DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 128-22
DROPS design: Model nr. Z-543
---------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
LET OP: Vanwege de breirichting wordt het vest ongeveer 3-5 cm langer tijdens het dragen dan de maten in de teltekening.
Materiaal: DROPS ALPACA
Kleur nr. 4010, parelgrijs:
200-200-250-250-250-300 gr.
En gebruik: DROPS KID-SILK
Kleur nr. 09, parelgrijs:
100-100-100-125-125-125 gr.

DROPS RONDBREINLD 4.5 mm (80 cm) - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 18 st x 23 nld in tricotst met 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-silk = 10 x 10 cm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.
---------------------------------------------------------

VEST:
Het vest wordt heen er weer gebreid op de rondbreinld vanwege het grote aantal st. U begint met de ruche aan de onderrand en breit dan het vest vanaf middenvoor naar de zijkant, dan kant u af voor het armsgat en breit u de mouw verder met verkorte toeren en u eindigt middenachter waar u afkant
(dit is misschien allemaal wat lastig voor te stellen, maar als u de aanwijzingen in het patroon opvolgt, ziet u de vorm vanzelf ontstaan.)
Brei dan het rechter deel op dezelfde manier maar in spiegelbeeld vanaf middenvoor en naai het vest later samen middenachter.


LINKER VOORPAND:
Zet 377-395-431-449-485-503 st op met rondbreinld 4.5 mm en 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-silk. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Brei dan als volgt (nld 1 = aan de goede kant): 4 st in ribbelst - zie uitleg boven -, 9 st r, *9 st av, 9 st r *, herhaal van *-* en eindig met 4 st in ribbelst. Brei zo in totaal 2 nld. Brei in de volgende nld (aan de goede kant) de eerste 8 st in ieder recht/av boordsteek deel 2 aan 2 samen (minder niet over de ribbelst delen) = 213-223-243-253-273-283 st. Brei 1 nld boordsteek 5 st r/5 st av met 4 st in ribbelst aan iedere kant. Brei in de volgende nld de eerste 4 st in iedere recht/av deel 2 aan 2 recht of av samen = 131-137-149-155-167-173 st. Brei 1 nld boordsteek 3 st recht/3 st av met 4 st in ribbelst aan iedere kant. Minder in de volgende nld aan de goede kant 1 st in ieder recht deel = 110-115-125-130-140-145 st. Brei 1 nld aan de verkeerde kant in boordsteek 2 st av/3 st recht met 4 st in ribbelst aan iedere kant. Minder in de volgende nld (aan de goede kant) 1 st in iedere av deel = 90-94-102-106-114-118 st. Brei 1 nld boordsteek 2 st recht/2 st av met 4 st in ribbelst aan iedere kant. Plaats een markeerdraad – het werk heeft een hoogte van ongeveer 5 cm - en meet het werk nu verder vanaf hier. Ga verder in tricotst met 4 st in ribbelst aan het begin van de nld en 18-18-18-21-22-22 st in ribbelst aan het einde van de nld (gezien aan de goede kant) en pas TEGELIJKERTIJD in de eerste nld het aantal st aan naar 90-95-101-106-112-117 st ( minder geen st in de ribbelst delen aan in iedere kant).
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

LET OP: brei elke 8e nld aan de verkeerde kant 2 nld extra heen en weer over de 18-18-18-21-22-22 st in ribbelst (zodat de voorbies niet teveel in elkaar trekt). Doe dit tot het werk klaar is.
Zet bij een hoogte van ongeveer 27-32-37-45-52-62 cm vanaf de markeerdraad (meet over het tricotst deel) - pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is - de laatste 52-54-56-61-64-66 st aan de linkerkant van het werk (einde van de nld gezien aan de goede kant) op een hulpdraad. Brei 6-6-6-10-10-10 nld (= ongeveer 2-2-2-4-4-4 cm) in tricotst met 4 st in ribbelst aan het begin van de nld als hiervoor en 2 st in ribbelst aan de andere kant richting de st op de hulpdraad over de overgebleven 38-41-45-45-48-51 st op de nld. Knip de draad af. Zet deze st nu op een hulpdraad.

Zet de 52-54-56-61-64-66 st van de eerste hulpdraad terug op de rondbreinld 4.5 mm en ga verder met 18-18-18-21-22-22 st in ribbelst aan de linkerkant als hiervoor en 2 st in ribbelst aan de rechterkant (= onderkant van de mouw) en brei de mouw met verkorte toeren als volgt (eerste nld = goede kant):
Brei 34-36-38-40-42-44 st, keer het werk, trek de draad aan en brei de teruggaande nld. Brei 2 st, keer het werk, trek de draad aan en brei de teruggaande nld. Brei 4 st, keer het werk, trek de draad aan en brei de teruggaande nld. Ga verder en brei steeds 2 st meer iedere keer tot u 34-36-38-40-42-44 st heeft gebreid, keer het werk, trek de draad aan en brei de teruggaande nld. Brei 52-54-56-61-64-66 st (= alle st op de nld), keer het werk en brei de teruggaande nld. Brei 34-36-38-40-42-44 st, keer het werk, trek de draad aan en brei de teruggaande nld. Brei 32-34-36-38-40-42 st, keer het werk, trek de draad aan en brei de teruggaande nld. Ga verder en brei 2 st minder iedere keer tot u 2 st over heeft, keer het werk, trek de draad aan en brei de teruggaande nld. Brei 34-36-38-40-42-44 st, keer het werk, trek de draad aan en brei de teruggaande nld. Knip de draad af.
Zet nu de 38-41-45-45-48-51 st van de hulpdraad terug op de nld. Brei dan over alle 90-95-101-106-112-117 st als volgt (eerste nld = aan de goede kant): 4 st in ribbelst, tricotst tot er 18-18-18-21-22-22 st over zijn en brei deze in ribbelst.

