DROPS Nord
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Lady Angelika Jacket

Gebreid vest in DROPS Nord. Het werk wordt gebreid met kantpatroon en sjaalkraag. Maten S - XXXL.

DROPS 197-38
DROPS Design: Patroon nr. no-018
Garengroep A
-------------------------------------------------------

Maten: S - M - L - L/XL - XXL - XXL/XXXL
Materiaal:
DROPS NORD van garnstudio (behoort tot garengroep A)
400-400-450-500-550-600 g kleur 13, oudroze

-------------------------------------------------------
BENODIGDHEDEN VOOR HET WERK:

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 38 naalden in de hoogte met kantpatroon op het lijf en de onderkant van mouwen = 10 x 10 cm.
1 herhaling meet ongeveer: A.1 - 6 cm in de breedte, A.2 - 5 cm in de breedte, A.4 - 4 cm in de breedte.
23 steken in de breedte en 30 naalden in de hoogte met tricotsteek op de pas en de mouwen = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: lengte 40 cm en 80 cm voor het kantpatroon en tricotsteek.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: lengte 40 cm voor ribbelsteek op de hals.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOPEN, Gebogen (wit) NR 521: 5-5-5-5-6-6 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nord
DROPS Nord
45% Alpaca, 30% Polyamide, 25% Wol
vanaf 2.40 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de hals op de voorpanden):
Minder voor de hals aan de binnenkant van de 5 voorbiessteken in ribbelsteek + de gemeerderde steken voor de sjaalkraag. Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder als volgt na de ribbelsteek op de voorbies/sjaalkraag: 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.
Minder zo voor de ribbelsteek op de voorbies/sjaalkraag: Begin 2 steken voor de ribbelsteek op de voorbies/sjaalkraag en brei 2 recht samen.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouwen):
Begin 1 steek voor de steek met de markeerdraad, maak 1 omslag, brei 3 recht (de markeerdraad zit in de middelste steek van deze 3 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de gemeerderde steken in tricotsteek.

KNOOPSGATEN:
Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). 1 knoopsgat = Begin aan de goede kant en brei de tweede en derde steek vanaf de rand recht samen en maak dan 1 omslag. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Brei de knoopsgaten als het werk meet:
S: 5, 12, 19, 26 en 33 cm
M: 6, 13, 20, 27 en 34 cm
L: 7, 14, 21, 28 en 35 cm
L/XL: 8, 15, 22, 29 en 36 cm
XXL: 7, 13, 19, 25, 31 en 37 cm
XXL/XXXL: 8, 14, 20, 26, 32 en 38 cm

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden voor en van onder naar boven tot de armsgaten. Dan worden de voor- en achterpanden apart verder gebreid, heen en weer op de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop / korte rondbreinaald, van onder naar boven.

LIJF:
Zet losjes 291-319-347-375-431-459 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en Nord. Brei 3 RIBBELS – lees beschrijving hierboven. Brei 2 naalden tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.1A tot er 6 steken over zijn op de naald (= 20-22-24-26-30-32 herhalingen van 14 steken), brei A.1B (= 1 steek) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek.
Ga verder met dit patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING en brei KNOOPSGAT op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven.
Als A.1 klaar is, zijn er 251-275-299-323-371-395 steken op de naald en meet het werk ongeveer 7 cm vanaf de opzetrand, gemeten op het langste deel.
De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.2A (= 6 steken), A.2B tot er 12 steken over zijn op de naald (= 19-21-23-25-29-31 herhalingen van 12 steken), A.2C (= 7 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon. Als A.2 klaar is, brei dan A.3A, A.3B en A.3C op dezelfde manier. Als A.3 klaar is, zijn er 211-231-251-271-311-331 steken op de naald. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.4A (= 5 steken), A.4B tot er 11 steken over zijn op de naald (= 19-21-23-25-29-31 herhalingen van 10 steken), A.4C (= 6 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon. Als A.4 klaar is, brei dan A.5A, A.5B en A.5C op dezelfde manier. Als A.X in A.5 1 keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 32 cm in alle maten.
Voeg 1 markeerdraad in, in de 56e-61e-66e-71e-81e-86e steek vanaf elke kant (= 99-109-119-129-149-159 steken tussen de steken met de markeerdraden op het achterpand). Neem de markeerdraden gaandeweg mee tijdens het breien; ze worden even later gebruikt bij het afkanten voor de armsgaten.
Brei dan A.Y in A.5 tot de gewenste lengte. Meerder tegelijkertijd voor de sjaalkraag en minder voor de hals en de armsgaten zoals beschreven hieronder – denk om het laatste knoopsgat op de rechter voorbies. Lees SJAALRAAKG, HALS en ARMSGATEN voordat u verder gaat!

