DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Winter Lines

Gebreide omslagdoek in DROPS Merino Extra Fine of DROPS Daisy. Het werk wordt gebreid van boven naar beneden met reliëfpatroon.

DROPS 234-46
DROPS design: Patroon me-254
Garengroep B
----------------------------------------------------------

MAAT:
Hoogte: Gemeten over het midden = ongeveer 48 cm
Breedte: Gemeten over de bovenkant van de ene naar de andere zijkant = ongeveer 144 cm.

MATERIAAL:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
300 g kleur 08, lichtbeige

Of gebruik:
DROPS DAISY van Garnstudio (behoort tot garengroep B)
300 g colour 02, marsepijn

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 mm: Lengte: 80 cm
DROPS KABELNAALD.

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte in tricotsteek = 10 x 10 cm.
21 steken in de breedte en 42 naalden in de hoogte in ribbelsteek = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (aan elke kant van omslagdoek):
Meerder vanaf zowel de goede kant als de verkeerde kant!
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken aan de binnenkant van de buitenste steek aan elke kant. Brei op de volgende naald de omslag recht/averecht afhankelijk van het patroon (zodat er een gaatje ontstaat).

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (het midden van de omslagdoek):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt.
Meerder door 1 omslag te maken aan elke kant van de steek met de markeerdraad.
Brei de omslagen als volgt – op de verkeerde kant:
VOOR DE STEEK MET DE MARKEERDRAAD:
Brei de omslag averecht in de achterste lus van de steek, zodat er geen gaatje ontstaat.
NA DE STEEK MET DE MARKEERDRAAD:
Haal de omslag af en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker naald in vanaf de achterkant als u hem terug zet op de naald). Brei de omslag averecht in de voorste lus van de steek, zodat er geen gaatje ontstaat.
Brei dan de gemeerderde steken in tricotsteek.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK/SJAAL - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. Vanwege de aantal steken kan het misschien handig zijn om de steken op verschillende rondbreinaalden van dezelfde dikte te zetten bij het meerderen.

OMSLAGDOEK:
Zet 7 steken op rondbreinaald 4 mm met DROPS Merino Extra Fine. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant. Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek op de naald - dit is de middelste steek en de middelste steek wordt gebreid in tricotsteek tot het einde.
Brei dan en meerder als volgt:

NAALD 1 (= goede kant): 1 steek in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, meerder 1 steek - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, brei recht tot de middelste steek, meerder 1 steek aan elke kant van de middelste steek - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2, brei recht tot er 1 steek over is, meerder 1 steek - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, eindig met 1 steek in ribbelsteek (= 4 steken gemeerderd).

NAALD 2 (= verkeerde kant): 1 steek in ribbelsteek, meerder 1 steek - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, brei recht tot de middelste steek (brei de omslagen zoals uitgelegd in TIP VOOR HET MEERDEREN-2), brei de middelste steek averecht, brei recht tot er 1 steek over is, meerder 1 steek - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, eindig met 1 steek in ribbelsteek (= 2 steken gemeerderd).
Herhaal de 1e en 2e naald tot het werk 5 cm meet in de breirichting = ongeveer 67 steken op de naald. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Brei nu het patroon volgens telpatroon zoals uitgelegd hieronder - lees het deel PATROON hieronder voordat u verder gaat.
Ga TEGELIJKERTIJD verder met de meerderingen op dezelfde manier als hiervoor, dus meerder 4 steken aan de goede kant en 2 steken op de verkeerde kant over het hele werk.

PATROON:
Begin elk telpatroon aan de goede kant, na het meerder op het begin van de naald. Brei telpatroon zover u kunt tot de middelste steek, brei de gemeerderde steken die niet in het patroon passen in tricotsteek/ribbelsteek tot de middelste steek.
Meerder aan elke kant van de middelste steek zoals hiervoor, brei hetzelfde aantal steken in tricotsteek/ribbelsteek na de middelste steek, begin het telpatroon zodat het patroon symmetrisch is aan elke kant van de middelste steek (A.3A en A.3C zijn niet helemaal symmetrisch aan elke kant van de middelste steek), brei telpatroon tot het meerderen aan het einde van de naald.
Brei de gemeerderde steken in tricotsteek, brei de kantsteek aan elke kant in ribbelsteek en brei de middelste steek in tricotsteek. Houd de volgorde van het telpatronen aan zoals uitgelegd hieronder.

Brei A.1 zoals uitgelegd hierboven tot het werk 15 cm meet in de breirichting en de volgende naald is aan de goede kant. Er zijn nu ongeveer 151 steken op de naald.

Brei A.2 zoals uitgelegd hierboven. Als A.2 is gebreid, zijn er ongeveer 181 steken op de naald en de volgende naald wordt aan de goede kant gebreid.

