DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 3.35 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425
DROPS 108-47
Afmetingen:
Hoogte middenachter: ca 85 cm.
Breedte boven: ca 170 cm.
Materiaal: DROPS Kid-Silk van Garnstudio,
100 gr nr. 11, paars

DROPS Rondbreinld 3 (80 cm) – of de breinld, die u nodig heeft voor een steekverhouding van: 24 st x 32 nld tricotst = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 3.35 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Motief: Zie teltekeninging M.1 tot en met M.4.
De teltekeningen geven de goede kant van het werk aan. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
Fig-1 geeft aan hoe het begin van de omslagdoek gebreid moet worden.

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

TIP VOOR HET MEERDEREN: Alle meerderingen komen aan de goede kant. Meerder 4 st in elke 2e nld tot de vereiste afmetingen als volgt:
Meerder 1 st aan het begin van de nld als volgt: 3 ribbelst, 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl av.
Meerder 2 st in het midden van het werk als volgt: 1 omsl, 2 tricotst (= midden), 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl av.
Meerder 1 st als volgt aan het eind van de nld: 1 omsl, 3 ribbelst. Brei in de volgende nld de omsl av.

OMSLAGDOEK:
Vanwege het grote aantal st, wordt deze omslagdoek heen en weer gebreid op de rondbreinld. De omslagdoek wordt als volgt gebreid: u begint bij de hals middenachter aan de bovenkant van de sjaal met een klein aantal steken en gaandeweg meerdert u in het midden en aan beide zijkanten. Zo ontstaat een grote driehoek. U eindigt dus met de onderrand, die loopt van de punt aan de linkerkant naar beneden naar de punt onder in het midden en weer omhoog naar de punt aan de rechterkant.

NB! Begin altijd met een nieuwe bol aan het begin van een nld en niet in het midden.
Zet 10 st op met rondbreinld 3 mm en Kid-Silk. Plaats een merkdraad na de 5e st (dit is het midden van de omslagdoek). Brei de eerste nld als volgt (= goede kant): 3 ribbelst, 1 omsl, 4 st recht, 1 omsl, 3 ribbelst = 12 st. Brei vervolgens door in tricotst met 3 ribbelst aan weerskanten en meerder tegelijkertijd 4 st in elke 2e nld – zie TIP VOOR HET MEERDEREN! Let op de steekverhouding!
Brei zo door tot er 20 st op de nld staan. Brei door als volgt – aan de goede kant: 3 ribbelst, 1 omsl, 1 st recht, M.1, 1 st recht, 1 omsl, 2 st recht (= middelste steken - de merkdraad staat hiertussen),1 omsl, 1 st recht, M.1 en eindig met 1 st recht, 1 omsl en 3 ribbelst. Brei zo door en meerder steeds aan de zijkant en in het midden – zie Fig 1. Brei, als M.1 in totaal 17 keer in de hoogte is gebreid (= 88 st) de volgende nld als volgt – aan de goede kant: 3 ribbelst, 1 omsl, 1 st recht, * M.1, 13 st recht *, herhaal *-* in totaal 2 keer, M.1, 1 st recht, 1 omsl, 2 st recht (= middelste steken), 1 omsl, 1 st recht , * M.1, 13 st recht *, herhaal *-* in totaal 2 keer, M.1, 1 st recht, 1 omsl, 3 ribbelst. Brei deze 6 herhalingen van M.1 in totaal 17 keer in de hoogte = 156 st.

Brei de volgende nld als volgt - aan de goede kant: 3 ribbelst, 1 omsl, 1 st recht, * M.1, 13 st recht *, herhaal *-* in totaal 4 keer, M.1, 1 st recht, 1 omsl, 2 st recht (= middelste steken), 1 omsl, 1 st recht , * M.1, 13 st recht *, herhaal *-* in totaal 4 keer, M.1,1 st recht, 1 omsl, 3 ribbelst. Brei deze 10 herhalingen van M.1 in totaal 17 keer in de hoogte = 224 st.

Brei de volgende nld als volgt - aan de goede kant: 3 ribbelst, 1 omsl, 1 st recht, * M.1, 13 st recht *, herhaal *-* in totaal 6 keer, M.1, 1 st recht, 1 omsl, 2 st recht (= middelste steken), 1 omsl, 1 st recht , * M.1, 13 st recht *, herhaal *-* in totaal 6 keer, M.1,1 st recht, 1 omsl, 3 ribbelst. Brei deze 14 herhalingen van M.1 in totaal 15 keer in de hoogte = 284 st.

