DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
DROPS Puddel
DROPS Puddel
94% mohair, 6% polyester
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 104-39
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materialen: DROPS Alaska van Garnstudio,
800-850-950-1050-1150-1250 gr nr. 05, antraciet
En gebruik: DROPS Puddel
50 gr voor alle maten van nr. 08, antraciet

DROPS Breinaald en rondbreinaald (80 cm) 5 mm - of de breinld, die u nodig heeft voor een steekverhouding van 17 st x 22 nld tricotst met Alaska = 10 x 10 cm.
DROPS Haaknaald 6 mm – voor de rand
DROPS Buffelhoorn knoop nr. 538: 5-5-6-6-6-6 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alaska
DROPS Alaska
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
DROPS Puddel
DROPS Puddel
94% mohair, 6% polyester
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Ribbelst: Alle naalden recht breien.

Gerstekorrelst: 1e nld: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*. 2e nld: r boven av en av boven r. Herhaal de 2e nld.

Motief: Zie teltekening M.1. De teltekening geeft het motief weer op de goede kant.

Tips Meerderen (geldt voor bij de kraag):
Minder naast 1 voorbiesst als volgt:
Maak 1 omslag. Brei de omsl in de volgende nld verdraaid r (dwz brei achter in de st ipv voorin). Alle nieuwe st in ribbelst breien.

Knoopsgat: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies: 1 knoopsgat = kant de 4e en 5e st vanaf het middenvoor af. Zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante st.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat S: 3, 12, 20, 29 en 38 cm
Maat M: 3, 12, 21, 30 en 39 cm
Maat L: 4, 12, 19, 26, 33 en 40 cm
Maat XL: 4, 12, 19, 26, 33 en 41 cm
Maat XXL: 4, 12, 19, 27, 34 en 42 cm
Maat XXXL: 5, 12, 20, 27, 35 en 43 cm

Achter- en voorpanden: Let op de steekverhouding! Vanwege het grote aantal st, worden de panden heen en weer op de rondbreinld gebreid. Dwz, dat u ook op gewone naalden kunt breien.
Zet 174-186-202-222-242-266 st op (incl. 5 voorbiesst aan weerskanten) met rondbreinld 5 mm en Alaska. Brei 9 cm ribbelst – zie de beschrijving hierboven. Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies - zie de beschrijving hierboven.
Brei vervolgens 1 nld tricotst en plaats tegelijkertijd 2 merkdraden in het werk als volgt: Brei 46-49-53-58-63-69 st (voorpand), plaats 1 merkdraad, brei 82-88-96-106-116-128 st (achterpand), plaats 1 merkdraad en brei de laatste 46-49-53-58-63-69 st (voorpand).
Lees a.u.b. het volgende stukje goed door voordat u verder breit:
Brei door volgens teltekening M.1, maar brei de eerste 5 st (voorbies) aan weerskanten steeds in ribbelst. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 39-40-41-42-43-44 cm voor de kraag langs het middenvoor als volgt - lees Tips Meerderen: 11-12-11-12-11-12 x 1 st op elke 2e cm en vervolgens 6-5-8-7-10-9 x 1 st op elke cm - de nieuwe st voor de kraag in ribbelst breien. Brei tegelijkertijd vanaf een hoogte 39-40-41-42-43-44 cm 14-14-15-15-16-16 x 1 ribbelst extra mee in de voorbies (dwz het aantal st blijft hetzelfde, maar het aantal st in de voorbies wordt meer en het aantal st volgens M.1 wordt minder) op elke 2e cm.
Brei door volgens teltekening M.1 en de voorbiezen in ribbelst tot een hoogte van ca 49-50-51-52-53-54 cm – na 1 hele herhaling van het motief in de hoogte. Brei vervolgens door in averechte tricotst (de kraag nog steeds in ribbelst breien), en kant tegelijkertijd 3 st af aan weerskanten van beide merkdraden voor de armsgaten (= totaal 12 st).
Elke deel wordt vanaf hier afzonderlijk verder gebreid.

