DROPS Melody
DROPS Melody
71% alpaca, 25% wol, 4% polyamide
vanaf 4.37 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.59€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Ever Ready

Gebreide trui in DROPS Melody. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met ingenaaide mouwen, splithals en capuchon. Maten S - XXXL.

DROPS 239-6
DROPS Design: Patroon ml-095
Garengroep D
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS MELODY van garnstudio (behoort tot garengroep D)
350-350-400-450-500-500 g kleur 01, naturel

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 6 MM: Lengte 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 80 cm.

STEKENVERHOUDING:
14 steken in de breedte en 16 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Melody
DROPS Melody
71% alpaca, 25% wol, 4% polyamide
vanaf 4.37 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.59€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = 2 recht naalden.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouwen):
Meerder door 1 omslag te maken aan de binnenkant van de 2 steken aan elke kant, welke gedraaid worden gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het achterpand, voorpand en de mouwen worden apart heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven. Er worden steken opgenomen rondom de hals en de capuchon wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald.
Het achterpand is 5 cm langer dan het voorpand.

ACHTERPAND:
Zet 84-92-96-108-116-124 steken op met rondbreinaald 4.5 mm en DROPS Melody. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant, brei dan boordsteek als volgt aan de goede kant: 3 steken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 2 recht, 2 steken in ribbelsteek *, brei van *-* tot er 5 steken over zijn, 2 recht en 3 steken in ribbelsteek.
Ga verder met deze boordsteek tot het werk 10 cm meet. Ga verder met rondbreinaald 6 mm.
Ga verder met tricotsteek en 3 steken in ribbelsteek aan elke kant, minder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 14-16-16-20-20-20 steken verdeeld over de tricotsteken = 70-76-80-88-96-104 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga verder met tricotsteek en 3 ribbelsteken aan elke kant tot het werk 42-43-44-45-46-47 cm meet vanaf de opzetrand. Kant 3-4-5-8-10-13 steken af voor de armsgaten op het begin van de volgende 2 naalden = 64-68-70-72-76-78 steken.
Ga verder met tricotsteek tot de gewenste lengte. Als het werk 61-63-65-67-69-71 cm meet, kant dan de middelste 20-20-22-22-24-24 steken voor de hals af en eindig elke schouder apart. Op het begin van de volgende naald vanaf de hals kant u 1 steek af = 21-23-23-24-25-26 steken. Kant af als het werk 63-65-67-69-71-73 cm meet vanaf de opzetrand. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Zet op en brei op dezelfde manier als het achterpand tot de voorkant 31-33-34-36-37-39 cm meet. Brei de middelste 8 steken in ribbelsteek, ga verder zoals hiervoor over de andere steken.
Als het werk 32-34-35-37-38-40 cm meet, verdeel dan het werk voor de split in de hals als volgt: Brei 35-38-40-44-48-52 steken zoals hiervoor en zet de overgebleven steken op een hulpdraad voor de andere schouder. Ga verder heen en weer gebreid (met nu 4 ribbelsteken bij de hals en 3 ribbelsteken bij de zijkant) tot het werk 37-38-39-40-41-42 cm meet. Kant 3-4-5-8-10-13 steken af voor het armsgat op het begin van de volgende naald vanaf de zijkant = 32-34-35-36-38-39 steken.
Ga verder met tricotsteek en 4 ribbelsteken bij de hals.
Als het werk 52-54-55-57-58-60 cm meet, plaats dan de buitenste 7-7-8-8-9-9 steken bij de hals op een hulpdraad; om te voorkomen dat u de draad af moet knippen breit u ze eerst. Kant dan af voor de hals als volgt: 1 keer 2 steken en 2 keer 1 steek = 21-23-23-24-25-26 steken.
Ga verder met tricotsteek tot het werk 58-60-62-64-66-68 cm meet. Kant af.

Plaats de 35-38-40-44-48-52 steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 6 mm en brei op dezelfde manier als de eerste schouder.

