DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Safran yarn
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Queensland Skirt

Rok met kantpatroon, gehaakt van boven naar beneden. Maat: S - XXXL Het werk wordt gehaakt in DROPS Safran.

Markeer maat:
DROPS 190-29

#queenslandskirt

DROPS design: Patroon e-277
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS SAFRAN van garnstudio (behoort tot garengroep A)
500-550-600-650-700-750 g kleur 05, lichtblauw/paars

Het werk kan tevens gehaakt worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep A)” - zie link hieronder.

DROPS HAAKNAALD 3.5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 22 stokjes x 12 toeren = 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.

DROPS PARELMOERKNOOP GEBOGEN (wit), NO 521: 4 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 15.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van iedere toer met stokjes vervangt u het eerste stokje door 3 lossen. Eindig de toer met 1 stokje in de 3e losse van de vorige toer als het werk heen en weer wordt gehaakt en eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse van het begin van de toer als u in de rondte haakt.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Meerder 1 stokje door 2 stokjes in dezelfde steek te haken.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, gebruik het totaal aantal steken op de toer (dus 212 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 40) = 5.3.
In dit voorbeeld meerdert u door 2 stokjes in ongeveer iedere 5e steek te haken.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3.
----------------------------------------------------------

ROK:
Het werk wordt heen en weer gehaakt, van boven naar beneden tot de split in de zijkant klaar is, haak dan in de rondte tot de gewenste afmetingen.

ROK:
Haak 186-209-232-258-279-305 lossen (inclusief 3 lossen om het werk mee te keren) op haaknaald 3.5 mm met Safran.
Haak de eerste toer als volgt: Haak 1 stokje in de 4e losse van de haaknaald, 1 stokje in elk van de volgende 4 lossen, * sla 1 losse over, 1 stokje in elk van de volgende 6 lossen *, haak van *-* tot er 3-5-7-5-5-3 lossen over zijn, sla 1 losse over en eindig met 1 stokje in elk van de laatste 2-4-6-4-4-2 lossen = 158-178-198-220-238-260 stokjes.
Haak dan heen en weer met 1 stokje in iedere stokje - lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN en DENK OM DE STEKENVERHOUDING.
Als er 5 toeren zijn gehaakt in de hoogte, voeg dan 6 markeerdraden in het werk als volgt: Voeg de eerste markeerdraad in na de eerste 14-14-16-20-21-22 stokjes, voeg dan de volgende 5 markeerdraden 26-30-33-36-39-43 stokjes verder. Na de laatste markeerdraad zijn er 14-14-17-20-22-23 stokjes over op de toer.
Meerder op de volgende toer 1 stokje voor alle markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1! Meerder zo iedere andere toer 9-9-10-11-12-13 keer in totaal - LET OP: Meerder afwisselend voor en na de markeerdraden = 212-232-258-286-310-338 stokjes. TEGELIJKERTIJD als er 12 toeren in totaal in de hoogte zijn gehaakt, is de split in de zijkant klaar. Haak nu het werk in de rondte, begin de toer in de zijkant - denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN!
Meerder bij een hoogte van 25-26-27-28-29-30 cm, 40-44-30-26-26-34 stokjes verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 = 252-276-288-312-336-372 stokjes.
Haak A.1 in de rondte (= 21-23-24-26-28-31 herhalingen van 12 steken). Meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer in A.1 52-60-64-72-64-60 stokjes verdeeld = 304-336-352-384-400-432 stokjes.
Haak A.2 in de rondte (= 19-21-22-24-25-27 herhalingen van 16 steken).
Als A.2 helemaal is gehaakt, zijn er 475-525-550-600-625-675 stokjes op de toer. Haak nu A.X zoals te zien is in A.1 (= 2 toeren). Meerder TEGELIJKERTIJD op de laatste toer 30-28-39-25-36-34 stokjes verdeeld = 505-553-589-625-661-709 stokjes.
Haak de volgende toer als volgt: A.3A (= 6 steken), haak A.3B over de volgende 492-540-576-612-648-696 stokjes (= 41-45-48-51-54-58 herhalingen van 12 steken) en eindig met A.3C (= 7 steken). Als A.3 klaar is, hecht dan af. De rok meet ongeveer 56-57-58-59-60-61 cm vanaf de taille en naar beneden.

