RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.
PATROON: Zie telpatroon M.1 tot en met M.4 – De telpatronen geven de goede kant van het werk weer.
KNOOPSGATEN: Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = Brei de 3e en 4e st vanaf middenvoor samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT XS: 5, 10, 15, 20, 25 en 30 cm.
MAAT S: 5, 10, 16, 21, 26 en 31 cm.
MAAT M: 5, 10, 16, 21, 27 en 32 cm.
MAAT L: 5, 11, 16, 22, 27 en 33 cm.
MAAT XL: 5, 11, 17, 23, 28 en 34 cm.
MAAT XXL: 5, 11, 17, 23, 29 en 35 cm.
TIP VOOR HET MINDEREN:
Maak alle minderingen aan de goede kant naast de 6 ribbelst.
Minder als volgt na de 6 ribbelst: 1 st r afh, 1 r, afgeh st overh
Minder als volgt voor de 6 ribbelst: 2 st r samenbreien.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
LIJF: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor.
Zet 194-206-218-242-266-290 st op (inclusief 6 voorbies st aan iedere kant middenvoor) met rondbreinld 3.5 mm en beige. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en ga verder als volgt aan de goede kant: 6 ribbelst (voorbies), 1 tricotst, M.1 over de nld tot er 7 st over zijn, 1 tricotst, 6 ribbelst (voorbies). Brei zo 1 vertikale herhaling van M.1, DENK EROM om een KNOOPSGAT te maken bij een hoogte van 5 cm – zie boven. Ga na M.1 verder met lichtroze, brei 1 nld recht aan de goede kant, minder TEGELIJKERTIJD 24 st gelijkmatig = 170-182-194-218-242-266 st. Ga verder als volgt: 6 ribbelst, 1 tricotst, M.2 over de nld tot er 7 st over zijn, 1 tricotst, 6 ribbelst – plaats TEGELIJKERTIJD een markeerdraad op 45-48-51-57-63-69 st vanaf iedere kant middenvoor (om de zijkanten aan te geven = 80-86-92-104-116-128 st voor het achterpand).
Meerder bij een hoogte van 14-15-16-17-18-19 cm 1 st aan iedere kant van beide markeerders en herhaal dit meerderen iedere 3-3-2-2-2-2 cm in totaal 6-6-9-9-9-9 keer = 194-206-230-254-278-302 st.
LEES NU ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN GOED DOOR VOOR U VERDER GAAT!
HALS: Brei bij een hoogte van 31-32-33-34-35-36 cm 2 nld ribbelst over alleen de 6 voorbies st aan een kant, brei 1 nld over alle st en brei dan 2 nld ribbelst over alleen de 6 voorbies st aan de andere kant (om de halsbies mooier te maken). Ga verder over alle st, minder TEGELIJKERTIJD in de volgende nld aan de goede kant 1 st aan iedere kant middenvoor – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN –om de nld in totaal 8-8-8-8-9-9 keer en dan iedere 4e nld in totaal 9-9-10-10-10-10 keer.
ARMSGATEN: kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 35-36-37-38-39-40 cm 6-6-8-8-10-10 st aan iedere kant voor de armsgaten (= 3-3-4-4-5-5 st aan iedere kant van de markeerdraad) en brei nu ieder deel apart verder.
RECHTER VOORPAND: Ga verder met minderen voor de hals, kant TEGELIJKERTIJD af voor het armsgat aan het begin van iedere nld vanaf de zijkant: 0-0-0-1-2-3 x 3 st, 0-1-2-3-3-3 x 2 st en 3-3-4-4-4-5 x 1 st. Na alle minderingen zijn er 28-29-30-31-32-34 st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 53-55-57-59-61-63 cm.
LINKER VOORPAND: Als het rechter voorpand, maar in spiegelbeeld.
ACHTERPAND: = 86-92-102-114-124-136 st. Kant af voor de armsgaten aan iedere kant als beschreven voor het voorpand = 80-82-86-88-92-96 st. Brei bij een hoogte van 50-52-54-56-58-60 cm 4 nld ribbelst over de middelste 32-32-34-34-36-36 st (brei de overige st als hiervoor) en kant dan de middelste 20-20-22-22-24-24 st af voor de hals. Brei iedere schouder apart verder met 6 ribbelst aan de halskant. Minder voor de hals om de nld – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN: 2 x 1 st = 28-29-30-31-32-34 st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 53-55-57-59-61-63 cm.
