Verena schreef:
With how much ease is this pullover designed? I have difficulties choosing a size. My chest is 106cm, what shall I choose for a loose fit like on the model? Wie viel Zugabe ist hier empfohlen? Ich habe Schwierigkeiten eine Größe zu wählen. Mein Brustumfang beträgt 106cm, welche Größe soll ich wählen für einen Loose fit wie am Modell?
10.11.2024 - 21:31DROPS Design antwoorde:
Dear Verena, since the second size garment has a chest of 108cm, it would be quite a tight fit for a 106cm chest. Therefore, to have a loose fit like the Model you should work the third size. Happy knitting!
10.11.2024 - 22:01
Elena schreef:
I don’t get where you place the marker for the sleeve. Is it at the exact middle (dividing the total = 38-40-42-44-46-48 stitches in half)? Or at the middle meaning in between each set of stitches you picked for the shoulder from front and back. Also when you work the short rows, does it mean working *until* 10 and 14 stitches respectively are left remaining and turn OR knit 10 and 14 stitches respectively after the marker and leave the rest undone and turn. Thank you
20.10.2024 - 07:03DROPS Design antwoorde:
Dear Elena, it's in the exact middle of the stitches, at the top of the sleeve, regardless of how many you picked up from each body piece. When working short rows, "work to 10 stitches after marker" means that you work until the marker and then 10 more stitches after the marker, then you turn the piece. Happy knitting!
20.10.2024 - 22:37
Lynn schreef:
Thanks for your reply. I am getting 13 stitches in 10 cm with Drops Wish using 8 mm needles. If I chose a pattern that gives me same tension can I still knit w Drops Wish on 8mm even if the pattern calls for a smaller size 7mm needle and less bulky group C yarn? For example, would pattern 236-35 work w 8mm and Wish as it gives me 13 stitches in 10cm, the same tension called for in 236-35?
20.11.2023 - 17:48DROPS Design antwoorde:
Dear Lynn, to get the correct measurements as in the chart, your tension should match the one stated in the pattern; so most important is always the number of stitches for 10 cm as given in the pattern, not the needle size as we all knit a different way, sometimes looser sometimes tighter, so adjust needle size to get the correct tension, ie in this pattern you need to have 10 sts x 14 rows in stocking stitch with a yarn group E as Wish- if you get 13 sts you should try again with larger needles until you get the correct tension. 236-35 is worked with 1 yarn group C + 1 yarn group A = 1 yarn group D as this one is 1 yarn group E. Happy knitting!
21.11.2023 - 08:51
Lynn schreef:
Thank you for allowing me to break up my long question into 4 separate comment boxes.
18.11.2023 - 19:19
Lynn schreef:
Terminology- are the FRONT PIECE and BACK PIECE Mill (8 mm) the ribbing and not the body? Is all the ribbing for front, back sleeves and neck all knit with 8mm needles? If I size down my needles from 9 mm to 8 mm as described above, then I would use 7 mm for all the ribbing?
18.11.2023 - 19:16DROPS Design antwoorde:
Dear Lynn, this jumper is worked top down, you first start with back piece, then work front piece - to have a better overview on how this will be worked, see the first 3 videos at the very bottom of the pattern where we show how to work an European Shoulder: back piece, front piece and front pieces together with back piece. Happy knitting!
20.11.2023 - 10:18
Lynn schreef:
Are my calculations correct? Would I use the same formula to calculate for other sizes eg. S and M? Is it simply a matter of choosing a larger size sweater to make up for the losses in knitting with an 8 mm? As for height, I presume the adjustments will be easier because it means knitting more or less rounds and I can determine that as I go?
18.11.2023 - 19:15
Lynn schreef:
For example, for size XS (body width 50 cm flat) using 8mm needles, I calculate the body will be 11.5 cm narrower (flat, one side OR 23 cm narrow circumference). 10 cm = 13 stitches 1 cm = 1.3 stitches Size XS body is 50 cm (flat) 50 cm x 1.3 stitches = 65 stitches (an extra 15 stitches) 15 stitches / 1.3 stitches = 11.5 cm Sweater body will be 11.5 cm narrower (i.e 50 cm - 11.5 cm = 38.5 cm). Are my calculations correct?
18.11.2023 - 19:13
Lynn schreef:
DROPS 241-13 - Drops Wish yarn (equivalent to Snow) 1. Using smaller needles - Using circular needles size 8mm (body) and 7mm (rib) instead of 9mm and 8mm (prefer the tension of 8mm, 9 mm too loose) - Magic loop technique My gauge swatch (in the round) on 8 mm needles is 13 stitches wide and 18 rows height = 10x10 cm Is it okay to simply choose a larger size to make up for the difference in gauge?
