Doris schreef:
Der passende Pulli zur Jacke, echt schön. Hoffentlich findet beides den Weg zum Nachstricken ! Das wäre mega!
09.02.2019 - 08:03
Petra schreef:
Es wäre so schön, wenn es bald die Anleitung für diesen super super schönen Pulli gibt.. Ich warte die Anleitung sehnsüchtig.
08.02.2019 - 19:30
Jutta schreef:
Superschön!
06.02.2019 - 21:10
Laura schreef:
Je trouve ce modèle très joli, je suis pressée que vous mettiez le modèle en ligne
04.02.2019 - 23:48
Summer Twinkle Sweater#summertwinklesweater |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Gebreide trui met bladpatroon, bobbels, ronde pas en ¾-lengte mouwen. Het werk wordt gebreid in DROPS Flora, van boven naar beneden. Maten S - XXXL.
DROPS 200-12 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.2 en A.3) TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 117 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 39) = 3. In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na elke 3e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf en midden onder de mouwen): Meerder aan elke kant van de boordsteek zoals beschreven hieronder: Brei tot A.3, maak 1 omslag, brei A.3 (= 16-16-16-22-22-22 steken - de markeerdraad zit in midden van deze 16-16-16-22-22-22 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten van het lijf en midden onder de mouwen): Minder aan elke kant van A.3 zoals beschreven hieronder: Brei tot er 2 steken over zijn voor A.3, brei 2 recht samen, brei A.3 (= 16-16-16-22-22-22 steken - de markeerdraad zit in midden van deze 16-16-16-22-22-22 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en mouwen. Het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden. HALS: Zet 117-120-123-129-132-138 steken op met korte rondbreinaald 2.5 mm en Flora. Brei 1 naald recht, brei dan boordsteek in de rondte (= 1 recht, 2 averecht) voor 3-3-3-4-4-4 cm. Als de boordsteek klaar is, brei dan 1 naald recht terwijl u 39-40-41-43-44-46 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 156-160-164-172-176-184 steken. Brei dan de pas zoals beschreven hieronder. PAS: Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei in tricotsteek in de rondte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als het werk 4-5-6-6-7-7 cm meet vanaf de opzetrand, meerder dan 12-32-40-44-52-56 steken verdeeld = 168-192-204-216-228-240 steken. Als het werk 5-6-7-8-9-9 cm meet vanaf de opzetrand begin dan met het bladpatroon; dus brei A.1 in de rondte (= 14-16-17-18-19-20 herhalingen van 12 steken). Ga verder met dit patroon. Als A.1 klaar is zijn er 308-352-374-396-418-440 steken op de naald. Brei A.2 in de rondte en meerder TEGELIJKERTIJD op de naald gemarkeerd met een pijl in A.2 16-8-10-28-34-40 steken verdeeld = 324-360-384-424-452-480 steken op de naald. Als A.2 klaar is, ga dan verder met tricotsteek tot het werk 21-23-25-27-29-31 cm meet vanaf de opzetrand. Verdeel nu de pas voor het lijf en mouwen op de volgende naald als volgt: Brei 48-53-56-62-68-74 steken in tricotsteek (= ½ achterpand), plaats de volgende 65-73-79-87-89-91 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), brei 97-107-113-125-137-149 steken in tricotsteek (= voorpand), plaats de volgende 65-73-79-87-89-91 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-12-12-14-16 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 49-54-57-63-69-75 steken in tricotsteek (= ½ achterpand). Knip de draad af. Brei dan het lijf en de mouwen apart verder. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! LIJF: = 210-230-250-274-302-330 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant van het lijf in het midden van de 8-8-12-12-14-16 opgezette steken onder elke mouw. De markeerdraden geven de zijkanten van het lijf aan. Begin de naald bij een van de markeerdraden en brei in tricotsteek in de rondte met A.3 over de middelste 16-16-16-22-22-22 steken op elke kant van het lijf (de draden zitten in het midden van elke A.3). Ga verder met dit patroon. Als het werk 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van A.3 aan elke kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere 1½ cm in totaal 5 keer aan elke kant = 190-210-230-254-282-310 