Alpenglow Sweater |
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Alpaca en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met dubbele halsrand en zadelschouders. Maat: S - XXXL
DROPS 218-11 |
||||||||||||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon A.1. Kies het telpatroon voor uw maat. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 80 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 20) = 4. In dit voorbeeld meerdert u verdeeld door 1 omslag te maken na iedere 4e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (geldt voor de meerderingen voor de zadelschouder en de mouwen): MEERDER VOOR DE MARKEERDRAAD ALS VOLGT: De nieuwe steek wordt gedraaid, leunend richting rechts. Brei tot de markeerdraad, gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus bij het meerderen voor zadelschouder brei de steek averecht in de voorste lus bij het meerderen voor de mouw, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald. MEERDER NA DE MARKEERDRAAD ALS VOLGT: De nieuwe steek wordt gedraaid, leunend richting links Brei tot de markeerdraad, verplaats de markeerdraad naar de rechter naald, gebruik de linker naald om de draad op te nemen tussen de 2 steken van de naald eronder, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus bij het meerderen voor de zadelschouders en brei de steek averecht in de achterste lus bij het meerderen voor de mouw. TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (geldt voor de zijkanten van het lijf): Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 6 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 6 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd op markeerdraad). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor midden onder de mouwen): Begin 3 steken voor de markeerdraad, 2 averecht samen, 2 averecht (de markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), 2 gedraaid averecht samen (= 2 steken geminderd). TIP VOOR HET AFKANTEN: Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u een naald in een grotere maat gebruiken. Als het nog te strak is, brei dan 1 omslag na ongeveer iedere 6e steek terwijl u afkant (kant de omslagen af als normale steken). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De dubbele halsrand en de pas worden in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Meerder steken voor de zadelschouder, meerder dan steken voor de mouwen. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Het lijf wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden. DUBBELE HALSRAND: Zet 80-82-86-90-94-100 steken op een korte rondbreinaald 4 mm met 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden). Brei 1 naald recht. Brei 9 cm boordsteek in de rondte = 1 recht/1 averecht. Als de boordsteek klaar is, brei dan 1 naald recht en meerder 20-26-22-34-38-44 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 100-108-108-124-132-144 steken. Brei 1 naald recht (brei de omslagen gedraaid recht). Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de naald (= midden voor). Brei de pas zoals uitgelegd hieronder – meet de pas vanaf deze markeerdraad! PAS: Voeg 4 nieuwe markeerdraden in werk zoals uitgelegd hieronder – zonder de steken te breien. Gebruik deze markeerdraden bij het meerderen voor de zadelschouder en de mouw, en de markeerdraden moeten een andere kleur hebben dan de markeerdraad op de hals (om ze van elkaar te onderscheiden). Begin midden achter, tel 7-9-9-11-13-16 steken (= ½ achterpand), voeg de 1e markeerdraad in voor de volgende steek, tel 36-36-36-40-40-40 steken (= mouw), voeg de 2e markeerdraad in voor de volgende steek, tel 14-18-18-22-26-32 steken (= voorpand), voeg de 3e markeerdraad in voor de volgende steek, tel 36-36-36-40-40-40 steken (= mouw), voeg de 4e markeerdraad in voor de volgende steek. Er zijn 7-9-9-11-13-16 steken over op het achterpand na de laatste markeerdraad. Neem deze 4 markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien; meerder op elk van deze markeerdraden. ZADELSCHOUDER - MEERDERINGEN: Lees dit hele deel voor voordat u verder gaat! Brei het werk in tricotsteek op het achterpand en voorpand, en A.1 over de 36-36-36-40-40-40 steken op elke mouw (tussen de 1e en 2e markeerdraad, en tussen de 3e en 4e markeerdraad). Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald voor de zadelschouder als volgt: Meerder 1 steek VOOR de 1e en de 3e markeerdraad (dus voor A.1) en meerder 1 steek NA de 2e en de 4e markeerdraad (dus na A.1) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Denk erom dat er alleen meerderingen op het voor- en achterpand zijn en het aantal ovegebleven schoudersteken is hetzelfde. Ga zo verder in patroon en meerder op dezelfde manier iedere naald 18-20-22-24-26-28 keer in totaal = 172-188-196-220-236-256 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Na de laatste meerdering meet het werk ongeveer 8-9-10-11-12-13 cm vanaf de markeerdraad bij de hals. Meerder dan voor de mouwen zoals uitgelegd hieronder. MOUW MEERDER: Verplaats de 4 markeerdraden van de meerderingen voor de zadelschouder zodat ze aan elke kant van de middelste 18-18-18-22-22-22 steken in A.1 komen op elke schouder – zie pijlen in A.1. Ga verder met tricotsteek, en A.1 tussen de 1e en 2e markeerdraad en tussen de 3e en 4e markeerdraad. Meerder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald voor de mouwen als volgt: Meerder 1 steek NA de 1e en de 3e markeerdraad, en meerder 1 steek VOOR de 2e en de 4e markeerdraad (= 4 steken gemeerderd). Denk erom dat er alleen meerderingen op de mouwen zijn en A.1 wordt gemeerderd, maar het aantal overgebleven steken op het voor- en achterpand blijft hetzelfde. Meerder zo iedere andere naald 16-18-20-20-20-22 keer in totaal = 236-260-276-300-316-344 steken. Het werk meet ongeveer 15-16-18-18-18-20 cm vanaf waar het meerderen voor de mouw begon. Brei zoals hiervoor maar zonder meerderingen tot het werk 15-17-18-19-19-20 cm meet vanaf waar het meerderen voor de mouwen begon. Het werk meet nu ongeveer 23-26-28-30-31-33 cm vanaf de markeerdraad bij de hals. Op de volgende naald verdeelt u het werk voor het lijf en de mouwen als volgt: Brei de eerste 34-38-40-44-48-53 steken zoals hiervoor (= ½ achterpand), zet de volgende 50-54-58-62-62-66 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-10-12-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 68-76-80-88-96-106 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 50-54-58-62-62-66 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-10-12-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en brei de laatste 34-38-40-44-48-53 steken zoals hiervoor (= ½ achterpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER! LIJF: = 148-164-176-196-216-236 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant op het lijf – in het midden van de 6-6-8-10-12-12 opgezette steken onder elke mouw. Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien; ze worden later gebruikt voor het meerderen in de zijkanten op het lijf. Brei in tricotsteek in de rondte. Meerder bij een hoogte van 5 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 6 cm 3 keer in totaal in de hoogte = 160-176-188-208-228-248 steken. Brei tot het werk 25-24-24-23-24-24 cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 3 cm over tot de gewenste afmetingen, pas de trui en brei tot de gewenste lengte. Brei 1 naald recht en meerder 32-36-38-42-46-50 steken verdeeld - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 192-212-226-250-274-298 steken. LET OP! Meerder steken om te voorkomen dat de boordsteek die u gaat breien, het werk samentrekt. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 3 cm boordsteek in de rondte = 1 recht/1 averecht. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - lees TIP VOOR HET AFKANTEN. De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUWEN: Zet de 50-54-58-62-62-66 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop of een korte rondbreinaald 5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elke van de 6-6-8-10-12-12 nieuw opgezette steken onder de mouw = 56-60-66-72-74-78 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden onder de mouw, in het midden van de 6-6-8-10-12-12 opgezette steken onder de mouwen. Begin de naald op de markeerdraad en brei averecht in de rondte. Als de mouw 3-3-3-2-2-2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3-3-2-2-2-2 cm 3-4-6-7-7-7 keer in totaal in de hoogte = 50-52-54-58-60-64 steken over. Brei zonder minderingen tot de mouw 37-35-33-32-32-30 cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 3 cm over tot de gewenste afmetingen. Pas de trui en brei tot de gewenste lengte. LET OP! Minder voor de grotere maten vanwege een bredere schouder en langere mouwkop. Brei 2 naalden recht en meerder tegelijkertijd 10-10-10-12-12-12 steken verdeeld op de laatste naald = 60-62-64-70-72-76 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei 3 cm boordsteek in de rondte = 1 recht/1 averecht. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - denk om TIP VOOR HET AFKANTEN! De mouw meet ongeveer 40-38-36-35-35-33 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. AFWERKING: Vouw de boordsteek op de bovenkant van hals dubbel richting de verkeerde kant van het kledingstuk. Hecht de boordsteek af maar om een strakke halsrand te voorkomen en om te voorkomen dat de rand naar buiten krult, is het belangrijk om de naad elastisch te maken. |
||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (20)
Kati wrote:
Ich verstehe nicht genau, wie bei der Ärmelzunahme weitergestrickt werden soll. Ich stricke den Pullover in M. Ich habe die 4 Markier versetzt. Müsste ich jetzt zwischen den zwei Markieren, zwischen den nur die 18 Maschen sind (also was mein Ärmel wird) das Muster von A1 fortsetzen? Aber dann würde ich ja das Muster total versetzen und für das Muster in A1 braucht es ja 36 Maschen... Bzw. wo sitzt der 1. Markierer? Vielen Dank für eine Erklärung!