KNOOPSGAT LUSSEN:
Langs de kant met de split dat bij het voorpand hoort, haakt u knoopsgat lussen als volgt (begin op de verkeerde kant op de bovenkant van de taille op de split): Haak 2 vasten om het eerste stokje, 3 lossen, sla 1 stokje over, * haak 2 vasten om elk van de volgende 2 stokjes, 3 lossen, sla 1 stokje over *, haak van *-* 3 keer in totaal en eindig met 2 vasten in het laatste stokjes op de onderkant van de split. Keer het werk en haak dan als volgt aan de goede kant: Haak 1 vaste in iedere vaste en 3 vasten om iedere lossenlus. Hecht af.

KNOOP VOUWRAND:
Langs de andere kant van de split haakt u 5 toeren met vasten heen en weer (haak op de 1e toer 2 vasten om iedere stokje = 24 vasten). Hecht af. Naai de knopen op de vouwrand.

RAND:
Haak een rand op de bovenkant van de taille op de rok als volgt: Begin aan de goede kant met 1 halve vaste in de buitenste steek op de split, haak 1 losse, * 1 losse, sla 1 losse over, 1 vaste in de volgende losse *, haak van *-* over de hele rand op de bovenkant van de rok. Hecht af.

Telpatroon

stokje in de steek = stokje in de steek
stokje om losse/lossenlus = stokje om losse/lossenlus
vaste in de steek = vaste in de steek
vaste om losse/lossenlus = vaste om losse/lossenlus
1 dubbel stokje in de steek = 1 dubbel stokje in de steek
1 driedubbel stokje in de steek = 1 driedubbel stokje in de steek
1 losse = 1 losse
2 lossen = 2 lossen
3 lossen = 3 lossen
4 lossen = 4 lossen
6 lossen = 6 lossen
7 lossen = 7 lossen
haak 4 stokjes om de lossenlus (haak de stokjes niet samen) = haak 4 stokjes om de lossenlus (haak de stokjes niet samen)
haak 2 stokjes samen in dezelfde steek als volgt: Haak 1 stokje in de steek maar wacht met laatste omslag en doorhaling (er zijn nu 2 lussen op de haaknaald), haak 1 stokje in dezelfde steek, maar haal nu de laatste omslag door alle 3 lussen op de haaknaald = haak 2 stokjes samen in dezelfde steek als volgt: Haak 1 stokje in de steek maar wacht met laatste omslag en doorhaling (er zijn nu 2 lussen op de haaknaald), haak 1 stokje in dezelfde steek, maar haal nu de laatste omslag door alle 3 lussen op de haaknaald
haak 3 stokjes samen als volgt: Haak 1 stokje in elk van de volgende 3 steken maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op alle drie stokjes, maak 1 omslag en haal de omslag door alle 4 lussen op de haaknaald = haak 3 stokjes samen als volgt: Haak 1 stokje in elk van de volgende 3 steken maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op alle drie stokjes, maak 1 omslag en haal de omslag door alle 4 lussen op de haaknaald
haak 4 stokjes samen als volgt: Haak 1 stokje in elk van de volgende 4 steken maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op alle vier stokjes, maak 1 omslag en haal de omslag door alle 5 lussen op de haaknaald = haak 4 stokjes samen als volgt: Haak 1 stokje in elk van de volgende 4 steken maar wacht met de laatste omslag en doorhaling op alle vier stokjes, maak 1 omslag en haal de omslag door alle 5 lussen op de haaknaald
1 picot: Haak 3 lossen, haak 1 halve vaste in de eerst gehaakte losse = 1 picot: Haak 3 lossen, haak 1 halve vaste in de eerst gehaakte losse
1e toer begint hier = 1e toer begint hier
deze toer is reeds gehaakt = deze toer is reeds gehaakt
Diagram for DROPS 190-29
Diagram for DROPS 190-29
Diagram for DROPS 190-29
Diagram for DROPS 190-29
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 190-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (52)

country flag Monique schreef:

Bonjour je voudrais faire ce modèle mais en plus long est-ce possible ? Merci

17.05.2025 - 13:37

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Monique, fort probablement, il vous suffira de faire les ajustements nécessaires. Bon crochet!

19.05.2025 - 07:53

country flag Emma B schreef:

Hur virkar man andra raden A1: stolpe om luftmaskan/luftmaskbågen?