Brei de volgende nld als volgt – aan de goede kant: 3 ribbelst, 1 omsl, 1 st recht, M.2 over de volgende 136 st (zorg ervoor dat iedere herhaling van M.2 netjes recht boven M.1 komt), 1 st recht, 1 omsl, 2 st recht (= middelste steken), 1 omsl, 1 st recht, M.2 over de volgende 136 st (met M.2 netjes boven M.1), 1 st recht, 1 omsl, 3 ribbelst. Brei M.2, 1 keer in de hoogte = 352 st.

Brei door als volgt – aan de goede kant: 3 ribbelst, 1 omsl, 1 st recht, M.3 over de volgende 170 st (zorg ervoor dat iedere herhaling van M.3 netjes recht boven M.2 komt), 1 st recht, 1 omsl, 2 recht (= middelste steken), 1 omsl, 1 st recht, M.3 over de volgende 170 st (met M.3 netjes boven M.2), 1 st recht, 1 omsl, 3 ribbelst. Brei M.3 1 keer in de hoogte, en brei daarna door volgens M.4. Brei de nieuwe st die geen deel van het motief uitmaken in tricotst totdat er genoeg st zijn voor een nieuwe herhaling van het motief (patroon M.4 is 21 st breed) – let hierbij goed op dat de golfjes netjes boven elkaar blijven komen. Brei door volgens M.4 met meerderingen aan de zijkant en in het midden tot het golfjesmotief een hoogte van ca 18 cm heeft. Kant zeer losjes af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 15.04.2009
Brei de volgende nld als volgt - op de goede kant: 3 ribbelst, 1 omsl, 1 recht, * M.1, 13 recht *, herhaal *-* totaal 6 keer, M.1, 1 recht, 1 omsl, 2 recht (= middelste steken), 1 omsl, 1 recht , * M.1, 13 recht *, herhaal *-* totaal 6 keer, M.1,1 recht, 1 omsl, 3 ribbelst. Brei deze 14 herhalingen van M.1 totaal 15 keer in de hoogte = 284 st.

Telpatroon

recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst) = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant (tricotst)
2 st recht samen = 2 st recht samen
1 omslag tussen 2 steken = 1 omslag tussen 2 steken
haal 1 st r van de breinld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover = haal 1 st r van de breinld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover
averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
haal 1 st r van de breinld af, 2 st r samen breien, en haal de afgeh st daarover = haal 1 st r van de breinld af, 2 st r samen breien, en haal de afgeh st daarover
2 st av samen breien = 2 st av samen breien
Diagram for DROPS 108-47
Diagram for DROPS 108-47
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 108-47

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (89)

country flag Sabiane schreef:

Ja, danke - so hatte ich es auch verstanden.

28.01.2019 - 16:01

country flag Sabine schreef:

Hallo; Sie schreiben am 21.1., dass die mittlere M. in M2 auch glatt links gestrickt wird (was ja heißt hin links, zurück rechts bzw. umgekehrt, oder?). Bezieht sich das nur auf die mittlere M. von M2? Das verstehe ich nicht. Die mittlere M.hat doch ein Kreuz für li. auf re./re. auf li. wie die M. daneben auch und ist nicht anders als diese. Danke.

24.01.2019 - 17:00

DROPS Design antwoorde:

Liebe Sabine, die 9. Reihe in M.2 stricken Sie so: 1 Abnahme, 1 Umschlag, 4 M re, 1 Abnahme, 1 Umschlag, 1 M li, 1 Umschlag, 1 Abnahme, 4 M re, 1 Umschlag, 1 Abnahme. Bei der 10. Reihe (Rückreihe) stricken Sie die 3 mittleren Maschen rechts: 7 M li, 3 M re, 7 M li. Viel Spaß beim stricken!

25.01.2019 - 08:43

country flag Sabine Adam schreef:

Danke für Ihre Antwort. Sie schreiben, die mittlere M. in M2 wird glatt rechts gestrickt -aber sie hat doch ein Kreuz, also muss sie doch kraus gestrickt werden (hin re, zurück auch re)?

