DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 5 prachtige garens!
Product image DROPS Nepal yarn
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.45€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Snow Trail

Gebreide trui voor heren met raglan in DROPS Nepal. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met kabels en tricotsteek. Maat: S - XXXL

Markeer maat:
DROPS 219-8

#snowtrailsweater

DROPS design: Patroon ne-328
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS NEPAL van garnstudio (behoort tot garengroep C)
550-650-700-750-850-900 g kleur 02, naturel

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 mm
DROPS RONDBREINAALD 5.5 mm : Lengte 40 en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 mm
DROPS RONDBREINAALD 4.5 mm : Lengte 40 en 80 cm voor de boordsteek.
DROPS KABELNAALD - voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.45€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de raglan):
Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, 1 omslag (= 1 steek gemeerderd), 2 recht, 1 omslag (= 1 steek gemeerderd). Meerder zo op alle markeerdraden (= 8 steken gemeerderd). Brei de omslagen gedraaid op de volgende naald. Brei de gemeerderde steken in het patroon. Dus op het achterpand breit u ze in tricotsteek, op het voorpand breit u de meerderingen eerst in tricotsteek, dan in patroon A.2a/A.3a en dan in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de zijkant op het lijf en de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 4 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een maat groter gebruiken. Als het nog steeds te strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer iedere 4e steek, kant deze als normale steken.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei de halsrand en de pas in de rondte op de rondbreinaald vanaf midden achter, van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en mouwen. Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

HALSRAND:
Zet 80-84-88-96-96-104 steken op rondbreinaald 4.5 mm met Nepal. Brei 8 cm boordsteek = 2 recht/2 averecht. De naalden beginnen midden achter. Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald, meet de pas vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Brei 1 naald recht en meerder 5-9-13-5-13-5 steken verdeeld = 85-93-101-101-109-109 steken.
Brei de volgende naald als volgt (voeg markeerdraden in tussen de steken): Brei 13-15-17-17-19-19 steken (= helft van het achterpand), voeg de 1e markeerdraad in, 14 steken in tricotsteek (= mouw), voeg de 2e markeerdraad in, 6-8-10-10-12-12 steken in tricotsteek, A.1 (= 18 steken), 6-8-10-10-12-12 steken in tricotsteek (= voorpand), voeg de 3e markeerdraad in, 14 steken in tricotsteek (= mouw), voeg de 4e markeerdraad in, brei 14-16-18-18-20-20 steken in tricotsteek (= laatste helft van het achterpand).
Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien, meerder voor de raglan aan elke kant van iedere markeerdraad.
Meerder op de volgende naald 1 steek aan elke kant van iedere markeerdraad - Lees TIP VOOR HET MEERDEREN! Meerder zo iedere andere naald 19-20-22-24-26-30 keer in totaal, maar nadat de meerderingen 3-3-2-2-1-1 keer zijn gemaakt, meerder dan in patroon op het voorpand, LEES DE REST VAN DIT DEEL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT!
Als de meerderingen 3-3-2-2-1-1 keer zijn gemaakt, brei dan de volgende naald als volgt:
Brei en meerder zoals hiervoor tot de 2e markeerdraad, brei 1 steek in tricotsteek, A.2a (= 1 steek), 7-9-10-10-11-11 steken in tricotsteek, A.1 over 18 steken zoals hiervoor, 7-9-10-10-11-11 steken in tricotsteek, A.3a (= 1 steek), 1 steek in tricotsteek (3e markeerdraad is hier), brei en meerder de rest van de naald zoals hiervoor.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.2a en A.3a een keer in de hoogte zijn gebreid, meerder dan zoals uitgelegd onder TIP VOOR HET MEERDEREN (dus brei de meerderingen op het voorpand in tricotsteek) tot de meerderingen in totaal 19-20-22-24-26-30 keer zijn gemaakt, en brei A.2b en A.3b over A.2a en A.3a (pas aan zodat de kabel op dezelfde naald komt als A.1) = 237-253-277-293-317-349 steken. Het werk meet ongeveer 19-20-22-24-26-29 cm vanaf de markeerdraad midden achter. Brei in patroon tot het werk 20-21-23-25-27-30 cm meet vanaf de markeerdraad. Verdeel nu het werk voor de mouwen en het lijf als volgt:
Brei de eerste 34-35-39-42-47-52 steken (= helft van het achterpand), zet de volgende 48-54-58-60-62-68 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 10-10-10-12-12-12 steken op onder de mouw, brei de volgende 72-74-82-88-98-108 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 48-54-58-60-62-68 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 10-10-10-12-12-12 steken op onder de mouw, brei de laatste 35-36-40-43-48-53 steken (= helft van het achterpand).