Brei bij een hoogte van 42-48-54-63-71-82 cm vanaf de markeerdraad (gemeten aan de linkerkant van het werk gezien aan de goede kant) 1 nld aan de goede kant als hiervoor. Ga dan verder in tricotst met ribbelst aan iedere kant als hiervoor terwijl u TEGELIJKERTIJD verkorte toeren breit voor een extra wijdte middenachter als volgt (begin aan het begin van de nld aan de verkeerde kant = vanaf de halskant): Brei de eerste 36-40-44-48-54-58 st op de nld en zet deze st dan op een hulpdraad, brei de overgebleven st op de nld, keer het werk en brei de teruggaande nld over alle st op de nld, keer het werk, * brei de eerste 6-4-4-4-3-3 st op de nld, zet dan deze st op dezelfde hulpdraad en brei de overgebleven st op de nld, keer het werk en brei de teruggaande nld over alle st *, herhaal van *-* in totaal 8-11-13-13-14-16 keer. Keer het werk, brei de overgebleven 6-11-5-6-16-11 st. Zet nu alle st van de hulpdraad terug op de nld (= 90-95-101-106-112-117 st) en brei 4 nld ribbelst over alle st en kant dan LOSJES af = middenachter van het vest. Het werk meet nu ongeveer 47-53-59-67-76-87 cm aan de linkerkant (gezien aan de goede kant) en 57-65-73-83-93-106 cm aan de rechterkant vanaf de opzetrand - gemeten in de breirichting!

RECHTER VOORPAND:
Zet op en brei als het linker voorpand maar in spiegelbeeld, dus alle maten die aan de linkerkant van het werk werden gemeten, meet u nu aan de rechterkant van het werk (gezien aan de goede kant). Als u de 6-6-6-10-10-10 nld onder de mouw breit, pas het dan zo aan dat de eerste nld aan de verkeerde kant wordt gebreid (in plaats van aan de goede kant) en zet de laatste 52-54-56-61-64-66 st aan de linkerkant van het werk (gezien aan de verkeerde kant, niet de goede kant) op een hulpdraad. Ga verder en volg de uitleg voor de mouw aan de verkeerde kant (in plaats van aan de goede kant). Eindig met de verkorte toeren middenachter door te starten aan het begin van de nld aan de goede kant (in plaats van het begin van de nld aan de verkeerde kant).

AFWERKING:
Naai het vest samen middenachter met de afkantranden tegen elkaar zodat er 4 ribbels (8 nld ribbelst) middenachter komen.



Telpatroon

symbols = breirichting
symbols = middenvoor
symbols = middenachter
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 128-22

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (9)

country flag Vicki wrote:

I love your patterns but always struggle. I cannot understand your decreases... On next row work the first 8 sts in every K/P rib-section tog 2 by 2 Do I k 2 tog twice then 8 stitches? I so want to complete this. The rest of the pattern looks ok just this reducing bit.

19.01.2022 - 21:02

DROPS Design answered:

Hi Vicki, You reduce the first 8 stitches to 4 stitches by knitting/purling 2 together x 4. Happy knitting!

20.01.2022 - 07:44

country flag Antonietta Sdino wrote:

Modello bellissimo.!È la prima volta che lavoro con i ferri accorciati e i video tutorial sono stati utilissimi. Grazie di cuore.

27.11.2019 - 07:11

country flag Marie Jose wrote:

Je souhaite realiser ce modèle, comment se procurer les explications ? merci

19.10.2018 - 18:31

DROPS Design answered:

Bonjour Marie Jose, cliquez simplement sur le bouton "imprimer" pour lancer l'impression. Bon tricot!

22.10.2018 - 10:29

Bibiana Benvenuto wrote:

I am knitting this pattern. I need you to clarify the section where the sleeves star. It is very confusing and wordy. I tried many different ways but no luck. Could you re-write it for me? I love the pattern but I am not going anywhwrwe!!! Please help. Best regards, Bibiana

09.03.2016 - 01:33

DROPS Design answered:

Dear Mrs Benvenuto, sleeve is worked with short rows starting from WS, (first work all sts from RS, turn and start short rows): work 2 rows over 2 sts, 2 rows over 4 sts, 2 rows over 6 sts, etc. work always 2 more sts until you have worked 34-44 sts, work then all sts and work some other short rows: working 2 rows with 2 sts less every other row from 34-44 sts until 2 sts. then work 34-44 sts. And then slip all sts again on same needle. Happy knitting!

09.03.2016 - 09:13

country flag Anis wrote:

Wieder ein wunderschönes Modell für einen Lagenlook, aber auch ohne. Gefällt mir sehr gut.

14.01.2011 - 00:12

country flag Heike Trimborn wrote:

Endlich ein Schulterschal der an Ort und Stelle bleibt - sehr schön!

10.01.2011 - 21:37

country flag Agnes wrote:

Denna kan jag tänk mig i flera färger.

14.12.2010 - 20:14

country flag Davesne wrote:

Aussi agréable qu'un pancho mais plus pratique grace aux emmanchures bonne idée

13.12.2010 - 10:53

country flag Almudena García wrote:

Espectacular! Os felicito!

09.12.2010 - 17:49