DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Esther

Gebreide DROPS trui met korte mouwen, raglan en kantpatroon, wordt van boven naar beneden gebreid van ”Muskat”. Maat: S - XXXL.

DROPS 159-33
DROPS design: Model nr. r-676
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS MUSKAT van Garnstudio
300-350-350-400-450-450 gr. kleur nr. 18, wit

DROPS RONDBREINLD (40 en 80 cm) 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 cm) 3 mm - voor de rand.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Muskat
DROPS Muskat
100% katoen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1-A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. De patronen worden in de rondte gebreid.

RAGLAN:
Meerder voor de raglan aan elke kant van A.2. Meerder door een omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.
Het meerderen is verschillend voor het lijf en de mouwen – volg hiervoor het patroon.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Begin 1 st voor de markeerder en meerder als volgt: 1 omsl, 2 r (markeerder staat tussen deze 2 st), 1 omsl. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder als volgt voor de markeerder: 2 r samen.
Minder als volgt na de markeerder: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh.

----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld, van boven naar beneden.

PAS:
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Zet 146-150-154-158-162-166 st op met rondbreinld 3 mm en Muskat. Brei A.1. Ga als A.1 klaar is verder met rondbreinld 4 mm. Brei de volgende nld als volgt vanaf middenachter:
Brei 17-18-19-20-21-22 st in tricotst (= achterpand), brei A.2 (= 19 st), 1 st in tricotst, A.2 (= 19 st) (= 39 st op de mouw), brei 34-36-38-40-42-44 st in tricotst (= voorpand), brei A.2, 1 st in tricotst en A.2 (= 39 st op de mouw) en eindig met 17-18-19-20-21-22 st in tricotst (= achterpand). Ga zo verder in patroon en begin TEGELIJKERTIJD met meerderen voor de RAGLAN in de volgende nld – zie uitleg boven.

Meerder op het voorpand/achterpand: 1 st elke nld in totaal 14-16-18-20-26-30 keer, dan om de nld 7-8-9-10-9-9 keer.
Meerder op de mouwen: 1 st om de nld in totaal 2-4-6-8-10-12 keer en dan elke 4e nld in totaal 6 keer voor alle maten.
Na alle meerderen staan er 262-286-310-334-366-394 st op de nld, ga verder tot het werk ongeveer 17-19-20-22-24-26 cm vanaf de schouder naar beneden.

Brei volgende nld als volgt: 38-42-46-50-56-61 r (= achterpand), zet de volgende 55-59-63-67-71-75 st op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-6-8-8-10 nieuwe st op, plaats 1 markeerder in het midden tussen de nieuwe st, 76-84-92-100-112-122 r (= voorpand), zet de volgende 55-59-63-67-71-75 st op een hulpdraad voor de mouw en zet 6-6-6-8-8-10 nieuwe st op, plaats 1 markeerder in het midden tussen de nieuwe st en brei de overgebleven 38-42-46-50-56-61 st r (= achterpand) = 164-180-196-216-240-264 st op de nld - MEET NU HET WERK VANAF HIER.

LIJF:
Ga verder in tricotst in de rondte.
Minder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan elke kant van de markeerders aan de zijkant - LEES TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 st geminderd). Herhaal dit minderen elke 4 cm in totaal 4 keer = 148-164-180-200-224-248 st. Meerder bij een hoogte van 22 cm voor alle maten 1 st aan elke kant van de markeerders aan de zijkant - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 st gemeerderd). Herhaal dit meerderen elke 2 1/2 cm in totaal 4 keer = 164-180-196-216-240-264 st. Ga bij een hoogte van 33-33-34-34-34-34 cm verder met rondbreinld 3 mm. Brei in patroon volgens telpatroon A.1 en Kant dan losjes alle st af. De trui meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWRAND:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet de 55-59-63-67-71-75 st van de hulpdraad terug op breinld zonder knop 3 mm en zet 6-6-6-8-8-10 nieuwe st op onder de mouw = 61-65-69-75-79-85 st. Brei in patroon in de rondte volgens telpatroon A.1 en kant daarna losjes alle st af. Brei de andere mouwrand op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Telpatroon

symbols = r
symbols = av
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 r samen
symbols = 1 st av afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 1 BOBBEL: 1 r, 1 gedraaid r en 1 r in dezelfde st (= 3 st), keer het werk. Brei 1 nld av, brei 1 nld recht, brei 1 nld av en brei 1 nld recht over deze 3 st. Haal dan de 2e st op de rechternld over de 1e st en dan de 3e st over de 1e st (= 1 st over)
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Esther by Drops

