DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 20.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Early Autumn Cardigan

Gebreid DROPS vest met A-lijn, ronde pas, kabels en kantpatroon van ”Nepal”. Maat: S - XXXL.

DROPS 166-8
DROPS design: Model nr. ne-179
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
550-650-700-750-850-900 gr. kleur nr. 2923, oker

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 4 mm - voor de ribbelst.
DROPS KNOOP gebogen (wit), NR. 522: 7 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 20.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r

RIBBELST (in de rondte op breinld zonder knop):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*. 1 ribbel = 2 nld.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor het lijf):
Minder als volgt voor de markeerder (begin 4 st voor de markeerder): 2 r samen, 2 st in tricotst.
Minder als volgt na de markeerder: 2 st in tricotst, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

PATROON: Zie telpatroon A.1 en A.2 - zie de telpatronen voor uw maat. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies. 1 knoopsgat = brei de derde en vierde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 11, 17, 23, 30, 37, 44 en 51 cm
MAAT M: 11, 18, 25, 32, 39, 46 en 53 cm
MAAT L: 11, 18, 25, 32, 39, 47 en 55 cm
MAAT XL: 11, 18, 26, 34, 42, 50 en 57 cm
MAAT XXL: 11, 19, 27, 35, 43, 51 en 59 cm
MAAT XXXL: 11, 20, 29, 37, 45, 53 en 61 cm
---------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 159-174-193-208-223-242 st op met rondbreinld 4 mm en Nepal. Plaats 2 markeerders in het werk; 42-46-51-55-58-63 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (achterpand = 75-82-91-98-107-116 st). Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 5 mm in tricotst met 5 st in ribbelst aan elke kant (= voorbiezen). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Minder bij een hoogte van 8 cm 1 st aan elke kant van beide markeerders - LEES TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen elke 8-9-10-9-10-10 cm nog 3 keer (= 4 keer in totaal) = 143-158-177-192-207-226 st. Kant bij een hoogte van 36-38-40-38-40-42 cm 8 st af aan elke zijkant voor de armsgaten (dus 4 st aan elke kant van elke markeerder) = 59-66-75-82-91-100 st op het achterpand en 34-38-43-47-50-55 st voor elk voorpand. Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 36-38-40-42-44-46 st op met breinld zonder knop 4 mm en Nepal. Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met breinld zonder knop 5 mm. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld (= midden onder de mouw). Ga verder in tricotst. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 8 cm 1 st aan elke kant van de markeerder door 2 st r te breien in de st voor en na de markeerder. Herhaal dit meerderen elke 3½-3-3-2½-2½-2½ cm nog 9-10-10-11-12-12 keer (= 10-11-11-12-13-13 keer in totaal) = 56-60-62-66-70-72 st. Kant bij een hoogte van 44-45-45-42-42-43 cm 8 st af midden onder de mouw (dus kant 4 st af aan elke kant van de markeerder) = 48-52-54-58-62-64 st over op de nld. Laat het werk rusten en brei nog een mouw.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld 5 mm als het lijf = 223-246-269-292-315-338 st. Brei dan als volgt aan de goede kant: 5 st in ribbelst, * A.1, A.2 *, herhaal van *-* 9-10-11-12-13-14 keer, eindig met A.1 en 5 st in ribbelst. Zie het telpatroon voor de juiste maat! Na de eerste kabel in A.1 staan er 243-268-293-318-343-368 st op de nld. Ga verder in patroon en minder gaandeweg volgens A.2. Als A.1/A. 1 keer in de hoogte zijn gebreid, zijn er 133-146-159-172-185-198 st over op de nld.

Brei 1 nld recht en minder 33-40-47-54-61-68 st gelijkmatig = 100-106-112-118-124-130 st. Brei 1 nld av. Brei dan een ronding op het achterpand voor de hals als volgt in tricotst:
Plaats 1 markeerder middenachter. Brei 7 st r voorbij de markeerder middenachter, keer het werk, trek de draad aan en brei 14 st av terug, keer het werk, trek de draad aan en brei 21 st r, keer, ga zo verder en brei steeds 7 st meer voor elk keerpunt tot er in totaal 56-56-56-70-70-70 st zijn gebreid na het laatste keerpunt. Keer en brei 1 nld recht tot middenvoor. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant. Ga verder met rondbreinld 4 mm. Brei 2 ribbels. Kant af met r aan de goede kant.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen samen. Naai de knopen op de linkervoorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = zet 3 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, brei 2 r in volgende st, 2 r in de eerste st van de kabelnld, 2 r van de kabelnld = 8 st (2 st gemeerderd)
symbols = zet 4 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 4 r, 4 r van de kabelnld
symbols = zet 4 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 2 r samen, 2 r samen van de kabelnld, 2 r van de kabelnld = 6 st
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 166-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (52)

country flag Maria Rita wrote:

Buongiorno, vorrei sapere se posso sostituire i ferri a doppia punta con i ferri dritti perchè proprio non sono capace di usarli. Grazie, saluti.

08.02.2016 - 09:00

DROPS Design answered:

Buonasera Maria Rita. Può lavorare le maniche sui ferri dritti e non in tondo, aggiungendo al numero delle m indicate una m vivagno da ciascun lato per la cucitura. Il davanti e il dietro vengono lavorati in un unico pezzo, avanti e indietro sui ferri, quindi la lavorazione è uguale a quella con i ferri dritti. Vengono suggeriti i ferri circolari per via del numero elevato delle m. Buon lavoro!