LIJF:
= 161-165-181-197-217-237 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-10-10-12-12-12 nieuwe steken onder de mouw (= in de zijkant van het lijf). Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien; ze worden later gebruikt bij het minderen in de zijkanten. Ga verder in de rondte met tricotsteek en patroon zoals hiervoor. Bij een hoogte van 5 cm vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraden - lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere 9 cm 3 keer in totaal = 149-153-169-185-205-225 steken. Bij een hoogte van 31-32-32-32-32-31 cm vanaf de scheiding, brei 1 naald recht terwijl u TEGELIJKERTIJD 11-15-11-15-11-15 steken verdeeld meerdert = 160-168-180-200-216-240 steken. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm en brei boordsteek 2 recht/2 averecht in de rondte. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht als de boordsteek 5 cm – meet, lees TIP VOOR HET AFKANTEN. Het werk meet ongeveer 36-37-37-37-37-36 cm vanaf de scheiding.

MOUWEN:
Zet de 48-54-58-60-62-68 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 5.5 mm en neem 1 steek op in elke van de 10-10-10-12-12-12 opgezette steken onder de mouw = 58-64-68-72-74-80 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-10-10-12-12-12 nieuwe steken. Verplaats de markeerdraad in de hoogte tijdens het breien; het wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw. Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 3-3-4-5-5-5 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - denk om TIP VOOR HET MINDEREN (= 2 steken geminderd). Minder zo iedere 3½-3-2½-2-2-1½ cm 10-12-13-15-15-18 keer in totaal = 38-40-42-42-44-44 steken. Als de mouw 43-43-41-40-39-38 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 2-4-2-6-4-4 steken verdeeld = 40-44-44-48-48-48 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en brei boordsteek 2 recht/2 averecht in de rondte. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht als de boordsteek 5 cm meet - lees TIP VOOR HET AFKANTEN.
Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Telpatroon

recht = recht
averecht = averecht
zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald = zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald = zet 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
maak 1 omslag tussen 2 steken, brei de omslag gedraaid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei de omslag gedraaid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen
Diagram for DROPS 219-8
Diagram for DROPS 219-8
Diagram for DROPS 219-8

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 219-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (51)

country flag Josh schreef:

Hi! I am a new knitter and this is my first project. I got stuck while knitting the Yoke. It says to knit one round and then increase on the next while starting A2&3.a. In the diagram it says to increase on the first round of A.2a. Can someone please clear this up for me.

30.03.2025 - 20:04

DROPS Design antwoorde:

Dear Josh, in the yoke, first you knit 1 round and increase stitches evenly. In the next round you insert the markers as you work the round. Now increase on each side of the markers every other round 19-20-22-24-26-30 times in total (these are raglan increases and are not dependent on the charts). After the increases have been made 3-3-2-2-1-1 times, you will start increasing in the front piece, according to charts A.2a and A.3a, on each side of the central A.1 chart. The increases in A.2a and A.3a are only for the front piec and you will continue with the increases on each side of each marker as before. Happy knitting!

30.03.2025 - 21:08

country flag Jana schreef:

Good afternoon! I am a bit confused with the charts for a2 and a3 and the wording of how they fit in with A3b and A2b? I have never worked two charts over each other when cabling so please excuse my ignorance! I am trying to figure out how I knit over each other? Thank you for your patience with me! I have started the neck and it is a beautiful design!

07.03.2025 - 00:51

DROPS Design antwoorde:

Dear Jana, when diagrams A.2a and A.3a are done, you will just have to adjust diagrams A.2b and A.3b over the stitches worked previously, ie over the P2, K6,P2 at the beg of A.2a/end of A.3a, work the P2, (cable / K6), P2 in A.2b and A.3b. Then repeat the diagrams A.2b and A.3b (this means a cable will be worked every 8th row). Happy knitting!

07.03.2025 - 09:55

country flag Michelle schreef:

Après avoir placer les marqueurs, nous avons 17m, 14m, 10m-18m-10m = 38m , 14m, 18m, après les 24 augm j'ai 17 +24 =41 m pour le demi dos, 14 + 24×2 =62 m pour la manche, 38 +24×2 =86m pour le devant, de nouveau 62m pour les manches et 18 m+24 m= 42 m pour le demi dos. Je ne retrouve pas les même chiffres dans la suite des explications après l empiècement pourtant j'ai bien les 293m de la taille xl... Ou est le problème ? Merci

17.02.2025 - 22:50

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Michelle, lors de la division, la 1ère maille de la 1ère manche sera attribuée au dos, la dernière maille de la 1ère manche et la 1ère maille de la 2ème manche seront attribuées au devant et la dernière maille de la 2ème manche sera attribuée au dos, ainsi, vous aurez bien vos 41 m du dos + 1 m de la manche = 42 m au début/à la fin du tour et 62 m des manches - 2 = 60 m en attente pour les manches et 86 m du devant + 2 m = 88 m pour le devant. Bon tricot!

18.02.2025 - 10:01

country flag Raffaella schreef:

Hello! I'm starting the Snow Trail jumper. Is the recommended knitting tension (16 sts in 10 cm with 5.5 needles) obtained before or after blocking? Thanks in advance Raffaella

29.01.2025 - 18:55

DROPS Design antwoorde:

Dear Raffaela, we are not used to block, but if you think there might be a difference , then you might try to first block your swatch. Happy knitting!

