DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Cool Cables Set

Gebreide muts, halswarmer met zadelschouders en wanten in DROPS Merino Extra Fine. De hele set wordt gebreid met kabels en randen in boordsteek.

DROPS 214-25
DROPS Design: Patroon nr. me-209
Garengroep B

-------------------------------------------------------

HELE SET:

MATEN:
S/M – M/L

MATERIAAL:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
450-500 g kleur 13, denimblauw

MUTS:

MATEN:
S/M – M/L
Voor hoofdmaat: ongeveer 54/56 – 56/58 cm

MATERIAAL:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
150-150 g kleur 13, denimblauw

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 40 cm voor de boordsteek.
DROPS KABELNAALD: Voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

HALSWARMER:

MATEN:
S/M – M/L
Lengte vanaf de schouder: Ongeveer 36-38 cm.
Breedte: Ongeveer 36-40 cm.

MATERIAAL:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
250-300 g kleur 13, denimblauw

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 60 cm of 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: Lengte 40 cm en 60 cm of 80 cm voor de boordsteek.
DROPS KABELNAALD: Voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

WANTEN:

MATEN:
S/M – M/L
Lengte: Ongeveer 30-32 cm. Omtrek: Ongeveer 18-19 cm.

MATERIAAL:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
100-100 g kleur 13, denimblauw

STEKENVERHOUDING:
22 steken in de breedte en 30 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM: Voor de boordsteek.
DROPS KABELNAALD: Voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht.

PATROON:
Muts: Zie telpatronen A.1 en A.2.
Halswarmer: Zie telpatronen A.3, A.4 en A.5.
Wanten: Zie telpatronen A.6, A.7 en A.8.
De telpatronen laten alle naalden aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerder/minder, tel het totaal aantal steken op de naald (dus 108 steken), en deel deze door het aantal te maken meerderingen/minderingen (dus 24) = 4.5. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend elke 4e en 5e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Bij het minderen breit u afwisselend elke 3e en 4e steek en elke 4e en 5 steek recht samen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de meerderingen voor de zadelschouder):
VOOR DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek wordt gedraaid, leunend richting rechts.
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus.
NA DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek wordt gedraaid, leunend richting links.
Gebruik de linker naald om de draad op te nemen tussen 2 steken van de naald eronder, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in achterste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de duim):
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (bovenkant van de want):
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

MUTS – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gebreid, van onder naar boven. Ga verder met breinaalden zonder knop indien nodig.

MUTS:
Zet 108-108 steken op met korte rondbreinaald 3 mm en Merino Extra Fine. Brei boordsteek in de rondte (2 recht, 2 averecht) voor 14-18 cm.
Ga verder met korte rondbreinaald 4 mm en brei 1 naald recht terwijl u 24-24 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 132-132 steken. Ga verder met A.1 in de rondte (= 6-6 herhalingen van 22 steken). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.1 5 keer in de hoogte is gebreid, brei dan A.2 (= 6-6 herhalingen van 22 steken). Als A.2 klaar is, zijn er 48-48 steken over.
Brei 2 naalden terwijl alle steken 2 aan 2 worden samengebreid op beide naalden = 12-12 steken.
Knip de draad af, haal het door de overgebleven steken, trek aan en hecht goed af. De muts meet ongeveer 31-35 cm vanaf de van boven naar beneden. Vouw de onderkant 7-9 cm naar boven.

-------------------------------------------------------

HALSWARMER – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gebreid met korte rondbreinaald, van boven naar beneden. Er worden steken gemeerderd voor de zadelschouders, dan worden er steken afgekant en elk deel wordt apart heen en weer verder gebreid.

HALSWARMER:
Zet 128-136 steken op met korte rondbreinaald 3.5 mm en Merino Extra Fine. Brei boordsteek in de rondte (beginnend vanaf de linkerschouder als het kledingstuk gedragen wordt) als volgt: * 2 averecht, 2 recht,*, brei van *-* tot het einde van de naald. Ga verder met deze boordsteek voor 7-8 cm.
Voeg 1 markeerdraad in; het werk wordt nu vanaf hier gemeten.
Voeg 4 markeerdraden in zoals beschreven hieronder – zonder de steken te breien. De markeerdraden worden tussen de steken geplaatst en worden gebruikt bij het meerderen voor de zadelschouders.
Markeerdraad 1 wordt ingevoegd op het begin van de naald, tel 42-42 steken (= achterpand), voeg markeerdraad 2 in voor de volgende steek, tel 22-26 steken (= schouder), voeg markeerdraad 3 in voor de volgende steek, tel 42-42 steken (= voorpand) en voeg markeerdraad 4 in voor de volgende steek. Er zijn 22-26 steken over voor de schouder. Neem alle 4 markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte.

