DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Mint Breeze Jacket

Gebreid vest in DROPS Alpaca. Het werk wordt gebreid van onder naar boven met kantpatroon op de mouwen. Maat: S - XXXL

DROPS 220-22
DROPS design: Patroon z-921
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS ALPACA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
300-300-350-400-400-450 g kleur 7139, mineraalblauw

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte in tricotsteek en kantpatroon = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 mm
DROPS RONDBREINAALD 3 mm: Lengte 40 en 60 of 80 cm voor tricotsteek/kantpatroon.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 mm
DROPS RONDBREINAALD 2.5 mm: Lengte 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOOP GEBOGEN (wit), NR 522: 5-5-5-6-6-6 stuks

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.20 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1, A.2 en A.3. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 216 steken) minus de kantsteken (dus 2 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken minderingen (dus 34) = 6.3.
In dit voorbeeld mindert u door ongeveer iedere 5e en 6e steek recht samen te breien.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 4 steken), maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

KNOOPSGATEN:
Minder voor 5-5-5-6-6-6 knoopsgaten op de rechter voorbies.
1 knoopsgat = brei 2 steken samen, maak 1 omslag - LET OP: Het ziet er mooier uit als u mindert voor het knoopsgat door 2 steken averecht samen te breien in een deel met 2 averechte steken (gezien aan de goede kant). Brei op de volgende naald de omslag recht om gaatjes te maken.
Het onderste knoopsgat moet op ongeveer 4-6 cm vanaf de onderkant komen, en het bovenste knoopsgat ongeveer 1 cm vanaf de halsrand. Plaats de overgebleven 3-3-3-4-4-4 knoopsgaten verdeeld met ongeveer 7-7½-8-6½-7-7½ cm tussen elk knoopsgat.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Brei het lijf heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven tot de armsgaten. Kant af voor de armsgaten. Brei dan het achterpand en de voorpanden apart heen en weer op de rondbreinaald. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop / een korte rond van onder naar boven tot waar de mouwkop begint. Brei dan de mouwkop heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Naai het werk samen op de schouders en naai de mouwen in. Brei de biezen in boordsteek en een halsrand in ribbelsteek aan het einde.

LIJF:
Zet 216-240-260-288-328-360 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant richting midden voor) op rondbreinaald 2.5 mm met Alpaca. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 1 kantsteek in RIBBELSTEEK – lees uitleg hierboven, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 recht, en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga zo verder met boordsteek voor 6 cm.
Als de boordsteek is gebreid, ga dan verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald recht aan de goede kant en minder 34-38-42-46-54-58 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MINDEREN = 182-202-218-242-274-302 steken. Voeg 1 markeerdraad in na 43-48-52-58-66-73 steken vanaf elke kant. Er zijn 96-106-114-126-142-156 steken op het achterpand tussen de markeerdraden. Neem de markeerdraden in de hoogte mee tijdens het breien; ze worden later gebruikt voor de meerderingen in de zijkanten op het lijf. Brei in tricotsteek met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Meerder bij een hoogte van 8 cm, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 4-4-4-4-5-5 cm 5 keer in de hoogte in totaal aan elke kant = 202-222-238-262-294-322 steken.
Ga verder met breien tot het werk 26-27-28-29-30-31 cm meet. Kant nu af voor de armsgaten, dus brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 45-50-54-59-67-74 steken zoals hiervoor (= voorpand), kant 6-6-6-8-8-8 steken af voor de armsgaten (de markeerdraad is in het midden van deze steken), brei 100-110-118-128-144-158 steken zoals hiervoor, kant 6-6-6-8-8-8 steken af voor het armsgat (de markeerdraad is in het midden van deze steken), en brei dan de overgebleven 45-50-54-59-67-75 steken zoals hiervoor (= voorpand). Eindig de achter- en voorpanden apart zoals uitgelegd hieronder.