04.05.2025 - 20:32

DROPS Design antwoorde:

Hej Emma, du virkar stolpen i den luftmaska från förra varvet. Titta på våra videos :)

08.05.2025 - 11:43

country flag Kelly schreef:

On Pattern A2. Rows 7 & 8. Is that oval shape supposed to indicate "chain 7" or "chain 2"? Thanks.

06.03.2025 - 14:26

DROPS Design antwoorde:

Dear Kelly, in A.2 the oval shape is for 2 chains, the symbol for 7 chains will be used in next to last row in A.3B. Happy crocheting!

06.03.2025 - 16:13

country flag Cornelia schreef:

Hej, Jag har fastnat på det varvet när man ska läsa virk info. förstår inte riktigt vad som menas med "Avsluta varvet med 1 stolpe i 3:dje luftmaskan från början av föregåande varv" Hur menas med fram och tillbaka?

26.02.2025 - 21:25

DROPS Design antwoorde:

Hej Cornelia, når du hækler frem og tilbage, så vender du samme sted hver gang. Her vender du ved at følge VIRKTIPS fram och tillbaka :)

06.03.2025 - 10:56

country flag Amanda schreef:

Miten kohta A.X pitäisi tehdä kun pylväitä on pariton määrä? Tuleeko kerroksen loppuun kaksi ketjusilmukkaa vai kaksi pylvästä peräkkäin?

05.02.2025 - 14:04

DROPS Design antwoorde:

Hei, voit myös jättää viimeisen ketjusilmukan väliin ja lisätä yhden ylimääräisen silmukan seuraavalla lisäyskerroksella.

24.02.2025 - 18:48

country flag Kelly schreef:

I had a problem with the tension. Made a size M. To get waist & hip measurements as per the diagram, I used a 3 mm hook, with 18 DC to 10 cm. I started with 171 ch & amended pattern accordingly all through. I added a waist band of 5 SC rows to get a better fit around my waist. The row tension was fine, 12 rows = 10 cms. At 57 cms in length, it is as the pattern states. The skirt comes to just below the knees. However on the photo included with pattern, it shows a shorter skirt, above the knees.

28.01.2025 - 19:31

country flag Kelly schreef:

Me again! I have just figured out the answer to my previous question 🙃. I realize that I need to start at the bottom of the diagram & work upwards! I have never crocheted from a diagram before 😉.

06.01.2025 - 19:50

country flag Kelly schreef:

I am about to start A.1. However, I am not sure what the arrow (1st round begins here) and the star (this round has already been worked) mean. I would appreciate if you could explain this to me please. I see these symbols also appear at the bottom of the other two diagrams. I look forward to hearing back from you. Thanks.

06.01.2025 - 19:43

DROPS Design antwoorde:

Dear Kelly, the row with a star in A.1 is the last row with double crochets (US-English) before starting diagram, this means you just start working A.1 with the row with an arrow - work A.1 from this row to the last row in diagram, then work diagram A.2. When A.2 is worked, work now the 2 rows shown in A.1x and finally work diagrams A.3A, A.3B, A.3C. Happy crocheting!

07.01.2025 - 09:31

country flag Kelly schreef:

I am using a size 2 hook & my tension is 22 DC = 4 1/2 ins. This results in a size Small being 42 cms at the top. I am actually a Medium but switched to Small instructions when Medium came out enormous, even with the small hook. I don't want to use an even smaller hook, therefore I need to reduce the number of chains I start with. Please advise what is the pattern repeat so I can reduce accordingly. I look forward to hearing back from you. Thanks.

28.12.2024 - 02:30

DROPS Design antwoorde:

Dear Kelly, the sizes have a 23 stitch difference. Each of the charts is composed by 12, 16 and [7-12 which are repeated - 6] stitches, respectively, so those are the number of stitches you will need multiples of when working a specific part of the skirt. You can cast on as you need for the waist and then adjust the number of dc before starting a specific chart. Happy crochetting!

30.12.2024 - 01:11

country flag Julika Dohse schreef:

Eine sehr gute, leicht verständliche Anleitung. Meine Frage: Es wird in Rd gehäkelt. Wende ich die Arbeit nach dem Abschluß einer Runde (KM in 3. LM), wenn ich die Diagramme häkle? Danke im voraus.

15.12.2024 - 09:34

DROPS Design antwoorde:

Liebe Frau Dohse, ja genau, wenden Sie nach jeder Reihe damit die Textur immer die gleiche wird. Viel Spaß beim Häkeln!

16.12.2024 - 10:40