MEERDERINGEN VOOR DE ZADELSCHOUDERS:
Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei de eerste naald als volgt: Brei A.3a (= 1 steek), A.4 (= 40 steken), A.5a (= 1 steek), ga verder met boordsteek zoals hiervoor over de volgende 22-26 steken, brei A.3a (= 1 steek), A.4 (= 40 steken), A.5a (= 1 steek), en ga verder met boordsteek zoals hiervoor over de overgebleven 22-26 steken. Er zijn 136-144 steken op de naald.
Op de volgende naald beginnen de meerderingen voor de zadelschouders, meerder 4 steken op iedere naald zoals beschreven hieronder (het patroon gaat verder maar als A.4 klaar is in de hoogte herhaal dan het patroon zoals hiervoor - zie A.4b):
Meerder 1 steek NA markeerdraden 1 en 3 (na de 22-26 boordsteken) en meerder 1 steek VOOR markeerdraden 2 en 4 (voor de 22-26 boordsteken) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (= 4 steken gemeerderd op de naald). Het aantal steken op de schouders dat over is, blijft hetzelfde; de gemeerderde steken komen op de voor- en achterpanden.
Ga verder in patroon en meerder zo IEDERE naald in totaal 25-31 keer (in totaal worden er ook 24-28 gemeerderd in A.3a en A.5a zoals te zien is in de telpatronen) = 260-296 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Na de laatste meerderingen meet het werk ongeveer 9-11 cm over de schouders (waar de markeerdraad zit).
Als er 1 naald over is in A.3a en A.5a, brei dan als volgt: Brei zoals hiervoor tot markeerdraad 2, kant de 22-26 schoudersteken af, zorg ervoor dat de afkantrand niet strak is, brei tot markeerdraad 4 en kant de overgebleven 22-26 schoudersteken af. De achter- en voorpanden worden apart verder gebreid.

ACHTERPAND:
= 108-122 steken. Ga verder met het patroon heen en weer gebreid zoals hiervoor; dus de eerste naald wordt aan de goede kant gebreid als volgt: Brei A.3b over de eerste 32-39 steken, ga verder met A.4 zoals hiervoor over de volgende 44-44 steken en brei A.5b over de overgebleven 32-39 steken. Ga verder heen en weer gebreid en herhaal A.3b, A.4b en A.5b in de hoogte tot het werk ongeveer 33-35 cm meet vanaf de schouder, meet dicht bij de hals terwijl het werk plat ligt (28-29 cm vanaf de markeerdraad op de hals) – LET OP: pas aan zodat u eindigt na de laatste naald in A.4.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei boordsteek aan de goede kant als volgt: Brei 2 steken in ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 30-37 steken, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over de volgende 10 steken, 4 averecht, 2 recht, 3 averecht, 2 recht, 2 averecht, 2 recht, 3 averecht, 2 recht, 4 averecht, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over de volgende 10 steken, recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 30-37 steken en eindig met 2 steken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. De halswarmer meet ongeveer 36-38 cm vanaf de schouder, als het plat ligt.

VOORPAND:
= 108-122 steken. Brei op dezelfde manier als het achterpand.

-------------------------------------------------------

WANTEN – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop, van onder naar boven.

RECHTER WANT:
Zet 48-48 steken op met breinaalden zonder knop maat 3 mm en Merino Extra Fine. Brei boordsteek in de rondte (2 recht, 2 averecht) voor 12-13 cm. Brei dan als volgt: * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over de eerste 28 steken, 2 recht, brei A.6 (= 14 steken), 2 recht en 2 averecht. Als A.6 klaar is in de hoogte zijn er 52-52 steken op de naalden. Voeg een markeerdraad in op de naald. Het werk wordt nu gemeten vanaf deze markeerdraad.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei dan als volgt: Brei de eerste 27 steken en minder 8-6 steken verdeeld over deze steken, 3 recht, brei A.7 (= 18 steken) over A.6 en brei 4 recht = 44-46 steken op de naald. Ga verder met dit patroon in de hoogte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Meerder TEGELIJKERTIJD als het werk 1½ cm meet vanaf de markeerdraad, voor de duim door 1 steek aan elke kant van de eerste steek op de naald te meerderen – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 2 steken gemeerderd). Meerder zo aan elke kant van de gemeerderde steken iedere 2e naald in totaal 5-6 keer in de hoogte = 54-58 steken.
Plaats de 11-13 duimsteken op een hulpdraad. Ga verder in de rondte – en zet TEGELIJKERTIJD op de eerste naald, 1 steek op over de steken op de hulpdraad = 44-46 steken.
Brei verder tot de want ongeveer 15-16 cm meet vanaf de markeerdraad – pas aan zodat de volgende naald geen kabelnaald in A.7 is (dus niet naald 4 of 8).
Er is ongeveer 3 cm over tot de gewenste lengte; pas de want en ga verder tot de gewenste lengte.
Brei nu A.8 over A.7 – de andere steken worden zoals hiervoor gebreid. Als A.8 klaar is in de hoogte zijn er 40-42 steken op de naalden.
Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant van de want, met 20 steken op de palm en 20-22 steken op de achterkant. Er zijn 3-4 rechte steken tussen de markeerdraden en A.8.
Minder op de volgende naald 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere 2e naald in totaal 3 keer, dan iedere naald in totaal 3 keer = 16-18 steken. Brei op de volgende naald alle steken 2 aan 2 recht samen = 8-9 steken. Knip de draad af, haal het door de overgebleven steken, trek aan en hecht goed af. De want meet ongeveer 30-32 cm van boven naar beneden. U kunt, indien gewenst de 6-6½ cm van de boordsteek naar boven keren.

