DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Lima yarn
DROPS Lima
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Country Muse Cardigan

Gebreid vest in DROPS Lima. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid, met dubbele hals en zadelschouders. Maten S - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 216-39

#countrymusecardigan

DROPS Design: Patroon nr. li-120
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS LIMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
500-550-600-650-700-750 g kleur 5310, lichtbruin

STEKENVERHOUDING:
20 steken in de breedte en 26 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm en 60 cm of 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: Lengte 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS PARELMOERKNOPEN, Gebogen (wit) NR 522: 7-7-7-8-8-8 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Lima
DROPS Lima
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Kies het telpatroon voor uw maat. Het telpatroon laat alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert/meerdert, tel het totaal aantal steken op de naald (dus 104 steken), minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen/minderingen (dus 26) = 3.6. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend elke 3e en 4e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Bij het minderen breit u afwisselend elke 2e en 3e steek en elke 3e en 4e steek recht samen (ongeveer).

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de meerderingen op de zadelschouder):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Meerder 2 steken aan elke kant van de 26-26-26-30-30-30 schoudersteken door 1 omslag te maken zoals beschreven hieronder. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. LET OP: Het aantal schoudersteken blijft hetzelfde – de gemeerderde steken worden onderdeel van de voor-/achterpanden.
VOOR DE MARKEERDRAAD:
Begin 4 steken voor de markeerdraad, maak 1 strakke omslag, brei 4 tricotsteken, maak 1 strakke omslag (= 2 steken gemeerderd).
NA DE MARKEERDRAAD:
Maak 1 strakke omslag, brei 4 tricotsteken, maak 1 strakke omslag (= 2 steken gemeerderd).

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de meerderingen op de mouw):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
VOOR DE MARKEERDRAAD:
Gebruik de linker naald om de draad op te nemen tussen 2 steken van de naald eronder, neem de draad vanaf de achterkant op en brei de steek recht in de voorste lus (= 1 steek gemeerderd)
NA DE MARKEERDRAAD:
Gebruik de linker naald om de draad op te nemen tussen 2 steken van de naald eronder, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus (= 1 steek gemeerderd)

TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (meerderingen op de pas):
Begin voor de markeerdraad-steek, gebruik de linker naald om de draad op te nemen tussen 2 steken van de naald eronder, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus, brei de markeerdraad-steek in tricotsteek zoals hiervoor, gebruik de linker naald om de draad op te nemen tussen 2 steken van de naald eronder, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus (= 1 steek gemeerderd aan elke kant van de markeerdraad-steek). Brei de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-4 (voor de zijkanten van het lijf):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, brei 6 steken in tricotsteek (de markeerdraad zit in het midden van deze 6 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd).
Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Begin 3 steken voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

KNOOPSGATEN:
Brei de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, brei 2 recht samen en 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant), de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt gebreid als de boordsteek op de hals 2 cm meet, de volgende als de hals 7 cm meet. Deze 2 knoopsgaten komen overeen wanneer de hals dubbel gevouwen wordt. Brei dan de andere 6-6-6-7-7-7 knoopsgaten met ongeveer 8-8-8½-8-8-8½ cm tussen elke.

TIP VOOR HET BREIEN (voor de boordsteek op de onderkant van het lijf):
Brei de boordsteek met 2 recht / 2 averecht over alle steken zoals uitgelegd in het patroon en met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor zoals hiervoor. Als u de 4 averechte steken (gezien aan de goede kant) van A.1 helemaal door wilt laten lopen naar beneden in de boordsteek, moet u dit aanpassen bij het verdeeld meerderen van steken voordat u de boordsteek breit. Zorg ervoor dat er 2 rechte steken aan elke kant van de 4 averechte steken komen.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 8e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald vanaf midden voor en van boven naar beneden. Er worden steken gemeerderd voor de zadelschouders, dan voor de mouwen en dan voor de pas. De pas wordt verdeeld voor het lijf en mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

HALS:
Zet 104-108-112-116-120-124 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant) met rondbreinaald 3.5 mm en Lima.
Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, 2 recht en 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 9 cm – denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven.
Als de boordsteek klaar is, brei dan 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 26-26-30-38-38-42 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 130-134-142-154-158-166 steken.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid en de biezen worden recht gebreid). Brei nu de pas zoals beschreven hieronder:

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Voeg 1 markeerdraad in na de voorbies op het begin van de naald. De pas wordt vanaf deze markeerdraad gemeten!
Voeg daarnaast 4 nieuwe markeerdraden in zoals beschreven hieronder – deze markeerdraden worden ingevoegd zonder de steken te breien, en elke markeerdraad wordt tussen 2 steken geplaatst. Deze markeerdraden worden gebruikt bij het meerderen voor de zadelschouder en moeten een andere kleur hebben dan de markeerdraad op de hals.
Begin midden voor, tel 22-23-25-26-27-29 steken (= voorpand), voeg markeerdraad 1 in voor de volgende steek, tel 26-26-26-30-30-30 steken (= schouder), voeg markeerdraad 2 in voor de volgende steek, tel 34-36-40-42-44-48 steken (= achterpand), voeg markeerdraad 3 in voor de volgende steek, tel 26-26-26-30-30-30 steken (= schouder), voeg markeerdraad 4 in voor de volgende steek. Er zijn 22-23-25-26-27-29 steken over na de laatste markeerdraad. Neem deze markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt bij het meerderen.

MEERDERINGEN VOOR DE ZADELSCHOUDER:
Lees het hele stuk hieronder door voordat u verder gaat!
Het werk wordt verder gebreid met tricotsteek op de voor-/achterpanden, 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant en met A.1 over de 26-26-26-30-30-30 steken op elke schouder (tussen markeerdraden 1 en 2 en tussen markeerdraden 3 en 4) – denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven.
Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald aan de goede kant, 8 STEKEN voor de zadelschouders als volgt:
Meerder 2 steken VOOR markeerdraden 1 en 3 (dus voor A.1), en meerder 2 steken NA markeerdraden 2 en 4 (dus na A.1) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Denk erom dat er alleen meerderingen op de voorpanden en het achterpand zijn en het aantal overgebleven schoudersteken blijft hetzelfde.
Ga verder met dit patroon en meerder zo iedere 2e naald (dus elke naald aan de goede kant) in totaal 10-12-13-14-16-17 keer = 210-230-246-266-286-302 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Na de laatste meerdering meet het werk ongeveer 8-9-10-11-12-13 cm vanaf de markeerdraad op de hals. Meerder nu voor de mouwen als volgt:

MOUWMEERDERINGEN:
Verplaats de 4 markeerdraden van de meerderingen voor de zadelschouder, zodat ze nu aan elke kant van de middelste 18-18-18-22-22-22 steken in A.1 zitten, op elke schouder – zie pijlen in A.1.
Ga verder met tricotsteek, 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor en A.1 over A.1 zoals hiervoor.
Meerder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant 4 steken voor de mouwen als volgt:
Meerder 1 steek NA markeerdraden 1 en 3 en meerder 1 steek VOOR markeerdraden 2 en 4 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Denk erom dat er alleen meerderingen op de mouwen zijn en het aantal steken in A.1 neemt toe, maar het aantal steken op het voor- en achterpand dat over is, blijft hetzelfde – de gemeerderde steken worden aan de goede kant recht gebreid en averecht op de verkeerde kant.
Meerder zo iedere 2e naald (dus elke naald aan de goede kant) in totaal 15-16-16-18-19-19 keer = 270-294-310-338-362-378 steken.
Na de laatste meerdering meet het werk ongeveer 11-12-12-13-14-14 cm vanaf waar de mouwmeerderingen zijn begonnen. Ga verder door te minderen naar een kleine raglan zoals beschreven hieronder.

MEERDERINGEN OP DE PAS:
Verplaats de 4 markeerdraden van de mouwen en voeg ze in de buitenste steken aan elke kant van beide mouwen. Er zijn 46-48-48-56-58-58 steken tussen de markeerdraden op elke mouw.
Ga verder met tricotsteek, 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor en 4 averechte steken (aan de goede kant gezien) van A.1 welke verder moeten lopen naar beneden over het voor- en achterpand zoals hiervoor.
Meerder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant 8 steken voor de meerderingen op de pas als volgt:
Meerder 1 steek aan elke kant van de 4 markeerdraad-steken – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (= 8 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 2e naald (dus elke naald aan de goede kant) in totaal 5-5-6-7-7-8 keer = 310-334-358-394-418-442 steken.
Brei verder zonder verdere meerderingen tot het werk 16-17-18-19-20-21 cm meet vanaf waar de mouwmeerderingen zijn begonnen na de meerderingen voor de zadelschouder. Het werk meet nu ongeveer 24-26-28-30-32-34 cm vanaf de markeerdraad bij de hals.
Op de volgende naald verdeelt u de pas voor het lijf en mouwen als volgt:
Brei de eerste 50-54-57-62-67-72 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 60-64-70-78-80-82 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken op de naald (in de zijkant onder de mouw), brei 90-98-104-114-124-134 steken zoals hiervoor (= achterpand), plaats de volgende 60-64-70-78-80-82 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-12 nieuwe steken op de naald (in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 50-54-57-62-67-72 steken zoals hiervoor (= voorpand). Verwijder alle markeerdraden.
Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
= 202-218-234-254-278-302 steken. Voeg 1 markeerdraad in, 53-57-61-66-72-78 steken in vanaf elke kant (= zijkanten van het lijf). Er zijn 96-104-112-122-134-146 steken tussen de markeerdraden op het achterpand.
Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte – ze worden gebruikt bij het meerderen in de zijkanten.
Brei tricotsteek heen en weer gebreid met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant en 4 averechte steken (aan de goede kant gezien) welke verder lopen in de lijn naar beneden over de voor- en achterpanden zoals hiervoor.
Als het werk 6 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-4 (= 4 steken gemeerderd).
Meerder zo iedere 6 cm in totaal 3 keer aan elke kant = 214-230-246-266-290-314 steken.
Brei verder tot het werk 23-23-23-22-22-22 cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 4 cm over tot de gewenste lengte; pas het vest en brei tot de gewenste lengte.

Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant (brei de voorbiessteken in ribbelsteek) en meerder tegelijkertijd 50-54-58-66-70-78 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 264-284-304-332-360-392 steken. LET OP: Meerder om te voorkomen dat de boordsteek gaat trekken en het werk daardoor samen trekt.
Ga verder met rondbreinaald 3,5 mm. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant – lees TIP VOOR HET BREIEN: Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 7 steken overgebleven zijn op de naald, 2 recht en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek.
Ga verder met deze boordsteek met ribbelsteek over ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht voor 4 cm. Kant af met recht over recht, ribbelsteek over ribbelsteek en averecht over averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN! Het vest meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Plaats de 60-64-70-78-80-82 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en neem 1 steek op in elke van de 6-6-8-8-10-12 opgezette steken onder de mouw = 66-70-78-86-90-94 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-12 steken onder de mouw; neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het minderen onder de mouw.
Begin de naald op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte.
Als het werk 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN.
Minder zo iedere 2-2-1½-1-1-1 cm in totaal 7-8-11-14-15-16 keer = 52-54-56-58-60-62 steken.
Brei verder tot de mouw 36-35-33-32-31-29 cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 6 cm over tot de gewenste lengte; pas het vest en brei tot de gewenste lengte (LET OP: kortere afmetingen in de grotere maten vanwege schouders en een langere pas).
Brei 1 naald recht terwijl u 4-6-4-6-4-6 steken verdeeld mindert = 48-48-52-52-56-56 steken.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei boordsteek (= 2 recht, 2 averecht) voor 6 cm.
Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet ongeveer 42-41-39-38-37-35 cm vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Vouw de hals dubbel naar de verkeerde kant. Naai naar beneden vast, maar om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is – zorg ervoor dat de 2 knoopsgaten op de hals tegen elkaar komen. Naai de openingen aan elke kant van de hals met kleine steken dicht.
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
breirichting = breirichting
de pijl geeft aan waar de markeerdraden voor de meerderingen op de mouw ingevoegd worden - deze markeerdraden worden ingevoegd nadat de meerderingen voor de zadelschouder klaar zijn = de pijl geeft aan waar de markeerdraden voor de meerderingen op de mouw ingevoegd worden - deze markeerdraden worden ingevoegd nadat de meerderingen voor de zadelschouder klaar zijn
meerdering voor de zadelschouder = meerdering voor de zadelschouder
mouwmeerdering = mouwmeerdering
meerderingen voor de pas = meerderingen voor de pas
Diagram for DROPS 216-39
Diagram for DROPS 216-39
Diagram for DROPS 216-39

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #countrymusecardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 216-39

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (34)

country flag Mireille GABORIT schreef:

Bonjour, je n arrive pas au nombre de mailles apres les augmentations des manches. 18 m epaule + 2x 16 = 50 pas 48m pour la taille M.. Pour arriver à 48 m il ne faut faire que 15 augmentations. Du coup que dois je faire ?

15.02.2022 - 18:11

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Gaborit, vous avez tout juste, quand les augmentations des manches sont faites en taille M, vous avez bien 50 mailles pour chacune des manches, entre les marqueurs. Vous décalez ensuite ces marqueurs pour les mettre dans la 1ère et la dernière maille de chaque manche vous aurez ainsi: 1 m avec 1 marqueur, 48 mailles, 1 m avec 1 marqueur (= vos 50 mailles sont toujours là). Bon tricot!