MOUW: Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop. Zet 60-60-60-72-72-72 st op met breinld zonder knop 3.5 mm en beige. Brei 1 vertikale herhaling van M.3, ga verder met lichtroze in M.4, minder TEGELIJKERTIJD 6-0-0-6-0-0 st gelijkmatig verdeeld over de eerste nld = 54-60-60-66-72-72 st. Plaats een markeerdraad aan het begin van de nld (= midden onder de arm). Meerder bij een hoogte van 9 cm 1 st aan iedere kant van de markeerdraad elke 7-7-5-5-5-4 nld in totaal 10-9-11-11-11-13 keer = 74-78-82-88-94-98 st – brei de gemeerderde st in tricotst tot ze meegenomen kunnen worden in patroon M.4. Kant bij een hoogte van 32-31-30-29-28-27 cm (minder cm voor de grootste maten voor een langere mouwkop en bredere schouders) 6-6-8-8-10-10 st af midden onder de arm en brei de mouw verder heen en weer op de nld. Kant af voor de mouwkop aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 1 x 3 st, 3 x 2 st en 4-5-7-8-10-11 x 1 st, dan 2 st aan iedere kant tot een hoogte van 39 cm, kant nu 1 x 3 st af aan iedere kant en kant de overgebleven st af in de volgende nld. De mouw is nu ongeveer 40 cm hoog.
AFWERKING: Naai de schoudernaden dicht.
KANTRAND, LANGS HET LIJF – wordt heen en weer gehaakt langs de opzetnld met lichtbruin en haaknld 3.5 mm.
TOER 1: 1 v in iedere st, maar haak 2 x 2 v in 1 st, gelijkmatig verdeeld = 196-208-220-244-268-292 v.
TOER 2: 1 l, 1 v in iedere van de eerste 7 v, * 3 l, sla 2 v over, 1 v in iedere van de volgende 10 v *, herhaal van *-* tot er 9 v over zijn, 3 l, sla 2 v over, 1 v in iedere van de laatste 7 v, keer het werk.
TOER 3: 1 l, 1 v in iedere van de eerste 5 v, 1 l, sla 2 v over * haak als volgt in de l-lus: 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk 1 l, 1 stk, 1 l, sla dan 2 v over, 1 v in iedere van de volgende 2 v, 3 l, sla 2 v over, 1 v in iedere van de volgende 2 v, 1 l, sla 2 v over *, herhaal van *-* tot 1 l-lus en 7 v over zijn, haak als volgt in de l-lus: 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, sla nu 2 v over en haak 1 v in iedere van de laatste 5 v, keer het werk.
TOER 4: 1 l, 1 v in iedere van de eerste 3 v, sla 2 v over, ** 2 l, 1 bobbel in de l-lus (1 bobbel = haak 3 stk samen, dus wacht met de laatste doorhaling van ieder stk tot alle 3 stk zijn gehaakt, maak een omsl om de haak, haal de draad door alle 4 st op de haak),* 1 l, 1 bobbel in de volgende l-lus * herhaal van *-* in totaal 4 keer (= 5 bobbels in totaal), 2 l, 1 v in de 3-l-lus **, herhaal van **-** tot 2 v, 5 l met een stk tussen iedere l en 5 v over zijn, 2 l, sla 2 v over, haak in iedere l-lus: 1 bobbel en 1 l, haak nu 1 l, sla 2 v over, 1 v in iedere van de laatste 3 v, keer het werk.
TOER 5: 1 l, 1 v in iedere van de eerste 2 v, sla 1 v over, 2 v in de l-lus, * [1 picot (= 3 l, 1 v in de eerste l), 1 v in de volgende l-lus] , herhaal van [ - ] in totaal 5 keer, 1 v in dezelfde l-lus, 2 v in de volgende l-lus *, herhaal van *-*, maar sla de laatste keer 1 v over en haak 1 v in iedere van de laatste 2 v in plaats van 2 v in de volgende l-lus.
Knip de draad af en zet vast.
KANTRAND, LANGS DE MOUW – Wordt in de rondte gehaakt in de opzetnld met lichtbruin en haaknld 3.5 mm.
TOER 1: 1 v in iedere st = 60-60-60-72-72-72 v.