MOUWEN:
Zet 52-52-56-56-60-60 steken op met rondbreinaald 4.5 mm en DROPS Melody. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant, brei dan boordsteek als volgt aan de goede kant: 1 steek in ribbelsteek, * 2 recht, 2 ribbelsteken *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 recht en 1 ribbelsteek.
Ga verder met deze boordsteek voor 5 cm. Ga verder met rondbreinaald 6 mm.
Ga verder met tricotsteek en 1 steek in ribbelsteek aan elke kant. Minder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 12-10-12-12-14-14 steken verdeeld = 40-42-44-44-46-46 steken.
Als het werk 8 cm meet, meerder dan 1 steek aan de binnenkant van 2 steken aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 4-3½-3-2½-2½-2 cm in totaal 10-11-11-13-13-14 keer aan elke kant = 60-64-66-70-72-74 steken. Kant af als de mouw 47 cm meet in alle maten.
Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant van de mouw, 2-3-4-6-8-9 cm vanaf de afkantrand – deze worden gebruikt bij het innaaien van de mouwen. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwnaden aan de binnenkant van de 1 kantsteek, tot de markeerdraden. Naai de bovenkant van de mouw aan het armsgat aan de binnenkant van de 1 kantsteek. De laatste cm vanaf de markeerdraden wordt aan de afkantrand genaaid op de voor- en achterpanden. Zie tekening.
Naai de zijnaden dicht in de buitenste lus van de buitenste steek zodat de naad plat is, laat een 10 cm split open op de onderkant van het voorpand. Naai de split samen op de onderkant van de hals (3-4 cm of tot de gewenste lengte), naai in de buitenste lus van de buitenste steek.

CAPUCHON:
Begin aan de goede kant. Plaats de steken van de hulpdraden terug op rondbreinaald 6 mm en neem 40 tot 50 steken op tussen deze 2 sets van steken = 54 tot 68 steken. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant. Ga verder met tricotsteek en 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant, meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald naar 84-84-90-90-94-94 steken. Brei tot de capuchon 31 cm meet.
Brei verkorte toeren om de bovenkant van de capuchon te vormen; voeg een markeerdraad in, in het midden van de naald met 42-42-45-45-47-47 steken aan elke kant.
NAALD 1 (goede kant): Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, keer het werk.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei terug, keer het werk.
NAALD 3: Brei tot er 4-4-5-5-6-6 steken over zijn voor de markeerdraad, keer het werk.
NAALD 4: Brei terug, keer het werk.
NAALD 5: Brei tot er 6-6-7-7-8-8 steken over zijn voor de markeerdraad, keer het werk.
NAALD 6: Brei terug, keer het werk.
NAALD 7: Brei alle steken (om gaatjes te voorkomen waar u het werk keert, kunt u de draad opnemen tussen de steken en zet deze gedraaid terug op de linker naald waarna u hem samen breit met de volgende steek), keer het werk.
NAALD 8: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, keer het werk.
NAALD 9: Brei terug, keer het werk.
NAALD 10: Brei tot er 4-4-5-5-6-6 steken over zijn voor de markeerdraad, keer het werk.
NAALD 11: Brei terug, keer het werk.
NAALD 12: Brei tot er 6-6-7-7-8-8 steken over zijn voor de markeerdraad, keer het werk.
NAALD 13: Brei terug, keer het werk.
NAALD 14: Brei alle steken (om gaatjes te voorkomen waar u het werk keert, kunt u de draad opnemen tussen de steken en plaats deze gedraaid terug op de linker naald voordat u ze averecht samen breit met de volgende steek).
Kant af met recht aan de goede kant. De capuchon meet ongeveer 36 cm midden voor en 31 cm midden achter.

AFWERKING:
Vouw de capuchon zodat de kantranden samen komen. Naai de afkantrand samen met maassteken aan de goede kant.

Telpatroon

symbols = Naai de kop van de mouw aan het armsgat als volgt: Naai a tegen A en b tegen B.
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 239-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (20)

country flag Malin wrote:

Hej!\r\nJag förstår inte hur jag ska sticka resåren till denna tröja. (vilka maskor ska vara aviga?)\r\nTack på förhand\r\n//Malin

11.04.2024 - 08:43

DROPS Design answered:

Hei Malin. Fra retten: Strikk de 3 ytterste maskene rett, deretter strikkes det 2 masker rett, så strikkes det 2 masker i rätstickning (rett). Gjenta disse 4 maskene til det gjenstår 3 masker, strikk disse rett. Fra aviga: Strikk de 3 ytterste maskene rett, deretter strikkes det 2 masker aviga, så strikkes det 2 masker i rätstickning (rett). Gjenta disse 4 maskene til det gjenstår 3 masker, strikk disse rett. Ta en titt på hjelpevideoen: Hur man stickar ett enkelt och fint strukturmönster (klikk på VIDEOR, til høyre eller under bildet). mvh DROPS Design

15.04.2024 - 09:55

country flag Amanda Collins wrote:

2 questions- in the front panel, it says to put 7 stitches on spare yarn- does it mean the seven stitches closest the neckline? Or the armhole? Also- what does it mean by ‘cast off two stitches, one time and one stitch two times’ ????

06.03.2024 - 19:46

DROPS Design answered:

Dear Mrs Collins, these 7 sts are the outermost closest to the neckline, ie at the beg of a RS row on right shoulder/WS row on left shoulder. Then cast off for neckline at the beg of each row from neck (from RS on right shoudler/from WS on left shoulder): 2 sts 1 time and 1 st 2 times. Happy knitting!

07.03.2024 - 08:03

country flag Dauge wrote:

Je suis très satisfaite, enfin un site qui fonctionne. Je remercie la personne qui a répondu clairement à la question que j'avais posé. Merci Madame.

31.10.2023 - 09:08

country flag Dauge wrote:

Bonjour madame, je butte sur les explications pour la capuche. Les nombres de mailles à relever "40 à 50" puis "54 à 68". Merci +Les mailles laissées en attente

30.10.2023 - 09:41

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Dauge, vous allez reprendre les mailles du devant droit en attente, relever des mailles le long de l'encolure jusqu'à la couture d'épaule, puis le long de l'encolure dos, puis vous redescendez le long de l'encolure du devant gauche et terminez par les mailles mises en attente = vous aurez relevé au total 40 à 50 mailles + les 7, 8 ou 9 mailles en attente de chaque côté = soit 54 à 68 mailles au total pour la capuche. Bon tricot!

30.10.2023 - 17:56

country flag Deveaux wrote:

Bonjour J’ai un souci au niveau des rangs raccourcis sur la capuche. Est ce qu’il faut tricoter séparément quand on arrive au marqueur ? On tricote d’abord le côté droit puis le gaucne? Merci pour votre réponse

19.07.2023 - 15:09

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Deveaux, vous avez toutes les mailles sur l'aiguille. Ensuite vous tricotez une moitie de la capuche en utlisant la technique des rangs raccourcis (a voir ICI). Vous tricotez un rang sur toutes les mailles et ensuite vous tricotez la seconde moitie de la capuche. Plier la capuche pour que les côtés soit bord au milieu du devant. Coudre les mailles rabattues ensemble, sur l'endroit. Bon tricot!

19.07.2023 - 15:44

country flag Lea wrote:

Hood and German rows: When I begin to make short rows, shall I divide the stiches in two parts and knit the first part ready and then the second part of the hook. If I am right, the pattern is little bit unclear. The instructions are not very precise otherwise .

04.06.2023 - 11:28

DROPS Design answered:

Dear Lea, you don't need to leave anything on a hook. You work over the first half of the stitches (before the marker), as explained, (that is, turn a few stitches before the marker and work back). After working the short rows on one side, work over all of the stitches and now you will work short rows over the stitches at the other side of the marker. Happy knitting!

04.06.2023 - 17:33

country flag Christina Göransson wrote:

Hej, Jag förstår inte riktigt hur resåren ska stickad. Varv 1 (efter uppläggning) = avigt varv ska stickad avigt. Varv 2 = rätt varv ska stickad *2 maskor rätstickning (alla varv) och 2 rätmaskot* . Jag får det till att alla maskor på rätt varv ska stickad räta och på avigt varv stickad resår 2 räta, 2 aviga. Stämmer detta?

23.02.2023 - 11:06

DROPS Design answered:

Hej Christina. Ja det stämmer. Mvh DROPS Design

23.02.2023 - 11:23

country flag Xavier wrote:

Happy hoodie

22.01.2023 - 10:32

country flag Melanie wrote:

Blowball

21.01.2023 - 11:39

country flag Therese wrote:

Summercloud

19.01.2023 - 23:59