18.12.2020 - 09:26DROPS Design answered:
Liebe Kati, die Markierer sollen jetzt nach der 9. Masche und vor der 9. Masche eingesetzt werden (= es sind jezt 18 Maschen zwischen den Markierungen.). Jetzt nehmen Sie nach der 1. Markierung in beiden A.1 (= 1. + 3.) und vor der 2. Markierung in A.1 (= 2. + 4.), dh jetzt haben Sie für die Raglanlinen nur die 9 ersten und die 9 letzten Maschen von A.1 und dazwischen nimmt die Maschen für die Ärmel zu. Hoffentlich wird es Ihnen helfen. Viel Spaß beim stricken!
18.12.2020 - 13:06Marit wrote:
Jeg strever med å forstå oppskriften under "Ermeøkning". Skal A1 strikkes over de 18 maskene mellom 1. og 2. merke slik at hullmønsteret forskyves? Det ser ikke sånn ut på bildet.
05.12.2020 - 09:46DROPS Design answered:
Hej Marit, du flytte mærkerne til pilene i A.1 og øger ved mærkerne på hver side af skuldermaskerne i hver side, så hulmønsteret forskydes som på billedet. God fornøjelse!
15.12.2020 - 14:00Janine wrote:
Er staat een fout in het Nederlandse patroon onder MOUW MEERDER: 'Meerder zo iedere andere naald 16-18-20-20-20-22 keer in totaal', dit moet *om de andere naald* zijn. Zo staat het ook in het Engels patroon, anders komt de stekenverhouding niet uit :)
03.12.2020 - 18:20Anke wrote:
Ik begrijp het meerderen-3 niet, na de omslag 6 steken recht , maar dan ben ik al bij de zadelschouder, waar ik averechts moet breien
14.11.2020 - 17:25DROPS Design answered:
Dag Anke,
tip 3 voor het meerderen geldt voor het lijf, waar je de hele tijd tricotsteek in de rondte breit.
18.11.2020 - 12:38Inki wrote:
Hei. En löytänyt ohjeesta piirroksia.
13.11.2020 - 20:37Riitta wrote:
Missä on ruutupiirros A.1.? Minäkään en löydä. En kaaviota enkä tekstiä. Kiitos tiedosta jo ennalta!
28.10.2020 - 05:52DROPS Design answered:
Nyt piirrokset aukeavat.
17.11.2020 - 16:26Anne wrote:
Hei ohjeesta puuttuu ruutupiirros A1. Mistä löydän tuon oleellisen kohdan?
14.09.2020 - 12:17Ann-Kristin Andersson wrote:
Var i mönstret finns texten till "Diagram A.1. ?
13.09.2020 - 19:09DROPS Design answered:
Hej Ann-Kristin. Nu finns diagramtexten precis över diagrammet. Mvh DROPS design
14.09.2020 - 09:04Yuli wrote:
Hi, it there a way to add elevation to this pattern? If yes, where should I add it, under the neckband or in the middle of the back? Thank you!
13.09.2020 - 00:21DROPS Design answered:
Dear Yuli, this is a saddle shoulder piece, the construction is different than the regular raglan, it will not be easy to add elevation, as it would distort the shape of the sweater.
13.09.2020 - 23:11Kathy Somers wrote:
It is frustrating to see patterns I am interested that are ‘Coming Soon’.
05.08.2020 - 22:06