DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.25€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Early Autumn Cardigan

Gebreid DROPS vest met A-lijn, ronde pas, kabels en kantpatroon van ”Nepal”. Maat: S - XXXL.

DROPS 166-8
DROPS design: Model nr. ne-179
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
550-650-700-750-850-900 gr. kleur nr. 2923, oker

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 4 mm - voor de ribbelst.
DROPS KNOOP gebogen (wit), NR. 522: 7 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.25€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r

RIBBELST (in de rondte op breinld zonder knop):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor het lijf):
Minder als volgt voor de markeerder (begin 4 st voor de markeerder): 2 r samen, 2 st in tricotst.
Minder als volgt na de markeerder: 2 st in tricotst, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

PATROON: Zie telpatroon A.1 en A.2 - zie de telpatronen voor uw maat. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies. 1 knoopsgat = brei de derde en vierde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 11, 17, 23, 30, 37, 44 en 51 cm
MAAT M: 11, 18, 25, 32, 39, 46 en 53 cm
MAAT L: 11, 18, 25, 32, 39, 47 en 55 cm
MAAT XL: 11, 18, 26, 34, 42, 50 en 57 cm
MAAT XXL: 11, 19, 27, 35, 43, 51 en 59 cm
MAAT XXXL: 11, 20, 29, 37, 45, 53 en 61 cm
---------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 159-174-193-208-223-242 st op met rondbreinld 4 mm en Nepal. Plaats 2 markeerders in het werk; 42-46-51-55-58-63 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (achterpand = 75-82-91-98-107-116 st). Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 5 mm in tricotst met 5 st in ribbelst aan elke kant (= voorbiezen). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Minder bij een hoogte van 8 cm 1 st aan elke kant van beide markeerders - LEES TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen elke 8-9-10-9-10-10 cm nog 3 keer (= 4 keer in totaal) = 143-158-177-192-207-226 st. Kant bij een hoogte van 36-38-40-38-40-42 cm 8 st af aan elke zijkant voor de armsgaten (dus 4 st aan elke kant van elke markeerder) = 59-66-75-82-91-100 st op het achterpand en 34-38-43-47-50-55 st voor elk voorpand. Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 36-38-40-42-44-46 st op met breinld zonder knop 4 mm en Nepal. Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met breinld zonder knop 5 mm. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld (= midden onder de mouw). Ga verder in tricotst. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 8 cm 1 st aan elke kant van de markeerder door 2 st r te breien in de st voor en na de markeerder. Herhaal dit meerderen elke 3½-3-3-2½-2½-2½ cm nog 9-10-10-11-12-12 keer (= 10-11-11-12-13-13 keer in totaal) = 56-60-62-66-70-72 st. Kant bij een hoogte van 44-45-45-42-42-43 cm 8 st af midden onder de mouw (dus kant 4 st af aan elke kant van de markeerder) = 48-52-54-58-62-64 st over op de nld. Laat het werk rusten en brei nog een mouw.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld 5 mm als het lijf = 223-246-269-292-315-338 st. Brei dan als volgt aan de goede kant: 5 st in ribbelst, * A.1, A.2 *, herhaal van *-* 9-10-11-12-13-14 keer, eindig met A.1 en 5 st in ribbelst. Zie het telpatroon voor de juiste maat! Na de eerste kabel in A.1 staan er 243-268-293-318-343-368 st op de nld. Ga verder in patroon en minder gaandeweg volgens A.2. Als A.1/A. 1 keer in de hoogte zijn gebreid, zijn er 133-146-159-172-185-198 st over op de nld.

Brei 1 nld recht en minder 33-40-47-54-61-68 st gelijkmatig = 100-106-112-118-124-130 st. Brei 1 nld av. Brei dan een ronding op het achterpand voor de hals als volgt in tricotst:
Plaats 1 markeerder middenachter. Brei 7 st r voorbij de markeerder middenachter, keer het werk, trek de draad aan en brei 14 st av terug, keer het werk, trek de draad aan en brei 21 st r, keer, ga zo verder en brei steeds 7 st meer voor elk keerpunt tot er in totaal 56-56-56-70-70-70 st zijn gebreid na het laatste keerpunt. Keer en brei 1 nld recht tot middenvoor. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant. Ga verder met rondbreinld 4 mm. Brei 2 ribbels. Kant af met r aan de goede kant.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen samen. Naai de knopen op de linkervoorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, brei 2 r in volgende st, 2 r in de eerste st van de kabelnld, 2 r van de kabelnld = 8 st (2 st gemeerderd)
symbols = zet 4 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 4 r, 4 r van de kabelnld
symbols = zet 4 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 2 r samen, 2 r samen van de kabelnld, 2 r van de kabelnld = 6 st
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 166-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (52)

country flag Vlasta Saková wrote:

Dobrý den, prosím poradíte, jak zmenšit návod DROPS 166-8 na dívčí velikost 152??? moc se mi líbí, jen si nevím rady...díky předem. Vlasta

18.11.2021 - 15:51

country flag Nel wrote:

Bij het lijf staat er niets aan gegeven wanneer er met het patroon gestart wordt. Dit is wel bij andere patronen van drops. Nu kan ik mijn werk gaan uit halen. Is niet fijn.

