DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 45.05€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 47-23
Maat:
Dames: Small - Medium - Large
Heren: (Small/medium - Medium/Large)
Materialen: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio,
450-500-600 (650-700) gr nr. 53, antraciet
200-200-250 (250-250) gr nr. 44, lichtgrijs
50 - 50 - 50 ( 50 - 50) gr nr. 49, roestrood
50 - 50 - 50 ( 50 - 50) gr nr. 52, geel
50 - 50 - 50 ( 50 - 50) gr nr. 36, groen
50 - 50 - 50 ( 50 - 50) gr nr. 48, donkerrood
Trui met split:
DROPS haken: 3 stuks (Kari - haak nr. 600)


DROPS Rond- en sokkenbreinld 2,5 mm en 3,5 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
DROPS Sokkenbreinld 3 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

Sokken:
Maat: 38-41 (41-44)
Totale lengte: 58 (65) cm
Lengte voet: 23 (26) cm
Materialen: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio,
250 (300) gr nr. 53, antraciet
50 ( 50) gr nr. 44, lichtgrijs

DROPS Sokkenbreinld 2,5 mm en 3 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 45.05€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

TRUI:

Steekverhouding: 21 st x 28 nld met breinld 3.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Patroon: Zie de teltekening. 1 teltekening = 1 herhaling. De teltekeningen geven het patroon weer op de goede kant. De Nederlandse verklaring voor de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, en ze staan in dezelfde verticale volgorde als de symbolen naast de teltekening.

Boordsteek: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*.

Rand: Brei volgens de teltekening M.5, 1 nld av (= is de vouwlijn), 3 cm tricotst met de antraciet breien.

Panden: de getallen tussen () = herenmaat. Deze trui wordt rond op de rondbreinld gebreid, en bij het afwerken worden de armsgaten (en eventueel de split) open geknipt. Zet met rondbreinld 2,5 mm en antraciet 188-192-200 (200-208) st op en brei 5 cm boordsteek. Wissel naar rondbreinld 3,5 mm en brei volgens de teltekening M.1. Meerder tegelijkertijd in de 1e nld na de boordsteek gelijkmatig 52-64-72 (56-64) st = 240-256-272 (256-272) st. Brei na M.1 door volgens M.2 tot een hoogte van 28½-30½-32½ (35½-38½) cm (eindig met 3 nld antraciet). Brei door volgens M.3 op de rest van het werk – begin bij het pijltje. Let op de steekverhouding! Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 33-35-36 (39-41) cm 5 st aan beide kanten (deze st worden bij het afwerken open geknipt en vormen geen deel van het motief). Brei verder volgens het motief.

Trui met ronde hals: als er nog 15 nld van M.3 gebreid moet worden – het werk heeft een hoogte van ca 55-57-59 (62-65) cm – kant de middelste 32-34-36 (36-38) st in het voorpand af voor de hals. De rest van het werk wordt heen en weer op de nld gebreid. Kant daarbij af aan beide halszijden in elke 2e nld: 2 st x 2, 1 st x 1. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 58-60-62 (65-68) cm de middelste 38-40-42 (42-44) st in het rugpand af voor de hals. Kant daarbij in de volgende nld 2 st af aan beide halszijden. Kant de overige st af als M.3 is afgebreid. Het werk heeft een totale hoogte van ca 60-62-64 (67-70) cm.

Trui met split: kant bij een hoogte van 40-42-44 (47-50) cm de middelste 12 st in het voorpand af voor de split. Zet in de volgende nld 5 nieuwe st op over de net afgekante st (deze st worden bij het afwerken open geknipt en vormen geen deel van het motief). Kant bij een hoogte van 55-57-59 (62-65) cm de middelste 16-18-20 (20-22) st + de 5 nieuwe st af, en de rest van het werk wordt heen en weer gebreid. Kant daarbij af aan de halszijden in elke 2e nld: 2 st x 2 en 1 st x 3. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 58-60-62 (65-68) cm de middelste 38-40-42 (42-44) st in het rugpand af. Kant in de volgende nld 2 st af aan de halszijden. Kant de overige st af als M.3 is afgebreid. Het werk heeft een totale hoogte van ca 60-62-64 (67-70) cm.