SJAALKRAAG:
Als het werk 34-35-36-37-38-39 cm meet, beginnend aan de goede kant, breit u 1 ribbel heen en weer over de 5 voorbiessteken op de rechter voorbies (de andere steken worden niet gebreid), brei dan 1 naald aan de goede kant zoals hiervoor over alle steken, keer het werk en brei 1 ribbel heen en weer gebreid over de 5 voorbiessteken op de linker voorbies (zonder de andere steken te breien), brei dan 1 naald aan de verkeerde kant zoals hiervoor over alle steken.
Ga verder in patroon zoals hiervoor, heen en weer gebreid, maar begin nu met meerderen voor de sjaalkraag. Meerder 1 steek voor de sjaalkraag door 1 omslag te maken aan de binnenkant van de 2 buitenste steken aan elke kant. Brei op de volgende toer de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.
Meerder zo iedere 2e naald in totaal 3 keer en dan iedere 4e naald in totaal 12-12-13-13-14-15 keer (= 15-15-16-16-17-18 steken gemeerderd voor de sjaalkraag aan elke kant en in totaal 20-20-21-21-22-23 ribbelsteken aan elke kant inclusief de voorbies).

HALS:
TEGELIJKERTIJD als het werk 36-37-38-39-40-41 cm meet, minder dan 1 steek voor de hals aan de binnenkant van de 5 voorbiessteken in ribbelsteek + de gemeerderde steken voor de sjaalkraag aan elke kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2e naald in totaal 3 keer, iedere 4e naald in totaal 7 keer en dan iedere 6e naald in totaal 3-3-4-4-5-6 keer (= 13-13-14-14-15-16 steken geminderd voor de hals aan elke kant).

ARMSGATEN:
TEGELIJKERTIJD als het werk 37-38-39-40-41-42 cm meet, kant dan af voor de armsgaten aan elke kant als volgt: Brei aan de goede kant zoals hiervoor tot er 3-3-3-4-4-4 steken over zijn voor de steek met de markeerdraad, kant 7-7-7-9-9-9 steken af voor het armsgat, brei zoals hiervoor tot er 3-3-3-4-4-4 steken over zijn voor de tweede steek met de markeerdraad, kant 7-7-7-9-9-9 steken af voor het armsgat en brei tot het einde van de naald zoals hiervoor. De voor- en achterpanden worden apart verder gebreid.

LINKER VOORPAND:
Ga verder heen en weer gebreid met ribbelsteek over de sjaalkraag/biezen en A.Y over de andere steken (ga verder met meerderen voor de sjaalkraag en minderen voor de hals zoals hiervoor). Kant TEGELIJKERTIJD af voor het armsgat op het begin van elke naald vanaf de kant als volgt: Kant 0-0-0-1-2-3 keer 3 steken af, 1-2-3-3-4-4 keer 2 steken en 1-3-4-4-7-7 keer 1 steek. Brei verder tot het werk ongeveer 55-57-59-61-63-65 cm meet vanaf de opzetrand op het langste deel. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant over alle steken. Kant op de volgende naald de eerste 31-32-33-34-35-36 steken af voor de schouder = 20-20-21-21-22-23 ribbelsteken over op de naald voor de sjaalkraag, brei recht tot het einde van de naald. Eindig de sjaalkraag zoals beschreven hieronder.

SJAALKRAAG LINKER VOORPAND:
Begin aan de verkeerde kant en brei ribbelsteek heen en weer gebreid als volgt: * 1 ribbel heen en weer gebreid over alle steken, 1 ribbel heen en weer gebreid over de eerste 15-15-16-16-17-18 steken *, brei van *-* tot de sjaalkraag ongeveer 7-7-8-8-8-8 cm meet over de kortste kant (de sjaalkraag meet ongeveer 14-14-16-16-16-16 cm buitenom over de langste kant). Kant af met recht aan de goede kant.

RECHTER VOORPAND:
Ga verder heen en weer gebreid met ribbelsteek over de sjaalkraag/voorbies en A.Y over de andere steken (de meerderingen voor de kraag en minderingen voor de hals gaan verder zoals hiervoor). Kant TEGELIJKERTIJD af voor het armsgat op het begin van elke naald vanaf de zijkant als volgt: Kant 0-0-0-1-2-3 keer 3 steken af, 1-2-3-3-4-4 keer 2 steken en 1-3-4-4-7-7 keer 1 steek. Brei verder tot het werk ongeveer 55-57-59-61-63-65 cm meet vanaf de opzetrand op het langste deel. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant over alle steken. Brei op de volgende naald de eerste 20-20-21-21-22-23 steken (= sjaalkraag), en kant de overgebleven 31-32-33-34-35-36 steken af voor schouder. Knip de draad af en eindig de sjaalkraag zoals beschreven hieronder.