21.01.2019 - 19:44

DROPS Design antwoorde:

Liebe Frau Adam, die Maschen mit dem Kreuz sollen links bei Hinreichen und rechts bei Rückreihen gestrickt werden, dh glatt links, nicht krausrechts. siehe 5. Symbol. Viel Spaß beim stricken!

22.01.2019 - 08:00

country flag Sabine Adam schreef:

Hallo, wie stricke ich in Muster 2 in der Rückreihe die Zunahmen in der Mitte des Musters (ich meine die zwischen den Maschen, die links auf rechts und rechts auf links gestrickt werden). Ich stricke sie ja rechts - steche ich wie beim Rechtsstricken vorne in die Masche (dann werden die Löcher sehr groß) oder hinten? Danke

19.01.2019 - 21:35

DROPS Design antwoorde:

Liebe Frau Adam, die Zunahmen zwischen den linken Maschen in der Mitte M.2 sollen links bei den Hinreihen und rechts ben den Rückreihen gestrickt (= kreuz im Diagram), beachten Sie nur daß die Umschläge nicht zu locker sind, die mittlere Masche im M.2 wird auch glatt links gestrickt. Viel Spaß beim stricken!

21.01.2019 - 10:26

country flag Sabine Adam schreef:

Vielen Dank für die schnelle Antwort. Sabine

07.01.2019 - 19:35

country flag Sabine Adam schreef:

Hallo. Was mache ich mit den jeweils 4 M., die ich in jeder Hinreihe zunehme? Dann geht doch der Rapport M1+ 13 M. usw nicht mehr auf. Vielen Dank für eine baldige Antwort. Sabine

05.01.2019 - 15:28

DROPS Design antwoorde:

Liebe Sabine, die Zunahmen (vor M.1) werden glatt gestrickt, dann werden Sie gestrickt, wie im Fig.1 gezeigt. Viel Spaß beim stricken!

07.01.2019 - 10:12

country flag Jenny Osinga schreef:

Ik begrijp niet hoe ik M3 en M 4 moet breien, moet ik de omslag op de teruggaande naald samen breien en de averecht samen gebreide steek weer een extra steek bij maken anders komt het niet uit boven elkaar.

24.09.2018 - 23:35

DROPS Design antwoorde:

Hoi Jenny, Op de teruggaande naald brei je alle steken in M.3 en M.4 averecht, dus ook de omslagen en de samengebreide steken. Doordat je de omslagen averecht breit, ontstaat er op die plek een gaatje. Je hoeft geen extra steken bij te maken. In M.4 compenseren de samengebreide steken de omslagen, zodat in totaal hetzelfde aantal steken overhoudt. In naald 7 van M.3 zijn er 2 extra omslagen, zodat M.4 daarop aansluit.

26.09.2018 - 13:49

country flag Monique Ter Bogt schreef:

Bij M.3 brei ik in de 3e toer telkens 2 steken averecht samen. Moet ik deze samengebreide steken in de teruggaande toer (dus toer 4) recht breien of averecht?

25.06.2018 - 21:48

country flag Katrine schreef:

*fortsat* Skal jeg gentage M4 med kun 3 pinde imellem hver mønsterpind (og er der således fejl i mønsteret) eller skal diagrammet strikkes med uens afstand, dvs. hhv. 5 pinde og 3 pinde?

09.03.2018 - 00:12

DROPS Design antwoorde:

Hej Katrine, jeg tror du har ret i at der kun skal være 3 pinde glatstrik imellem hver mønsterpind i M.4, sådan ville jeg have strikket det. Vi skal høre med design og hvis det stemmer vil der blive lagt et nyt diagram ud. Tak for info!

20.03.2018 - 11:48

country flag Katrine schreef:

Jeg har nu strikket M4 første gang og skal til at gentage M4-mønsteret. Men i diagrammet for M4 er der først 3 pinde (pinde med udelukkende hvide felter) imellem mønsterpindene (pinde med krydser mm.), så 3 pinde og så igen kun 2 pinde, hvilket giver en uens afstand på hhv. 5 og 3 pinde, når mønsteret gentages. Det ser ikke sådan ud på billedet. *fortsættes*

09.03.2018 - 00:11