Brei A.3 zoals uitgelegd hierboven (dus brei A.3A, brei A.3B 10 keer in totaal, A.3C en brei iedere overgebleven steken voor de middelste steek in tricotsteek - na de middelste steek breit u hetzelfde aantal steken in tricotsteek als voor de middelste steek, brei dan patroon op dezelfde manier, dus A.3A, A.3B 10 keer in totaal, A.3C).
Als A.3 is gebreid, zijn er ongeveer 235 steken op de naald en de volgende naald wordt aan de goede kant gebreid.

Brei A.4 zoals uitgelegd hierboven – meerder tegelijkertijd op de volgende tot laatste naald 36 steken verdeeld (18 steken aan elke kant van de middelste steek). Als A.4 is gebreid, zijn er ongeveer 325 steken op de naald en de volgende naald wordt aan de goede kant gebreid.

Brei A.5 zoals uitgelegd hierboven. Brei A.5 2 keer in totaal in de hoogte. Na A.5 zijn er ongeveer 373 steken op de naald en de volgende naald wordt aan de goede kant gebreid.

Brei 2 naalden in tricotsteek met meerderingen zoals hiervoor en 1 steek in ribbelsteek aan elke kant zoals hiervoor - minder tegelijkertijd op de eerste naald (goede kant) 36 steken verdeeld (18 steken aan elke kant van middelste steek) = ongeveer 343 steken op de naald en de volgende naald wordt aan de goede kant gebreid.

Brei dan 7 ribbels in ribbelsteek heen en weer gebreid (brei de middelste steek in tricotsteek), en meerder op dezelfde manier als hiervoor. Na de laatste naald op de verkeerde kant zijn er ongeveer 385 steken op de naald.
De omslagdoek meet ongeveer 38 cm in breirichting. Kant ietwat losjes af met recht aan de goede kant.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald de omslag averecht in de achterste lus van de steek om een gaatje te voorkomen (de steek draait richting links, gezien aan de goede kant)
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, haal op de volgende naald de omslag af en zet hem gedraaid terug op de linker naald (voeg de naald in vanaf de achterkant als u de steek van de naald afhaalt en zet hem terug op de naald). Brei de omslag averecht in de voorste lus van de steek om een gaatje te voorkomen (de steek draait richting rechts gezien aan de goede kant)
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = zet 1 steek op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken.
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 234-46

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (15)

country flag Bettina Hausager wrote:

Jeg ønsker tørklædet længere, har prøvet at tage ekstra ud i enderne og 2x20 istedet for 2x18 men synes ikke det blir godt. Kan I hjælpe? Pft

21.10.2023 - 21:27

DROPS Design answered:

Hej Bettina, du skal tage ud på samme måde som du har gjort, sjalet vil både blive højere og bredere når du fortsætter med at strikke og tage ud :)

24.10.2023 - 09:10

country flag Alida Bell wrote:

Hi Drops 234-46 Thank you for pattern, I have trouble with following the pattern 3A 3B 3C. This pattern begins 3 rows down from the top beneath the 2A. ROW 1 knit ROW 2 Pearl ROW 3 Knit ROW 4 Pearl which is what it indicates on the grid/graph/pattern. Thank you Kind regards Alida Does this mean that it begins on the wrong side, ie working the pattern on the wrong side PEARL ROW??? Please can you clarify this for me.

09.10.2023 - 14:29

DROPS Design answered:

Dear Mrs Bell, read the diagrams bottom up, then when starting A.3A, insert a marker before beginning A.3A, work A.3A, repeat A.3B, work A.3C and insert a marker after A.3C, you will have then the placement of pattern for the first size, just work all remaining stitches before A.3A/after A.3C because of increases in stocking stitch and line up the diagrams; And correct, from WS you will purl all stitches in A.3. Happy knitting!

09.10.2023 - 16:22

country flag Lise Simoneau wrote:

Bonjour je ne comprend pas le point de fantaisie À.3A,A3B!A3.Est ceque la barre noir du graphique de A3A c est le graphique le 3 ieme avant dernier dans la Legendre diagramme? Merci de me répondre car je suis bloquée à cette étape .

07.10.2023 - 13:59

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Simoneau, les barres obliques des diagrammes sont les symboles 5 et 6 de la légende: dans A.3A, on tricote 2 m ens à l'end et dans A.3C, on glisse 1 m à l'end, on tricote 1 m end et on passe la maille glissée par-dessus la maille tricotée. Chacune de ces diminutions est compensée par 1 jeté pour que le nombre de mailles reste bien le bon. Attention, les jetés se tricotent différemment sur l'envers pour qu'ils soient orientés dans le bon sens. Bon tricot!

