romantische DROPS muts, sjaal en handschoenen van “Alpaca”
DROPS 93-12 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
MUTS & SJAAL: Stekenverhouding: 28 st x 30 nld met breinld 3,5 mm volgens het patroon = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Haak een proeflapje! Motief: Zie de teltekeningen M.1 tot M.5. De teltekening geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Muts: Zet 140 st losjes op met sokkenbreinld 3,5 mm en donkerbruin. Brei 1 nld r en 1 nld av. Brei door volgens teltekening M.1 en brei ook tegelijkertijd de strepen volgens teltekening M.4. Brei na 1 herhaling van M.1 door volgens teltekening M.2 en naturel tot een hoogte van ca 12 cm (gemeten vanaf het puntje). Brei door volgens teltekening M.3, en minder tegelijkertijd de st zoals beschreven in de teltekening. Na voltooiing van M.3 staan er 40 st op de breinld. Knip de draad af en rijg deze door de resterende st. Hecht stevig af. De muts heeft een totale hoogte van ca 22 cm hoog vanaf het puntje. Gehaakte bloemen: Haak met haaknld 7 mm en roze 4 l en sluit deze tot een ring met 1 hv. 1e tr: * 6 l, 1 v om de ring *, herhaal *-* 5 keer. Hecht de draad. Zet een veiligheidsspeld vast op de achterkant van het bloemetje. Haak nog een bloemetje met donkerpaars mix en zet beide bloemen vast op de muts. Sjaal: Zet 87 st op met breinld 3,5 mm en donkerbruin. Brei 2 nld ribbelst (1e nld = goede kant). Brei vervolgens de volgende nld op de goede kant als volgt: 3 kantst (op alle naalden recht breien), brei teltekening M.5 over de volgende 80 st, en 1 st als de 1e st van M.5 (zodat het motief begint en eindigt op dezelfde manier aan de weerskanten. Eindig met 3 kantst. Brei door met het motief op deze manier en brei tegelijkertijd de streepjes volgens teltekening M.4 – NB: de 1e nld van teltekening M.4 is al gebreid. Na één herhaling van M.5 staan er 63 st op de breinld. Wissel naar kleur nr. 0100 en brei volgens M.2 met 3 kantst aan de weerskanten – NB: Het motief moet beginnen en eindigen op dezelfde manier aan de weerskanten, zoals ook hierboven is beschreven. Brei bij een hoogte van ca 80 cm teltekening M.5 nog een keer en brei tegelijkertijd ook de streepjes volgens teltekening M.4. Maar begin boven aan beide teltekeningen, zodat het motief in spiegelbeeld wordt gebreid (dwz; meerder in teltekening M.5 2 st ipv om 1 st af te kanten. De sjaal wordt nu gelijk aan beide kanten). Als M.5 en M.4 zijn beëindigt (tegelijk) staan er totaal 87 st op de breinld. Brei 1 nld r op de verkeerde kant. Brei vervolgens de 1e nld volgens teltekening M.5, en kant tegelijkertijd de st af, zodat de rand van de sjaal gaat golfen. HANDSCHOENEN: Stekenverhouding: Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Haak een proeflapje! 32 st x 34 nld met breinld 2,5 mm volgens het motief = 10 x 10 cm 25 st x 34 nld met breinld 2,5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Motief: Zie de teltekeningen M.4 en M.6 t/m M.9. Alle nld van het patroon zijn weergegeven op de goede kant. De Nederlandse verklaring van de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, in dezelfde verticale volgorde als de symbolen bij de teltekening. Rechter handschoen: Zet (80) 96 st op over 2 breinld 2,5 mm met donkerbruin. Trek de ene breinld uit, en verdeel de st over 4 sokkenbreinld 2,5 mm. Brei 1 nld r en 1 nld av. Brei door volgens diagram M.6 en brei tegelijkertijd de streepjes volgens teltekening M.4. Als M.6 voltooid is staan er (50) 60 st op de breinld. Wissel naar kleur 0100 en brei volgens teltekening M.7. Brei vanaf een hoogte van (11) 