TOER 2: 1 l, 1 v in iedere van de eerste 5 v, * 3 l, sla 2 v over, 1 v in iedere van de volgende 10 v *, herhaal van *-* tot er 7 v over zijn, 3 l, sla 2 v over, 1 v in iedere van de laatste 5 v.
TOER 3: 2 l, sla 1 v over, 1 v in iedere van de volgende 2 v, 1 l, sla 2 v over, * haak als volgt in de l-lus: 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, sla 2 v over, 1 v in iedere van de volgende 2 v, 3 l, sla 2 v over, 1 v in iedere van de volgende 2 v, 1 l, sla 2 v over *, herhaal van *-* tot er 1 l-lus en 5 v over zijn, haak als volgt in de l-lus: 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, sla dan 2 v over, 1 v in iedere van de volgende 2 v, sla dan de laatste v over en eindig met 1 l en 1 hv in de eerste l van het begin van de toer.
TOER 4: 3 l, sla 1 l en 2 v over, * 1 bobbel in de volgende l (1 bobbel = haak 3 stk samen, dus wacht met de laatste doorhaling van ieder stk tot alle 3 stk zijn gehaakt, maak een omsl om de haak, haal de draad door alle 4 st op de haak), [1 l, 1 bobbel in de volgende l] herhaal van [ - ] in totaal 4 keer (= 5 bobbels in totaal), 2 l, 1 v in de 3-l-lus, 2 l *, herhaal van *-* tot 5 l met een stk tussen iedere en 2 v en 1 l over zijn, haak 1 bobbel en 1 l in iedere van de eerste 5 l, haak na de laatste l nog 1 l, sla dan 2 v over en eindig met 1 hv in de eerste l van de toer.
TOER 5: 1 l, * 2 v in de l-lus, [1 picot (= 3 l, 1 v in de eerste l), 1 v in de volgende l-lus] , herhaal van [ - ] in totaal 5 keer, 1 v in dezelfde l-lus *, herhaal van *-*, en eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de toer.
Knip de draad af en zet vast.
PICOTRAND: Haak met lichtbruin en haaknld 3.5 mm in de eerste av nld op het lijf en de mouwen. Hou het kledingstuk zo dat de opzetnld van u af is en haak de picotrand in de onderste lus van de av st als volgt: 1 v in de eerste st, * 1 picot (= 3 l, 1 v in de eerste l), sla 2 st over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-*.
Haak ook een picotrand in de bovenste av nld van M.1 op het lijf en in M.3 op de mouwen. Hou het kledingstuk zo dat de opzetnld van u af is en haak in de onderste lus van de av st. Haak een gelijke picotrand in de buitenste st langs de voorbiezen en de hals.
VERDERE AFWERKING: Naai de mouwen in het vest en naai de knopen aan.
Dit patroon is gecorrigeerd. Klik hier om de correcties te bekijken..
Gewijzigd online: 11.02.2009
Vertaling van de teltekening - laatste regel: = 1 omsl, 1 st r afh, 2 st r samenbreien, afgeh st overh, 1 omsl
Telpatroon
|
= recht aan de goede kant, av aan de verkeerde kant
|
|
= av aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
|
|
= 2 st r samenbreien, 1 omsl
|
|
= 1 omsl, 1 st r afh, 2 st r samenbreien, afgeh st overh, 1 omsl
|

Where are the increases done? On the side markers or at the beginning after the garter sts?
27.02.2020 - 11:22DROPS Design answered:
Dear Mrs Lacour, the increases on body are worked when piece measures 14 - 19 cm (see size) on each side of each marker (= 4 sts inc on each inc row). Happy knitting!
27.02.2020 kl. 14:58Ik snap toer 5 van de te haken rand niet. Een telschema zou handig zijn. Kan dat toegevoegd worden?
23.08.2019 - 17:24DROPS Design answered:
Dag Corine,
Helaas is er geen telpatroon van de gehaakte rand. Je haakt eerst 1 losse en dan herhaal je steeds wat tussen de twee sterretjes staat. Je haakt eigenlijk steeds een vaste in de lus, dan haak je een picootje en dan weer en vaste in de volgende lus, enzovoort. Je eindigt de toer met een halve vaste in de eerste vaste van het begin van de toer.
31.08.2019 kl. 14:39Where I can see Crochet abbreviations meaning, please. For example, what is ch or dc, etcetera.