30.01.2025 - 09:51

country flag Hilary schreef:

I’m struggling to get A2a & A 3a. On the diagram which edge is the marker at? Right hand side of A2a and left hand side of A3a

21.01.2025 - 19:18

DROPS Design antwoorde:

Dear Hillary, correct, work until 2nd marker, then work 1 stitch in stocking stitch, A.2a (= 1 stitch), 7-9-10-10-11-11 stitches in stocking stitch, A.1 over 18 stitches as before, 7-9-10-10-11-11 stitches in stocking stitch, A.3a (= 1 stitch), 1 stitch in stocking stitch (3rd marker is here), Happy knitting!

22.01.2025 - 09:09

country flag Raffaella schreef:

Hello!I'm knitting model Snow Trail in size S. Does it make any difference if I increase by M1R and M1L instead of yarn-over? Thanks in advance!

20.01.2025 - 19:01

DROPS Design antwoorde:

Dear Raffaella, as long as you gauge is correct (for stitches and row-count as well), and you are careful which way your increases are leaning, and remember to increase at the correct places, you can substitute the increases. Happy Knitting!

20.01.2025 - 21:16

country flag Hilary schreef:

I’m doing the extra large size. I did the initial first round increases at the raglan markers. My next row would be no increases or do I make the A.2a & A.3a . The pattern says work increases as before until the second marker. It looks like I am not alone with this problem. Hope you can help

19.01.2025 - 18:41

DROPS Design antwoorde:

Dear Hilary, after working the initial increases 2 times, you will continue working increases while working the cable pattern. The sleeves and back piece are still worked in stocking stitch as before; the only part that changes is the section between markers 2 and 3 (front piece). Here, you work: 1 st in stocking stitch, A.2a (= 1 stitch), 10 sts in stocking stitch, A.1 over 18 stitches, 10 sts in stocking stitch, A.3a (= 1 stitch), 1 st in stocking stitch (the increases are now in the charts). The increases in the chart are in every 2nd round (as you can see in the charts) so you will continue increasing every 2nd round as before. Happy knitting!

19.01.2025 - 20:37

country flag Arti schreef:

I am knitting the L size of this pattern. I didn't understand the instructions that say, "on front piece, work increases first in stocking stitch then in pattern A.2a/A.3a and then in stocking stitch." I just started the row where i am starting to follow the A2a and A3a diagrams and find the instructions confusing. Can you please provide row-by-row instructions for the yolk? instructions that say something like, "k1 yarn over k2..." etc?

08.01.2025 - 14:43

DROPS Design antwoorde:

Dear Arti, when you first start increasing for the yoke, the increased stitches are worked in stocking stitch. Then, after the increases have been made 2 times, increase in pattern on front piece. That is, in the rest of the round you work the increases as before, and in the front piece work: (2nd marker is here), 1 stitch in stocking stitch, A.2a, 10 stitches in stocking stitch, A.1 over 18 stitches, 10 stitches in stocking stitch, A.3a, 1 stitch in stocking stitch (3rd marker is here). So the increases for the front piece are already included in charts A.2 and A.3 and you don't need to work extra increases. Happy knitting!

12.01.2025 - 15:29

country flag Lindsay Kiekens schreef:

Hey, Ik ben nu mijn steken aan het tellen na 22keer te meerderen, en in het voorpand heb ik nu 96 steken (ik maak een L) waar er eigenlijk maar 82 mogen zijn. ik heb in het voorpand zowel de meerderingen van de raglan als de meerderingen van het patroon toegevoegd, ik neem aan dat ik enkel de meerderingen in het patroon mocht toevoegen? klopt dit?

27.10.2024 - 20:09

DROPS Design antwoorde:

Dag Lindsay,

Inderdaad, er staat: maar nadat de meerderingen 3-3-2-2-1-1 keer zijn gemaakt, meerder dan in patroon op het voorpand, LEES DE REST VAN DIT DEEL DOOR VOORDAT U VERDER GAAT! De meerderingen voor het voorpand zijn dus al in het telpatroon gezet.

31.10.2024 - 20:43

country flag Chhavi Methi schreef:

I got a very weird looking increase part over A2a and A2b sections. It says you start increasing in pattern in A2a after the second stitch marker (aka after knitting right sleeve stitches). So far that means you make 1 yarn over after the second raglan stitch. On the second row you purl it twisted. As 2a graph says that yarn over and 1 st stich, and the next row do we purl , and do we also increase as per the raglan? or just after the 2nd marker, we work as per the 2a graph?

06.01.2024 - 09:43

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Methi, the increases for raglan are worked on every other round, this means just as shown in diagram, 1 round with increase (yarn over), and the next round without increase. Happy knitting!

08.01.2024 - 09:48