12 cm volgens M.8 - en minder tegelijkertijd gelijkmatig in Maat M/L 2 st in de laatste nld van M.8 (minder geen st in maat XS/S) = (50) 58 st. Brei na teltekening M.8 de volgende nld als volgt: (25) 29 st. tricotst (= handpalm), plaats 1 merkdraad (= zijkant), (3) 5 st tricotst, teltekening M.9 (= 19 st), (3) 5 st tricotst, en plaats 1 merkdraad (= zijkant). Brei door als volgt. Duim: Meerder tegelijkertijd voor de duim in vanaf de 2e nld van teltekening M.9 (het werk heeft nu een hoogte van ca (13) 14 cm), 1 st voor aan elke zijde van de 2e st op de breinld. Meerder in elke 2e nld totaal (5) 6 keer = (11) 13 duim-st – Haal 1 st op van de vorige nld en deze verdraait recht te breien. Plaats bij een hoogte van (18) 20 cm de (11) 13 duim-st op 1 veiligheidsspeld. Zet vervolgens in de volgende nld 1 nieuwe st op boven de veiligheidsspeld = (50) 58 st en brei door volgens het motief. Brei bij een hoogte van ca (22) 24 cm – na een complete herhaling van teltekening M.9 – 2 nld tricotst en minder tegelijkertijd gelijkmatig naar totaal (46) 54 st. Plaats vervolgens de eerste en de laatste (19) 22 st op 1 draad en brei de pink over de resterende (8) 10 st op de breinld. Pink: Zet (4) 4 nieuwe st op tegen de st op de draad = (12) 14 st. Verdeel de st over 3 sokkenbreinld en brei tricotst in het rond totdat de pink een hoogte van ca (4½) 6 cm heeft. Brei vervolgens alle st 2 en 2 samen, knip de draad af en rijg deze door de resterende st. Zet de st van de draden terug op de breinld en neem daarbij 2 st op bij de pink = (40) 46 st. Brei 3 nld tricotst over alle st. Plaats weer alle st terug op de draden (dwz (20) 23 st handpalm op 1 draad en (20) 23 st van bovenop de hand op nog 1 draad). Ringvinger: Zet (7) 8 st van beide draden terug op de breinld en zet daarbij 2 nieuwe st op aan de middelvinger = (16) 18 st. Verdeel de st over 3 sokkenbreinld en brei tricotst in het rond totdat de vinger een hoogte van ca (6½) 8 cm heeft. Brei vervolgens alle st 2 en 2 samen, knip de draad af en rijg deze door de resterende st. Middelvinger: Zet (6) 7 st van beide draden terug op de breinld en neem (3) 4 st op bij de ringvinger en zet 3 nieuwe st op aan de wijsvinger = (18) 21 st. Verdeel de st over 3 sokkenbreinld en brei tricotst in het rond totdat de vinger een hoogte van ca (7) 8½ cm heeft. Brei vervolgens alle st 2 en 2 samen, knip de draad af en rijg deze door de resterende st. Wijsvinger: Zet de resterende (14) 16 st op de breinld. Neem (3) 4 st op aan de middelvinger = (17) 20 st op de breinld. Brei tricotst in het rond totdat de vinger een hoogte van ca (5½) 7 cm heeft. Brei vervolgens alle st 2 en 2 samen, knip de draad af en rijg deze door de resterende st. Duim: Zet de (11) 13 st van de veiligheidsspeld terug de breinld. Neem daarbij (7) 8 st op boven deze st = (18) 21 st. Verdeel de st over 3 sokkenbreinld en brei tricotst in het rond totdat de duim een hoogte van ca (5) 6 cm heeft. Brei vervolgens alle st 2 en 2 samen, knip de draad af en rijg deze door de resterende st. Linker handschoen: Als de rechter handschoen breien, maar in spiegelbeeld. Dwz als teltekening M.8 voltooid is, brei dan de volgende nld als volgt: Plaats 1 merkdraad (= zijkant), (3) 5 st tricotst, M.9 (= 19 st), (3) 5 st tricotst, plaats 1 merkdraad (= zijkant), (25) 29 st tricotst (= handpalm). Meerder voor de duim is aan elke zijde van de tweede laatste st op de breinld. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 26 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 93-12
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.