Mouwen: Zet met sokkenbreinld 2,5 mm en antraciet 48-48-50 (50-52) st op en brei rond 5 cm boordsteek. Wissel naar sokkenbreinld 3,5 mm en brei volgens teltekening M.1 en vervolgens teltekening M.2. Meerder tegelijkertijd in de 1e nld na de boordsteek gelijkmatig 6-8-6 (6-6) st in de nld = 54-56-56 (56-58) st. En meerder tegelijkertijd na de boordsteek 2 st in het midden onder de mouw totaal 30-29-31 (31-32) keer in maat Dames: afwisselend in elke 3e en 4e nld. Voor de Heren: in elke 4e nld = 114-114-118 (118-122) st. Brei vanaf een hoogte van 32½-31½-30½ (37½-36½) cm volgens teltekening M.4 en daarna volgens M.5. Brei na de teltekening M.5 – het werk heeft nu een hoogte van ca 49-48-47 (54-53) cm averechte tricotst met antraciet (dwz av op de goede kant en r op de verkeerde kant). Dit extra stukje valt later over de afgeknipte randen. Kant alle st af.

Afwerken:

Trui met ronde hals: Plaats 1 merkdraad in het midden van de gemeerderde st in de armsgaten. Naai op de naaimachine 2 keer langs deze draden: 1e naad = ½ st van de merkdraad. 2e naad = ½ st van de 1e naad. Knip vervolgens de armsgaten open. Sluit de schoudernaden. Neem met sokkenbreinld 3 mm en antraciet ca 100-106 st op rondom de hals en brei de Rand. Kant de st af. Zet de mouwen in op de goede kant als volgt: Afwisselend 1 st in de laatste nld voor de averechte tricotst op de mouw, en 1 st in het rug- of voorpand vlak voor de machinenaad. Naai op de binnenkant het extra stukje van de mouw over de afgeknipte rand, zodat het de naad bedekt.

Trui met split: Plaats 1 merkdraad in het midden van de gemeerderde st in de armsgaten. Naai op de naaimachine 2 keer langs deze draden: 1e naad = ½ st van de merkdraad. 2e naad = ½ st van de 1e naad. Knip vervolgens de armsgaten open. Sluit de schoudernaden. Neem met sokkenbreinld 3 mm en antraciet ca 20-30 st op langs de linkerkant van de split en brei 3 cm tricotst, 1 nld av (= dit is de vouwlijn) en 3 cm tricotst. Herhaal dit langs de rechterkant van de split. Deze randen naar binnen omvouwen en vastnaaien. Sluit de opening beneden in de split op de goede kant. Neem met sokkenbreinld 3 mm en antraciet ca 106-116 st op rondom de hals en brei 2,5 cm tricotst. Wissel naar donkerrood en brei 2 nld tricotst, 1 nld av (= dit is de vouwlijn) en 2 nld tricotst. Wissel weer naar antraciet en brei nog 2,5 cm tricotst. Kant de st af. Deze rand naar binnen omvouwen en vastnaaien. Zet de mouwen in op de goede kant als volgt: afwisselend 1 st in de laatste nld voor de averechte tricotst op de mouw, en 1 st in het rug- of voorpand vlak voor de machinenaad. Naai op de binnenkant het extra stukje van de mouw over de afgeknipte rand, zodat het de naad bedekt. Naai de haken aan.

VERTALING SYMBOLEN TELTEKENING:
= antraciet
= lichtgrijs
= geel
= roest
= donkerrood
= groen




SOKKEN:

Steekverhouding: 22 st x 32 nld met breinld 3 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere nld om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Motief: zie de teltekening (1 teltekening = 1 rapport). De teltekeningen geven het patroon weer op de goede kant. De Nederlandse verklaring voor de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, en ze staan in dezelfde verticale volgorde als de symbolen naast de teltekening.

Boordsteek: * 2 r, 2 av *, herhaal steeds *-*.