ACHTERPAND:
= 100-110-118-128-144-158 steken. Ga verder met tricotsteek heen en weer gebreid op de rondbreinaald, en kant af voor de armsgaten op het begin van iedere naald aan elke kant als volgt: Kant 0-0-0-1-2-3 keer 0-0-0-3-3-3 steken af, 2-3-4-4-6-7 keer 2 steken en 2-3-4-5-5-6 keer 1 steek = 88-92-94-96-98-100 steken over.
Kant dan bij een hoogte van 44-46-48-50-52-54 cm, de middelste 42-44-46-48-50-52 steken af voor de hals en eindig elk schouder apart.
Ga verder met tricotsteek en kant 1 steek af op de volgende naald vanaf de hals = 22-23-23-23-23-23 steken over op de schouder. Brei tot het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet. Kant dan losjes af met recht aan de goede kant. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

RECHTER VOORPAND:
= 45-50-54-59-67-74 steken. Ga verder heen en weer gebreid in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek richting midden voor. Kant TEGELIJKERTIJD af voor de armsgaten op het begin van iedere naald vanaf de zijkant als volgt: Kant 0-0-0-1-2-3 keer 0-0-0-3-3-3 steken af, 2-3-4-4-6-7 keer 2 steken en 2-3-4-5-5-6 keer 1 steek = 39-41-42-43-44-45 steken.
Zet bij een hoogte van 34-36-38-40-42-44 cm, de buitenste 10-11-12-13-14-15 steken richting midden voor op 1 hulpdraad voor de hals (brei ze voordat u ze op de hulpdraad zet om te voorkomen dat u de draad af moet knippen).
Kant af voor de hals op het begin van iedere naald vanaf hals als volgt: Kant 2 keer 2 steken af en 3 keer 1 steek = 22-23-23-23-23-23 steken over op de schouder. Brei tot het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet. Kant dan losjes af met recht aan de goede kant.

LINKER VOORPAND:
= 45-50-54-59-67-74 steken. Ga verder heen en weer gebreid in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek richting midden voor. Kant TEGELIJKERTIJD af voor de armsgaten op het begin van iedere naald vanaf de zijkant als volgt: Kant 0-0-0-1-2-3 keer 0-0-0-3-3-3 steken af, 2-3-4-4-6-7 keer 2 steken en 2-3-4-5-5-6 keer 1 steek = 39-41-42-43-44-45 steken.
Zet bij een hoogte van 34-36-38-40-42-44 cm, de buitenste 10-11-12-13-14-15 steken richting midden voor op 1 hulpdraad voor de hals (brei ze voordat u ze op de hulpdraad zet om te voorkomen dat u de draad af moet knippen).
Kant af voor de hals op het begin van iedere naald vanaf de hals als volgt: Kant 2 keer 2 steken en 3 keer 1 steek af = 22-23-23-23-23-23 steken over op de schouder. Brei tot het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet. Kant dan losjes af met recht aan de goede kant.

MOUW:
Zet 80-88-88-96-96-96 steken op breinaalden zonder knop maat 2.5 mm met Alpaca. Brei 1 naald recht. Brei dan 6 cm boordsteek in de rondte (= 2 recht/2 averecht). Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei 1 naald recht en meerder 1-1-1-5-5-5 steken verdeeld = 81-89-89-101-101-101 steken. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald = midden onder de mouw. Brei patroon als volgt: 4-8-8-1-1-1 steken tricotsteek, A.1 over de volgende 26-26-26-39-39-39 steken (= 2-2-2-3-3-3 herhalingen van 13 steken), A.2 (= 4 steken), A.3 (= 13 steken), A.1 over de volgende 26-26-26-39-39-39 steken (= 2-2-2-3-3-3 herhalingen van 13 steken), A.2, 4-8-8-1-1-1 steek in tricotsteek. Ga verder met dit patroon tot de mouw 21-22-21-21-19-18 cm meet, maar eindig de naald als er 3 steken over zijn voor de markeerdraad. LET OP: Minder voor de grotere maten vanwege bredere schouders en een langere mouwkop.
Kant op de volgende naald kant de eerste 6-6-6-6-6-6 steken af, brei dan in patroon zoals hiervoor over de rest van de naald. Brei dan de mouwkop heen en weer op de rondbreinaald als volgt: Ga verder met A.1, A.2 en A.3 zoals hiervoor en kant af voor de mouwkop op het begin van iedere naald aan elke kant als volgt: Kant 12 keer 1 steek af aan elke kant = 51-59-59-71-71-71 steken. Ga verder met A.1, A.2 en A.3 tot het werk 29-30-30-31-31-32 cm meet. Brei alle steken 2 aan 2 samen, kant op de volgende naald alle steken af. |De mouw meet ongeveer 30-31-31-32-32-33 cm van boven naar beneden. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden aan de binnenkant van de afkantrand. Naai de mouwen in de trui aan de binnenkant van de 1 kantsteek.