09.10.2023 - 08:32

country flag Veronika wrote:

Erst Mal danke für den tollen Service! Ich komme mit Muster 3 nicht klar. Am Beginn jeder Reihe sind es ja zwei Maschen mehr als die Reihe zuvor. Wo beginnt denn nun das Muster? Verschiebt es sich immer um die beiden neuen Maschen nach außen oder muss ich die zugenommen Maschen ignorieren? Ich kann das Muster am Anfang nicht erkennen und auf dem Bild auch nicht so genau. Danke für die Hilfe. Veronika des Musters immer eine Masche nach innen

23.07.2023 - 15:23

DROPS Design answered:

Liebe Veronika, stricken Sie die Zunahmen am Anfang und am Ende der Reihe glatt rechts, so wird A.3A immer genauso an der gleichen Stelle anfangen und A.3C (vor der Ende der Reihe) auch an der gleichen Stelle enden - zwischen der mittleren Maschen stricken Sie so viele neuen Maschen wie möglich im Muster (auch die Zunahmen). Viel Spaß beim stricken!

27.07.2023 - 12:03

country flag Strickerin wrote:

Hallo liebes Drops-Team,\r\nich komme mit Muster A3 A-C nicht zurecht. Obwohl ich der Anleitung genau folge und das Video zu den Zunahmen in Rückreihen geschaut habe, sehen nur die sich nach rechts neigenden Hälften des Dreiecksmusters (auf der rechten Seite meines Tuchs) so aus wie auf den Fotos zum Schal. Auch auf einem kleinen Musterstück will es nicht klappen und mir gehen die Ideen aus, was ich noch probieren könnte. Haben Sie vielleicht einen Tipp für mich? Herzliche Grüße K.

21.04.2023 - 14:02

country flag Uta wrote:

Die Wolle soll in beige gekauft werden, aber ich möchte gerne dieses Tuch wie auf dem Foto blau-beige stricken. Wie bekommt man das hin? Danke

13.01.2023 - 15:17

DROPS Design answered:

Liebe Uta, am besten wenden Sie sich direkt an Ihrem DROPS Händler, dort wird man Ihnen die beste passende Farbe - auch per Telefon oder per E-Mail - empfehlen. Viel Spaß beim stricken!

13.01.2023 - 15:28

country flag Ingela Hill wrote:

Behöver hjälp med diagrammet A3A. Det blir fel hela tiden. Jag får inte zickzacken. Allt lutar åt samma håll. Särskilt på fjärde raden i diagrammet där det är en maskas mellanrum. Det blir jättekonstigt. Då får jag det inte att stämma med de första varven =( med hoptagning och omslag.) Ritat upp på rutpapper hur många gånger som helst. Hoppas ni förstår vad jag menar

01.12.2022 - 18:20

DROPS Design answered:

Hei Ingela. Litt usikker på hva du helt mener, men husk å lese begge øketips og hvordan de skal strikkes og husk å lese riktig forklaring til riktig diagramikon. Strikk gjerne en liten prøvelapp av A.3a slik at du ser at det blir en sikksakk. mvh DROPS Design

05.12.2022 - 11:47

country flag Hansi Koekkoek wrote:

Wat wordt er precies bedoeld met: “brei A. 3A, brei A. 3B 10 keer in totaal, A. 3C” ????

14.11.2022 - 02:10

DROPS Design answered:

Dag Hansi,

Aan het begin van de naald brei je eerst A.3A, dan herhaal je 10 keer in de breedte A.3B en tot slot brei je de laatste steken voor de middelste steek op de naald in A3C. Dan brei je de middelste steek om vervolgens nog een de patronen te herhalen zoals hierboven beschreven.

14.11.2022 - 20:51

country flag Hansi Koekkoek wrote:

Ik begrijp À.3A À.3B A.3C niet. Kunt u dit wat duidelijker uitleggen? Overigens een mooi patroon.

11.11.2022 - 22:36

country flag Renate wrote:

Hallo nettes Drops Team. . Nun Meine Frage.Warum werden 18 maschen aufegnommen und dann wieder abgenommen: Wenn ich das Tuch verlängeren möchte bleibt es dann bei den 18 Maschen? Vielen lieben Dank

10.11.2022 - 20:24

DROPS Design answered:

Liebe Renate, man braucht mehr Maschen für die Zöpfen in A.5 als für Glattrechts, deshalb werden 18 Maschen x 2 (36 Maschen insgesamt) zugenommen dann wieder abgenommen - ja nach die gewünschte Länge sollen Sie dann vielleicht mehr als 18 M x 2 abnehmen. Viel Spaß beim stricken!

11.11.2022 - 09:07