Ilona, Sweden

Blue Esther

Lyudmila, Russian Federation

Laat een opmerking achter voor DROPS 159-33

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (85)

country flag Valerie wrote:

Bonjour, Décidément je ne comprend pas comment se font les augmentations... si on augmente avant et apres les A2 alors celà fait 8 endroits (vous ne dites pas au début ou placer les marqueurs), donc où se font les augmentations que vous appelez 'dos' et 'devant' ? un schéma aurait été le bienvenu. Merci par avance pour votre réponse.

03.06.2018 - 21:21

DROPS Design answered:

Bonjour Valérie, pas besoin de marqueur ici car les augmentations du raglan se font avant ou après A.2, mais vous pouvez en ajouter pour délimiter les A.2 et mieux vous repérer. Les augmentations diffèrent sur le dos/le devant et les manches, vous pourrez - en fonction de la taille - augmenter soit uniquement 4 m (dos/devant ou manches) ou bien 8 m (dos/devant et manches). Les augmentations du dos/devant et des manches se font après A.2 au début du dos/ du devant/ des manches et à la fin du dos/du devant/des manches juste avant le A.2 suivant. Bon tricot!

04.06.2018 - 09:31

country flag Yannick wrote:

Bonjour, j'essaie de tricoter avec MUSKAT le modèle Esther (qui est le prénom de ma petite fille !) mais je ne comprends pas comment faire et le raglan et les augmentations ? merci de votre réponse - cordialement

08.09.2017 - 11:10

DROPS Design answered:

Bonjour Yannick, vous allez augmenter différemment sur le dos/le devant et sur les manches, les augmentations du raglan vont se faire avant/après A.2 sur la partie concernée. En fonction de la taille, vous augmenterez soit 4 m (dos et devant uniquement) soit 8 m (dos et devant + manches). Bon tricot!

08.09.2017 - 11:19

country flag Margareta Ernevad wrote:

Förstår inte ökningarna för raglan. Står att man ökar på var sida om A2. Det är ju två A2 per ärm. Tycker mönstret är luddigt skrivet. Förstår inte alls.

20.06.2017 - 01:11

DROPS Design answered:

Det ska ökas 8 m för raglan åt gången, dvs. det ökas på varje sida om de 4 rapporterna med A.2 (både på fram-/bakst och ärmar).

20.06.2017 - 13:48

country flag Valérie wrote:

Bonjour.Je fais la taille S. Je dois faire 1 jeté tous les tours de chaque côté de A2 (devant/dos). Je fais donc mes 17 mailles, 1 jeté, A2 ... Puis au tour suivant je tricote mes 17 mailles + mon jeté à l'endroit torse et je fais jeté puis A2... Mais au fur et à mesure que les rangs montent cela fais un trou aussi gros que si c'était tricoté à l'endroit. Pourquoi ? Je tiens mon fil de la main droite. Merci.

16.06.2017 - 17:46

DROPS Design answered:

Bonjour Valérie, il faut tricoter les jetés (augmentations du raglan) torse à l'endroit au tour suivant, comme on le voit dans la vidéo ci-dessous. (cette technique se pratique de la même façon, quelque soit la méthode pour tricoter). Bon tricot!

19.06.2017 - 08:28

Catharina wrote:

Ik heb alle meerderingen gedaan en heb nu het juiste aantal steken (262 voor S). Mijn werk meet maar 14 cm in plaats van 17. Wat moet ik doen? Kan ik gewoon het patroon doorbreien totdat ik de juiste lengte heb?