LINKER VOORBIES:
Begin op de bovenkant van de hals op het linker voorpand, neem steken op aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek. Neem ongeveer 100-128 steken op (pas aan zodat het aantal steken deelbaar is door 4) aan de goede kant op rondbreinaald 2.5 mm met Alpaca.
Brei boordsteek, begin op de verkeerde kant als volgt: Brei 1 steek in ribbelsteek, * 2 averecht, 2 recht *, herhaal van *-* tot er 3 steken over zijn, en eindig met 2 averecht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga zo verder met boordsteek tot het werk ongeveer 6 cm meet. Kant steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.

RECHTER VOORBIES:
Begin op de onderkant van het vest op het rechter voorpand en neem steken op aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek. Neem hetzelfde aantal steken op als voor de linker voorbies opgenomen is, aan de goede kant op rondbreinaald 2.5 mm met Alpaca.
Brei boordsteek, begin op de verkeerde kant als volgt: Brei 1 steek in ribbelsteek, * 2 averecht, 2 recht *, herhaal van *-* tot er 3 steken over zijn en eindig met 2 averecht en 1 kantsteek in ribbelsteek. Als de boordsteek ongeveer 3 cm meet, Minder dan voor de knoopsgaten - zie uitleg hierboven. Ga verder met boordsteek tot de voorbies 6 cm meet, pas de afmeting aan met de linker voorbies. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.

HALSRAND:
Neem aan de goede kant ongeveer 120 tot 140 steken op rondom de hals (inclusief de steken op de hulpdraden op de voorkant, en over de biezen) op rondbreinaald 2.5 mm met Alpaca.
Brei 3 ribbels over alle steken en kant dan losjes af.

AFWERKING-2:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 220-22

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (11)

country flag Loretta wrote:

Buongiorno volevo chiedere per il bordo del collo quanti giri devo fare a punto legaccio ? Quanto deve essere alto il bordo? Grazie.

18.02.2024 - 10:13

DROPS Design answered:

Buonasera Loretta, deve lavorare 3 coste a legaccio per il bordo del collo, come indicato nelle spirgazioni, quindi 6 ferri a legaccio. Buon lavoro!

20.02.2024 - 16:21

country flag Loretta wrote:

Buona sera , per il bordo del collo che punti vanno utilizzati il punto legaccio? O punto coste non e' chiaro nelle spiegazioni. Grazie

16.02.2024 - 21:50

DROPS Design answered:

Buongiorno Loretta, deve lavorare a legaccio su tutte le maglie del collo come indicato. Buon lavoro!

17.02.2024 - 13:28

country flag Loretta wrote:

Buongiorno volevo chiedere come si fa a lavorare il davanti e il dietro in modo separato, bisogna usare due ferri circolari o posso lasciare le maglie in sospeso mentre lavoro il davanti? Grazie.

25.09.2023 - 19:44

DROPS Design answered:

Buonasera Loretta, può mettere le maglie della parte che non lavora in sospeso su un fermamaglie o un filo di scarto. Buon lavoro!

25.09.2023 - 23:02

country flag Flath wrote:

Liebes Drops-Team, meine Maschenprobe ergibt 5 Maschen und 4 Reihen mehr als angegeben. Ich möchte das Strickbild aber beibehalten und nicht lockerer stricken. Kann ich mir das Umrechnen ersparen und statt der Größe S die Größe L stricken (bei ersten Umrechen-Tests bin ich auf die Machenzahlen für Größe L gekommen) Vielen Dank im Voraus für eine Antwort!

30.08.2023 - 23:38

DROPS Design answered:

Liebe Frau Flath, dann sollen Sie nach Ihrer Maschenprobe, ob die Angaben die richtigen Maßen haben würden - beachten Sie, daß Sie dann mehr Garn brauchen würden. Viel Spaß beim stricken!

31.08.2023 - 09:26

country flag Claudia Carolina wrote:

Buongiorno di nuovo, ecco il mio ultimo conteggio lace maniche:\r\n1 più A1 X 2 (26) più A2 (4) più A3 X 3 (39) più A2 (4) piu A1 X2 (26) più 1 totale 101 - taglia XXXL. Mi rimane il problema di due gettati consecutivi tra la fine del secondo A2 e l\'inizio della prima ripetizione della sequenza finale di A1. Grazie a chi potrà perfezionare il modello.