Minderen voor de hiel:
1e nld (= goede kant): Brei totdat er nog 8 (9) st op de nld staan, haal 1 st af de nld, brei 1 r en haal de afgeh st daarover. Keer het werk.
2e nld (= verkeerde kant): Brei totdat er nog 8 (9) st op de nld staan, haal 1 st af de nld, brei 1 av en haal de afgeh st daarover. Keer het werk.
3e nld (= goede kant): Brei totdat er nog 7 (8) st op de nld staan, haal 1 st af de nld, brei 1 r en haal de afgeh st daarover. Keer het werk.
4e nld (= verkeerde kant): Brei totdat er nog 7 (8) st op de nld staan, haal 1 st af de nld, brei 1 av en haal de afgeh st daarover. Keer het werk.
5e nld (= goede kant): Brei totdat er nog 6 (7) st op de nld staan, haal 1 st af de nld, brei 1 r en haal de afgeh st daarover.
6e nld (= verkeerde kant): Brei totdat er nog 6 (7) st op de nld staan, haal 1 st af de nld, brei 1 av en haal de afgeh st daarover. Keer het werk.
7e nld (= goede kant): Brei totdat er nog 5 (6) st op de nld staan, haal 1 st af de nld, brei 1 r en haal de afgeh st daarover.
8e nld (= verkeerde kant): Brei totdat er nog 5 (6) st op de nld staan, haal 1 st af de nld, brei 1 av en haal de afgeh st daarover. Keer het werk.
Brei door op deze manier met 1 st minder per naald. Brei totdat er 12 (14) m st op de nld staan.

Sok: Zet met sokkenbreinld 2,5 mm en antraciet 72 (80) st op en brei in het rond 14 (16) cm boordsteek. Wissel naar sokkenbreinld 3 mm en brei 2 nld tricotst. Brei door volgens de teltekening M.6 (maar brei het motief van boven naar beneden). Brei vervolgens de teltekening M.2. Kant vanaf een hoogte van 30 (32) cm af voor de kuit. Kant af aan elke zijde van de middelste st achterop: haal voor de middelste 1 st los af, brei 1 r en haal de afgeh st daarover. De 2 st na de middelste st r sam.br. Herhaal dit in elke 5e nld (4e nld) totaal 12 (14) keer = 48 (52) st. Plaats bij een hoogte van 50 (56) cm de middelste 24 (26) m voor op een draad (dit stukje wordt met antraciet afgebreid). Brei vervolgens 5 (6) cm tricotst (hiel) over de middelste 24 (26) st achter op. Kant vervolgens af voor de hiel (zie beschrijving hierboven). Neem daarna 12 (13) st op aan elke zijde van de hiel en zet alle st terug op dezelfde breinld = 60 (66) st. Kant vervolgens af als volgt: Brei de eerste 2 st van de bovenste 24 (26) st r samen en de 2 laatste st van de bovenste 24 (26) st r samen in elke 2e nld totaal 6 keer = 48 (54) st. Brei door tot de voet een lengte van ca 19 (21½) cm heeft. Plaats nu een merkdraad aan de weerskanten van de voet en kant af voor de tenen aan elke zijde van de merkdraden als volgt: Brei de 2 st voor de merkdraad r samen en ook de 2 st na de merkdraad r sam.br. Herhaal dit 3 keer in elke 2e nld = 36 (42) st. Vervolgens 7 (9) keer in elke nld = 8 (6) st. Rijg de draad door de overige st, en hecht stevig af.

VERTALING SYMBOLEN TELTEKENING:
= antraciet
= lichtgrijs

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 03.03.2006
Teltekening M.7 = naald 1 t/m naald 36 van de hoge teltekening.

Telpatroon

symbols = antraciet
symbols = lichtgrijs
symbols = geel
symbols = roestrood
symbols = donkerrood
symbols = groen
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 47-23

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (17)

country flag Ineke Verkade wrote:

Waar vind ik telpatroon M3 en M4? M4 wordt genoemd in het patroon voor de mouwen en M3 in het telpatroon voor het lijf. Graag uw antwoord

12.10.2021 - 18:23

DROPS Design answered:

Dag Ineke,

Het staat inderdaad niet duidelijk aangegeven. Ik heb het even bekeken en ik dank dat het lange telpatroon, waar de pijltjes bij staan onderaan, M.3 moet zijn en dat je voor de sok M.6 moet breien in plaats van M.4 Ik heb dit even doorgegeven aan de ontwerpafdeling om te controleren zodat er een aanpassing op het patroon kan komen.

