Sandra schreef:
Bonjour, il y a une erreur dans A1 car le diagramme a un rang endroit,un rang envers où je fais mes augmentations et au troisième rang je suis censé être en rang envers et ce n'est pas le cas. Que dois-je faire ? Merci
22.06.2021 - 21:21DROPS Design antwoorde:
Bonjour Sandra, les diagrammes se lisent de bas en haut, autrement dit, le 1er rang se tricote sur l'endroit, et ceux avec l'étoile sont resp. les rangs 4 et 6 et se tricotent sur l'envers (= à l'endroit sur l'envers). Le rang avec la flèche = rang 7 se tricote à l'endroit sur l'endroit. Bon tricot!
23.06.2021 - 08:22
Ingegerd Rix schreef:
Jag har skickat en fråga om mosaik mönstret i 217-20, A2. Är osäker på om frågan verkligen skickades. Det gäller rad 3 , där två röda masker ska lyftas, om jag förstått det rätt. Hur får man tag i en röd maska, när föregående varv består av endast från masker?
30.05.2021 - 16:20DROPS Design antwoorde:
Hei Ingegerd. Spørsmålet kom frem :) , se svaret på spørsmålet ditt under ditt forrige innlegg. mvh DROPS design
31.05.2021 - 12:04
Ingegerd Rix schreef:
Jag stickar mönster 217-20, stl L. På A2 tredje raden ska ja lyfta 2 röda masker. Men det finns ju bara grå masker att lyfta. Vad är det som är fel?
30.05.2021 - 16:12DROPS Design antwoorde:
Hei Ingegerd. Slik står det i oppskriften under MOSAIKKMØNSTER: På hver mønsterrad i A.2 som har en rute med en sort firkant i A.x (vinrød), skal alle masker med vinrød i A.2 strikkes rett, og alle masker med lys grå tas løst av pinnen som forklart over. Så på 3.rad strikkes masken med sort firkant med vinrødt og alle masker med lys grå tas løst av pinnen. mvh DROPS design
31.05.2021 - 12:03
Catherine schreef:
Bonjour, ne peut on pas tricoter le point mosaïque de l'empiècement en rond, avec le second rang en maille envers et maille glissée évidemment, afin d'éviter la couture sur l'épaule ou au milieu du dos? Avez vous une vidéo correspondante? Merci, vos modèles très nombreux sont toujours pour moi une source d'inspiration.
11.02.2021 - 10:36DROPS Design antwoorde:
Bonjour Catherine, nos stylistes ont ici choisi de tricoter le point mosaïque en rangs et de faire une couture, à vous de tester pour le faire en rond si vous préférez - cette vidéo montre (avec un autre diagramme) comment tricoter le point mosaïque en rangs. Bon tricot!
11.02.2021 - 10:58
Eva Brandstetter schreef:
Hallo, leider kann das Diagramm A2 so nicht gestrickt werden. Ich habe mir die Mosaikmuster Anleitung mehrmals durchgelesen. Auch das Video habe ich angeschaut und nachgearbeitet. Das Diagramm im Video funktioniert auch, aber das 217-20 nicht. In Reihe 11 zum Beispiel wird nach Ax mit grauen Faden gestrickt, in A2 sind zwei Kreuze, also dunkle Hebemaschen, die ich nicht abheben kann, weil die unteren Maschen grau sind. Diesen Fehler gibt es in anderen Reihen auch. Gibt es eine Korrekturversion?
09.02.2021 - 19:23DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Brandstetter, Sie stricken XXL-XXXL, korrekt? bei der 11. Reihe stricken Sie nur mit hellgrau (=2 Maschen abheben, 1 M hellgrau stricken, 1 Masche abheben) und von (bis) wiederholen - der nächsten Hinreihe stricken Sie mit blush dunkel so: (2 Maschen mit blush, 1 M abheben, 1 M mit blush) und von (bis) wiederholen. Viel Spaß beim helfen!
10.02.2021 - 06:53
Denise schreef:
Classic style!
04.06.2020 - 21:31
Mimi M Routh schreef:
Pretty details near the face!
04.06.2020 - 18:58
Lantern River#lanternriversweater |
|||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Alpaca. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met ronde pas en mozaiekpatroon in ribbelsteek op de pas. Maten S - XXXL.
