ΡΟΖΙΝΑ schreef:
Realy nice patern!
01.04.2025 - 10:39
Marion schreef:
Bonjour, pour le col châle, il est écrit : "*2 rangs sur toutes les mailles, 2 rangs sur les..." est-ce en mousse ou en jersey? De plus, pour l'assemblage il me semble qu'il manque un mot après" jusqu'aux" : "Coudre les côtés dans le brin le plus à l'extérieur des mailles jusqu'aux et y compris les 4 m montées... " Je vous remercie pour votre aide. Marion
30.11.2023 - 08:51DROPS Design antwoorde:
Bonjour Marion, tricotez les mailles du col comme avant, en rangs raccourcis pour que l'extérieur du col soit plus haut que le côté intérieur qui sera cousu le long de l'encolure dos. Il ne manque pas de mot, vous devez coudre jusqu'aux 4 mailles montées et ces 4 mailles doivent être aussi assemblées. Bon tricot!
30.11.2023 - 10:24
Lorraine Smith schreef:
I am reading the first row of A.1 as follows: K1, YO, K6, Slip 1st as if to K, K1, PSSO, K2TOG, K6, YO. When doing so, I end up with 17 sts per pattern instead of 16. What am I doing wrong?
18.02.2021 - 16:43DROPS Design antwoorde:
Dear Mrs Smith, the decrease in the middle is 3rd symbol; slip 1, K2 tog, psso, so that you work over 16 sts: K1, YO, K6, slip 1, K2 tog, psso, K6, YO = 16 sts. Happy knitting!
19.02.2021 - 07:24
Johanna Rehbein schreef:
4. Wann beginnt man mit dem Zählen von Muster1? Unter der Anleitung Rückenteil steht, dass man die Umschläge von A3/A6 fortlaufend in Muster1 einarbeiten soll. Beginne ich mit der ersten Reihe von Muster1 also erst, wenn A3/A6 anfängt oder bereits ab der Einarbeitung von A2/A5?
21.01.2020 - 10:31DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Rehbein, die Umschläge von A.3/A.6 werden in Muster-1 gestrickt, die Zunahmen beidseitig werden auch in Muster-1 gestrickt. Viel Spaß beim stricken!
21.01.2020 - 10:40
Johanna Rehbein schreef:
Korrektur zur ersten Frage: Die krause Masche würde auf der linken Seite NICHT mehr gestrickt (wenn man eine Masche von A1 weglässt), auf der rechten Seite aber schon.
21.01.2020 - 09:39
Johanna Rehbein schreef:
2. A1 geht in der Maschenanzahl doch schon nicht mehr auf, sobald ich mit A2/A5 beginne. Halte ich mich nun an die Beschreibung unter Rückenteil und stricke einfach immer eine Masche weniger von A1? Oder muss ich schon hier A9/A10 einbauen? 3. Was bedeutet "(= 3 Rapporte von A1)" in dem Teil, wo A9/A10 eingearbeitet werden soll?
21.01.2020 - 09:37DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Rehbein, die Maschenanzahl wird zunehmen erst wenn Sie beidseitig zunehmen - siehe ZUNAHMEN, die Zunahmen beginnen wenn A.1 1 x in der Höhe gestrickt wird. Dann wird es abgenommen, also wie in der Anleitung weiter stricken. Den Absatz DIAGRAM A.1 erklärt wie das Diagram über die ganze Arbeit gestrickt wird. Viel Spaß beim stricken!
21.01.2020 - 10:36
Johanna Rehbein schreef:
Ich komme mit der Anleitung leider schon ab Einarbeiten von A2/A5 nicht so richtig klar. 1. In der Anleitung zum Rückenteil steht, dass durch das Verschieben von A2/A5 immer eine Mache weniger von A1 gestrickt wird. Das würde bedeuten, dass ich auf der rechten Seite (von vorn betrachtet) weiterhin eine krause Masche stricken würde (denn dort gehört sie nicht zum Diagramm von A1), auf der linken Seite hingegen würde die krause Masche als Bestandteil von A1 weiterhin gestrickt?
21.01.2020 - 09:33DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Rehbein, zuerst stricken Sie A.2 und A.5 (= noch keine neue Maschen rechts und links jetzt), dann stricken Sie A.3 und A.6, und die neuen Maschen rechts und links (= die Umschläge) stricken Sie in Muster-1. Wenn dann nicht genügend Maschen in A.1 bleiben, stricken Sie A.10. Viel Spaß beim stricken!