08.02.2016 - 22:10

country flag Erika wrote:

Goeiedag, bedankt voor de reactie op mijn vraag hieronder. Voor maat M staat er echter een telpatroon met maar 8 minderingen in A2. Je mindert in totaal dus maar 80 steken. Zo meen ik het te begrijpen.

10.01.2016 - 11:57

DROPS Design answered:

Hoi Erika. Er zijn in totaal 4 st minder in de laatste naald. Dat maakt in totaal 10 st minderen in A.2

11.01.2016 - 12:22

country flag Erika wrote:

Ik breide dit vest in maat M. Ik denk dat er een fout zit in het aantal minderingen helemaal op het einde. Omdat je voor maat M een ander patroon breit, moet het aantal minderingen 60 zijn ipv 40.

07.01.2016 - 10:52

DROPS Design answered:

Hoi Erika. Ik heb nagerekend en ik zie geen fout in de aantallen voor maat M. Je hebt 246 st en breit A.1 11 keer en A.2 10 keer. Door het meerderen en vervolgens weer minderen in A.1 blijft het aantal in dit patroon gelijk. Je mindert 10 st in 1 herhaling van A.2 = 100 st totaal = 146 st over. Vervolgens moet je 40 st gelijkmatig minderen = 106 st over, wat ook staat in het patroon. Misschien heb je iets over het hoofd gezien?

07.01.2016 - 14:33

country flag Anni wrote:

Nachdem ich nun die Anleitung noch 100 Mal vorwärts und rückwärts gelesen habe ist mir mein Fehler endlich aufgefallen. Habe mich lediglich im Muster um eine Masche verzählt...Meine Frage hat sich somit erledigt. Danke!

23.12.2015 - 13:18

country flag Anni wrote:

Hallo liebes Drops-Team, Ich bin jetzt mit dem Muster angefangen und merke nun in der ersten Reihe, dass es sich mit der Maschenanzahl nicht aus geht. Man soll mit A1 enden. Wenn ich 10x A1/A2 stricke plus nochmal A1 bleiben nochmal 9 Maschen übrig (ohne die Blende). Habe ich einen Denkfehler gemacht oder wie soll man das lösen. Ich stricke Größe M. Vielen Dank und Gruß.

23.12.2015 - 12:57

DROPS Design answered:

Die Maschenzahl passt wie beschrieben. A.1 und A.2 haben zusammen 23 M. Sie stricken also 5 Blenden-M, dann 10x 23 M (A.1 + A.2), dann noch mal 6 M von A.1 und 5 Blenden-M: 5 + 230 + 6 + 5 = 246.

29.12.2015 - 18:58

country flag Silvia wrote:

In der Anleitung steht, dass für die Blenden Nd. 4 benutzt werden soll. Habe ich also am Anfang bzw. Ende der Reihen immer eine andere Nadelstärke für die 5 M der Blende?

07.12.2015 - 15:23

DROPS Design answered:

Nein, das bezieht sich nur auf die unteren und oberen Blenden, nicht auf die seitlichen Blenden der Vorderteile. An welcher Stelle Sie die Nadelstärke wechseln, ist in der Anleitung genau angegeben.

09.12.2015 - 21:45

country flag Christine wrote:

Bonjour, il est dit que pour l'empiècement, après la 1re torsade on a 268 mailles (taille M), soit 22 de plus que lorsque'on ajoute les différentes pièces. Je ne comprends pas d'où viennent ces mailles supplémentaires, puisque à chaque jeté correspond une diminution. merci de votre aide.

08.11.2015 - 19:24

DROPS Design answered:

Bonjour Christine, au 3ème rang de A.1, on augmente 2 m dans la torsade, on va ainsi augmenter 2 m par A.1 x 11 fois A.1 tout le tour = 22 augmentations. Bon tricot!

09.11.2015 - 10:59

country flag Anna wrote:

Dans le patron, ça dit : sous le bras et la manche, il faut rabattre 8 mailles soit 4 de chaque côté du marqueur, quoi faire avec la maille du marqueur? Si je la rabats ça fait 9 mailles rabattues et je ne la rabats pas, ça fait une maille lousse au milieu de nul part.

16.09.2015 - 15:17

DROPS Design answered:

Bonjour Anna, les marqueurs doivent être placés entre 2 m: 1 marqueur à 42-46-51-55-58-63 m de chaque côté (soit 75-82-91-98-107-116 m pour le dos entre les 2 marqueurs) soit 159-174-193-208-223-242 m au total. Les diminutions se font ensuite de part et d'autre de chacun des 2 marqueurs. Vous devez donc bien avoir 4 m avant + 4 m après les marqueurs pour les emmanchures. Bon tricot!

16.09.2015 - 15:41

Adela wrote:

Por favor,te pido disculpas,Anulo la anterior,ya que hubo una confusión de mi parte.Un gran abrazo

01.07.2015 - 18:04

Adela wrote:

--Cuerpo: en dism,(Tip para las disminuciones) a cada lado de losMP...los 2 pts en jersey(que interrumpen el patrón de pt arroz), se tejen hasta terminar el cuerpo, o de lo contrario solamente en la fila en que se dism de cada lado de los MP?

01.07.2015 - 16:17