HOURDEBAIGT schreef:
Bonjour, Pour le jacquard, pour faire suivre le fil quand il y a beaucoup de mailles entre 2 motifs, vaut il mieux croiser les fils toutes les 2 ou toutes les 3 mailles. Merci
27.11.2019 - 18:12DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Hourdebaigt, on croise en général le fil toutes les 3 mailles (cf vidéo, toutefois, essayez d'éviter de croiser les fils au même niveau à chaque rang, ils seront ainsi moins visibles sur l'endroit. Bon tricot!
28.11.2019 - 09:31
Diamond Delight Cardigan#diamonddelightcardigan |
||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||
Gebreid vest met ronde pas in DROPS Air. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Scandinavisch patroon. Maat: S - XXXL
DROPS 196-42 |
||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. KNOOPSGATEN: Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Minder aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, brei de volgende 2 steken recht samen, brei de laatste steek recht. Brei op de volgende naald de omslag recht om gaatjes te maken. Minder het eerste knoopsgat als de boordsteek in de hals ongeveer 1½-2 cm meet. Minder dan de volgende 5-5-5-6-6-6 knoopsgaten, ongeveer 8½-9-9-8½-8½-9 cm tussen elk. TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld): Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 88 steken), minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 7) = 11.1. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer iedere 11e steek. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid om een gaatje te voorkomen. PATROON: Zie telpatroon A.1. Brei het hele patroon in tricotsteek. LET OP: Brei de biezen in de basiskleur op de patroonstrepen. TIP VOOR HET BREIEN: Om te voorkomen dat het kledingstuk haar elasticiteit verliest als u in patroon breit, is het belangrijk om de draden niet te strak aan te trekken op de achterkant van het werk. Ga verder met een naald in een grotere maat wanneer u in patroon breit en het wordt wat te strak. RAGLAN: Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt. Meerder 1 steek aan elke kant van de 4 markeerdraden in iedere overgang tussen de mouwen en het lijf als volgt: Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad is in het midden van deze steken), 1 omslag = 8 steken gemeerderd. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Brei heen en weer op de rondbreinaald vanaf midden voor, brei van boven naar beneden. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald. HALSRAND: Zet 88-92-96-100-104-108 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) op rondbreinaald 4.5 mm met heide. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 5 voorbiessteken in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven - * 2 recht, 2 averecht *, herhaal van *-* tot er 7 steken over zijn, 2 recht en eindig met 5 voorbiessteken op de naald in ribbelsteek. Brei zo 3 cm boordsteek. Denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies - lees uitleg hierboven. Brei dan 1 naald recht aan de goede kant (met 5 biessteken aan elke kant) en meerder 7-7-7-11-11-11 steken verdeeld (meerder niet over de biessteken) - lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 95-99-103-111-115-119 steken. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant (met 5 biessteken aan elke kant). Brei dan de pas zoals uitgelegd hieronder. PAS: Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Brei nu in patroon – zie uitleg hierboven, als volgt: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.1a tot er 6 steken over zijn op de naald (= 21-22-23-25-26-27 herhalingen van 4 steken), brei A.1b (= 1 steek) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek - lees TIP VOOR HET BREIEN hierboven. Ga zo verder in patroon en meerder volgens het telpatroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1a en A.1b is gebreid, zijn er 263-275-287-311-323-335 steken op de naald en meet het werk ongeveer 23 cm vanaf de opzetrand midden voor. MAAT S: Ga verder met tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor met tarwe en zonder meerderingen tot het werk 24 cm meet vanaf de opzetrand midden voor. MAAT M - L - XL - XXL - XXXL: Voeg nu 4 markeerdraden in het werk zonder eerst de steken te breien: Voeg de eerste markeerdraad in na de eerste 45-46-50-53-57 steken (= voorpand), voeg de 2e markeerdraad in na de volgende 52-56-60-60-58 steken (= mouw), voeg de 3e markeerdraad in na de volgende 81-83-91-97-105 steken (= achterpand), en voeg de 4e markeerdraad in na de volgende 52-56-60-60-58 steken (= mouw), er zijn 45-46-50-53-57 steken over op de naald na de laatste markeerdraad (= voorpand). Brei in tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor met tarwe – begin TEGELIJKERTIJD op de eerste naald aan de goede kant met meerderen voor de RAGLAN – lees uitleg hierboven. Meerder voor de raglan iedere 4e naald 1-2-2-3-4 keer in totaal. Na de laatste meerdering voor de raglan zijn er 283-303-327-347-367 steken op de naald. Ga verder met tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek richting midden voor tot het werk 26-27-29-31-33 cm meet vanaf de opzetrand midden voor. ALLE MATEN: Brei dan met tarwe tot de gewenste afmetingen. Brei de volgende naald in tricotsteek als volgt: Brei 43-46-48-52-56-61 steken (= voorpand), zet de volgende 50-54-60-64-66-66 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei 77-83-87-95-103-113 steken (= achterpand), zet de volgende 50-54-60-64-66-66 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-8-10-10 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 43-46-48-52-56-61 steken (= voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER! LIJF: = 175-187-199-215-235-255 steken. Brei dan in tricotsteek met tarwe, ga verder met de voorbiessteken aan elke kant zoals hiervoor. Brei bij een hoogte van 28-28-29-29-29-29 cm vanaf de scheiding, 1 naald averecht op de verkeerde kant en meerder 29-29-33-33-37-41 steken verdeeld = 204-216-232-248-272-296 steken. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm en brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, herhaal van *-* tot er 7 steken over zijn op de naald, brei 2 recht en 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Brei zo boordsteek voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht (om een strakke afkantrand te voorkomen gebruikt u naald 5.5 mm). Het vest meet ongeveer 58-60-62-64-66-68 cm vanaf de schouder. MOUW: Zet de 50-54-60-64-66-66 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op de rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5.5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-6-8-8-10-10 nieuw opgezette steken onder de mouw = 56-60-68-72-76-76 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6-6-8-8-10-10 steken onder de mouw en begin de naald hier. Brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 2 cm vanaf de scheiding, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3½-3-2-2-1½-1½ cm 10-12-15-16-17-16 keer in totaal = 36-36-38-40-42-44 steken. Ga verder tot het werk 39-37-37-35-33-32 cm meet vanaf de scheiding (minder voor de grotere maten vanwege een langere pas). Brei 1 naald recht en meerder 4-4-2-4-2-4 steken verdeeld = 40-40-40-44-44-48 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en brei 3 cm boordsteek = 2 recht/2 averecht. De mouw meet ongeveer 42-40-40-38-36-35 cm vanaf de scheiding. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht (om een strakke afkantrand te voorkomen gebruikt u naald 5.5 mm). Brei de andere mouw op dezelfde wijze. |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
![]() |
||||||||||
![]() |
||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #diamonddelightcardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 27 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 196-42
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.