Rosette De Smedt schreef:
Bonjour. Je viens de commencer ces gants et je me demande 1. pourquoi il faut mettre 2 marqueurs pour le pouce alors qu'il faut démarrer au bord. C'est donc automatiquement toujours la première maille le repère. 2. Il n'est rien précisé pour fermer les coutures (le long de chaque doigt et la coutures des poignets). Aussi je me demande si les doigts sont tricotés à 4 aiguilles. D'avance merci pour vos réponses.
16.11.2014 - 19:05DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme De Smedt, on place 2 marqueurs pour le pouce pour repérer le début du pouce (1er marqueur) et la fin du pouce (2ème marqueur), vous augmentez ensuite 1 m après le 1er marqueur et 1 m avant le 2ème marqueur. Les gants et les doigts se tricotent bien en rond sur aiguilles doubles pointes. Bon tricot!
17.11.2014 - 10:51
campodabarca schreef:
very easy to make...my advise is measure each finger to get the right size...
18.10.2006 - 15:54
DROPS Children 12-16 |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
DROPS Muts en sjaal met strepen, kleurrijke handschoenen en trui van “Karisma Superwash”.
DROPS Children 12-16 |
|||||||||||||||||||
MUTS: Steekverhouding: 23 x 32 nld op breinld 3mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje! Boordst: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*. Motief: zie teltekening M.1. De teltekening geeft het motief aan van de goede kant. De teltekening in tricotst breien. Muts: Zet 98-108-118 st op met oranje en een kleine rondbreinld 3mm. Brei boordsteek en wissel na 3 nld naar cerise. Brei nog steeds de Boordst. Brei vanaf een hoogte van 7-8-9 cm door in tricotst en volgens M.1 op de rest van de muts. Brei na M.1 door met blauw. Let op de steekverhouding! Kant bij een hoogte van 26-28-30 cm alle st af. Deel de omtrek van de muts in drieën – plaats 1 merkdraad in het midden van elk deel en naai deze aan elkaar bij de merkdraden, sluit daarbij de drie naden, zodat er een ‘driehoek’ boven op de muts ontstaat. De eerste 5 cm van de Boordst omvouwen. SJAAL: Steekverhouding: 16 st x 40 nld op breinld 5mm in patentst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje! Patent: 1e nld (goede kant): 1 ribbelst, * 1 r, 1 omsl en haal 1 st av van de nld *, herhaal steeds *-* totdat er nog 2 st op de nld staan. Eindig met 1 r en 1 ribbelst. 2e nld (verkeerde kant): 1 ribbelst, * 1 omsl en haal 1 st av van de nld en brei de volgende st en de omsl r samen *, herhaal steeds *-* totdat er nog 2 st op de nld staan. Eindig met 1 omsl, haal 1 st av van de nld en 1 ribbelst. 3e nld (goede kant): 1 ribbelst, * brei de volgende st en de omsl van de vorige nld r samen, 1 omsl en haal 1 st av van de nld *, herhaal steeds *-* totdat er nog 2 st op de nld staan. Eindig met om de st samen met de laatste omsl samen te breien en 1 ribbelst. Herhaal steeds de 2e en 3e nld. NB: Vanaf de 2e nld zijn de st met omsl altijd r-st. De omsl zit boven de st en worden r samen met de st gebreid. Sjaal: Zet 19-23-27 st losjes op met breinld 5mm en cerise. Brei de Patent – zie de beschrijving hierboven – en met strepen als volgt: * 15 cm cerise, 15 cm blauw, 4 nld lichtblauw, 2 nld rood, 10 cm cerise, 2 nld rood, 4 nld ecru, 4 nld oranje, 2 nld cerise, 15 cm rood, 15 cm blauw, 6 cm lichtblauw, 4 nld ecru, 2 nld cerise, 2 nld ecru, 2 nld rood, 2 nld ecru en 6 cm oranje *, herhaal steeds *-* tot een hoogte van 100-120-140 cm. Kant losjes af. Vlechten: Naai 1 blauw, 1 oranje, 1 lichtblauw en 1 cerise vlecht aan elke eind van de sjaal. Verdeel de vlechten met een gelijke afstand. 