DUIM:
Plaats de 11-13 duimsteken van de hulpdraad op breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en neem 4-3 steken op rondom de opening = 15-16 steken. Brei in tricotsteek in de rondte voor 5-5½ cm. Er is nu ½ cm over tot de gewenste lengte; pas de want en ga verder tot de gewenste lengte. Brei 1-0 recht, brei dan de overgebleven steken 2 aan 2 recht samen = 8 steken over. Brei op de volgende naald alle steken 2 aan 2 recht samen = 4 steken. Knip de draad af, haal het door de overgebleven steken, trek aan en hecht goed af.

LINKER WANT:
Zet 48-48 steken op met breinaalden zonder knop maat 3 mm en Merino Extra Fine. Brei boordsteek in de rondte (2 recht, 2 averecht) voor 12-13 cm. Brei dan als volgt: * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* over de eerste 28 steken, 2 recht, brei A.6 (= 14 steken), 2 recht en 2 averecht. Als A.6 klaar is in de hoogte zijn er 52-52 steken op de naalden. Voeg een markeerdraad in op de naald. Het werk wordt nu gemeten vanaf deze markeerdraad.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei dan als volgt: Brei de eerste 27 steken recht en minder 8-6 steken verdeeld over deze steken, 3 recht, brei A.7 (= 18 steken) over A.6 en brei 4 recht = 44-46 steken. Ga zo verder met dit patroon.
TEGELIJKERTIJD als het werk 1½ cm meet vanaf de markeerdraad, meerdert u voor de duim door 1 steek aan elke kant van de 19e-21e steek op de naald te meerderen – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo aan elke kant van de gemeerderde steken iedere 2e naald in totaal 5-6 keer = 54-58 steken.
Plaats de 11-13 duimsteken op een hulpdraad. Ga verder in de rondte – zet
TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 1 steek op over de steken op de hulpdraad = 44-46 steken.
De rest van de want wordt gebreid op dezelfde manier als de rechter want.
Brei de duim op dezelfde manier als de rechter duim.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 14.10.2020
Correctie: Telpatroon en tekst voor A.4b aangepast.
Gewijzigd online: 04.11.2020
Correctie: Symbool en uitleg van het symbool toegevoegd: "dit vierkant heeft geen steek; ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon."

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = dit vierkant heeft geen steek; ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om een gaatje te voorkomen
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag recht om een gaatje te maken
symbols = 2 averecht samen
symbols = 2 recht samen
symbols = haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = zet 2 steken op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Cool Cables

Ann Duke, United States

Cool Cables Set

Yuliya, Russian Federation

Cool Cables Hat

julysnow, Russian Federation

Cool Cables Set

Daniela, Slovakia

Cool Cables

Daniela, Slovakia

Laat een opmerking achter voor DROPS 214-25

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (35)

country flag Jean wrote:

I have made the hat, and mitts. I am now on the neck warmer. I realize that you read the graft from right to left but is the first stitch your increase stitch on the right hand side of A3b . On graft A5a your increase stitch would be the last stitch. Is this correct

12.03.2024 - 23:13

DROPS Design answered:

Hi Jean, Yes, all charts are read from right to left and bottom up from the right side and from left to right on the wrong side, when working back and forth. The increase (yarn over) is after the first stitch on A.3a and before the last stitch on A.5a, so the 2nd stitch and next-to-last stitch respectively. Happy knitting!

13.03.2024 - 06:34

country flag Sarah wrote:

Hi, I am working on the neckwarmer and have worked the A4 chart once -but only up to where it shows A4b ends, so 18 rows of the chart. Do I now work the rows 19 and 20, or do I repeat A4b? \r\nAlso I do not understand in the instructions \'continue the pattern and increase like this every round a total of 25-31 times\' does this mean do up to row 25 to 31 on charts A3, A4 and A5?