Achterpand: = 76-82-90-100-110-122 st. Kant hierna af voor de armsgaten aan weerskanten in elke 2e nld als volgt: 2-2-3-5-7-9 x 2 st en 0-2-3-3-3-5 x 1 st = 68-70-72-74-76-76 st. Brei vanaf een hoogte van 55-56-57-58-59-60 cm door in gerstekorrelst tot de vereiste afmetingen – zie de beschrijving hierboven. Kant bij een hoogte van 66-68-70-72-74-76 cm de middelste 16-16-18-18-20-20 st af voor de hals. Kant in de volgende nld 1 st af aan beide halszijden = 25-26-26-27-27-27 st over op elke schouder. Kant deze resterende st af bij een totale hoogte van 68-70-72-74-76-78 cm.

Linker voorpand: Brei door zoals voor het achterpand en kant tegelijkertijd af voor het armsgat zoals voor het achterpand (NB! Blijf meerderen voor de kraag). Als alle meerderingen en het afkanten voltooid zijn staan er in totaal 56-57-60-61-64-64 st op de breinld. Kant bij een hoogte van 68-70-72-74-76-78 cm de eerste 25-26-26-27-27-27 st vanaf de schouder af = 31-31-34-34-37-37 st voor de kraag. Plaats 1 merkdraad. Brei door in ribbelst op de kraag als volgt: * 2 nld ribbelst over alle st, 2 nld ribbelst over de eerste 20 st vanaf het middenvoor *, herhaal steeds *-* tot de kraag een hoogte van 5½-5½-6-6-6½-6½ cm vanaf de merkdraad heeft (gemeten op de kortste gedeelte). Kant de st losjes af.

Rechter voorpand: Brei als het linker voorpand, maar in spiegelbeeld.

Mouwen: Zet 44-46-48-50-52-54 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 5 mm en Alaska. Brei 5-6-6-6-6-6 cm ribbelst. Brei vervolgens door in tricotst en meerder tegelijkertijd vanaf de 1e nld 8-9-10-11-12-13 x 1 st aan weerskanten op 5½-4½-4-3½-3-2½ cm = 60-64-68-72-76-80 st. Brei tegelijkertijd bij een hoogte van 20-21-22-23-24-25 cm 10 cm ribbelst, en brei vervolgens weer tricotst tot de vereiste afmetingen.
Kant bij een hoogte van 46-46-45-43-41-39 cm 3 st af aan weerskanten voor de mouwkop. Kant vervolgens af aan weerskanten in elke 2e nld als volgt: 3 x 2 st en 1-2-3-5-7-10 x 1 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van 53-54-54-54-54-55 cm, en kant dan nog 1 x 3 st af aan weerskanten. Kant de resterende st af. De mouw heeft een totale hoogte van ca 54-55-55-55-55-56 cm.

Afwerken: Sluit de schoudernaden en de mouwnaden. Naai de mouwen in het vest. Sluit de naad van de kraag op het middenachter met matrasst. Naai de kraag aan de hals van het achterpand. – naai in de eerste st van de rand, zodat de naad niet te dik wordt.

Gehaakte rand: Haak met haaknld 6 mm en Puddel een rand om de opening van het vest, (dwz langs het ene voorpand, rondom de hals en naar beneden langs het tweede voorpand) als volgt: * 1 v, 4 l en ca 2½ cm overslaan * herhaal *-* en eindig met 1 v.
Naai de knopen op het vest.

Telpatroon

symbols = recht op de goede kant, averecht op de verkeerde kant
symbols = averecht op de goede kant, recht op de verkeerde kant
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 104-39

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (16)

country flag Mandy De Vries wrote:

Er wordt in dit patroon dubbel gemeerderd bij de hals . Moet dat niet eerst geminderd zijn en vervolgens voor de kraag zelf gemeerderd? en als je mindert is dan het rechter pand eerst samen gebreid minderen of een afhalen een breien dan overhalen? Op welke plek minder je dan ?

18.08.2022 - 15:27

country flag Elsa Löfgren wrote:

Förstår inte riktigt ökningar för kragen.ska man först öka varannan cm 11ggr och sedan varje cm 8ggr

13.06.2017 - 17:30

Marilyn Mattfeld wrote:

Zohreh 25.11.2008 kl. 09:15: asked the question I need answered but I do not see a reply to her question.. I am confused about the increases also. please help!

14.05.2017 - 14:15

DROPS Design answered:

Dear Mrs Mattfeld, this question was answered (has been now added as question/answer), let us know if you need more explanations. Happy knitting!

