DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.00 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 172-21
DROPS design: Model nr. ee-566
Garengroep E of C en C
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS SNOW van Garnstudio
850-950-1000-1100-1200-1350 gr. kleur nr. 10, wijnrood

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 8 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 11 st x 15 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOER KNOOP GEBOGEN (wit), NR. 540: 2 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.00 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.4. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
----------------------------------------------------------

VEST:
Brei heen en weer in 2 delen vanaf de onderen van het voorpand tot middenachter. Naai de 2 delen samen middenachter.

LINKERVOORPAND/ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen.

Zet 50-52-53-56-58-61 st op met rondbreinld 8 mm en Snow. Brei 3 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Brei als volgt aan de goede kant (dus vanaf de rand middenvoor): brei 23-25-26-29-21-24 st in tricotst, A.1 (= 10 st) over de volgende 20-20-20-20-30-30 st (= 2-2-2-2-3-3 keer in de breedte in totaal) en A.2 over de laatste 7 st. Brei zo in patroon tot het werk klaar is.

Begin in de volgende nld aan de verkeerde kant met meerderen richting de zijkant en zet nieuwe st op aan einde van elke nld aan de verkeerde kant als volgt: 2 keer 1 st en 5 keer 2 st in totaal, brei de gemeerderde st in tricotst.
Zet in de volgende nld aan de verkeerde kant 5 nieuwe st op aan het einde van de nld (brei deze 5 st in ribbelst voor de mouwrand) = 67-69-70-73-75-78 st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Het werk meet nu ongeveer 14 cm. Brei als hiervoor tot het werk 34-34-36-36-38-38 cm meet.

Zet LOSJES 22-22-24-24-26-26 nieuwe st op voor de mouw aan het einde van de volgende nld aan de verkeerde kant = 89-91-94-97-101-104 st. De 22-22-24-24-26-26 nieuwe st worden in ribbelst gebreid = 27-27-29-29-31-31 st in ribbelst aan de rechterkant gezien aan de goede kant. Brei 6 nld als hiervoor.

Brei dan tricotst over de 27-27-29-29-31-31 st in ribbelst (= 62-64-67-70-64-67 st in tricotst in totaal), 20-20-20-20-30-30 st in patroon A.1 en 7 st in patroon A.2. Begin in de volgende nld aan de verkeerde kant met meerderen richting de zijkant en zet nieuwe st op aan einde van elke nld aan de verkeerde kant als volgt: 2 keer 2 st en 8 keer 1 st in totaal. Brei de gemeerderde st in tricotst. Zet in de volgende nld aan de verkeerde kant 3 st op aan het einde van de nld (brei deze 3 st in ribbelst tot het werk klaar is) = 104-106-109-112-116-119 st. Brei tot een hoogte van 58-60-59-61-61-64 cm, minder dan 1 st voor de hals middenvoor aan de goede kant als volgt: brei 2 st in tricotst r samen voor A.1. Minder zo elke 4e nld 6-6-7-7-8-8 keer in totaal = 98-100-102-105-108-111 st. Het werk meet ongeveer 71-73-75-77-80-83 cm. Brei nu verkorte toeren over de st, begin bij de hals (= verkeerde kant) als volgt:

NLD 1 (= verkeerde kant): 10 r.
NLD 2 (= goede kant): 10 r terug.
NLD 3 (= verkeerde kant): 17 r, brei A.1 (= 1-1-1-1-2-2 keer in de breedte), brei de rest van de nld in tricotst en ribbelst als hiervoor.
NLD 4 (= goede kant): brei in ribbelst, tricotst en A.1 als hiervoor tot er 17 st over zijn op de nld, eindig met 17 r.

Herhaal 1e tot en met 4e nld tot het werk 78-80-83-85-89-92 cm meet aan de korte kant, pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant is.

Nld 1 (= verkeerde kant): brei de eerste 17 st r, keer het werk.
Nld 2 (= goede kant): r terug.
Nld 3 (= verkeerde kant): brei de eerste 15 st r, keer het werk.
Nld 4 (= goede kant): r terug.
Brei 2 st minder elke keer. Als er 1 ribbel is gebreid over de buitenste 3 st, brei dan 1 ribbel over alle st (= middenachter) en meerder TEGELIJKERTIJD op de nld aan de verkeerde kant met 1 omsl tussen 5e en 6e st en tussen 13e en 14e st (= 2 st gemeerderd, om een strakke afkantrand te voorkomen). Kant recht af.

RECHTERVOORPAND/ACHTERPAND:
Brei als het linkervoorpand/achterpand maar in spiegelbeeld. Brei A.3 in plaats van A.2 en A.4 in plaats van A.1.
Meerder en zet st op aan de linkerkant van het werk (dus aan het einde van de nld aan de goede kant). LET OP: Minder voor de hals na A.4 (aan de goede kant). Minder als volgt: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

AFWERKING:
Naai de twee delen samen middenachter in de buitenste lusjes van de buitenste st. Naai samen met A tegen B - zie telpatroon – naai in de buitenste lusjes van de kant st. Naai de knopen aan op de linkervoorbies. Knoop het vest dicht door de gaten in A.3 op de rechtervoorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = r aan de verkeerde kant
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = middenachter
symbols = breirichting
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 172-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (38)

country flag Marie Turpaud wrote:

Bonjour .Les diminutions pour les rangs raccourcis se font sur le diagramme A2et A 1 ou apret Merci

16.04.2024 - 08:22

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Turpaud, quand on commence les rangs raccourcis, les diminutions doivent être terminées et l'ouvrage mesure environ 71 -83 cm (cf taille). Vous tricotez ensuite d'abord 2 rangs sur les 10 premières mailles, puis 2 rangs comme avant en continuant le diagramme comme avant pour que le motif continue à chaque fois que l'on tricote ces mailles. Bon tricot!