09.06.2017 - 16:04

DROPS Design answered:

Hoi Catharina, Waarschijnlijk klopt je proeflapje dan niet in de hoogte (heb je dit gecontroleerd?) Om er 3 cm bij te krijgen moet je ongeveer 10 naalden extra breien, maar het is wel het beste om dan een stukje uit te halen en deze extra naalden tussen de naalden met meerderingen te verwerken, anders loopt de raglanlijn niet mooi. Reken uit hoeveel naalden je moet breien om op 17 cm te komen en verdeel over die naalden alle meerderingen. Eerst een aantal elke naald, dan om de naald en tot slot nog een aantal meerderingen elke 4 naalden. Succes!

13.06.2017 - 14:36

Kay Reddy wrote:

Hi Thank you so much for your explanation. I would like to thank you for your awesome brilliant patterns and help to all queries with so much patience!!! I will be pulling out all my hair by now!! Keep up the good work!!

22.10.2016 - 10:56

Kay wrote:

Hi after reading all the troubleshooting I think the confusion is in the terminilogy " inc for body 4 sts 16 times" should be inc for Raglan

20.10.2016 - 11:07

DROPS Design answered:

Dear Kay, you are inc 1 st at the beg of front /back piece + 1 st at the end of front/back piece, so that each piece will be inc by 2 sts x 2 pieces for the body = 4 inc, but only 2 on each piece. It maybe just how you read it. Happy knitting!

20.10.2016 - 13:02

country flag Conny Van Noord wrote:

Ook ik kom er niet helemaal uit. Per mouw heb ik 2 x a2. Als ik de meerderingen aan beide zijden van de a2 maak, heb ik per mouw 4 meerderingen per keer (1 meerd, 19, 1 meerd. ,1r, 1 meerd, 19, 1 meerd.). Dan kom ik niet goed uit. Moeten de meerderingen misschien alleen in het midden? Zo lijkt het wel op de foto. Ik heb het nu alleen aande buitenkant gedaan, maar dan is de raglan niet het eind van de mouw. Voor ik opnieuw begin, zou ik het graag zeker weten. Alvast bedankt

24.05.2016 - 11:05

DROPS Design answered:

Hoi Conny. De A.2 zijn voor de mouw, maar je meerdert zo: brei st achterpand, meerder 1 (= deze is op het achterpand), A.2, meerder 1 (= mouw), 1 r, meerder 1 (= mouw), A.2, meerder 1 (= deze is dan op het voorpand), brei de st voor het voorpand en herhaal bij de tweede mouw.

25.05.2016 - 15:49

country flag Kathleen wrote:

Hallo, ich habe nun den Fehler gefunden. Bei Größe XL sollten es laut Anleitung 56 Zunahmen für beide Ärmel sein. Das geht aber nicht, da 8x8 Zunahmen plus 6x8 Zunahmen (also 4 pro Ärmel) sind insgesamt 112 Zunahmen. Bitte den Fehler schnellstmöglich korrigieren! Dankeschön.

02.05.2016 - 07:00

DROPS Design answered:

Hallo Kathleen, die Anleitung wurde von uns geprüft und sie ist korrekt. Sie haben 39 Ärmelmaschen und nehmen in in Grösse XL wie folgt zu: beidseitig 8 x in jeder 2. R und dann 6 x in jeder 4. R, also 16 (2 x 8) +12 (2 x 6)+ 39 M = die angegebenen 67 Maschen.

02.05.2016 - 10:01

country flag Kathleen wrote:

Nach 15 Zunahmerunden (Vorder- und Rückenteil) haben meine Ärmel bereits 67 Maschen. Ich habe bei den Ärmeln in jeder 2. Runde je 4 M zugenommen (2 für die Raglanschräge und 2 zwischen den Mustern A2). Wo liegt mein Fehler?

01.05.2016 - 18:57

DROPS Design answered:

Siehe Antwort zu Ihrem zweiten Kommentar.

02.05.2016 - 10:01