SJAALKRAAG RECHTER VOORPAND:
Begin aan de verkeerde kant en brei recht over alle steken, * keer het werk en brei 1 ribbel heen en weer gebreid over de eerste 15-15-16-16-17-18 steken, 1 ribbel heen en weer gebreid over alle steken *, brei van *-* tot de sjaalkraag ongeveer 7-7-8-8-8-8 cm meet over de kortste kant en kant af met recht aan de goede kant.

ACHTERPAND:
= 93-103-113-121-141-151 steken. Ga verder met A.Y heen en weer gebreid zoals hiervoor en kant af voor de armsgaten op het begin van elke naald aan elke kant als volgt: Kant 0-0-0-1-2-3 keer 3 steken af, 1-2-3-3-4-4 keer 2 steken en 1-3-4-4-7-7 keer 1 steek = 87-89-93-95-99-103 steken op de naald.
Als het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet, kant dan de middelste 21-21-23-23-25-27 steken voor de hals af en elk schouder wordt apart verder gebreid. Kant 2 steken af op de volgende naald vanaf de hals = 31-32-33-34-35-36 steken over op schouder. Brei verder tot het werk ongeveer 55-57-59-61-63-65 cm meet vanaf de opzetrand op het langste deel. Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant. Kant af met recht aan de goede kant. Brei de andere schouder op dezelfde manier. Het vest meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de afkantrand en naar beneden gemeten op het langste deel.

MOUW:
Zet losjes 60-60-60-72-72-72 steken op met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en Nord. Brei 3 RIBBELS in de rondte – lees beschrijving hierboven. Brei 2 naalden tricotsteek. Brei dan A.6 in de rondte (= 5-5-5-6-6-6 herhalingen van 12 steken). Als A.6 klaar is, brei dan A.3B in de rondte (= 5-5-5-6-6-6 herhalingen van 12 steken). Ga verder met dit patroon, maar als er 6 naalden over zijn in A.3 brei dan tricotsteek over de ene averechte steek in het patroon tot A.3 klaar is. Als A.3 klaar is, zijn er 50-50-50-60-60-60 steken op de naalden en meet het werk ongeveer 12 cm vanaf de opzetrand op het langste deel. Voeg 1 markeerdraad in, in de eerste steek op de naald. Neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien; het wordt gebruikt bij het meerderen midden onder de mouw.
Brei in tricotsteek in de rondte. Als het werk 14-14-14-14-13-13 cm meet, meerder dan 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo in totaal 14-17-19-17-21-23 keer - in S: Iedere 8e naald, in M en L/XL: Iedere 6e naald, in L: Afwisselend iedere 5e en 6e naald, in XXL: Afwisselend iedere 4e en 5e naald en in XXL/XXXL: Iedere 4e naald = 78-84-88-94-102-106 steken. Brei verder tot de mouw 50-50-50-49-47-46 cm meet (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege bredere schouders en een langere mouwkop). Brei de volgende naald als volgt: Kant 4-4-4-5-5-5 steken af, brei 71-77-81-85-93-97 steken in tricotsteek en kant de overgebleven 3-3-3-4-4-4 steken af. Knip de draad af. Brei dan de mouwkop heen en weer gebreid met rondbreinaald 3.5 mm als volgt: Brei tricotsteek en kant af op het begin van elke naald aan elke kant als volgt: Kant 1 keer 3 steken af in alle maten, 2-2-3-3-4-4 keer 2 steken en 1-2-4-4-7-10 keer 1 steek aan elke kant, kant dan 2 steken af aan elke kant tot het werk 55-56-57-57-58-58 cm meet. Kant 1 keer 3 steken af aan elke kant en kant dan de overgebleven steken af. De mouw meet ongeveer 56-57-58-58-59-59 cm van boven naar beneden.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden aan de binnenkant van de afkantrand. Naai de sjaalkraag samen midden achter (zorg ervoor dat de naad op de verkeerde kant van de kraag naar beneden gevouwen is). Naai de kraag aan hals op de achterkant. Naai de mouwen in de trui aan de binnenkant van de 1 kantsteek aan elke kant. Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = verecht aan de goede kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 197-38

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (38)

country flag Ulla Lundmark wrote:

Hej! Jag undrar vad A.X och A.Y betyder i mönstergrupp A5. Tacksam för svar.