24.02.2024 - 20:54

country flag My wrote:

Hej, jag håller på att sticka halsvärmaren och har nu kommit till slutet av diagram A4b, som jag förstår det ska jag bara fortsätta med A4b men får då inte ihop sicksack flätorna. Det saknas rutor på två rader i slutet och jag antar att det ska vara ett flät varv på det första varvet av dem två, men om jag gör på detta sätt och fortsätter med A4b blir det bara ett varv mellan sista flätan och första i A4b och det stämmer ju inte. Vad är det jag missar?

21.02.2024 - 01:31

DROPS Design answered:

Hej My, jo du fortsætter bare sicksack flätorna i varje sida på var 4:e varv som du har gjort hela tiden :)

23.02.2024 - 13:13

country flag Aaa wrote:

Synes dere burde laget nytt mønsterdiagram etter a4. Skjønte til slutt at flettene skal fortsatt gjentas etter 3omg samtidig som mønsteret i midten følges. Men ser for meg at dette kan være forvirrende for både nybegynnere og andre strikkere. I det minste ha en bedre forklaring enn ‘se a4b’, det gir ingen mening!

09.01.2024 - 10:48

country flag Chhavi Methi wrote:

I have a couple of more questions What is A4 b or A3b, or A5b? and can i continue the shoulders and bring it to the same length , i can keep it attached or even work separately? thanks

14.12.2023 - 08:07

DROPS Design answered:

Dear Mrs Methi, the -b section of the diagrams are written on the right side or on the left side of diagrams, they are the last rows to repeat; in A.4b you will repeat the last rows for cables as shown and at the same time the whole lace pattern (as they are worked over a different number of stitches). Happy knitting!

14.12.2023 - 08:45

country flag Chhavi Methi wrote:

Work A.3a (= 1 stitch), A.4 (= 40 stitches), A.5a (= 1 stitch), continue with rib as before over the next 22-26 stitches, work A.3a (= 1 stitch), A.4 (= 40 stitches), A.5a (= 1 stitch), and continue with rib as before over the remaining 22-26 stitches. There are 136-144 stitches on the needle. i am not sure how to increae

08.12.2023 - 13:40

DROPS Design answered:

Dear Chhavi, in the first round of chart A.4 you increase 4 stitches. Since there are 2 repeats of A.4 on the round, you will have 8 increases in the first round of the charts. So you will go from: 128 to 136 or from 136 to 144, depending on the size you are working. Happy knitting!

10.12.2023 - 22:44

country flag Liesbeth wrote:

Dankjewel! Ik vind het zo’n fijne service dat jullie vragen beantwoorden!

29.01.2023 - 20:00

country flag Liesbeth wrote:

U kunt mijn vorige vraag buiten beschouwing laten. Eigenlijk is mijn vraag: moet je A3 en A5 van rechts naar links breien?

26.01.2023 - 20:36

DROPS Design answered:

Dag Liesbeth,

Je leest de patronen van rechts naar links en van onder naar boven. Dus je begint met de steek rechts onderaan het telpatroon. Als je terug breit op de verkeerde kant lees je het patroon dus ook weer terug van links naar rechts. Dit geldt voor alle telpatronen.

29.01.2023 - 18:40

country flag Liesbeth wrote:

Dankjewel voor de snelle en duidelijke reactie! Alleen de laatste zin snep ik niet. Wat bedoelt u met ´je breit de steken zover mogelijk door in patroon? Ik ben nu bij ongeveer de zesde naald van de schouderzadel.. Ik heb dus al 4 gemeerderde steken direct na de eerste markeerder. Ik meerder er daar nu weer een en brei dan 4 averecht en 3 recht. Klopt dat? De averechte steken zitten dus niet recht boven elkaar?

26.01.2023 - 07:08

country flag Liesbeth wrote:

Halswarmer: bij het steken meerderen voor en na de markeerders, moet dat dan direct coor/ na de markeerder? In dat geval komen de vier averechtse steken niet netjes boven elkaar. Of moet ik eerst de averechtse steken van A3 breien en meteen naarna meerderen zodat de gemeerderde steek in het recht gebreide gedeelte komt?

25.01.2023 - 19:15

DROPS Design answered:

Dag Liesbeth,

Je meerdert NA markeerdraden 1 en 3 en VOOR markeerdraden 2 en 4. Je meerdert dus niet op de boordsteek, maar er steeds voor of na. Je meerdert inderdaad direct naast de markeerdraad. Je breit de steken zo ver mogelijk door in patroon.

25.01.2023 - 21:42