02.08.2019 - 11:05DROPS Design answered:
Hello Ludmila. This page could be useful. Happy crafting!
02.08.2019 kl. 16:39Bij het breien van het lijf, staat in het patroon "Brei zo 1 vertikale herhaling van M.1". Betekent dit dat je 2x M.1 (boven elkaar) breit?
22.06.2018 - 13:31DROPS Design answered:
Dag Rina, Nee je breit M.1 1 keer in totaal in de hoogte, niet 2 keer.
25.06.2018 kl. 10:51Noch eine Frage zur Häkelkante. Bei der Picotkante heißt es: 3 Lm, 1fM in die erste Lm. Welche Luftmasche ist hier gemeint? Wenn man dann 2 Maschen überspringt und eine feste Masche häkelt, zieht sich die Kante zusammen. Ist das beabsichtigt?
26.06.2015 - 19:51DROPS Design answered:
Es ist die 1. der 3 Lm gemeint, die Sie soeben gehäkelt haben, also 3 Lm und dann 1 fM in die erste dieser 3 Lm. Damit ergibt sich eine kleine spitzenartige Form. Das Prinzip des Picots finden Sie auch in zwei Videos erklärt, schauen Sie mal im Kopf neben dem Foto unter "Videos". Die Kante sollte sich eigentlich nicht zusammenziehen.
28.06.2015 kl. 19:23Eine Frage zur gehäkelten Spitze am Ärmel. Dort heißt es in der 4.Runde, man soll 1 Noppe in die nächste Luftmasche häkeln. Kann es sein, dass der Lm-Bogen gemeint ist? Es sollen insgesamt 5 Noppen in eine Luftmaschenkette gehäkelt werden, das sieht irgendwie komisch aus.
09.06.2015 - 10:37DROPS Design answered:
Aus der 3. Rd haben Sie Lm-Bögen, die aus nur 1 Lm bestehen, in diese häkeln Sie 1 Noppe. Wenn Sie in 5 Lm je 1 Noppe gehäkelt haben, sind Sie an der Stelle mit dem Lm-Bogen aus 3 Lm angekommen, in den häkeln Sie dann wie beschrieben fM.
09.06.2015 kl. 21:57Skal der strikkes forkortede pinde over forkanten ? Kan ikke se noget om det i opskriften
31.07.2014 - 20:23DROPS Design answered:
Hej Ina. Nej, det skal der ikke.
04.08.2014 kl. 15:52Bei den Ärmel- und Halsabnahmen am re. Vorderteil heißt es: Nach allen Abnahmen sind noch 28-29-30-31-32-34 M. auf der Nadel. Ich stricke die 3. Größe und statt 30 müßten es doch 36M. sein. Wurden die 6 Krausrippe Maschen vergessen? Grüßchen Sabine
12.05.2013 - 15:27DROPS Design answered:
Liebe Sabine, es sollte alles stimmen, ich habe alles nochmals durchgerechnet: Sie haben in der 3. Grösse 51 M + 9 M aufgenommen = 60 M. Für den Ausschnitt insgesamt -18 M = 42 M. Für das Armloch – 4, dann für die Kugel nochmals auf mehrere R verteilt – 8 = 30 Maschen. An welcher Stelle die Maschen jeweils abgenommen werden steht in der Anleitung, ich habe jetzt nochmals kontrolliert, dass die Gesamtzahl stimmt.
13.05.2013 kl. 07:19Har köpt garn och skall sticka mod2 nr111 Man skall börja med mönster 1 på fram o bakst, men på ärmen skall man börja med mönster3 Skall det inte vara samma på nederkanterna?
28.06.2012 - 20:07Hallo, ich stricke diese schöne Jacke und stutze gerade:erst heißt es beim Vorder- und Rückenteil: ....je einen Markierungsfaden einziehen(=....104...M. für das Rückenteil). Weiter unten heißt es beim Rückenteil=...114..M. Wo kommen den die 10 Maschen her? Zugenommen wurden doch nur Maschen ausserhalb der Rückenteilmarkierung. Viele Grüße Daniela
27.02.2012 - 22:25DROPS Design answered:
Nein, es wird auf beiden Seiten der Markierungen aufgenommen (auf beiden Seiten der Markierungsfäden je 1 M. aufnehmen). 104 M. + 18 (9x2) = 122 - 8 (für das Armloch) = 114 Maschen.
28.02.2012 kl. 09:45