DROPS Camelia/Jasmin
DROPS Camelia/Jasmin
100% puur lamswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS Baby 2-14
Het setje bestaat uit: trui, broekje, muts en sokken.
Materialen: DROPS Camelia van Garnstudio
(of gebruik DROPS Safran van Garnstudio)

NB! Camelia is niet meer verkrijgbaar.
DROPS Alpaca van Garnstudio is hier een uitstekend alternatief!
Maar let op de andere looplengte bij gebruik van een ander garen!

Voor het hele setje is nodig:
150-150 (200-200) gr nr. 7, wit
200-200 (250-250) gr nr. 25, blauw
50 -50 (50 -50) gr nr. 11, mint
50 -50 (50 -50) gr nr. 15, geel
50 -50 (50 -50) gr nr. 1, zalm
Als u alleen de trui breit, is nodig:
100-100 (150-150) gr nr. 7, wit
50 -50 (50 -50) gr nr. 25, blauw
50 -50 (50 -50) gr nr. 11, mint
50 -50 (50 -50) gr nr. 15, geel
50 -50 (50 -50) gr nr. 1, zalm
2 knapper.

Breit u alleen het broekje, gebruik dan:
150-150 (200-200) gr nr. 25, blauw

Gaat u alleen de sokken breien, gebruik dan:
50-50 (50-50) gr nr. 15, geel
50-50 (50-50) gr nr. 1, zalm

Gaat u alleen de muts breien, gebruik dan:
50-50 (50-100) gr nr. 7, wit
+ een restje van de motiefkleuren van de trui voor de kwastjes.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Camelia/Jasmin
DROPS Camelia/Jasmin
100% puur lamswol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

VERKLARING SYMBOLEN:
= zalm
= wit
= wit, av
= blauw
= mint
= geel

TRUI:

Maat: 3 - 6/9 (12/18 - 24) maanden.
DROPS Rond- en sokkenbreinld nr. 2,5 en 3.

Steekverhouding:
10 x 10 cm = 24 st x 32 nld met breinld nr. 3 in tricotst.
Gebruik indien nodig grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordsteek: * 1 r, 1 av *

Voor- en rugpand: zet met rondbreinld nr. 2,5 en mint 120-132 (144-158) st op en brei rond 3-3 (3-4) cm boordsteek, maar wissel na de 1e tr naar wit. Wissel vervolgens naar rondbreinld nr. 3 en brei tricotst en meerder tegelijkertijd gelijkmatig 0-0 (0-10) st in de 1e tr = 120-132 (144-168) st. Brei door met wit tot een hoogte van 9-12 (15-17) cm. Brei volgens de teltekening M.1 (begin bij het pijltje en brei het voorpand. Begin weer bij het pijltje als u het rugpand gaat breien – op deze manier breien bij alle motieven). Deel tegelijkertijd bij een hoogte van 14-16 (19-20) cm het werk in tweeën, het voor- en rugpand worden vanaf hier afzonderlijk verder gebreid.

Voorpand: = 60-66 (72-84) st. Brei na M.1 teltekening M.2, en daarna teltekening M.3. Brei vervolgens: maat 3 + 6/9 maanden: M.4 en vervolgens de rest van het werk met blauw breien. Maat 12/18 + 24 maanden: 12 tr van M.4 en vervolgens de rest van het werk met blauw breien. Vergeet niet om teltekening M.4 een beetje te verschuiven, zodat er niet 2 driehoekjes recht boven elkaar vallen. Kant bij een hoogte van 22-25 (29-31) cm de middelste 14-16 (18-22) st af voor de hals, en kant hierna af aan de halszijde in elke 2e nld: 2 x 2 st en 2 x 1 st. Kant de overige st voor de schouders bij een totale hoogte van 26-29 (33-35) cm.

Rugpand: = 60-66 (72-84) st. Als het voorpand breien, maar als u begint met teltekening M.3, kant dan ook de middelste 4 st af voor het split, en brei elk deel afzonderlijk verder. Linkerkant: Begin door 4 nieuwe st aan de kant van de split op te zetten als rand, en brei door met blauw en boordsteek = 32-35 (38-44) st. Kant bij een hoogte van 24-27 (31-33) cm af voor de hals aan elke zijde van de split in elke 2e nld: 1 x 13-14 (15-17) st en 2 x 1 st. Kant de overige 17-19 (21-25) st voor elke schouder af bij een totale hoogte van 26-29 (33-35) cm. Rechterkant: als de linkerkant breien, maar kant na 2 cm af voor 1 knoopsgat in het midden van de 4 nieuwe steken. 1 knoopsgat = kant 2 st af, zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de net afgekante st. Kant de st af bij een totale hoogte van 26-29 (33-35) cm.