13.10.2021 - 07:59

country flag Julie wrote:

Hej. Jeg er i tvivl om denne del af opskriften: "Samtidig når arb måler 33-35-36 (39-41) cm tages der 5 m ud i hver side (disse m er til at klippe op i bagefter og strikkes ikke ind i mønsteret). Fortsæt mønsteret opover." Betyder det, at man slår 5 maske op i hver side og fortsætter med at strikke ensfarvet opover eller skal man få mønsteret til at passe til de nye masker? Mvh. Julie

15.02.2021 - 23:29

DROPS Design answered:

Hej Julie, de nye masker kan strikkes ensfarvet, dem bruger du til at klippe i bagefter :)

16.02.2021 - 15:36

country flag Maria Vernooy wrote:

Dit model is te breien in de maat M/L. Wat is de confectiemaat (Europees) voor Heren als ik M/L brei?. Mijn man heeft normaal XXL truien als hij die in de winkel koopt. Is het ook mogelijk deze trui in een grotere maat te breien? Waar kan ik dan het patroon vinden? Wel hetzelfde motief. Het gaat om het nr.Drops 47-23.

14.07.2020 - 12:45

DROPS Design answered:

Dag Maria,

Dit is een wat ouder patroon en helaas alleen beschikbaar in de aangegeven maten. Onderaan het patroon staat een maattekening. Om de juiste maat te kiezen kun je het beste een bestaande trui pakken en de maten daarmee vergelijken.

15.07.2020 - 18:23

country flag Maria wrote:

Hei! Paljonko silmukoita lisään, jos haluan tehdä paidan miesten xxl kokoisena?

12.04.2020 - 09:50

country flag Rebekka Mie Bohm wrote:

Hej igen. Nu er jeg nået til indtagning til halsen (jeg strikker "bluse med rund hals). Jeg er lidt usikker på, hvad det betyder: "... videre lukkes der af mod halsen på hver 2.p: 2 m 2 gange, 1 m 1 gang." Skal jeg ikke lukke en maske af i hver side af halskanten på hver 2. pind? Mvh. Rebekka

19.07.2018 - 19:53

country flag Rebekka Mie Bohm wrote:

Hej :) Jeg er lidt i tvivl, når der skrives i opskriften: "..når arbejdet måler xx cm." Er det inklusiv de 5 cm rib eller uden? Mvh. Rebekka Bohm

11.03.2018 - 17:31

DROPS Design answered:

Hej Rebekka, du måler fra starten med mindre vi skriver "herfra måles nu arbejdet". God fornøjelse!

16.03.2018 - 15:35

country flag Anngelica Lind wrote:

Jag har ju avmaskat 12 maskor för sprundet. Alltså har jag 260 maskor.

07.02.2017 - 14:01

DROPS Design answered:

Hej. Mit svar forbliver det samme. Du flytter ikke mönstret. Du springer over de 12 m og strikker de samme masker som för.

07.02.2017 - 14:12

country flag Anngelica Lind wrote:

Jag har ju avmaskatid 12 maskor för sprundet. Alltså har jag 260 maskor.

07.02.2017 - 08:17

country flag Anngelica Lind wrote:

Nej jag har 260 maskor. Eftersom jag maskar av 12 maskor för sprundet. Nånting måkte vara fel i mönstret

02.02.2017 - 21:03

DROPS Design answered:

Hej Anngelica. Det aendrer ikke paa hvad jeg forklarede dig. Du har lukket af de 12 m i midten til split - og saa har du 260 m, men du strikker jo stadig mönstret fra starten af pinden paa samme maade som för over de samme m som för - men du har saa ikke de 12 m midtfor, dem springer du over og fortsaetter som för paa den anden side. Det du vil er starte forfra fra pilen og saa strikke direkte over de 260 m - men saa forskyder du mönstret og det er ikke det du skal. Det er ikke fejl.

07.02.2017 - 14:06

country flag Anngelica Lind wrote:

Jag får verkligen inte ihop det. Jag har ju 260 maskor när jag räknat bort de som är för att klippa i sen. Men jag får 260/16 till 16,25 jag får alltså tre maskor över när jag gör som du skriver 😢

01.02.2017 - 14:35

DROPS Design answered:

Hej Anngelica. Du skal öke maskerne til at klippe i. Du skal have 272 m ekslusiv de 5 m i hver side. Og naar du senere lukker af til split eller hals, saa skal du strikke over de samme masker som för, du skal ikke begynde paany, for saa forskyder du jo mönstret.

02.02.2017 - 14:12