18.11.2023 - 19:11DROPS Design antwoorde:
Dear Lynn, you will find all our patterns for jumpers with tension 15 to 12 stitches for 10 cm here - it might help you finding the most accurate pattern to follow. Happy knitting!
20.11.2023 - 10:16
Lynn schreef:
Are my calculations correct? Would I use the same formula to calculate for other sizes eg. S and M? Is it simply a matter of choosing a larger size sweater to make up for the losses in knitting with an 8 mm? As for height, I presume the adjustments will be easier because it means knitting more or less rounds and I can determine that as I go?
18.11.2023 - 19:09DROPS Design antwoorde:
Dear Lynn, sorry we are not able to adjust every pattern to every single request, it might be wise to use as basis a pattern with the correct tension and the required measurements, your yarn store can be also able to help you further. Or ask other knitters for their help in our DROPS Workshop; thanks for your comprehension. Happy knitting!
20.11.2023 - 10:14
Ricky Clement schreef:
Waarom beginnen bijna al de patronen vanaf boven en dan ook nog op een rondbreinaald.. Niet leuk liever gewoon normaal
21.02.2023 - 19:45
Dreams of Ireland#dreamsofirelandsweater |
||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||
Gebreide trui met 1 draad DROPS Snow of 2 draden DROPS Air. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Europeanse/diagonale schouders en dubbele halsrand. Maten S - XXXL.
DROPS 241-13 |
||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht. TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT: Meerder richting links NA DE MARKEERDRAAD: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus. Meerder richting rechts VOOR DE MARKEERDRAAD: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus. TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE VERKEERDE KANT: Meerder richting links NA DE MARKEERDRAAD: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus. Meerder richting rechts VOOR MARKEERDRAAD: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem draad op vanaf de voorkant en brei de steek averecht in de achterste lus. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De bovenkant van de achterkant van het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden tot de armsgaten. Er worden steken opgenomen over elke schouder, dan worden er steken opgezet voor de hals en de voorkant van het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden tot de armsgaten. De voor- en achterpanden worden samengevoegd en het lijf wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald. Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten en de mouwen worden eerste heen en weer gebreid en dan in de rondte met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop. De hals wordt op het einde gebreid. ACHTERPAND: Zet 16-16-18-20-20-20 steken op met rondbreinaald 9 mm en 1 draad DROPS Snow of 2 draden DROPS Air. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Voeg 1 markeerdraad in aan de binnenkant van 3 steken aan elke kant. Neem ze mee tijdens het breien in de hoogte, steeds aan de binnenkant van de buitenste 3 steken. Brei tricotsteek heen en weer gebreid. Meerder tegelijkertijd NA de markeerdraad op het begin van de naald (aan de goede kant gezien) en VOOR de markeerdraad aan het einde van de naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT. Meerder op de volgende naald (verkeerde kant) op dezelfde manier – lees TIP VOOR HET MEERDEREN OP DE VERKEERDE KANT. Meerder zowel aan de goede als de verkeerde kant in totaal 16-18-18-20-22-24 keer. Na de laatste meerdering zijn er 48-52-54-60-64-68 steken. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten! DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder met tricotsteek tot het werk 14-15-16-16-17-18 cm meet langs het armsgat. Knip de draad af, zet de steken op een hulpdraad of extra naald en brei het voorpand zoals uitgelegd hieronder. VOORPAND: Begin op de linker schouder (als het kledingstuk gedragen wordt). Neem 16-18-18-20-22-24 steken op aan de binnenkant van de buitenste steek over de linker schouder op het achterpand (dus neem 1 steek op in elke naald op de bovenrand van het achterpand). Brei tricotsteek heen en weer gebreid voor 6 cm. Meerder nu op het begin van elke naald aan de goede kant na de 3 steken - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT. Meerder 4 keer 1 steek = 20-22-22-24-26-28 steken. Brei 1 naald aan de verkeerde kant. Knip de draad af, leg het werk terzijde en brei de rechter schouder als volgt: Neem 16-18-18-20-22-24 steken op aan de binnenkant van 1 kantsteek over de bovenkant van de rechter schouder op het achterpand. Brei tricotsteek heen en weer gebreid voor 6 cm. Meerder nu aan het einde