16.04.2024 - 13:26

country flag Nicole wrote:

Bonjour madame, au début de l'ouvrage les 5 mailles montées sur la bordure et tricotées au point mousse sont montées une fois les augmentations du bord terminées ou en même temps ?

10.11.2023 - 10:24

DROPS Design answered:

Bonjour Nicole, tout à fait, ces 5 nouvelles mailles sont montées à la fin du rang suivant sur l'envers, quand les augmentations sont terminées. Bon tricot!

10.11.2023 - 11:29

country flag Isabella Zaina wrote:

Buonasera, non ho capito cosa devo fare alla fine del davanti/dietro sinistro quando si dice di lavorare a ferri accorciati la descrizione dei FERRO 1, FERRO 2, FERRO 3, FERRO 4 e nemmeno le fasi successive. Vi ringrazio anticipatamente.

12.09.2023 - 23:41

DROPS Design answered:

Buonasera Isabella, in quel punto deve lavorare solo su una parte delle maglie e non su tutte le maglie sui ferri. Deve seguire le indicazioni, e lavorare solo sul numero di maglie indicato. Buon lavoro!

14.09.2023 - 20:12

country flag Christina Pernholt wrote:

Sista stycket innan avmaskning, man stickar 17, vänder, stickar tillbaka, stick 15 vänder, tillbaka sen 2 räta varv, inkl 2 omslag. men på bild verkar det vara fler än 2 räta varv innan avmaskning? eller fattar jag fel? mvh christina

02.12.2021 - 20:40

DROPS Design answered:

Hej Christina. Du ska sticka förkortade varv tills du har 3 maskor kvar ytterst ("sticka över 2 m mindre för varje gång det vänds") och när du har 3 maskor kvar ytterst så ökar du med omslag för att avmaskningskanten inte ska strama. Mvh DROPS Design

03.12.2021 - 10:49

country flag Truaud wrote:

Merci pour votre réponse rapide et si je peut abuser combien environ doit mesurer l ouvrage terminé cordialement

15.10.2021 - 09:06

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Truaud, retrouvez toutes les mesures dans le schéma, y compris la hauteur totale de la pièce: 79 à 93 cm selon la taille + les rangs raccourcis du haut. Bon tricot!

15.10.2021 - 13:40

country flag Truaud wrote:

Bonjour lorsque vous dites le cote le plus court est ce celui de la manche je ne comprends pas bien cordialement

15.10.2021 - 07:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Truaud, vous devez mesurer du côté où vous avez tricoté moins de rangs, si vous regardez le schéma, ce sera du côté droit, vu sur l'endroit, à partir du rang de montage jusqu'aux mailles sur l'aiguille (cf flèche), mais avant les pointillés du schéma = avant les rangs raccourcis. Bon tricot!

15.10.2021 - 08:13

country flag Haas Gabriele wrote:

Hallo, ab den verkürzten Reihen verstehe ich die Anleitung nicht mehr. Können Sie mir bitte helfen? LG

10.03.2021 - 23:02

DROPS Design answered:

Liebe Frau Haas, beim linken Vorderteil/Rückenteil beginnen Sie diese verkürzten Reihen mit einer Rückreihe - die 4 Reihen (= 2 Reihe über die 10 ersten M, 2 Reihe über alle Maschen) wiederholen, dann stricken Sie verkürzten Reihen über nur die Krausrechte Maschen (= die 17 M), dh 2 Reihe über 17 M, 2 Reihe über 15 M, 2 Reihe über 13 M, usw bis Sie 2 Reihe über die ersten 3 M gestrickt haben (Schalkragen), dann stricken Sie 2 Reihen über alle Maschen und ketten Sie dann alle Maschen ab. Viel Spaß beim stricken!

11.03.2021 - 08:20

country flag Haas, Gabriele wrote:

Was bedeutet bei verkürzten Reihen das A. 1(=1-1-1-1-2-2x in der Breite)?? Danke schonmal im voraus für die Hilfe

10.03.2021 - 20:51

DROPS Design answered:

Liebe frau Haas, wenn Sie die 3. Reihe bei den verkürzten Reihen stricken, stricken Sie alle Maschen, dh: 17 M re, A.1 (1 oder 2 x in der Breite je nach der Größe), glatt rechts und kraus rechts wie zuvor bis zur Ende der Reihe. Dann stricken Sie die nächste Hinreihe auch wie zuvor (kraus rechts, glatt rechts, A.1 und kraus rechts). Viel Spaß beim stricken!

11.03.2021 - 08:09

country flag Leila wrote:

Bonsoir, peut t'on réaliser ce modèle avec des aiguilles simple merci

31.01.2021 - 16:14

DROPS Design answered:

Bonjour Leila, cela peut etre diffcile parce que tu as beaucoup de mailles. Comment tricoter en allers et retours sur aiguille circulaire tu peux voir ICI. Bon tricot!

31.01.2021 - 19:14

country flag Gail wrote:

I just finished this and love wearing it, however, I made a couple alterations. I found there was more fabric in front than back, and the placement of the armholes was almost too far back, therefore restrictive. To remedy this, I added a short-row expansions to both the left and right halves, at the end of the pattern, thereby increasing the hem width, without increasing the whole pattern size. I also joined with a crocheted flat braided join for some elasticity. Love the drape now.

12.01.2021 - 01:45