Mouw: zet met sokkenbreinld nr. 2,5 en mint 38-40 (40-42) st op en brei rond 2-2 (3-3) cm boordsteek, maar wissel naar wit naar de 1e tr. Wissel naar sokkenbreinld nr. 3 en brei door in tricotst en meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 2-4 (8-10) st in de 1e tr = 40-44 (48-52) st. Hierna meerderen in het midden van de ondermouw 9-9 (10-10) x 2 st voor maat 3 maanden: in elke 4e tr. Voor maat 6/9 maanden: afwisselend in de 5e en 6e tr en voor maat 12/18+24 maanden: in elke 5e tr = 58-62 (68-72) st. Brei vanaf een hoogte van 11-15 (16-17) cm teltekening M.3 (plaats 1 rapport op het midden van de mouw), en brei vervolgens de rest van de mouw als de panden. Kant alle st af bij een totale lengte van 16-20 (22-23) cm.

Afwerken: sluit de schoudernaden. Sluit de randen van het split beneden. Neem met sokkenbreinld nr. 2,5 en blauw ca 80 - 90 st op en brei 2 cm tricotst, en kant na 0,5 cm af voor 1 knoopsgat boven het eerste knoopsgat. Brei verder 1 nld av, en nog 2 cm tricotst (maak hier nog een knoopsgat boven het eerste), en kant de st af. Dit beleg omvouwen en op de binnenkant vastnaaien. Naai de mouwen aan in de eerste st zodat de naad niet te dik wordt. Naai de knopen aan.




BROEKJE:

Maat: 3 - 6/9 (12/18 - 24) maanden.
DROPS Rond- en sokkenbreinld nr. 2,5 en 3.

Steekverhouding:
10 x 10 cm breed = 24 st x 32 nld met breinld nr. 3 en teltekening M.5.
10 cm breed = 26 st met breinld nr. 2,5 in tricotst.
Gebruik indien nodig grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Beleg: 3 cm tricotst, 1 tr av (= hier omvouwen – vanaf hier het werk meten), 3 cm tricotst.

Broekje: vanaf de taille naar beneden breien. Zet met rondbreinld nr. 2,5 en blauw 130-140 (150-150) st op en brei het beleg. Wissel naar rondbreinld nr. 3 en meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 30-20 (30-30) st in de 4e tr = 160-160 (180-180) st. Brei de 1e nld op deze manier (begin in het midden achter): 80-80 (90-90) st van teltekening M.5 (M.5 en M.6 met blauw breien), 80-80 (90-90) st van teltekening M.6. Bij een hoogte van 16-18 (20-21) cm meerderen in het midden voor- en midden achter (voor het middenstukje) in het stukje tussen M.5 en M.6 aan elke zijde van de 1 middenst: 1 st x 7 in elke 2e tr = 188-188 (208-208) st – de gemeerderde st in tricotst breien. Kant na het meerderen als het werk een hoogte van ca 20-22 (24-25) cm heeft, de 14 gemeerderde st voor- en achterop af = 160-160 (180-180) st. Het werk is nu in tweeën gedeeld voor de pijpen.

Rechter pijp: = 80-80 (90-90) st. Brei door volgens het motief. Kant bij een hoogte van 35-39 (44-49) cm 34-28 (36-32) st gelijkmatig af in de nld = 46-52 (54-58) st. Wissel naar sokkenbreinld nr. 2,5 en brei het beleg. Kant de st af.
Linker pijp: als de rechter pijp breien.

Afwerken: sluit het middenstukje tussen de benen. De beleggen omvouwen en aan de binnenkant vastnaaien. Rijg een koordje door het tunneltje in de taille.




MUTS:

Maat: 3 - 6/9 (12/18 - 24) maanden.
Omtrek van de muts: 42-46 (48-50) cm.
DROPS Sokkenbreinld nr. 3.

Steekverhouding:
10 x 10 cm breed = 24 st x 32 nld met breinld nr. 3 en teltekening M.5.
10 cm breed = 26 st met breinld nr. 2,5 in tricotst.
Gebruik indien nodig grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Beleg: 3 cm tricotst, 1 tr av (= hier omvouwen – vanaf hier het werk meten), 3 cm tricotst.

Muts: zet met sokkenbreinld nr. 3 en wit 100-110 (115-120) st op en brei het beleg (zie hierboven). Brei vervolgens teltekening M.5 tot een hoogte van 19-21 (23-25) cm. Kant alle st af. Sluit de naad boven op de muts. Naai 4 kwastjes van verschillende kleuren gelijkmatig aan deze naad.