van elke naald aan de goede kant voor de 3 steken - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN AAN DE GOEDE KANT. Meerder 4 keer 1 steek = 20-22-22-24-26-28 steken. Na de laatste meerdering, breit u de laatste naald aan de verkeerde kant. Brei dan op de volgende naald aan de goede kant als volgt: Tricotsteek over de 20-22-22-24-26-28 steken van de rechterschouder, zet 8-8-10-12-12-12 steken op voor de hals aan het einde van de naald en brei tricotsteek over de 20-22-22-24-26-28 steken van de linkerschouder = 48-52-54-60-64-68 steken. Brei tot het werk 24-25-26-28-29-30 cm meet over het armsgat. Voeg nu de voor- en achterpanden samen voor het lijf als volgt: LIJF: Brei de 48-52-54-60-64-68 steken van het voorpand op de naald, zet 2-2-4-4-6-8 steken op aan het einde van de naald (zijkant), brei tricotsteek over de 48-52-54-60-64-68 steken van het achterpand, zet 2-2-4-4-6-8 steken op aan het einde van de naald = 100-108-116-128-140-152 steken. Brei in tricotsteek in de rondte tot het werk 49-51-53-55-57-59 cm meet – gemeten vanaf de bovenkant van de schouder en naar beneden over het voorpand. Verdeel nu voor een split aan elke kant: Plaats de 50-54-58-64-70-76 steken van het achterpand op een hulpdraad of extra naald en brei de steken op het voorpand. VOORPAND: Ga verder met rondbreinaald 8 mm. Brei 1 naald recht aan de goede kant en meerder 22-22-26-28-30-32 steken verdeeld = 72-76-84-92-100-108 steken. Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 averecht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 10 cm. Kant af. De trui meet ongeveer 60-62-64-66-68-70 cm vanaf de bovenkant van de schouder. ACHTERPAND: Plaats de steken op de rondbreinaald 8 mm. Brei op dezelfde manier als het voorpand. LINKER MOUW: Gebruik rondbreinaald 9 mm en neem aan de goede kant 24-25-26-28-29-30 steken op aan de onderkant van het armsgat en tot de bovenkant van de schouder (over het voorpand) en 14-15-16-16-17-18 steken van de schouder naar beneden tot de onderkant van het armsgat (over het achterpand) = 38-40-42-44-46-48 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de opgenomen steken. Brei nu heen en weer gebreid in tricotsteek met verkorte toeren voor de mouwkop, om de mouw een betere pasvorm te geven. 1e naald (op de verkeerde kant): brei tot 10 steken na de markeerdraad, keer het werk. 2e naald (aan de goede kant): brei tot 10 steken na de markeerdraad, keer het werk. 3e naald (op de verkeerde kant): brei tot 14 steken na de markeerdraad, keer het werk. 4e naald (aan de goede kant): brei tot 14 steken na de markeerdraad, keer het werk. 5e naald (op de verkeerde kant): brei tot het begin van de naald. Brei tricotsteek heen en weer gebreid voor 4-4-5-5-6-7 cm, meet het werk vanaf waar de steken opgenomen zijn (alle lengtematen worden gemeten midden op de bovenkant van de mouw). Voeg nu de mouw samen met een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 9 mm en ga verder in de rondte. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (midden onder de mouw). Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte. Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte tot de mouw 6- 6-7-7-8-9 cm meet. Minder nu 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 11-11-11-7-6-5 cm in totaal 3-3-3-4-4-4 keer = 32-34-36-36-38-40 steken. Brei verder tot de mouw 33-32-32-30-29-28 cm meet. Er is 15 cm over; pas de trui en brei tot de gewenste lengte voor de boordsteek. Brei 1 naald recht en meerder 12-14-16-16-18-16 steken verdeeld = 44-48-52-52-56-56 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 8 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht) voor 14 cm. Kant ietwat losjes af. De mouw meet ongeveer 48-47-47-45-44-43 cm vanaf de markeerdraad. RECHTER MOUW: Brei de rechter mouw op dezelfde manier als de linker mouw, maar neem eerst 14-15-16-16-17-18 steken op vanaf de onderkant van het armsgat tot de schouder over het achterpand, dan 24-25-26-28-29-30 steken vanaf de schouder en naar beneden over het voorpand. Naai de onderkant van de armsgaten samen – zie tekening. HALS: Begin op een schouder en neem aan de goede kant, aan de binnenkant van de 1 kantsteek, 48 tot 64 steken op rondom de hals, met korte rondbreinaald 8 mm. Brei boordsteek in de rondte (2 recht, 2 averecht) voor 9 cm. Kant losjes af. Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en hecht af met een steek aan elke kant. |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
![]() |
||||||||||
![]() |
||||||||||
![]() |
||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #dreamsofirelandsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 29 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 241-13
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.