DROPS 217-20 |
|||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid! Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 107 steken) minus de kantsteken (dus 2 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 35) = 3. In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na elke 3e steek. Meerder niet over de kantsteken. Brei op de volgende toer de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid! Begin 3 steken voor de markeerdraad, maak 1 omslag, brei 6 recht (de markeerdraad zit tussen deze 6 steken) maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd op elke markeerdraad). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouw): Begin 3 steken voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). TIP VOOR HET AFKANTEN: Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt, kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.3. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.x en A.2). LET OP: De mozaiekpatronen (A.x en A.2) hebben hun eigen beschrijving hieronder. MOZAIEKPATROON: Zie telpatronen A.x en A.2 en lees de techniek hieronder. Elke naald in A.x en A.2 vertegenwoordigd 2 naalden; dus aan de goede kant, wordt het telpatroon van rechts naar links gebreid en aan de verkeerde kant wordt dezelfde naald van links naar rechts gebreid = 1 ribbel. Op alle naalden aan de goede kant, houdt u de draad aan de achterkant van het werk (op de verkeerde kant) wanneer er een steek afgehaald wordt. Houd op alle naalden aan de verkeerde kant, de draad aan de voorkant van het werk (op de verkeerde kant) als er een steek afgehaald wordt. Het is belangrijk dat de draden niet te strak zijn aan de achterkant van het werk – u kunt ze beter juist wat losser hebben. Om een betere controle te hebben over het patroon, kunt u een markeerdraad invoegen tussen elke patroonherhaling van A.2. A.x = help vierkant – dit vierkant wordt niet gebreid, maar laat zien hoe de patroon-naald gebreid moet worden (lees hieronder meer). A.2 = 1 patroonherhaling Op de 1-kleurige naalden in de telpatroon, breit u 1 ribbel heen en weer over alle steken zonder steken van de naald af te laten glijden. Op elke patroonnaald in A.2 met een zwart vierkant in A.x (licht kastanje rood), worden alle licht kastanje rode steken in A.2 gebreid en alle lichtgrijs mix steken worden afgehaald zoals beschreven hierboven. Op elke patroonnaald in A.2 met een kleine lijn in A.x (lichtgrijs mix), worden alle lichtgrijs mix steken in A.2 recht gebreid en alle licht kastanje rood/oudroze steken worden afgehaald zoals beschreven hierboven. Op elke patroonnaald in A.2 met een x in A.x (oudroze), worden alle oudroze steken in A.2 recht gebreid en alle lichtgrijs mix steken worden afgehaald zoals beschreven hierboven. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Vanwege het mozaiekpatroon, worden de hals en de pas heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden (vanaf de achterkant van de rechter schouder). Het is belangrijk dat u het patroon precies volgt. Het hele patroon wordt gebreid in ribbelsteek, maar niet in normale ribbelsteek; het gekleurde patroon wordt gecreëerd door steken af te halen. Lees beschrijving in MOZAIEKPATROON voordat u begint! De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden gebreid in de rondte met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden. HALS: Zet 107-113-116-119-125-131 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant richting midden voor) met rondbreinaald 3 mm en oudroze. Brei 1 naald averecht (verkeerde kant). De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 1 recht, 2 averecht *, brei vanaf *-* tot er 1 steek over is op de naald en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met lichtgrijs mix en ga verder met de boordsteek tot de hals 3 cm meet. Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 35-37-38-43-49-51 steken verdeeld meerdert– lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 1 naald avrecht aan de verkeerde kant (de kantsteken worden in ribbelsteek gebreid zoals hiervoor en de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen). Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald, aan de binnenkant van de kantsteek; de pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad. PAS: Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Begin aan de goede kant en brei A.1 heen en weer gebreid met met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Meerder TEGELIJKERTIJD op de naald gemarkeerd met pijl-1 in A.1, 44-44-48-52-56-64 steken verdeeld = 186-194-202-214-230-246 steken. Als A.1 klaar is, brei dan MOZAIEKPATROON – lees beschrijving hierboven, als volgt aan de goede kant: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek met lichtgrijs mix, zie symbool in A.x (het symbool legt uit hoe u de kleuren op de naald breit – het symbool zelf wordt niet gebreid), brei A.2 tot er 1 steek over is op de naald (= 46-48-50-53-57-61 herhalingen van 4 steken) en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek in lichtgrijs mix. Ga verder met dit patroon; denk erom dat 1 naald in de telpatroon 1 ribbel vertegenwoordigd (2 naalden; 1 naald aan de goede kant en 1 naald aan de verkeerde kant). Meerder TEGELIJKERTIJD op elke naald gemarkeerd met een pijl in A.2, steken verdeeld zoals beschreven hieronder – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Pijl-2: Meerder 44-48-52-56-60-64 steken verdeeld = 230-242-254-270-290-310 steken (er is nu ruimte voor 57-60-63-67-72-77 herhalingen van A.2 met 4 steken). Pijl-3: Meerder 36-48-60-68-72-76 steken verdeeld = 266-290-314-338-362-386 steken (er is nu ruimte voor 22-24-26-28-30-32 herhalingen van A.2 met 12 steken). Pijl-4: Meerder 40-40-44-52-56-62 steken verdeeld = 306-330-358-390-418-448 steken. Als A.2 klaar is, brei dan de rest van het werk met lichtgrijs mix. Brei A.3 met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant – meerder TEGELIJKERTIJD op de naald gemarkeerd met pijl-5 in A.3 24-24-28-36-36-42 steken verdeeld = 330-354-386-426-454-490 steken. Als A.3 klaar is, brei dan tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als de pas 20-22-24-25-27-29 cm meet vanaf de markeerdraad op de hals, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen op de volgende naald aan de goede kant als volgt: Kant 1 steek af (= kantsteek voor de naad), plaats de steek van de rechter naald en de volgende 67-71-79-87-91-95 steken op 1 hulpdraad voor de mouw (= 68-72-80-88-92-96 steken) en zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 96-104-112-124-134-148 steken in tricotsteek (= voorpand), plaats de volgende 68-72-80-88-92-96 steken op 1 hulpdraad voor de mouw en zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), brei 96-104-112-124-134-148 steken in tricotsteek (= achterpand) en kant de laatste steek af (= kantsteek voor de naad). Knip de draad af. Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! LIJF: = 204-220-240-264-288-316 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant, in het midden van de 6-6-8-8-10-10 opgezette steken onder de mouwen. Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gerbruikt bij het meerderen in de zijkanten. Begin op de ene markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als het werk 5 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 6 cm in totaal 4 keer = 220-236-256-280-304-332 steken. Brei verder tot het werk 27 cm meet vanaf de scheiding in alle maten. Er is ongeveer 4 cm over tot de gewenste lengte; u kunt de trui passen en breien tot de gewenste lengte. Brei 1 naald recht terwijl u 65-70-74-83-89-97 steken verdeeld meerdert = 285-306-330-363-393-429 steken. LET OP: Dit wordt gedaan om te voorkomen dat de boordsteek niet te strak wordt. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei boordsteek (= 1 recht, 2 averecht) voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN! De trui meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Plaats de 68-72-80-88-92-96 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 3.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-10 opgezette steken onder de mouw = 74-78-88-96-102-106 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-10 steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het minderen onder de mouw. Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als het werk 3-3-3-3-2-1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3-2½-2-1½-1½-1½ cm een totaal van 12-13-16-19-21-21 keer = 50-52-56-58-60-64 steken. Brei verder tot de mouw 38-37-35-35-33-32 cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 6 cm over tot de gewenste lengte; u kunt de trui passen en tot de gewenste lengte breien. LET OP: Kortere afmetingen in de grotere maten vanwege bredere schouders en een langere pas. Brei 1 naald recht terwijl u 13-14-16-17-18-20 steken verdeeld meerdert = 63-66-72-75-78-84 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei boordsteek (= 1 recht, 2 averecht) voor 5½ cm. Ga verder met oudroze en brei nog 2 naalden boordsteek. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN! De mouw meet ongeveer 44-43-41-41-39-38 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de zijnaden op de hals en de pas, aan de binnenkant van de 1 kantsteek. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #lanternriversweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 30 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 217-20
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.