Advies: voor de gevoelige huid: brei de eerste 3 cm van het beleg met Safran (Safran, = 100 % Egyptisch katoen).




SOKKEN:

Zie het patroon bij BabyDROPS 2-11.

Brei in plaats van 10-11 (11-12) cm boordsteek 6-7 (7-8) cm boordsteek. Brei met zalm tot de hak en wissel hier naar geel. Bij het afkanten voor de tenen weer met zalm breien.

Telpatroon

symbols = zalm
symbols = wit
symbols = wit, averecht
symbols = blauw
symbols = mint
symbols = geel
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 2-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (8)

country flag Norma Deckers wrote:

Ik ben bezig met patroon Arlequin. Nu moet je daar een een split in maken met knopen. Er staat dat je 90 steken op moet nemen en dan 2 cm in tricotsteek moet breien . daarna 1 nld averechts en dan weer 2 cm tricotsteek. Maar dit moet toch boordsteek zijn. Want op de foto is de hals in boordsteek gebreid. Bedankt voor uw antwoord.

25.01.2020 - 00:04

DROPS Design answered:

Dag Norma,

Nee, deze bies brei je in tricotsteek en je breit er 1 naald averecht tussen. Op deze naald averecht wordt de bies omgevouwen.

26.01.2020 - 16:06

country flag Johanne Jürgens wrote:

Hej Jeg er ved at strikke bukserne af model Ø-020-by. Dog er jeg stødt på et problem. Jeg ved simpelthen ikke hvad der menes med “der tages 30 m ud jævnt fordelt på p4p”. Hvad menes der med p4p?

11.03.2019 - 08:06

DROPS Design answered:

Hej Johanne, det ser ud som om at det er "å" som er blevet til 4... Det vil sige der skal stå jævnt fordelt på pinden. God fornøjelse!

13.03.2019 - 16:02

country flag Leileika wrote:

Bij dit patroon ontbreekt niet alleen de beschrijving van de kleuren maar het telpatroon ontbreekt. Ook het getekende patroon is niet aanwezig. Ik heb inmiddels op de Duitse vertaling gekeken daar staat het patroon gelukkig wel. Maar voor de niet ‘meer’ Talige breisters zou het fijn zijn als het patroon hier wordt toegevoegd

09.01.2018 - 15:08

DROPS Design answered:

Hallo Leileika, Bedankt voor het doorgeven. Ik heb het telpatroon er zojuist bijgezet.

09.01.2018 - 22:13

country flag Kitte Engberg Nielsen wrote:

Hvor er m 5 på opskrift. Der mangler også hvordan man laver de fire spidser. Opskrift babydrops 2-14

21.01.2016 - 14:51

DROPS Design answered:

Hej Kitte. Ja, M.5 mangler, vi skal faa det lagt paa. Du laver de 4 spidser paa denne maade: Sy en søm midt på hovedet, Sy 4 duske i hver sin farve jævnt fordelt på sømmen = saadan jeg forstaar det, saa lukker du bare sömmen i één og fordeler duskene hen over sömmen, der kommer kun 2 spidser men duske.

22.01.2016 - 16:04

country flag DROPS Design NL wrote:

Hoi Carin. Ik zie dat ik wel een antwoord het geplaatst onder hulp-bij-het-breien. De verklaring van de symbolen staan aan het begin van het patroon. Zie VERKLARING SYMBOLEN. De vertalingen staan in dezelfde volgorde als op de teltekening. Dwz, hokje met diagonale streep is zalm, leeg hokje is wit, en hokje met kruis is wit, av enz. Ik hoop dat het nu duidelijk is. Mvg. Tine

05.06.2008 - 09:33

country flag Carin Van Asten wrote:

Geachte mevrouw Na ons telefoongesprek hierbij mijn vragen; bij de verklaring van symbolen staan wel de kleuren maar niet de symbolen. Ben met het broekje begonnen maar we (schoonmoeder) en ik kwamen er niet uit wat hvit,vr betekent. gr. carin van asten T0640910075

04.06.2008 - 10:38

country flag DROPS Design NL wrote:

Aan het begin van het patroon staat "VERKLARING SYMBOLEN". Deze zijn de vertalingen van de teltekening. De vertalingen staan in dezelfde verticale volgorde als op de tekening. Succes ermee. Tine

31.05.2008 - 19:52

country flag Carin wrote:

Beste heer/ mevrouw Er staat bij het broekje over teltekening M.5 en over teltekening M.6. Dan kijk ik naar de tekening en zie ik een kruisje staat met daarbij hvit,vr. Ik kan nergens vinden wat het betekent en wat hiermee bedoelt wordt. Met vriendelijke groet carin van asten

30.05.2008 - 21:44