13.04.2021 - 14:03

country flag Madeleine Bergh wrote:

Hej, (fråga 1) Om jag har 246m i storlek M när jag påbörjar oket, hur kan det bli 268 efter första flätan i A1, och (fråga2) jag får det till 166m (storlek M, efter att ha minskat 80m) i stället för 146m efter rapporten stickats 1 gång på höjden, är det fel i mönstret? "Efter första flätan i A.1 är det 243-268-293-318-343-368 m på st. Fortsätt med mönstret och minskn i A.2, när A.1/ A.2 har stickats 1 gång på höjden är det 133-146-159-172-185-198 m på st. "

22.10.2020 - 15:29

DROPS Design answered:

Hej Madeleine. När vi skriver att det ska vara 268 m efter första flätan menar vi efter första vridningen på flätan, dvs efter varv 3 i diagrammen är stickade. Du stickar A.1 totalt 11 gånger på 1 varv (först 10 gånger tillsammans med A.2 och sedan 1 gång innan de 5 sista rätstickade m). Det ökas 2 m i varje A.2. 246+ (2x11)=268 m. Sedan minskar du 100 m i A.2 och 22 m i A.1. 268-100-22= 146 m. Observera att sista minskningen i A.2 är på 4 maskor, inte 2 som de tidigare. Mvh DROPS Design

23.10.2020 - 09:02

country flag Sarah Paule Dalle wrote:

In the photo it looks like the cables are knit right up to the two ridges at the neckline, but in following the instructions I end up with several cm of stockinette between the end of the cable pattern and the neckline. Have I misunderstood something?

13.10.2020 - 22:14

DROPS Design answered:

Dear Mrs Dalle, if you work the elevation on back piece, there might be some more stocking stitch after pattern and before neck edge. You might like to work these short rows in garter stitch or just leave them (neck on front piece and back piece will be the same). Happy knitting!

14.10.2020 - 07:57

country flag Siobhan Sargent wrote:

I have completed the chart and followed the instructions and my stitch count is not correct it's less for the size l, THe neck is very wide unlike the photo do you suggest ripping and redoing the yoke

20.05.2020 - 13:19

DROPS Design answered:

Dear Mrs Sargent, do you have the correct number of sts in each diagram as described in previous answer? When 159 sts remain, knit 1 row while dec 47 sts evenly = 112 sts remain, purl 1 row and work now elevation. You are welcome to bring your work to your store to show them what you did till now (or send them a picture), it would be much easier for them to check. Happy knitting!

20.05.2020 - 13:36

country flag Siobhan Sargent wrote:

Dear drops, I am knitting this cardigan in the size l, I have worked my way through the chart and have not got the correct amount of stitches after I have done the decreases, can you please Advise? Also in the back it says to do the short rows, is this continues in the pattern or stocking stitch ? Thank you

20.05.2020 - 00:37

DROPS Design answered:

Dear Mrs Sargent, in size L you start yoke with 269 sts and work: 5 front band sts, 11 x (A.1, A.2), A.1, 5 front band sts. When diagrams are finished, there are 6 sts in each A1 and 7 sts in each A.2, this means: 5 + 11x (6+7) + 6 + 5 = 159 sts. Short rows for the elevation on back piece are worked in stocking stitch. Happy knitting!

20.05.2020 - 07:17

country flag SPD wrote:

There is a mistake in the instructions for the buttonhole: the k2tog should be on the 2nd and 3rd stitches from the edge (not 3rd &4th)

03.05.2020 - 01:07

country flag Cath wrote:

Je viens de tricoter ce modèle (en taille S) et je ne comprends pas le nombre de mailles indiqué une fois que les diagrammes A1 et A2 ont été tricotés. Si j'ai 243 m après la première torsade et que je diminue de 2 m à chaque surjet double donc 9 fois dans la largeur (répétition du motif) et 4 fois dans la hauteur, je diminue au total de 72 m. 243 mailles - 72 = 171 mailles (et pas 133)

01.05.2020 - 08:49

DROPS Design answered:

Bonjour Cath, vous diminuez non pas 8 mailles mais 10 mailles dans chaque A.2 + 2 mailles dans la dernière torsade de chaque A.1 soit: 10 diminutions x 9 A.2 = 90 diminutions et 2 diminutions x 10 A.1 = 20 diminutions. Vous aviez 243 m - 90 m - 20= 133 m. Bon tricot!

04.05.2020 - 10:05

country flag Lesley Dutch wrote:

Please ignore my earlier question, I have found where the increases are to be made and can get on with finishing things off. Thank you Lesley Lesl

22.01.2020 - 17:22

country flag Lesley Dutch wrote:

I have joined the sleeves to the yoke and had the correct number of stitches once I had done this for the size (315 for xxl) . The instructions say that there should be 343 after the 1st cable. I cannot see how this can be correct when the chart tells you to decrease and there are no obvious increases. Is this a misprint in the number of stitches after the 1st cable or am I missing something in the chart? Thank you for your help. Lesley aPDutch

22.01.2020 - 16:58

DROPS Design answered:

Dear Mrs Dutch, when you work the first cable in A.1 (first row in size XXL), you work over 6 sts - see 7th symbol: slip 3 sts on cable needle behind piece, K 2, K 2 sts in next st (= you increase 1 stitch), K 2 sts in first st from cable needle (you increase 1 stitch), K 2 from cable needle = 8 sts = 2sts increased in each A.1, so that you increase 2 sts at total of 14 times (14 repeats of A.1 on the row) = 28 +315= 343 sts. Happy knitting!

23.01.2020 - 09:19