15.05.2017 - 09:30

country flag Monika Se. wrote:

Hallo, Danke für die Antwort, aber mit den 6 Maschen habe ich verstanden. Ich habe 63 Maschen für das Vorderteil + 11 Maschen für den Kragen zugenommen, dass sind 74 Maschen. Dann nehme ich für den Armausschnitt insgesamt 20 Maschen ab, das macht unterm Strich 54 Maschen. Entschuldigung, aber ich habe es mit Stift und auf einem Blatt Papier stehen, passiert selten das ich mir solch eine Mühe mache. Lieben Gruß aus Herne

08.05.2014 - 21:58

DROPS Design answered:

Liebe Monika, für den Kragen müssen Sie pro Vorderteil insgesamt 21 M zunehmen - 11x in jeder 2. R & 10x in jeder R. Von Anfang an gerechnet: 242 M Anschlag + 2x 21 M Kragenzunahme - 2x 6 M Armausschnitt - 110 M Rückenteil = 162 M für beide Vorderteile = 81 M pro Vorderteil nach allen Kragenzunahmen - 17 M Armausschnitt (7x 2 M + 3x 1 M) = 64 M.

08.05.2014 - 22:24

country flag Monika Se. wrote:

Hallo Liebes Drops Team, ich stricke zur Zeit diese Jacke in XXL, leider ist mir bei den Vorderteilen ein Fehler aufgefallen, vielleicht wurde übersehen das auch bei den Vorderteilen für den Armausschnitt 7 x 2 Maschen abgenommen werden. 1 x 3 Maschen, 7 x 2 Maschen und 3 x 1 Masche sind 20 Maschen, es bleiben dann 54 Maschen übrig. Liebe Grüße aus Herne

08.05.2014 - 13:18

DROPS Design answered:

Liebe Monika, es war tatsächlich ein Fehler in der Anleitung (gerade behoben), aber an anderer Stelle - Sie müssen 6 M pro Armausschnitt abketten, nicht 3. Es ergeben sich, einschl. der M für den Kragen, die noch nicht komplett zugenommen wurden, theoretisch 81 M pro Vorderteil. Wenn Sie die Armausschnitte dann arbeiten, d.h. dann noch 7x 2 M und 3x 1 M abketten, kommen Sie nach Abschluss aller Kragenzunahmen auf 64 M (81 M - 17 M). Weiterhin gutes Gelingen!

08.05.2014 - 19:19

country flag GERVAIS wrote:

Je crois que c'est une aiguille circulaire n° 5 (et pas n° 9) ?

18.11.2013 - 11:40

DROPS Design answered:

Bonjour Madame Gervais, vous avez tout à fait raison, la taille d'aiguille a été modifiée sous les fournitures. Bon tricot!

18.11.2013 - 13:37

country flag Pascale wrote:

Bonjour, Quelle quantité pour la taille XXXL ? il doit manquer un chiffre, mais lequel ?

24.03.2013 - 17:40

Trude answered:

1250 g

24.03.2013 - 19:44

country flag DROPS Design wrote:

Inc first on every other cm = 2 cm between inc, on every cm = 1 cm between inc.

25.11.2008 - 17:04

Zohreh wrote:

Hi I have a question about increas for collar.in the pattern you said: on over other cm 11-12-11-12-11-12 times in total and on every cm 6-5-8-7-10-9 times in total I don't understan the meaning of on over other / on every cm. please more explain this part.

25.11.2008 - 09:15

DROPS Design answered:

Dear Mrs Zoreh, inc as follows: work *an inc row, work 2 cm* repeat from *-* the number of times stated for your size, after the last inc, *work 1 cm, work an inc row* repeat from *-*. Happy knitting!

16.05.2017 - 16:27

country flag Drops Design wrote:

Hej Sanna. Ifølge opskriften skal ærmekuppelen måle 17 cm i den største størrelse. Hvis du strikker løsere end hvad vi anbefaler i opskriften eller hvis du strikker i et andet garn en hvad vi anbefaler i opskriften, så vil din ærmekuppel blive for stor inden du får lukket alle maskerne af... Du kan altid få hjælp med opskriften hos vore forhandlere hvis du har købt garnet der. God fornøjelse!

27.10.2008 - 09:26