12.01.2023 - 16:26

DROPS Design answered:

Hei Ulla. Du strikker A.5 (A+B+C) og når du har strikket 20 rader av A.5 (A+B+C) som da også er A.X, måler arbeidet ca 32 cm i alle størrelser. Nå settes det et merke i arbeidet (les oppskriften). Videre strikkes det kun det som er merket med A.Y i A.5 (4 rader) til ferdig mål (A.Y gjentas til ferdig mål). mvh DROPS Design

16.01.2023 - 10:44

country flag Linda Gagnon wrote:

Pour le diagramme A1, à partir du 16e rang jusqu’au 20e rang, les mailles 1 et 14 ne sont plus là, comment je les tricote pour arriver avec les autres mailles. Est ce que je dois les tricoter ensemble ?

24.02.2022 - 16:58

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gagnon, en fait au 15ème rang, vous tricotez la double diminution (triangle noir) mais ne faites pas de jeté, autrement dit, vous allez diminuer 2 mailles dans chaque A.1A = il reste 12 mailles seulement. Bon tricot!

24.02.2022 - 17:07

country flag Liliane Dänzer wrote:

Ma première réalisation avec vos modèles gratuits. Je l'adore et je vous remercie de partager avec nous.

20.01.2022 - 15:41

country flag ARLERY Marie-Christiane wrote:

Bonjour.J\'ai un problème avec les manches de ce modèle, taille L/XL. A la fin de A3.B, j\'ai toujours 72 mailles et non 60 comme indiqué. Je pense qu'il ne faut pas faire les jetés à l\'avant dernier rang. Est-ce bien cela ? Merci par avance pour votre réponse.

15.12.2020 - 09:30

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Arlery, il faut bien faire les jetés pour terminer le motif ajouré, mais pensez à bien faire toutes les diminutions, glissez les 2 première m du tour (elles seront tricotées avec le dernier A.3B du tour): A.3B + les 2 premières m du A.3B suivant/de A.3C = il doit rester 10 m (on diminue 2 m par A.3B) et terminez le dernier A.3B en tricotant les 2 dernières m du tour avec la dernière m du dernier A.3B. Vous avez maintenant 10 m par A.3B x 6 motifs = 60 mailles. Bon tricot!

15.12.2020 - 14:45

country flag Liduine wrote:

I have started work on the Collar Left Front Piece and cannot work out how to measure the collar along the shortest side. Which bit is the shortest side?

18.10.2020 - 06:26

DROPS Design answered:

Dear Lilduine, the shorter side on short rows is the beg of rows from RS on left frong piece (= right side of collar seen from RS) ie the side where you worked less rows. Happy knitting!

19.10.2020 - 08:40

country flag Elsje wrote:

Esta semana he terminado esta chaqueta y queda fenomenal. He escogido una tallamás pequeña, ya que me parece que las tallas quedan grandes. En vez de una M he tejido una S, además he tejido las mangas más cortas. Después de terminar la chaqueta la he lavado en agua tibia y lo he dejado secar en una toalla de playa en 48 horas. Queda así como en la fotografía. La lana me ha gustado mucho, pero ha sobrado bastante.

14.10.2020 - 17:48

country flag Aurora López wrote:

Perdón ya lo he entendido, gracias

24.09.2020 - 23:31

country flag Aurora López wrote:

Hola, Me gustaría que me dijeseis como reducimos puntos en los diagramas 2- 3-4...yo sólo reduzco en el 1 siguiendo los esquemas me salen los mismos puntos de principio a fin, por cada 2 puntos que dejo en 1 echo 1 hebra con lo cual al final me quedo igual

23.09.2020 - 19:28

country flag Proscovia Musenero wrote:

How many balls of yarn do I need for a medium sized jacket?

04.08.2020 - 17:23

DROPS Design answered:

Dear Mrs Musenero, you will find amount of yarn at the very beginning of the pattern, together with the tension and needle sizes, this means in M you need 400 g divided by 50 g a ball Nord = 8 balls Nord are required in size M. Happy knitting!

05.08.2020 - 07:48

country flag Anne Irene wrote:

Ville gjerne ha skrevet ut bilde av jakken også. Jeg har både garn og oppskrift. Jakken heter Lady Angelica Jacket. Modell no-018. Synes det er lettere å se om det blir riktig med et godt bilde ved siden av oppskriften.

25.06.2020 - 15:42

DROPS Design answered:

Hej Anne. Om trycker på knappen "Skriv ut" så kan du välja att skriva ut bilderna där. Mvh DROPS Design

26.06.2020 - 10:38