steken. Als het werk 13 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek aan elke kant van A.3 aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 2½ cm in totaal 5 keer aan elke kant = 210-230-250-274-302-330 steken. Brei verder tot het werk 25 cm meet vanaf de scheiding in alle maten (of tot de gewenste lengte; er is 3 cm over tot de gewenste lengte). Meerder op de volgende naald als volgt: Brei A.3 zoals hiervoor over de eerste 8-8-8-11-11-11 steken op de naald, brei 89-99-109-115-129-143 steken in tricotsteek en meerder tegelijkertijd 27-26-31-34-35-39 steken verdeeld over deze 89-99-109-115-129-143 steken, ga verder met A.3 over de volgende 16-16-16-22-22-22 steken zoals hiervoor, brei 89-99-109-115-129-143 steken in tricotsteek en meerder tegelijkertijd 27-26-31-34-35-39 steken verdeeld over deze 89-99-109-115-129-143 steken, ga verder met A.3 over de overgebleven 8-8-8-11-11-11 steken zoals hiervoor = 264-282-312-342-372-408 steken. Dit meerderen wordt gedaan om te voorkomen dat de boordsteek te strak wordt. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei 3 cm boordsteek in de rondte (= 1 recht/ 2 averecht) en zorg ervoor dat de boordsteek netjes past over A.3 aan elke kant. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht (gebruik een grotere naald om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt). De trui meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Plaats de 65-73-79-87-89-91 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 3 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-12-12-14-16 opgezette steken onder de mouw = 73-81-91-99-103-107 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-12-12-14-16 nieuwe steken. De markeerdraad geeft het midden onder de mouw aan en het begin van de naald. Brei A.3 midden onder de mouw (de markeerdraad zit in midden van A.3) en de overgebleven steken in tricotsteek. Als het werk 2-2-1-1-1-1 cm meet vanaf de scheiding minder dan 1 steek aan elke kant van A.3 – lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 2 steken geminderd). Minder zo iedere 1½-1-1-1-1-1 cm in totaal 6-9-13-12-12-13 keer = 61-63-65-75-79-81 steken. Als het werk 13-13-15-14-14-15 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek aan elke kant van A.3 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 2 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 1½-1½-1-1-1-1 cm in totaal 8-7-6-7-5-4 keer = 77-77-77-89-89-89 steken. Brei verder tot de mouw 25-24-22-22-20-19 cm meet vanaf de scheiding (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege een bredere hals en een langere pas). De meerderingen zijn nu klaar en het kantpatroon op de onderkant van mouwen begint hier. Brei de volgende naald als volgt: Ga verder met A.3 zoals hiervoor over de eerste 8-8-8-11-11-11 steken, brei 0-0-0-3-3-3 steken in tricotsteek, A.4 over de volgende 60 steken (= 5 herhalingen van 12 steken in alle maten), brei 1-1-1-4-4-4 steken in tricotsteek en eindig met A.3 over de overgebleven 8-8-8-11-11-11 steken zoals hiervoor. Als A.4 klaar is in de hoogte, brei dan 1 naald met tricotsteek en A.3 zoals hiervoor terwijl u 19-19-19-25-25-25 steken verdeeld meerdert over de 61-61-61-67-67-67 steken welke geen boordsteek zijn = 96-96-96-114-114-114 steken. Ga verder met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en brei boordsteek in de rondte (= 1 recht, 2 averecht – de boordsteek past netjes over A.3 midden onder de mouw). Als de boordsteek 2 cm meet, meerder dan om de 2 averecht naar 3 averecht = 112-112-112-133-133-133 steken. Als de boordsteek 4 cm meet, meerder dan de overgebleven 2 averecht naar 3 averecht = 128-128-128-152-152-152 steken. Brei verder tot de mouw ongeveer 34-33-31-31-29-28 cm meet vanaf de scheiding (de boordsteek meet ongeveer 6 cm). Ga verder met korte rondbreinaald 3 mm en kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Brei de andere mouw op dezelfde manier. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #summertwinklesweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 25 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 200-12
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.