1 vlecht = knip 9 draden. Elke draad heeft een lengte van 35 cm. Leg de draden dubbel en stek het lusje door de eerste nld op de sjaal. Deel de draden in drieën met 6 draden in elk deel. Vlecht ze losjes. De vlecht krijgt een lengte van ca 8-10 cm. Eindigt de vlecht met een stevige knoop. HANDSCHOENEN: Steekverhouding: 23 st x 32 nld op breinld 3mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje! Boordst: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *-*. Handschoen: Zet 48-52-56 st op met sokkenbreinld 2,5 en oranje. Brei 10 cm Boordst. Wissel naar sokkenbreinld 3mm en brei door in tricotst. Minder tegelijkertijd gelijkmatig 12 st in de 1e nld na de Boordst = 36-40-44 m. Vanaf hier het werk meten. Let op de steekverhouding! Meerder bij een hoogte van 1-1-2 cm voor de duim als volgt: Plaats 1 merkdraad, meerder 1 st om bij 2 st r in de volgende st te breien, 1 r, en meerder nog 1 st om bij 2 r in de volgende st te breien, plaats 1 merkdraad en brei de rest van de nld. De st tussen de 2 merkdraden = duim-st. Meerder daarbij binnen elke merkdraad in elke 2e nld: 1 st x 3-3-4 = 11-11-13 duim-st. Plaats bij een hoogte van 3-4-4 cm de duim-st op een draad. Zet daarbij 3 nieuwe st op achter de duim = 36-40-44 st. Ga door in tricotst. Brei bij een hoogte van 6-7½ -9 cm de volgende nld als volgt: 14-16-17 st = handpalm, plaats 8-8-10 st op 1 draad voor de pink, brei 14-16-17 st = boven op de hand. Brei vervolgens de vingers met breinld 2,5mm. Elke vinger krijgt zijn eigen kleur. Pink = blauw: Zet de 8-8-10 st van de draad op breinld 2,5mm en zet daarbij 3 nieuwe st op naast de ringvinger = 11-11-13 st. Brei 3-4-5 cm tricotst. Brei vervolgens alle st 2 en 2 samen tot er maar 2 st over zijn. Knip de draad af, rijg deze door de laatste st en hecht stevig af. Ringvinger = rood: Zet 4-5-5 st van boven op de hand en 4-4-5 st van de handpalm op breinld 2,5mm. Neem daarbij 3 st op naast de pink en zet 2 nieuwe st op naast de wijsvinger = 13-14-15 st. Brei 5-6-7 cm tricotst. Brei vervolgens alle st 2 en 2 samen tot er maar 2 st over zijn. Knip de draad af, rijg deze door de laatste st en hecht stevig af. Middelvinger = lichtblauw: Zet 4-5-5 st van boven op de hand en 5-5-6 st van de handpalm op breinld 2,5mm. Neem daarbij 3 st op naast de ringvinger en zet 2 nieuwe st op naast de wijsvinger = 14-15-16 st. Brei 6-7-8 cm tricotst. Brei vervolgens alle st 2 en 2 samen tot er maar 2 st over zijn. Knip de draad af, rijg deze door de laatste st en hecht stevig af. Wijsvinger = cerise: Zet de overige 11-13-13 st op breinld 2,5mm. Neem daarbij 3 nieuwe st op naast de middelvinger = 14-16-16 st. Brei 4½ -5½ -6½ cm tricotst. Brei vervolgens alle st 2 en 2 samen tot er maar 2 st over zijn. Knip de draad af, rijg deze door de laatste st en hecht stevig af. Duim = oranje: Zet de 11-11-13 duim-st van de draad op breinld 2,5mm. Neem daarbij 3 st op van achter deze st = 14-14-16 st. Brei 3½ -4½ -5½ cm tricotst. Brei vervolgens alle st 2 en 2 samen tot er maar 2 st over zijn. Knip de draad af, rijg deze door de laatste st en hecht stevig af. Brei nog 1 handschoen maar in spiegelbeeld. NB: Wissel de kleuren cerise en oranje, zodat de handschoen zelf wordt cerise en de wijsvinger oranje. Borduren: Borduur eventueel een rode hart op de oranje handschoen en een oranje zon op de cerise handschoen. TRUI: Zie het patroon onder model nr. 50-12. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 23 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Children 12-16
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.