21.01.2020 - 10:32
Ruth schreef:
I LOVE this design and would love to make it. Although, I consider myself a fairly experienced knitter I have had so much difficulty following the instructions that I finally gave up. I know how to read a pattern chart and had no problems with that however I am completely stuck on the first section "READ ALL OF THE FOLLOWING SECTION BEFORE CONTINUING-WORK PATTERN AND INC AT THE SAME TIME" is totally confusing me.
09.10.2019 - 19:18DROPS Design antwoorde:
Dear Ruth, you will now work following the diagrams as explained, but increase at the same time as described. When the increases are done, cast on 4 sts on each side and continue in pattern as before. Then you will have to work other diagrams and decrease as explained under next section. Happy knitting!
10.10.2019 - 09:45
Tirzah schreef:
When you start the displacement between A.6 and A.1, are there supposed to be 2 stitches between the last yarn over/decrease stitch of A.5 and the first yarn over of A.1, or 3 stitch. EX: A.6 (yarn over, decrease times 3), then 2 stitched into A.1, then yarnover OR A.6, then 3 stitches into A.1, then yarnover. Thanks!
19.08.2019 - 10:20DROPS Design antwoorde:
Dear Tirzah, you start A.5 on row 3 in A.1, you will start A.6 on row 11 in A.1 and work: A.6 (= YO, K2 tog)x 3, then work A.1 = dec 2, K1, YO, etc... Happy knitting!
19.08.2019 - 11:44
Sylvie Roy schreef:
Bonjour je suis du canada avez vous un magasin drops au canada et moi jai demander la grosseur du fils svp merci
07.08.2019 - 15:30DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Roy, vous trouverez ici la liste des magasins DROPS au Canada/expédiant au Canada. Vous trouverez toutes les informations utiles sur nos fils dans leur nuancier. Bon tricot!
08.08.2019 - 09:14
Ripple Tide#rippletidecardigan |
||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
Gebreid DROPS vest in ribbelst met kantpatroon en sjaalkraag van ”Nepal”. Maat: S - XXXL.
DROPS 157-40 |
||||||||||||||||||||||
RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r. PATROON: Zie telpatronen A.1-A.10. Zie het telpatronen voor de juiste maat. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Telpatronen A.3 en A.6 passen niet in de hoogte als ze herhaald worden, maar laat de gaatjesrand diagonaal doorlopen als hiervoor. TELPATROON A.1. A.1 is wordt verschillend herhaald in de hoogte. Als er 2 st zijn tussen de eerste omsl (richting A.3/A.6) in A.1, stop dan de herhaling van A.1 in de hoogte. Dus gezien aan de goede kant wordt A.1 middenvoor en middenachter 6 keer in totaal herhaald in de hoogte. De middelste A.1 wordt 4 keer in totaal herhaald in de hoogte. A.1 richting de zijkant wordt 2 keer in totaal herhaald in de hoogte. Brei dan als volgt: Als A.1 niet pas over het aantal st, dus na patroonherhalingen zoals boven beschreven, brei dan A.9 boven A.1 op het rechtervoorpand en rechterkant van het achterpand (= 3 patroonherhalingen van A.1) en A.10 boven A.1 op het linkervoorpand en de linkerkant van het achterpand (= 3 patroonherhalingen van A.1). PATROON 1: Nld 1: r aan de goede kant. Nld 2: av aan de verkeerde kant. Herhaal 1e en 2e nld nog 4 keer (= 10 nld). Nld 11: r aan de goede kant. Nld 12: r aan de verkeerde kant. Nld 13: r aan de goede kant. Nld 14: av aan de verkeerde kant. Nld 14: av aan de goede kant. Nld 15: av aan de verkeerde kant. Herhaal nld 1 tot en met 15. KNOOPSGATEN: Maak aan de goede kant 6 knoopsgaten op de rechtervoorbies. 1 KNOOPSGAT = brei 3 st vanaf middenvoor, maak 1 omsl, brei de volgende 2 st r samen. Brei in de volgende nld de omsl r. Maak knoopsgaten bij een hoogte van: MAAT S/M: 10, 18, 30, 38, 50 en 58 cm. MAAT L/XL: 12, 20, 32, 40, 52 en 60 cm. MAAT XXL: 14, 22, 35, 43, 56 en 64 cm. MAAT XXXL: 13, 22, 35, 44, 57 en 66 cm. ---------------------------------------------------------- ACHTERPAND: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld. Zet 91-103-115-127 st op met rondbreinld 5,5 mm en Nepal. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei dan als volgt aan de goede kant: 3 st in tricotst, A.1 (= 14-16-18-20 st) 6 keer in totaal – LEES PATROON, 1 st in ribbelst, 3 st in tricotst. Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Meerder bij een hoogte van 3 cm 1 st aan elke kant van het werk naast 3 st in tricotst. Herhaal dit meerderen elke 4e-4e-6e-6e nld nog 2 keer = 97-109-121-133 st. Brei de gemeerderde st in tricotst. LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT – BREI IN PATROON EN MEERDER TEGELIJKERTIJD. PATROON: Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, brei de eerste 2 nld van A.1, brei dan als volgt aan de goede kant: 3 st in tricotst, A.5, 1 r en A.1 als hiervoor tot er 7 st over zijn, 1 st in ribbelst, 1 r, A.2, 3 st in tricotst. Telpatronen A.2/A.5 verschuiven 1 st richting middenachter elke nld aan de goede kant, dus brei 1 st minder in A.1 om de nld - zie TELPATROON A.1. Ga als A.2 en A.5 een keer in de hoogte zijn gebreid verder met verschuiven in A.3 en A.6. Brei de gedraaide omsl in A.3/A.6 mee in PATROON 1 – zie uitleg boven. MEERDEREN: Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant. Meerder 1 st aan elke kant van het werk naast 3 st in tricotst als volgt: meerder 1 st elke 4e nld 6-9-13-16 keer, dan 1 st om de nld 19-13-6-0 keer = 147-153-159-165 st. Brei de gemeerderde st mee in patroon 1. Als alle meerderingen zijn gemaakt, zet dan 4 nieuwe st op aan elke kant van het werk voor de mouw aan het einde van de volgende 2 nld = 155-161-167-173 st. Het werk meet ongeveer 39-40-42-43 cm. Brei de nieuwe st in ribbelst. Ga verder in patroon als hiervoor. LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT – BREI IN PATROON EN MINDER TEGELIJKERTIJD. PATROON: Als er 1 st overblijft tussen gaatjesrijen van A.3 en A.6, brei dan A.8 boven A.3, A.6 en de 1 st ertussen. Als A.8 een keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 57-64-70-77 cm. Ga nu verder in patroon 1. MINDEREN: Brei bij een hoogte van 61-63-67-69 cm 4 st in ribbelst en zet ze dan op een hulpdraad, brei de rest van nld, herhaal in de volgende nld = 147-153-159-165 st. Zet dan st op een hulpdraad voor de schuining van de schouder als volgt: brei de eerste 4 st, zet ze dan op een hulpdraad, brei de rest van de nld. Herhaal aan elke kant van het werk elke nld nog 6-5-4-4 keer, brei dan de eerste 2 st, zet ze op een hulpdraad, brei de rest van de nld. Herhaal aan elke kant van het werk elke nld nog 7-9-12-13 keer = 48-48-50-52 st op elke hulpdraad en 59-65-67-69 st op de nld. Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 74-77-83-85 cm de middelste 17-17-19-19 st af en eindig elke schouder apart. Kant in de volgende nld langs de halsrand 1 st af voor de hals. Als alle afkanten gedaan is, zijn er 20-23-23-24 st over op de nld voor elke schouder. Het werk meet ongeveer 76-79-85-88 cm. Knip de draad af. SCHOUDER/MOUW: Zet nu alle st van de hulpdraad terug op de nld = 68-71-73-76 st. Meerder nu om een strakke schoudernaad te voorkomen aan de goede kant als volgt: 20-23-25-28 r, * 1 omsl, 6 r *, herhaal van *-* de rest van de nld = 76-79-81-84 st. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en brei de omsl gedraaid r. Brei 1 ribbel. Kant losjes alle st af. Brei de andere schouder op dezelfde manier maar in spiegelbeeld. RECHTERVOORPAND: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld. Zet 52-58-64-70 st op (incl. 6 voorbies st) met rondbreinld 5,5 mm en Nepal. Brei 2 ribbels. Brei dan als volgt aan de goede kant: 6 voorbies st in ribbelst, A.1 3 keer in totaal, 1 st in ribbelst, 3 st in tricotst. Brei de voorbies st in ribbelst tot het werk klaar is. Ga zo verder in patroon. Meerder bij een hoogte van 3 cm 1 st aan de zijkant van het werk aan het einde van de nld aan de goede kant naast 3 st in tricotst. Herhaal dit meerderen elke 4e-4e-6e-6e nld nog 2 keer = 55-61-67-73 st. Brei de gemeerderde st in tricotst. LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT – BREI IN PATROON EN MEERDER TEGELIJKERTIJD. PATROON: Brei als A.1 een keer in de hoogte is gebreid de eerste 2 nld van A.1, brei dan als volgt aan de goede kant: 6 voorbies st in ribbelst, A.1 als hiervoor tot er 7 st over zijn, 1 st in ribbelst, 1 r, A.2, 3 st in tricotst. Telpatroon A.2 verschuift 1 st naar middenvoor elke nld aan de goede kant, dus brei 1 st minder van A.1 om de nld - zie TELPATROON A.1. Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder met verschuiven in A.3. Brei de gedraaide omsl van A.3 in patroon 1. Denk om de KNOOPSGATEN - zie uitleg boven. MEERDEREN: Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant. Meerder 1 st aan de zijkant van het werk naast 3 st in tricotst als volgt: meerder 1 st elke 4e nld 6-9-13-16 keer, dan 1 st om de nld 19-13-6-0 keer = 80-83-86-89 st. Brei de gemeerderde st in patroon 1. Als alle meerderingen zijn gemaakt, zet dan 4 nieuwe st op aan de zijkant voor de mouw aan het einde van de volgende nld aan de goede kant = 84-87-90-93 st. Het werk meet ongeveer 39-40-42-43 cm. Brei de nieuwe st in ribbelst. Ga verder in patroon als hiervoor. LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT – BREI IN PATROON EN MINDER TEGELIJKERTIJD. PATROON: Als A.3 de voorbies st bereikt, brei dan A.4 boven A.3. Als A.4 een keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 57-64-70-77 cm. Ga nu verder in patroon 1 en ribbelst. MINDEREN: Brei tot een hoogte van 61-63-67-69 cm, pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant is en brei dan als volgt: brei de eerste 4 st in ribbelst aan de zijkant, zet ze dan op een hulpdraad, brei de rest van de nld = 80-83-86-89 st. Zet in de volgende nld aan de verkeerde kant st op een hulpdraad voor de schuining van de schouder als volgt: brei de eerste 4 st, zet ze dan op een hulpdraad, brei de rest van de nld. Herhaal elke nld aan de verkeerde kant nog 6-5-4-4 keer, brei dan de eerste 2 st, zet ze dan op een hulpdraad, brei de rest van de nld. Herhaal elke nld aan de verkeerde kant nog 7-9-12-13 keer = 48-48-50-52 st op de hulpdraad en 36-39-40-41 st op de nld. Knip de draad af. SCHOUDER/MOUW: Zet alle st van de hulpdraad terug op de nld = 84-87-90-93 st. Meerder nu om een strakke schoudernaad te voorkomen, aan de goede kant als volgt: 36-39-42-45 r, * 1 omsl, 6 r *, herhaal van *-* de rest van de nld = 92-95-98-101 st. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant, brei de omsl gedraaid r. Brei 1 ribbel. Kant dan losjes 76-79-81-84 st vanaf de zijkant af = 16-16-17-17 st over voor de sjaalkraag. SJAALKRAAG: Brei vanaf middenvoor: * 2 nld over alle st, brei 2 nld over de eerste 12-12-13-13 st *, herhaal van *-* tot het werk 8-8-9-9 cm meet vanaf de schouder. Kant alle st af. LINKERVOORPAND: Brei als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld. Brei A.5-A.7 in plaats van A.2-A.4. Maak geen knoopsgaten. Als alle meerderingen zijn gemaakt, zet dan 4 nieuwe st op aan de zijkant voor de mouw aan het einde van de volgende nld aan de verkeerde kant. Brei de schouder/mouw aan de goede kant als volgt: * 6 r, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 36-39-42-45 st over zijn en eindig met 36-39-42-45 r. AFWERKING: Naai de zijnaden dicht in de buitenste lusjes van de kant st tot en met de 4 gemeerderde st in ribbelst. Naai de schoudernaden samen in de buitenste lusjes van de kant st vanaf de 4 gemeerderde st in ribbelst tot aan de sjaalkraag. Naai de sjaalkraag samen middenachter en naai hem langs de hals op het achterpand. Naai de knopen op de linkervoorbies. |
||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #rippletidecardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 29 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 157-40
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.