08.05.2023 - 20:58

DROPS Design answered:

Buonasera Claudia Carolina, seguendo le spiegazioni per la taglia XXXL deve lavorare: 1 maglia a maglia rasata, A.1 su 39 maglie, A.2 (= 4 maglie), A.3 (= 13 maglie), A.1 su 39 maglie, A.2, 1 maglia a maglia rasata, per un totale di 1+39+4+13+4+1=101 maglie. Buon lavoro!

11.05.2023 - 22:27

country flag Claudia Carolina Cruzat wrote:

Buongiorno e grazie per i modelli e filati meravigliosi. Credo che c'è un errore nella spiegazione delle maniche, sto lavorando la taglia XXXL, al conteggio lace dice li lavorare : 1+39+4+39+4+1... A me viene 88, credo che dopo il secondo 4 (A2) ci Deva essere un'altra rip 39 di A1... Così raggiungerei le 101 maglie. Giusto? Grazie ancora Claudia

08.05.2023 - 18:14

DROPS Design answered:

Buonasera Claudia Carolina, seguendo le spiegazioni per la taglia XXXL deve lavorare: 1 maglia a maglia rasata, A.1 su 39 maglie, A.2 (= 4 maglie), A.3 (= 13 maglie), A.1 su 39 maglie, A.2, 1 maglia a maglia rasata, per un totale di 1+39+4+13+4+1=101 maglie. Buon lavoro!

11.05.2023 - 22:26

country flag Sonja Bosma Janssen wrote:

Wat wordt er bedoeld met : LET OP : Minder voor de grote maten vanwege bredere schouders en een langere mouwkop? Ik brei dit vestje op 2 naalden en nu heb ik het eerste mouwtje af, maar klopt dit wel? Bij de mouw heb je om de mouw in te zetten 10 cm, terwijl dit bij het voor- en achterpand 23 cm is, klopt dit wel? Of heb ik iets fout gedaan. Ik hoop dat mijn vraag duidelijk is en dat jullie mij kunnen helpen.

04.04.2022 - 16:24

DROPS Design answered:

Dag Sonja,

Als je met de centimeter de ronding mouwkop helemaal rondom opmeet, dan zou deze maat ongeveer overeen moeten komen met de ronding van het armsgat. In de grotere maten is de mouwkop (dus het stuk vanaf het armsgat tot waar de bovenkant van de mouw aan de schouder komt) langer, waardoor het stuk eronder, dus van de oksel tot de manchet, korter is. Die 10 cm klopt wel.

07.04.2022 - 23:46

country flag Sonja Bosma Janssen wrote:

Ik ben begonnen met de eerste mouw en nu is mijn vraag als je gaat afkanten hoe brei je dan in patroon verder. Hou je rekening met de afgekante steek/steken. Bijvoorbeeld je moet 3 steken afkanten dan pak je daar het patroon op. Of begin je na het afkanten gewoon bij het begin van het patroon? Ik hoop dat mijn vraag duidelijk is.

24.02.2022 - 15:43

DROPS Design answered:

Dag Sonja,

Je laat het patroon zo goed mogelijk door lopen in de hoogte. Als er geen genoeg steken meer zijn om bijvoorbeeld samen te breien en een omslag te maken, dan brei je die steken in tricotsteek. Zorg er altijd voor dat het aantal omslagen en minderingen (dus samen breien of steek over halen) in evenwicht zijn. Dus als je bijvoorbeeld steken samenbreit moet daar een omslag tegenover staan en vice versa.

26.02.2022 - 14:38

country flag Margriet Van Den Hoek wrote:

Maat M. van de mouw heeft na het boord 89 steken. Daarna patroon breien met aan het begin en eind van de naald 8 steken tricotsteek. Dit zijn totaal 85 steken en geen 89, je hebt dus 4 steken teveel. Dus aan het begin en eind van de naald 10 steken in tricotsteek, dan klopt het patroon.

24.06.2021 - 13:49

country flag Sonja Bosma Janssen wrote:

Hebben jullie voor mij dit breipatroon om met 2 breipennen te breien. Of tips voor hoe ik dat kan doen..

20.06.2021 - 15:10

DROPS Design answered:

Dag Sonja,

Je kunt dit patroon inderdaad ook met 2 pennen breien.

Om een patroon aan te passen om op rechte naalden te breien hebben we een instructie gemaakt. Deze vind je hier.

20.06.2021 - 19:51