16.02.2022 - 10:50

country flag Martina schreef:

Under Assembly, when the pattern says “ it is important the seam is elastic”, does that mean to use elastic thread to close the neck? Thank you!

15.10.2021 - 13:11

DROPS Design antwoorde:

Dear Martina, you should just cast off loosely and sew the cast off edge loosely on the inside of the jacket, this video shows how to sew such a folded neck edge on the inside of a jumper, it might help you. Happy knitting!

15.10.2021 - 13:29

country flag Segalen schreef:

Bonjour. Je suis arrivée au bas de l ouvrage. Je bloque sur les augmentations. Tricoter un rang endroit sur l endroit et augmenter. 5 mailles pour 10cm et tricoter un rang envers sur l envers en augmentant 50 mailles pour taille s. Si on les fait sur l endroit on ne les recommence pas sur l envers. .

27.09.2021 - 16:23

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Segalen, toute cette partie n'avait pas lieu d'être là et a été supprimée, merci pour votre retour; autrement dit, en taille S, vous tricotez jusqu'à ce que l'ouvrage mesure 23 cm et tricotez 1 rang envers sur l'envers en augmentant 50 mailles à intervalles réguliers. Bon tricot!

27.09.2021 - 17:04

country flag Moeniesch schreef:

Is iT possible to have this pattern in Dutch? Thank you in advance. Moeniesch

12.05.2021 - 00:17

DROPS Design antwoorde:

Dear Moeniesch, you can change the languages in the drop down menue just below the picture. Happy Knitting!

12.05.2021 - 00:35

country flag Viola schreef:

Non capisco come fare gli aumenti per lo sprone. Sono sulle maniche o sulle sulle parti frontale e posteriore?

28.03.2021 - 21:28

DROPS Design antwoorde:

Buonasera Viola, per gli aumenti sullo sprone: per la prima parte si aumenta sul davanti e sul dietro, in seguito anche sulle maniche. Buon lavoro!

28.03.2021 - 21:58

country flag HOURDEBAIGT schreef:

Bonjour. Je fais ce modèle en M et j’en suis au Augmentations empiècement. Je ne comprends pas où il faut déplacer les marqueurs. Par rapport au diagramme est ce juste après et avant les 4 mailles au point mousse? Merci.

16.02.2021 - 09:46

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Hourdebaigt, placez vos marqueurs dans la maille avant et après les 48 mailles des manches = autrement dit, dans la maille juste avant et celle juste après les mailles des manches (après les augmentations des manches, vous devez avoir 48 mailles pour les manches, ces mailles doivent être celles entre les mailles avec les marqueurs). Bon tricot!

16.02.2021 - 09:54

country flag Machteld schreef:

Ik ben nu bij het punt dat ik de mouwsteken op een hulpnaald moet zetten. Ik heb bij het voorpnad waar debknopen komen 41 steken, bij het andere voorpand 51 steken. Klopt dat of heb ik verkeerd gemeerderd? Het achterpand heeft bij mij 92 steken averecht en aan weerzijden totaal 8 steken recht. Totaal kom ik wel op 358 steken. Voordat ik alles weer ga uithalen, wil ik dit checken.

07.02.2021 - 15:40

DROPS Design antwoorde:

Dag Machteld,

Beide voorpanden moet precies hetzelfde aantal steken hebben. Bij het invoegen van de markeerdraden staat dit ook zo aangegeven; je houd na het plaatsen van de laatste markeerdraad evenveel steken over als vanaf het begin tot de eerste markeerdraad.

12.02.2021 - 12:33

country flag MJ schreef:

Thank you and the rest of the Drops team for correcting this pattern. I sincerely appreciate everyone's effort. Have a great day... KNITTING!

27.09.2020 - 02:02

country flag Brigitte Schmidhauser schreef:

Ich lese in ihren Strickanleitungen immer wieder wenn die Maschenprobe mehr als 10 cm ergibt sollte man zu dickeren Nadeln wechseln. Meiner Meinung nach muss es genau umgekehrt sein. Ich habe jedenfalls die Erfahrung gemacht, dass bei einer Maschenprobe mehr als 10 cm Resultat sind eine kleinere Nadelgröße zu verwenden ist. Ich bin eine geübte Strickerin und stricke sehr viel. Vielleicht können sie das selber noch einmal überprüfen. mfg. Brigitte

26.09.2020 - 19:39

country flag MJ schreef:

Thank you for your response. The pattern has finished measurements in INCHES, but the measurements do not fit adult women. Also, the schematic does not match the pattern. This is the first time I have found mistakes in Drops patterns.

26.09.2020 - 08:25